Translate

Zoeken in deze blog

zondag 15 mei 2022

Kastelen

In Nederland vind je prachtige kastelen en paleizen. Van koninklijke paleizen tot aan eeuwenoude kastelen en burchten. Je zult vast wel een aantal van de bekende paleizen en kastelen hebben bezocht, zoals Paleis Het Loo of het Kasteel Muiderslot.  (https://www.dolopreizen.nl/de-mooiste-kastelen-in-nederland-om-te-bezoeken/)

Het woord ‘kasteel’ komt van het Anglo-Normandische Franse woord ‘castel’, dat zelf weer is afgeleid van het Latijnse woord dat ‘fort’ betekent. Een kasteel is een versterkte woning. Met andere woorden, er zijn vele soorten vestingwerken gebouwd ter verdediging, maar een kasteel wordt ook specifiek gebruikt als woning. In de middeleeuwen werden kastelen meestal bewoond door een hooggeboren persoon, zoals een heer, ridder of vorst. (Hier ziet u Bodium Castle, Engeland.) De term ‘paleis’ komt van de Palatijnse heuvel in Rome, waar de rijken en beroemdheden in de Romeinse tijd hun weelderige huizen bouwden. Dus als we ons afvragen wat het verschil is tussen een kasteel en een paleis, is het belangrijkste verschil dat een paleis niet versterkt is. ... Kastelen, zoals wij ze kennen, begonnen te worden gebouwd in de elfde en twaalfde eeuw, hoewel vaak gebaseerd op bestaande vestingwerken. Omdat ze ter verdediging werden gebouwd, zijn kastelen meestal van sterk steen. Ze staan op een plaats waar ze gemakkelijk verdedigd kunnen worden, zoals op een hoge heuvel of beschermd door een rivier om een invasie van de vijand te voorkomen. Ze zijn zo ontworpen dat ze de toegang uiterst moeilijk maken. Kastelen werden vaak omgeven door een gracht om tunnels tijdens een belegering onmogelijk te maken. Er zijn vaak loopbruggen en kantelen op het dak zodat soldaten kunnen patrouilleren, en de ramen zijn smal zodat boogschutters op de vijand kunnen schieten zonder hun eigen veiligheid in gevaar te brengen. De hoofdpoort is sterk verdedigd, vaak met een ophaalbrug en een valhek, met openingen waarin soldaten kokende olie en andere nare afschrikmiddelen over binnenvallende troepen konden gieten. En de hoofdpoort leidde vaak naar een binnenplaats waar de binnenvallende troepen konden worden ingesloten. Spiraalvormige trappen waren speciaal ontworpen om met de klok mee te draaien, zodat verdedigers hun sterke rechterarm vrij konden gebruiken terwijl aanvallers gedwongen werden hun zwakkere linkerarm te gebruiken. En ze hadden vaak ongelijke treden om tegenstanders te laten struikelen. ... Paleizen waren vaak bedoeld om te pronken met de rijkdom en weelde van de bewoners, dus werden ze gebouwd om indruk te maken. Het paleis van Versailles in Frankrijk heeft bijvoorbeeld 2.300 kamers,... Paleizen waren gewoonlijk imposant, en vaak gevuld met onbetaalbare kunstwerken, meubels en andere accessoires die ook de rijkdom van de bewoners benadrukten. Naast het gebouw zelf waren paleizen vaak beroemd om hun prachtige tuinen, waarvan er vele tot op de dag van vandaag bewaard zijn gebleven. (https://organicindiatoday.com/nl/wat-is-het-verschil-tussen-een-kasteel-en-een-paleis/)

Een kasteel is een zelfstandig, versterkt bouwwerk dat onder middeleeuwse omstandigheden te verdedigen was.[1] De benaming kasteel wordt ook wel gebruikt voor jongere bouwwerken die qua vorm aansluiten bij een kasteel.[2] Het kasteel combineerde oorspronkelijk de functies van verdedigbaarheid en bewoonbaarheid aan een beperkte groep mensen, variërend van een adellijke familie tot een militair garnizoen.[3] Een kasteel is als militaire structuur groter dan een toren maar kleiner dan een versterkte stad. Een kasteel kan zich bevinden in een stad, maar moet daarvan kunnen worden afgesneden door het sluiten van een hek of het ophalen van een ophaalbrug.[4] Een sterk kasteel wordt ook wel aangeduid als burcht of slot. Ook al is het woord kasteel voor veel mensen een containerbegrip, het wordt in ieder geval gebruikt om een private, versterkte woonplaats van een heer of edele aan te duiden. Dit ter onderscheid van een paleis, dat niet versterkt is, van een fort dat niet de woonplaats is van de adel en van een ommuurde stad die een collectieve verdediging vormt. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel)    

Het woord kasteel is afgeleid van het Latijnse ‘’castellum’’ dat fort of toevluchtsoord betekent. Soms zijn kastelen verrezen op de plek van een castellum. Een voorbeeld hiervan is Pevensey Castle, waar nog twee derde van de Romeinse ommuring aanwezig is. In Groningen wordt een kasteel een borg genoemd, in Friesland een state of stins. In de oostelijke provincies worden veel kastelen havezate genoemd. Een borg, stins of havezate was over het algemeen een kasteel waaraan bestuurlijke voorrechten waren verbonden, een zogenoemde ridderhofstede. ... Een middeleeuws kasteel bezat oorspronkelijk de volgende functies [5]: residentie: het is bewoonbaar en te gebruiken als woning versterkt: het is verdedigbaar om zich te verweren tegen aanvallen privébezit van een adellijke familie machtspositie: het straalt macht en status uit horende bij de rechtspositie van de eigenaars.[6] Na 1600 verandert de functie van het kasteel. Door de opkomst van het buskruit en de artillerie werd het voor particulieren ondoenlijk nog verdedigbare huizen te bouwen. De nieuwe generaties bezitters wilde wel het aanzien van de oude adel behouden. Bestaande en nieuwe kastelen werden verbouwd of gebouwd als lusthoven met grachten, torens en andere kenmerken van de vroegere kastelen, die status en macht uitstralen [6].... Kastelen gaan terug op twee soorten bouwtradities uit de oudheid. De eerste is die van Romeinse militaire bouwwerken, met name de permanente stenen castella voor de stationering van hulptroepen en de tijdelijke houten en aarden castra voor legionairs. De tweede is de Europese volksburcht, bestaande uit aarden wallen en (droge) grachten, die niet werd bewoond, maar waar men zich terugtrok in tijden van nood; ze worden daarom ook wel vluchtburg of vluchtburcht genoemd.[7] In de vroege middeleeuwen volgden de Merovingen en Karolingen grotendeels de Romeinse traditie: grensversterkingen werden gebouwd van hout en aarde; de paleizen (paltsen) en landhuizen waar de adel woonde waren echter open en niet versterkt.[7] In het Saksenland (7e tot 9e eeuw) ontstonden ondertussen (ring)walburchten: een cirkelvormige nederzetting met woningen en bedrijfsgebouwen omringd door een aarden wal, meestal met een houten borstwering erop, met daar omheen een (met water gevulde) beschermende gracht. In tegenstelling tot de antieke vluchtburchten waren dit dus versterkte woonplaatsen.[7] Kastelen werden in de hoge middeleeuwen, meer bepaald ongeveer vanaf het jaar 900, ontwikkeld als verdedigbare woning van een geïsoleerd grootgrondbezitter.[7] Dit kon een versterkte hoeve of huis zijn of een speciaal gebouwde constructie om in tijden van gevaar naar te kunnen vluchten. Aanvankelijk bestond de versterking (soms curtis genoemd) slechts uit houten palissades, later werden stenen muren gebruikt. Met de introductie van het buskruit en artillerie (14e eeuw) verloren kastelen in de late middeleeuwen hun militaire functie, die vanaf de late 15e eeuw werd overgenomen door (niet-bewoonde) forten.[7] De overgebleven kastelen werden vaak omgebouwd tot lusthoven en buitenplaatsen waarin veeleer het wooncomfort werd nagestreefd. Bij sommige kastelen is het militaire aspect uiteindelijk geheel verdwenen. Het Kasteel van Versailles, slot Schönbrunn en kasteel Sanssouci (17e en 18e eeuw) zijn daar in Europa goede voorbeelden van. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel)

Een paleis is een ambtsgebouw dat een openbare of ceremoniële functie heeft. Het is vaak ook een (woon)huis voor een staatshoofd of een bisschop.... Het woord paleis is afgeleid van het Franse palais. Het Latijnse woord voor paleis is regia. Het woord regia werd gebruikt voor de woning van Keizer Augustus op de Palatijn (Latijn: Palatinus), de naam van de heuvel in Rome.[1][2] Een gebouw met een openbare functie is bijvoorbeeld een Justitiepaleis. De aanduiding paleis wordt ook spottend gebruikt voor minder koninklijke gebouwen als: gokpaleis en sportpaleis. Italiaanse herenhuizen en kastelen krijgen vaak de titel "Palazzo", bijvoorbeeld: Palazzo Farnese, Palazzo Vecchio of het Palazzo Vendramin-Calergi. Ook in steden in andere landen vindt men paleizen, zoals de stadspaleizen van Parijs, of in Spanje de zogenaamde Palau's (bijvoorbeeld Palau Güell). Daarnaast zijn de fantasiepaleizen te noemen, ook wel folly's geheten, zoals het bekende Palais idéal van Ferdinand Cheval. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Paleis)

Een burcht of slot is een versterkte woning van een edelman en zijn familie opgericht in de middeleeuwen. Als extra versterking van de (wal)burcht worden burchten meestal omringd door een droge of natte gracht, een aarden wal en/of een zware stenen ommuring. Een van de oudste nog bestaande voorbeelden in Nederland is de Burcht van Leiden. Voor België is het Gravensteen een goed voorbeeld. Vaak werd de burcht uitgebouwd beginnend vanuit een zware stenen toren of donjon, die ook als laatste steunpunt en schuiloord kon worden gebruikt, mocht de rest van de burcht zijn ingenomen. De donjons en andere torens waren bovenaan vaak afgewerkt met kantelen. In vlakke gebieden werden waterburchten opgericht, met diepe grachten langs alle zijden. De toegang van burchten met een gracht kon meestal worden afgesloten met een valbrug. Voor burchten werden natuurlijke verdedigingselementen gebruikt door ze te bouwen op meanders in rivieren en op heuvels. Hoogteburchten werden gebouwd op rotsen of bergtoppen, van waaruit de dreigingen al van ver te zien waren. Burchten zijn er in verschillende groottes. De burchten van koningen en grote heren konden grote afmetingen hebben en waren een militaire basis en administratief centrum. Kleinere burchten of donjons waren woontorens met boven elkaar gelegen kamers, bedoeld als verdediging tegen roversbenden en vijandige heren..... e oorsprong van burcht ligt in het woord burg, analoog aan het Duitse woord Burg en het Zweedse Borg. Dat betekende 'versterkte nederzetting' of 'omwalde plaats', dus stad en geen kasteel. Het oorspronkelijke woord is behouden gebleven in woorden als burger, burgemeester, burggraaf en burgwal, dat bijvoorbeeld in Amsterdam nog in straatnamen voorkomt (bijvoorbeeld de Nieuwezijds Voorburgwal), en daarnaast in een groot aantal plaatsnamen: Middelburg, Domburg, Borgt, Souburg, Burgh-Haamstede, Den Burg (Texel), Leopoldsburg, Luxemburg, Boksburg e.a. Burg behoort tot een groep woorden die later een -t hebben gekregen (andere voorbeelden zijn inkt, dat in het Engels ink heet en rijst, dat aanvankelijk 'rijs' was.). Door deze t is in de spelling de oorspronkelijke g vervolgens in ch veranderd: de spelling burgt komt in oudere teksten voor, in het huidige Nederlands is het burcht. De Groningse variant borg heeft de t niet overgenomen. Bovendien is er een betekenisverschil ontstaan tussen "burg" (omwalling) en "burcht" (versterkt gebouw). Dit Germaanse woord heeft ook - zoals wel meer militaire termen - stand gehouden in het Frans, en wel als bourg, dat in tal van plaatsnamen voorkomt, bijvoorbeeld Mariembourg, Cherbourg, Bourg-en-Bresse e.a. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Burcht_(kasteel))

Slot' is vanaf de 14de eeuw synoniem aan 'burcht'. In de Nederrijnse bronnen komt het in de betekenis van burcht voor het eerst voor in 1339.[1] In de 19de eeuw krijgt slot een romantische betekenis waarbij de weerbaarheid is verdwenen.[2] (https://nl.wikipedia.org/wiki/Burcht_(kasteel))

De algemene term voor een versterkt gebouw in de middeleeuwen is 'huis' dat behalve voor burchten ook gebruikt werd voor adellijke huizen en voor de curtis of hof die voorzien was van een wal en een gracht.[3] Het meest gangbare woord voor burcht is kasteel dat echter eerst aan het einde van de 16de eeuw voor burcht gebruikt werd. Het Nederlandse kasteel is dan ook geen juiste term voor een middeleeuws gebouw.[4] Met de afname van het militaire belang kregen veel burchten na de middeleeuwen uitbreidingen en verbouwingen met meer comfort en ruimte voor de bewoners, en eerder gericht op praal en prestige van de kasteelheer. In veel kastelen met een middeleeuwse oorsprong is er nog een kern met overblijfselen van de oorspronkelijke burcht of donjon zichtbaar aanwezig. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Burcht_(kasteel))


Slot Loevestein is één van de bekendste en mooiste kastelen van Nederland. Het slot ligt in een prachtig gebied in het plaatsje Poederoijen in de provincie Gelderland, op een plek waar de Maas en de Waal samenkomen. Slot Loevestein werd tussen 1357 en 1368 gebouwd en was in de middeleeuwen een strategisch punt tussen de rivieren. Naast de functie van strategisch verdedigingswerk, werd er door Loevestein ook goed verdiend aan het heffen van tol. In de 16e eeuw werd het slot een staatsgevangenis. In de gevangenis vond één van de beroemdste ontsnappingen van Nederland plaats. Namelijk die van Hugo de Groot in 1621. De Rotterdamse geleerde kon niet zonder boeken, daarom kreeg hij toestemming om zijn boeken te ontvangen. Zijn vrouw stuurde de boeken op in een houten boekenkist. Deze werd aan het begin goed gecontroleerd, maar de controle werd later minder. Hugo en zijn vrouw zagen hierin een kans om hem te laten ontsnappen uit de gevangenis: Hugo liet zich in de boekenkist naar buiten smokkelen. Je kunt de boekenkist van Hugo de Groot bekijken in het Rijksmuseum in Amsterdam. Vandaag de dag kun je Slot Loevestein van binnen bewonderen. Je kunt het kasteel zelfstandig verkennen, waarbij je een sleutel krijgt voor toegang tot de gebouwen. Of volg een rondleiding en kom alles te weten over het harde leven van de ridders en de ontsnappingspogingen die in de gevangenis zijn gedaan. (https://www.dolopreizen.nl/de-mooiste-kastelen-in-nederland-om-te-bezoeken/)

Eén van de beroemdste paleizen van Nederland is Paleis Het Loo in Apeldoorn. Het paleis werd in 1685 gebouwd in opdracht van stadhouder Willem III. Hij wilde met zijn nieuwe verblijf indruk maken op de bezoekers door te laten zien hoe rijk en voornaam hij was. Paleis Het Loo heeft eeuwenlang gediend als zomerverblijf van de koninklijke familie. Zo heeft Koningin Wilhelmina na de Tweede Wereldoorlog lang in het paleis gewoond. Ze woonde hier tot aan haar dood in 1962. In 1984 werd het paleis volledig gerenoveerd en werd het opengesteld voor publiek om te bezichtigen. Vandaag de dag kun je er dan ook alles leren over het koningshuis. In het paleis vind je een interessant museum met wisselende tentoonstellingen. Daarnaast kun je in de stallen bij het paleis auto’s en rijtuigen van de koninklijke familie bewonderen. Rondom het paleis ligt een schitterend landgoed met prachtige perken, fonteinen en bomen. Het is heerlijk om door de tuinen te struinen en een wandeling te maken. (https://www.dolopreizen.nl/de-mooiste-kastelen-in-nederland-om-te-bezoeken/)

Willem Hendrik van Oranje werd op 14 november 1650 geboren op het Binnenhof in Den Haag, acht dagen nadat zijn vader Stadhouder Willem II (1626-1650) was overleden aan de pokken.94 Zonder vader en zonder moederliefde van Mary Henrietta Stuart (1631-1660), die zelfs bij orangisten niet geliefd was omdat zij weigerde Nederlands te spreken en zich liet voorstaan op haar titel Princess Royal, kwam de jonge Willem in een politiek geladen voogdijschap terecht. Mary moest de voogdij namelijk delen met Willem’s grootmoeder Amalia van Solms (1602-1675), de weduwe van Frederik Hendrik en met Frederik Wilhelm von Brandenburg (1620-1688) die getrouwd was met een dochter van Frederik Hendrik.95... De spanningen rond de jonge Willem werden nog verergerd doordat zijn moeder vanaf 1654 het grootste deel van haar tijd in het buitenland zou doorbrengen. Na de restauratie van Karel II van Engeland bedacht Johan de Wit (1625-1672) het plan om Willem een opvoeding te laten geven onder leiding van de Staten van Holland, waarmee het ‘Kind van Staat’ was geboren.96 Vanaf 1653 kreeg hij een eigen hofhouding en een opvoedkundig programma, dat vanaf 1666 persoonlijk door Johan de Witt werd uitgevoerd. Willem III zou later over zijn jeugd opmerken: “Ik ben in tegenspoed geboren en opgevoed.”97 Door de invasie van Frankrijk en Münster in het rampjaar 1672 kon Willem, na zijn benoeming tot kapitein-generaal van de Unie en Stadhouder van Holland en Zeeland, een doorslaggevende rol vervullen, zowel op militair als ook op politiek vlak.98 In de komende jaren zou hij zijn streven naar volledige soevereiniteit voorzichtig, maar met groot doorzettingsvermogen, tot stand brengen. Na zijn huwelijk met Princess Mary (1662-1694), de oudste nicht van koning Karel II en tweede in lijn van de Engelse troonopvolging, zag Willem zijn kansen op de Engelse troon stijgen na de benoeming van haar vader James II tot Koning van Engeland. Zijn massale invasie in Engeland in 1688 leidde tot de Glorious Revolution, waarna hem in 1689 samen met Mary de Engelse en Ierse kroon werd aangeboden.99 (https://5dok.net/article/willem-iii-korte-levensschets-snelwegen-koning.y6eowjxo)


Kasteel Het Oude Loo, ook wel Slot ‘t Oude Loo, is een oud jachtslot op het Kroondomein Het Loo te Apeldoorn. Het is tegenwoordig in gebruik als privé-buitenverblijf van koning Willem-Alexander. Het kasteel werd in de vijftiende eeuw gebouwd als jachtslot. De vroegste vermelding van het slot dateert uit 1439. In een document wordt het dan aangemerkt als ‘horig goed’ van ene Udo Talholt, een belangrijke en vermogende raadsman van de Hertog van Gelre, Willem II. Bekend is dat op de plek van het huidige kasteel vroeger een boerenhoeve stond. Waarschijnlijk gaf de raadsman opdracht die hoeve te versterken waardoor de eerste contouren van het huidige kasteel ontstonden. (https://historiek.net/kasteel-het-oude-loo-jachtslot-kroondomein/148132/)

Kasteel Het Oude Loo, ook Slot ‘t Oude Loo, is een jachtslot uit de 15e eeuw dat zich bevindt op het Kroondomein Het Loo te Apeldoorn in de Nederlandse provincie Gelderland, niet ver van Paleis Het Loo. Het is sinds 1968 eigendom van de Staat der Nederlanden en is verhuurd aan koning Willem-Alexander der Nederlanden. Het (Oude) Loo komt voor het eerst voor in 1439, als bezitting van Udo Talholt. Udo Talholt, raad van de hertog van Gelre, was naast een belangrijk man ook een rijk man, hij leende een grote som geld aan de hertog. Mogelijk was hij de bouwer van het slot, waarvan de oudste delen uit de 15e eeuw dateren. Het op het Germaans terug te voeren woord 'loo' betekent 'open plek in het bos'. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel_Het_Oude_Loo)

Het Oude Loo. In het park van paleis Het Loo gelegen laat-middeleeuws omgracht slot. Oostelijke vleugel, 15e eeuw, geflankeerd door ronde hoektorens en versierd door een boogfries tussen de beneden verdieping en de verdieping, doorlopend langs de hoektorens. Onderkelderde zuidelijke vleugel, waarschijnlijk 2e kwart 16e eeuw, blijkens wapensteen met: 1538, verbonden met een 15e eeuwse vierkante hoektoren. Noordelijke vleugel, eveneens waarschijnlijk 16e eeuw. Achthoekige traptoren met wenteltrap in de noordoosthoek van het binnenplein. Over de kelder onder de zuidvleugel ribgewelven op achthoekige pijlers: overigens graat-, straal- en netgewelven. Het in 1904 gerestaureerde kasteel bezit een viertal laat-gotische schouwen, balkenzolderingen, muurschilderingen en gebrandschilderde glazen, 17e eeuw. (https://rijksmonumenten.nl/monument/8175/kasteel-het-oude-loo/apeldoorn/)

Het Kasteel Het oude Loo is net als vele andere Paleizen en Kastelen waarschijnlijk ontstaan uit een boerenhuis. Bekend is dat in het begin van de 15e eeuw op die plaats al een boerenhoeve was verrezen. De edelman Gerrit van Rijswijck slaagde toen erin de Hertogelijke aanspraken van de heer van Gelre uit te schakelen. De edelman had het voornemen om van het geheel een Heerlijkheid te maken, een vrij eigen bezit. Hij was ook de bouwer van de eerste versterkingen die tot de latere grondlegging van het Kasteel zouden leiden. De tweede man die in zicht komt bij deze historie is Udo Talholt, raadsman van dezelfde Hertog van Gelre, Willem II. (https://www.hethuisvanoranje.nl/18%20Vorstelijke%20Verblijven/KasteelHetoudeLoo.html)

In de 16e eeuw behoorde het goed aan de Bentincks, die het kasteeltje omstreeks 1540 vergrootten. Enige tijd was het in handen van het geslacht D'Isendoorn à Blois, die men in die tijd ook op het nabijgelegen Kasteel De Cannenburgh aantreft. In de 15e eeuw zal het huis van zeer geringe omvang geweest zijn; een rechthoekig gebouw – de tegenwoordige voorvleugel – met twee ronde hoektorens. Tegen het midden van de 16e eeuw bouwde men aan de achterzijde de twee vleugels, een binnenplaats omsluitend; alleen de achterhoektoren behoort tot de eerste bouwperiode. Een muur sloot de binnenplaats aan de vierde zijde af. Het kasteel is geheel opgetrokken uit baksteen met hier en daar spaarzaam gebruik van natuursteen. In de 18e eeuw brak er een tijd aan waarin opvolgingskwesties ervoor zorgden dat het slot vaak van eigenaar veranderde. Sommigen zoals prins Willem V waardeerden Het Loo niet, maar om patriottische redenen werd er nog wel een grote menagerie gebouwd. In 1795 vertrok Willem V naar Engeland. De Fransen kwamen en namen de bezittingen van het Oranjehuis in beslag. In Paleis Het Loo en Het Oude Loo werden 3000 Franse soldaten ondergebracht. De troon van de Bataafse Republiek werd in 1806 door Napoleon toegewezen aan zijn broer Lodewijk. 's Zomers nam de koning zijn intrek op Het Loo, een van de eerste dingen die hij hier deed was het dempen van de gracht rond het Oude Loo. Als kind was hem namelijk voorspeld dat hij zou omkomen door verdrinking en hij deed alles om de kans hierop te verkleinen. Koningin Wilhelmina gaf de bekende bouwmeester Pierre Cuypers in 1904 opdracht tot een algehele restauratie. Een belangrijke eerste opdracht was het in ere herstellen van de oude gracht, maar Cuypers ging veel verder. Hij ging erg vrij met de historische gegevens om en was niet bang om ‘in de geest van’ het oorspronkelijke ontwerp te werken en veel aanpassingen te doen. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel_Het_Oude_Loo)

Op 27 november 1684 kocht stadhouder Willem III het huis en de gronden. Tot die tijd bevond zich in het kasteel een rooms-katholieke schuilkerk, ingericht in de grote of ridderzaal. Kort na de koop door de stadhouder werd begonnen met de bouw van paleis Het Loo omdat Het Oude Loo te klein was om de prins en zijn gevolg te huisvesten. ... Het Oude Loo is een rijksmonument en is sinds 1968 eigendom van de Staat der Nederlanden (Rijksgebouwendienst). De Koninklijke Familie, die het kasteel huurt, maakt er nog regelmatig gebruik van. De Koninklijke Familie hecht veel waarde aan het domein Het Loo. Het is een plek waar de familie vaak samenkomt, vooral sinds het afstoten van Paleis Het Loo in 1975. ... Op 21 maart 2022 maakte de Koning bekend dat hij Het Oude Loo ter beschikking stelt voor de huisvesting van Oekrainse vluchtelingen die in verband met de Russische invasie van Oekraïne in 2022 hun land zijn ontvlucht en in Nederland onderdak nodig hebben. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel_Het_Oude_Loo)

Stadhouder Willem III kocht het middeleeuwse kasteel en de omliggende grond in 1684 van Johan van Ulft voor 90.000 carolusguldens. Hij bezat op dat moment al een ander jachthuis, bij Hoog-Soeren. Het Oude Loo was op het moment van aankoop eigenlijk niet geschikt voor bewoning door de stadhouderlijke familie. De koopakte sprak van…“…het Huys Loo geheel vervallen seynde.” Het slot verkeerde niet alleen in vrij slechte staat, het werd door de stadhouder ook als ’te klein’ beschouwd om als verblijfplaats voor zijn gezin en gevolg dienst te doen. Kort na de aankoop van Het Oude Loo werd vlakbij het oude jachtslot daarom een begin gemaakt met de bouw van het veel grotere kasteel Het Loo, dat in de eeuwen hierna door Nederlandse stadhouders en koningen als zomerresidentie werd gebruikt. Begin negentiende eeuw kwamen zowel Het Oude Loo als Paleis Het Loo in bezit van Lodewijk Napoleon, de broer van Napoleon Bonaparte die tot koning van Holland was benoemd. De Franse koning liet de slotgracht van het jachtslot dempen, naar verluidt omdat hem ooit was voorspeld dat hij ooit zou verdrinken. (https://historiek.net/kasteel-het-oude-loo-jachtslot-kroondomein/148132/)

In het jaar 1684 kocht de Stadhouder-Koning Willem III het geheel inclusief de gronden die erbij behoorden. Het oude huis verloor daardoor zijn betekenis een omvang van 200 ha - ook nog een belang in een 3000 HA groot bos te Hoog Soeren dat hij van Johan Carelius van Ulft voor 900.000 carolusguldens kocht. In 1685 gaf de Koning de opdracht om naast het bestaande kasteeltje Oude Loo over te gaan tot de bouw van een groot nieuw jachtslot. Daarin kon Zijne Majesteit beter zijn gevolg huisvesten. Dat werd het latere Paleis Het Loo. Willem III wilde wedijveren met de Franse Tuinen bij het beroemde Palais de Versailles. Dat diende hier ook te komen. (https://www.hethuisvanoranje.nl/18%20Vorstelijke%20Verblijven/KasteelHetoudeLoo.html)

In 1702 stierf Willem III op 8 maart, enkele dagen nadat zijn paard was gestruikeld en hij zijn sleutelbeen had gebroken, aan een longontsteking. Panhuysen schrijft hierover dat hij stierf zoals hij zijn veldslagen had geleverd: zwijgzaam en ongeduldig.102 Bij de obductie reageerden de acht geneesheren verbaasd dat de koning met zo’n zwartgeblakerde inboedel nog zo lang had kunnen functioneren. Met gevoel voor drama schrijft Panhuysen dat diegenen die hem beter kenden minder verbaasd waren. In dit innerlijk had Willems vuur huisgehouden met de energie van een verterende wilskracht. Maar zijn geest was de baas, zijn breekbare lichaam slechts een van de vele soldaten die onder zijn bevel stonden.103In 1702 stierf Willem III op 8 maart, enkele dagen nadat zijn paard was gestruikeld en hij zijn sleutelbeen had gebroken, aan een longontsteking. Panhuysen schrijft hierover dat hij stierf zoals hij zijn veldslagen had geleverd: zwijgzaam en ongeduldig.102 Bij de obductie reageerden de acht geneesheren verbaasd dat de koning met zo’n zwartgeblakerde inboedel nog zo lang had kunnen functioneren. Met gevoel voor drama schrijft Panhuysen dat diegenen die hem beter kenden minder verbaasd waren. In dit innerlijk had Willems vuur huisgehouden met de energie van een verterende wilskracht. Maar zijn geest was de baas, zijn breekbare lichaam slechts een van de vele soldaten die onder zijn bevel stonden.103 (https://5dok.net/article/willem-iii-korte-levensschets-snelwegen-koning.y6eowjxo)

Toen de Stadhouder in 1702 van zijn paard duvelde en overleed, vochten de Koning van Pruisen en Friese Stadhouder Johan Willem Friso om zijn nalatenschap. Na 30 lange jaren van juridische strijd werd Het Loo en de bijbehorende andere eigendommen aan Prins Willem V toe gewezen. In de 18e eeuw kwam er een tijd waarin het gebouw, door opvolgingskwesties en geruzie over erfenissen vaak van eigenaar verwisselde. Sommige Oranjes, zoals Prins Willem V hadden het helemaal niet begrepen op dat slot. Vond hij maar een blok aan zijn been en dat kostte ook nog geld voor personeel en onderhoud. In 1795 vertrok Willem V naar Engeland omdat het hier iets te gevaarlijk werd. De Fransen kwamen opzetten om hun revolutie bij ons nog eens dunnetjes over te doen. De daarop volgende beeldenstorm maakte duidelijk hoe maar ook waarom de Prins de benen nam. Zowel het Paleis Het Loo als het Kasteel Het oude Loo werden als kazerne in beslag genomen. Ruim 300 Franse soldaten kregen hier hun onderkomen. ... Lodewijk Napoleon was voor de Hollanders een goed Koning. Hij deed zijn best en probeerde, met horten en stoten, zelfs onze taal te leren. En dat voor een Fransman. Helaas, de taallessen die hij volgde bij de hoogleraar David Jacob van Lennep en bij de schrijver en hofdichter Willem Bilderdijk om het Nederlands onder de knie te krijgen, lukten niet. Zijn bijnaam 'Lodewijk de Goede' was een compliment van de Hollanders. Toch slaagde hij in de ogen van zijn broer, de Keizer van Frankrijk niet in zijn missie. Teleurgesteld droop deze Koning af. Hij stierf op 67-jarige leeftijd en werd begraven in de dorpskerk van Saint-Leu-la-Forêt. En het kasteel Het oude Loo? Dat brokkelijk langzaam maar zeker, stevig geholpen door moeder Natuur, af. Koning Willem I had niet veel belangstelling voor het slot..... In een spontane opwelling gaf hij zijn kleinzoons Willem en Alexander toestemming om het Kasteel te gebruiken als clublokaal van de door hen in 1839 opgerichte discussie club, The Royal Loo Hawking Club. Van hawking zal niet veel terecht zijn gekomen. Ondanks dat werd het genootschap pas in 1855 opgeheven door de beide heren. (https://www.hethuisvanoranje.nl/18%20Vorstelijke%20Verblijven/KasteelHetoudeLoo.html)

Toen Koningin Wilhelmina in 1904 de bekende bouwmeester Dr. Pierre Kuypers de opdracht gaf tot algehele restauratie van het Kasteel Het oude Loo, kon zij niet bevroeden dat dit zo'n hels en kostbaar karwei zou worden. Een belangrijkste en eerste opdracht die hij kreeg was, het in ere herstellen van de oude gracht. Dat nam Kuypers de Koningin in dank af maar hij ging veel verder dan een algehele restauratie van het geheel. De architect liet zijn geest de vrije loop en kwam tot de conclusie dat hij best vrij, misschien wel te vrij, met historische gegevens om kon gaan. Kuypers was niet bang om 'in de geest van het oorspronkelijke ontwerp' te werken en veel aanpassingen te doen. Men kan de man een sterke mate van drang naar zelfstandigheid hiermede niet ontzeggen. De veranderingen waren heftig en definitief te noemen.... In 1968 begon architect C. W. Royaarts aan een hernieuwde restauratie van Het oude Loo. Met forse hand overigens, want bijna al het 'vrije werk' van de vorige restaurateur werd teniet gedaan. Onder meer werd de torenaanbouw vervangen door een rankere behuizing van hout en werd de zuidwesttoren weer in zijn oorspronkelijk vorm terug gebracht. Helaas, ook hij overleed in 1970, zodat zijn opvolger Ir. J. B. Baron van Asbeck - volgens de originele plannen van Royaarts - de restauratie voltooide. Deze Baron was ook de architect van de aanpassingen van Paleis Het Loo in 1976, maakte het geschikt voor het gebruik als museum en bracht een evocatie van de historische tuinen tot stand. (https://www.hethuisvanoranje.nl/18%20Vorstelijke%20Verblijven/KasteelHetoudeLoo.html)

Paleis Het Loo is een paleis gelegen aan de rand van Apeldoorn. Het paleis werd tot 1975 door leden van de Koninklijke familie van Nederland bewoond. Sinds 1984 is het als Nationaal Museum Paleis het Loo opengesteld voor publiek en vinden er tentoonstellingen en evenementen plaats. Het paleis is eigendom van de Staat der Nederlanden. Het beheer en onderhoud van de gebouwen wordt uitgevoerd door de Stichting Paleis Het Loo Nationaal Museum.... Stadhouder Willem III, achterkleinzoon van Willem van Oranje, kocht in 1684 het middeleeuwse kasteel Het Oude Loo aan, om ernaast een nieuw jachtverblijf op te trekken. Het terrein leent zich bijzonder goed voor een tuinaanleg met waterwerken, vanwege de natuurlijke wateraanvoer vanuit de heuvels. De stadsmeestertimmerman van Leiden, Jacobus Roman (1640-1716), die in 1689 hofarchitect zou worden, ontwierp een vierkant hoofdgebouw (corps de logis) in classicistische stijl, met aan weerszijden ervan zijvleugels. Hoofdgebouw en vleugels waren met elkaar verbonden via halfronde colonnades. Het interieurontwerp is goeddeels van Daniël Marot.
Nadat stadhouder Willem III koning van Engeland was geworden, liet hij het paleis van 1691 tot 1694 uitbreiden met vier paviljoens (een binnen- en een buitenpaviljoen aan weerszijden van het hoofdgebouw) die het hoofdgebouw met de zijvleugels verbonden. De colonnades werden verplaatst naar de nieuw aangelegde tuin. De paviljoens bevatten de koninklijke appartementen van stadhouder Willem III en Mary Stuart, evenals de eetzaal, paleiskapel en schilderijengalerij. Het interieur werd ontworpen door Daniël Marot. De plafondschilderingen zijn van de hand van Johannes Glauber en Gerard de Lairesse. Volgens Jan van Gool werkten Dirk Valkenburg en Dirk Dalens III rond 1700 aan de verfraaiing met vogel- of jachttaferelen. ... Het paleis was de zomerresidentie van de Nederlandse stadhouders en koningen van 1686 tot 1975. Het werd voor het laatst bewoond door prinses Margriet en haar echtgenoot Pieter van Vollenhoven.
Van 1977 tot en met 1984 vond een ingrijpende restauratie plaats van het paleis en de tuinen. Het doel was om beide terug te brengen in de oorspronkelijke 17e-eeuwse staat. Daartoe werden enkele aanbouwen uit de 19e en 20e eeuw verwijderd, waaronder de grote eetzaal en de bad- en kleedkamers aan de tuinzijde van het hoofdgebouw. Verder werd het paleis ontdaan van de witte pleisterlaag, zodat de oorspronkelijke baksteen weer tevoorschijn kwam. Ook werd de in de 20e eeuw aangebrachte verdieping op het hoofdgebouw weggehaald. In het paleis werden plafond- en marmerschilderingen uit voorgaande perioden vrijgelegd en waar nodig geretoucheerd. Bij de inrichting werden de stadhouderlijke appartementen van Willem III en zijn echtgenote Mary II op hun oorspronkelijke plaats op de eerste verdieping teruggebracht.
Sinds 8 januari 2018 werd het paleis opnieuw gerenoveerd. Het ontwerp voor deze renovatie werd gemaakt door KAAN Architecten.[1][2] Het betrof noodzakelijk onderhoud en uitbreiding van de bezoekersfaciliteiten. Hierbij is ervoor gekozen om waar dit maar mogelijk was alles in de originele staat terug te brengen, waaronder de vertrekken zoals die in gebruik waren door koningin Wilhelmina (het was haar woon- én werkpaleis) en door prins Bernhard, die 's zomers, samen met zijn echtgenote, koningin Juliana, in Paleis het Loo verbleef. Per 15 april 2022 is het paleis weer toegankelijk voor bezoekers. ... Het paleispark is net als de Koninklijke Houtvesterij onderdeel van kroondomein Het Loo. Het kroondomein was een geliefd jachtterrein van de koninklijke familie. Vlak bij het paleis, in Huis Het Loo, wonen momenteel prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven. Achter Het Loo bevindt zich het Oude Loo, dat door de Staat werd verhuurd aan prinses Beatrix, later aan haar oudste zoon, koning Willem-Alexander. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Paleis_Het_Loo)

Paleis Het Loo in Apeldoorn
Het Loo
flagTop 100 rijksmonument
Koninklijk Park 1
7315 JA, Apeldoorn (Gemeente Apeldoorn)
Gelderland
Bouwjaar: 1685-'86 1691-'94 (uitb.) 1807-'09 (verb.) 1875 (aanb.) 1911-'14 (verb.) 1977-'84 (verb.)
Architect: Jacobus Roman C.H. Peters (1911) J.B. baron van Asbeck (1977) Roman Jacobus Roman C.H. Peters (1911) J.B. baron van Asbeck (1977)... Het Loo: groot en groots complex van gebouwen met bijbehorende tuinaanleg. In de jaren `80 van deze eeuw kwam een reconstruerende restauratie gereed. Uitgaande van deze restauratievisie werd de tuin achter en terzijde in een formele staat teruggebracht. De betekenis van Het Loo is gelegen in voor Nederlandse begrippen thans buiten-proportionele afmetingen van zowel de gebouwde als de buiten-architectuur van de tuindelen. Vergelijkbare aanlegvormen zoals het Huis ter Nieuwburg en het Huis Honselaersdijk zijn geheel van de aardbodem weggevaagd. Hoewel Het Loo sinds de stichtingsdatum regelmatig is verbouwd en gerestaureerd, bezit het nog steeds de vorstelijke allure, die door de opdrachtgever Koning-Stadhouder Willem III en uitvoerend architect Jacob Roman in 1685 e.v. bedoeld moet zijn geweest. Het Loo maakt een grootse indruk door de architectonische relatie van gebouwen en tuinen, en in het interieur, na de jongste restauratie, door de overdadige rijkdom van het inwendige waarin kostbare materialen, overwogen decoraties en schilderingen, stuc- en snijwerk en kleurenpracht voortdurend naar historische hoogtepunten voeren. Door deze restauratie wordt het barokke concept van de dispositie der vertrekken veer tot hun recht gebracht. Een tweetal hoogtepunten verdient aparte vermelding: het statige trappehuis en de zeer representatieve audientiezaal op de verdieping van het corps-de-logis. Aan zowel de tuin als de interieurs werd gewerkt door voorname nationale en internationale kunstenaars, waaronder Romein de Hooghe, Gerard de Lairesse, Johan Glauber en Daniel Marot. Uit architectuur-historisch opzicht is het vermeldenswaard, dat Het Loo een der eerste, zo niet het eerste, voorbeeld is, waarin het schuifraam voorkomt, ter vervanging van het als ouderwets ervaren, meer traditionele kruisvenster. De rond de bouvtijd heersende stijlopvattingen komen onder meer naar vo ren in de totaalvisie, die uit opzet en inrichting blijkt. De symmetrie van de gebouwen is nergens star of stug, ondanks de hoekige elementen, en het inwendige wordt een uitzonderlijke aaneenschakeling geboden van vertrekken met een inrichting, die de geschiedenis van de Oranjes in de loop der eeuwen visueel illustreren. (https://rijksmonumenten.nl/monument/8165/paleis-het-loo/apeldoorn/)

https://paleishetloo.nl/

Kasteel Cannenburch biedt tijdens de vernieuwing en verbouwing van Paleis Het Loo drie jaar lang onderdak aan verschillende Oranje-souvenirs uit de collectie van Het Loo. Ook worden bezoeken van leden van het Koninklijk Huis aan het Veluwse kasteel uitgelicht.  ... Verschillende bewoners van Paleis Het Loo brachten een bezoek aan kasteel Cannenburch. De Oranjes woonden maar enkele kilometers van het kasteel vandaan en kwamen met regelmaat op bezoek. Zij werden niet alleen in het kasteel, maar ook in het dorp Vaassen met veel gejuich onthaald. De vlag ging uit en in de krant werd gretig verslag gedaan van het koninklijk bezoek. Sinds koning Willem III heeft kasteel Cannenburch bijna alle vorsten van Nederland mogen verwelkomen. Enkele bezoeken worden uitgelicht in een presentatie in het Bouwhuis op het kasteelterrein. (https://www.nieuwsbladschaapskooi.nl/nieuws/algemeen/141008/paleis-het-loo-op-kasteel-cannenburch)

Het van oorsprong middeleeuwse kasteel Cannenburch ligt in een prachtig oud parkbos met weilanden en vijvers. Het kasteel kan worden bezocht, in de omgeving kan worden gewandeld en gefietst. (https://cannenburch.glk.nl/)

Het van oorsprong middeleeuwse kasteel Cannenburch staat in een oud Veluws parkbos, omringd door weilanden en voormalige visvijvers. Het ligt ten noorden van Apeldoorn – in de provincie Gelderland, waar veel kastelen en landhuizen te vinden zijn. Cannenburch werd gebouwd door de roemruchte veldmaarschalk Marten van Rossem. Het kasteel is nu grotendeels ingericht zoals het er in de 18e eeuw uit moet hebben gezien. (https://www.holland.com/be_nl/toerisme/bestemmingen/provincies/gelderland/kasteel-cannenburch.htm)

Maarten van Rossem leefde in de 16de eeuw en was een gevreesd aanvoerder van het Gelderse leger. Hij bouwde dit kasteel rond 1543 op de fundamenten van een middeleeuwse ruïne. Zelf heeft hij het slot nooit in zijn voltooide staat gezien, want hij overleed voor die tijd, waarschijnlijk aan de pest. Op het voorplein van het kasteel staat een bronzen beeld van de veldheer in een opmerkelijk vreedzame pose: rustig zittend op een bankje. (https://www.holland.com/be_nl/toerisme/bestemmingen/provincies/gelderland/kasteel-cannenburch.htm)

Kasteel De Cannenburgh is een 16e-eeuws waterkasteel in Vaassen in de Nederlandse provincie Gelderland.... Het kasteel is gebouwd op de restanten van een eerder kasteel, waarvan de vroegste vermelding uit 1365 stamt. Sporen van dit vroegere versterkte huis zijn nog te zien in de kelder van het huidige kasteel. In 1543 werd De Cannenburgh het bezit van maarschalk Maarten van Rossum. Hij liet de ruïne tot een statig slot herbouwen, waarbij hij de Renaissancestijl in Gelderland introduceerde. Hij overleed echter in 1555, voor het kasteel klaar was. Zijn opvolger, Hendrik van Isendoorn, voltooide het bouwwerk.
Nadat op 5 juni 1881 Charlotte Theodora Maria Alexandrina barones van Oldeneel tot Oldenzeel was overleden, zij was de weduwe van Fredericus Carolus Theodorus van Isendoorn à Blois (Vaassen, 23 augustus 1784 - de Cannenburgh, 9 december 1865), de laatste telg van het geslacht D'Isendoorn à Blois, werd de gehele inboedel door de erfgenamen naar elders overgebracht.[1] Haar bezittingen werden verdeeld onder de familieleden. Het kasteel dreigde te worden afgebroken, maar kon verkocht worden aan Eduard baron van Lynden. De laatste particuliere eigenaar was Duitse schilder Richard Cleve.[2] Na de oorlog werd het kasteel in beslag genomen door de Nederlandse Staat, waarna het in 1951 voor een symbolisch bedrag werd verkocht aan de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen. Tussen 1975 en 1981 werd het kasteel gerestaureerd en, met behulp van diverse schenkingen, opnieuw ingericht. In 2006 kon de stichting op een veiling in Brussel een groot deel van de inboedel terugkopen. Het ging hierbij om zilverwerk, paardendekens, meubelstukken en een familievaandel uit 1759.[3] (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel_De_Cannenburch)

De naam van het kasteel komt voor als Cannenburgh en als Cannenburch. Over de juiste schrijfwijze zijn de meningen verdeeld. Zo schrijft de Stichting Vrienden der Gelderse Kasteelen op haar website de naam met "ch". Op oude plattegronden (zie hieronder) wordt de naam met "gh" op het eind geschreven. Ook Vaassen houdt deze schrijfwijze aan. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel_De_Cannenburch)

Voor een middeleeuws kasteel is kasteel de Cannenburch in Vaassen niet zo oud. Het wordt pas in de veertiende eeuw, in 1365, voor het eerst vermeld. Kort daarna blijkt het leengoed te zijn van de hertogen van Gelre. Over de eerste verschijningsvorm van kasteel de Cannenburch is niet veel bekend. Waarschijnlijk was het kasteel in de loop van de vijftiende eeuw vervallen tot een ruïne. ... In 1543 werd de Cannenburch het bezit van de befaamde vechtjas, maarschalk Maarten van Rossem. Hij liet de ruïne tot een statig slot herbouwen, dat drie verdiepingen kende. Bij de herbouw werd voor een deel gebruik gemaakt van de oude situatie. Voor een gedeelte werden oude bouwdelen opgenomen in het nieuw opgetrokken kasteel. Het werd een kasteel met vierkante hoektorens aan de oostzijde, die even hoog waren als de tussenliggende bouwdelen. Alleen de poorttoren stak boven het dak uit. (https://www.absolutefacts.nl/kastelen/data/de-cannenburch.htm)

Naast Het Loo bestonden er nog twee hoge heerlijkheden op de Veluwe; Rosendael en Doorwerth. Aan beiden was een heerlijk jachtrecht op grofwild verbonden. (https://5dok.net/article/de-koningsweg-van-het-loo-naar-kasteel-doorwerth.y6eowjxo)

Het lag dus voor de hand een koningsweg dwars over de Veluwe aan te leggen om de relatief grote afstand van hemelsbreed ruim 31 kilometer tussen deze twee plaatsen te overbruggen.
De liefde van Willem III voor Doorwerth en omgeving ging zo ver dat hij na de verwerving van het Uddelermeer in 1698 vanuit Kensington Palace er alles aan deed ook deze heerlijkheid te verwerven. Hij schakelde hiervoor zijn goede vriend Johan van Arnhem, Heer van Rosendael, in en het verloop van deze onderhandelingen is goed te volgen uit de briefwisseling tussen beide heren.
Kasteel Doorwerth, van oorsprong een 13e -eeuws kasteel in de uiterwaarden van de Rijn, was in die tijd in handen van de weduwe Ch.A. de la Trémouille, douairière von Aldenburg (1652-1732)184. Willem III was de voogd van haar zoon, Anton von Aldenburg, die op 15-jarige leeftijd in 1696 heer van Doorwerth werd.
Van Arnhem vertrok op 12 februari 1698 naar Doorwerth om het verzoek tot overname van Willem over te brengen, maar zij reageerde negatief.185 Bentinck probeerde daarna een ruiling met een ander landgoed voor te stellen en na overleg met Willem III werd dat de Baronie van IJsselstein. Op 15 maart schreef Bentinck dat hij dit verzoek aan de prinses had overgebracht, maar daarna liepen de onderhandelingen spaak. ... De douairière stuurde haar zoon, die in Utrecht studeerde, tijdens de paardenmarkt naar IJsselstein en die constateerde niet alleen de vervallen staat van het kasteel, maar ook de inwoning van de plaatselijke drost, voldoende redenen om verder van de ruil af te zien.186 Uit het feit dat Willem III vanuit Engeland zoveel persoonlijke aandacht aan dit mislukte project gaf blijkt wel zijn passie voor de uitbreiding van zijn Veluws jachtrevier, zelfs vanaf Het Loo helemaal tot Doorwerth. Maar waarschijnlijk werd er door de douairière nauwelijks gejaagd en gedoogde zij Willem III met zijn jachtgezelschap op haar bezittingen en in haar kasteel.187 Bouwer heeft het in zijn boek over de zuidwest-Veluwe over de glorietijd van Doorwerth rond 1700, omdat er toen veel vorstelijke personen op het kasteel verbleven.(https://5dok.net/article/de-koningsweg-van-het-loo-naar-kasteel-doorwerth.y6eowjxo)


Kasteel Rosendael ligt in het dorpje Rozendaal, tussen de hooggelegen Veluwe en het laaggelegen IJsseldal. Rosendael is zelfs in het buitenland bekend om zijn park met de bedriegertjes, schelpengalerij, theekoepel, vijvers en fonteinen. (https://www.glk.nl/vol-verhalen/voor-kinderen/spreekbeurten/kasteel-rosendael/)

Tussen de hooggelegen Veluwe en het laaggelegen IJsseldal ligt kasteel Rosendael en het bekende park met de bedriegertjes, schelpengalerij, theekoepel, vijvers en fonteinen. (https://rosendael.glk.nl/)

In de Middeleeuwen bouwden de graven van Gelre een burcht in een dal. De burcht werd omringd door water, zodat het voor de vijand moeilijk was om binnen te dringen. Zo hadden de bewoners ook meteen voldoende vers drinkwater. Van de middeleeuwse burcht is alleen nog de donjon over, de grote ronde toren. Deze toren heeft muren van vier meter dik en hij is 19 meter hoog. Hij is vroeger 25 meter hoog geweest. Het is de dikste kasteeltoren die in Nederland bewaard is gebleven. De lichtkoepel die boven op de toren staat is er in de 18de eeuw opgezet. Door de eeuwen heen is er veel verbouwd, afgebroken en weer opnieuw gebouwd. Maar altijd is veel aandacht besteed aan de tuin. Het lijkt alsof de bewoners van Rosendael meer geld over hadden voor de tuin dan voor het kasteel zelf. Later werd kasteel Rosendael eigendom van de familie Van Arnhem. Behalve het gezin woonden er neefjes, nichtjes en een tante. In 1670 legde de familie een tuin aan met watervallen, grotten, vijvers en fonteinen. Tussen deze waterwerken door stonden beeldhouwwerken, tuinvazen en figuren die geknipt waren van buxus, een struik. In de 18de eeuw werd de familie Torck eigenaar van het landgoed. Zij gebruikten het kasteel alleen als buitenverblijf. In de winter woonde de familie in Den Haag en in mei verhuisde ze naar Gelderland. De familie had veel personeel. Vanuit Den Haag reisden vijf dienstbodes mee. Op Rosendael werden zij ontvangen door zes meiden, twee knechten, de jager, de koetsier en twee tuinmannen. (https://www.glk.nl/vol-verhalen/voor-kinderen/spreekbeurten/kasteel-rosendael/)

Water was er in overvloed aanwezig door de vele beekjes die door het gebied stroomden. Daar hebben de bewoners veel gebruik van gemaakt. Eerst als waterkracht voor watermolens, later als versiering voor de tuin. De familie van Arnhem bouwde rond 1670 watervallen, grotten, vijvers en fonteinen. Tussen deze waterwerken door stonden figuren die geknipt waren van buxus, beeldhouwwerken en tuinvazen. Maar de mode veranderde en toen de familie Torck op Rosendael woonde, werd de 'ouderwetse' tuin gemoderniseerd. Uit die periode zijn nog verschillende onderdelen bewaard gebleven. De schelpengalerij, de theekoepel, de bedriegertjes, de kettingbrug en de marmeren waterval. Geldersch Landschap & Kasteelen heeft deze tuinsieraden gerestaureerd, zodat iedereen er van kan genieten.... In 1977 overleed de laatste heer van Rosendael, baron van Pallandt. Het was zijn wens dat het huis en het park als één geheel bewaard zouden blijven. Daarom heeft hij zijn bezit overgedragen aan de stichting Geldersch Landschap & Kasteelen. Deze stichting heeft het landgoed gerestaureerd, zodat je het kasteel en park weer kunt bezoeken. Geldersch Landschap & Kasteelen heeft geprobeerd zoveel mogelijk spullen van de oorspronkelijke inboedel terug te laten keren naar kasteel Rosendael. Er zijn veel mooie meubels, zilver en porselein uit de 18e en 19e eeuw te zien. In het park staan veel bijzondere bomen en struiken, zoals een tulpenboom, levensboom en de moerascipres. Ook is er een prachtige rozentuin. De tuinmannen onderhouden alles zodat het netjes blijft. (https://www.glk.nl/vol-verhalen/voor-kinderen/spreekbeurten/kasteel-rosendael/)

Het Gelders Archief heeft het archief van Huis Rosendael toegankelijk gemaakt. Het kasteel is bekend vanwege zijn verleden, invloedrijke bewoners en tuin met de zogenaamde Bedriegertjes.
Kasteel Rosendael was lange tijd de ‘logeerplek’ van de rondtrekkende graven en hertogen van Gelre, die het slot stichtten rond 1300. De achtereenvolgende geslachten Van Dorth, Van Arnhem, Torck en Van Pallandt hadden sinds de zestiende eeuw het kasteel in bezit. De kasteeleigenaren bezaten grote delen van de zuidelijke Veluwe, vervulden belangrijke bestuursfuncties en onderhielden vaak nauwe relaties met het Huis van Oranje. Hun bezittingen lagen tot in Oost-Friesland.
Het adellijke geslacht Torck liet in de achttiende en negentiende eeuw het kasteel stevig verbouwen en de tuin ingrijpend verfraaien. Uit het begin van de achttiende eeuw stammen ook de Bedriegertjes, vroeger een bekende waterspuitattractie voor schoolreisjes. (https://historiek.net/archief-van-kasteel-rosendael-online/55649/)

In kasteel en park Rosendael ligt avontuur op de loer. Duik terug in de tijd waarin er nog hertogen leefden in het kasteel. Pas wel op, anders word je misleid door de bedriegertjes. Dat zijn waterstraaltjes die onverwacht omhoogschieten. Struin door het park met de schelpengalerij, de theekoepel en de kettingbrug. (https://www.museum.nl/nl/kasteel-rosendael)

Donjon
Het kasteel is bekend om zijn middeleeuwse donjon, een versterkte woontoren. Dat is de grote ronde toren van het kasteel, zelfs de grootste in Nederland. (https://www.museum.nl/nl/kasteel-rosendael)

Kasteel Rosendael is een van oorsprong laatmiddeleeuws kasteel, dat door de graaf van Gelre werd gebouwd. Het kasteel ligt in het dorp Rozendaal bij Velp, in de Nederlandse provincie Gelderland. Het is onderdeel van de rijksbeschermde historische buitenplaats Rosendael.... De donjon is oorspronkelijk zo'n 25 meter hoog geweest en heeft een diameter van 16 meter. Hiermee is het de grootste toren in zijn soort in Nederland. Het kasteel wordt in 1314 voor het eerst vermeld, en Graaf Reinoud I was de eerste bewoner. Ook zijn zoon Reinoud II was er kasteelheer.
Na de graven en hertogen van Gelre werd het kasteel eigendom van drost Willem van Scherpenzeel, die het in 1579 verkocht aan Dirck van Dorth. Van Dorth liet veel aan het kasteel veranderen, en liet de tuinen, vijvers en beken aanleggen. Na Van Dorth werden achtereenvolgens de families Van Arnhem, Torck en Van Pallandt eigenaar van het landgoed en het kasteel. Tot het bezit behoorde sinds 1536 ook het bos-, heide- en jachtgebied Planken Wambuis bij Ede.[1]
Onder kasteelheer Lubbert Adolf Torck, die getrouwd was met de schatrijke Petronella van Hoorn, werden in 1732 de tuinen opnieuw aangelegd, onder architectuur van Daniel Marot. In deze tijd werden onder andere de schelpengalerijen aangelegd.
Van het oorspronkelijke kasteel is slechts de donjon overgebleven. In 1722 werd aan de toren een vierkant huis gebouwd, en werden diverse bijgebouwen en stallen gebouwd. Daarmee werd het meer een buitenhuis dan een kasteel.
De tuinen en vijvers werden in de negentiende eeuw aangepakt door architect Jan David Zocher jr., die onder andere een aantal kleinere vijvers samenvoegde tot één grote. Ook de schelpengalerijen werden aangepakt, en ten tijde van de Van Pallandts zouden daar de Bedriegertjes worden aangelegd.
In 1860 ontwierp architect Lucas Hermanus Eberson een wijziging van het interieur in opdracht van het echtpaar R.J.C. van Pallandt-Torck.
Na de Tweede Wereldoorlog, waarin het kasteel door een Amerikaanse bom werd geraakt, en het park gedeeltelijk was verwoest door een verdwaalde V2-raket, raakte het landgoed in verval, totdat in 1977 de laatste baron Willem Frederik Torck baron van Pallandt het overdroeg aan de stichtingen Het Geldersch Landschap en Vrienden der Geldersche Kasteelen. Het landhuis en de tuin werden gerestaureerd en sinds 1989 gedeeltelijk voor publiek opengesteld. Het landgoed Planken Wambuis was al in 1932 verkocht aan een beleggingsmaatschappij.[1] Rond 1985 werd ook de bibliotheek gerestaureerd welke zo'n 3000 boeken en manuscripten omvat, o.a. van de Zweedse koningin Christina gericht aan de filosoof René Descartes. Kasteelheer Jan van Arnhem (1636-1716) verzamelde destijds de werken. Kasteel en park behoren tot de Top 100 van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel_Rosendael)

Het archief van één van de belangrijkste kastelen van Gelderland is toegankelijk gemaakt: Kasteel of Huis Rosendael. Het kasteel is bekend vanwege zijn roemruchte verleden, zijn invloedrijke bewoners en de fraaie tuin met de Bedriegertjes. (https://www.geldersarchief.nl/over-ons/actueel/nieuws/62-archief-van-huis-rosendael-toegankelijk)

Kasteel Rosendael is een van oorsprong laatmiddeleeuws kasteel, dat door de hertogen van Gelre werd gebouwd. Het kasteel ligt in het Gelderse dorp Rozendaal bij Velp.
Het bestaat uit een imposant en historisch ingericht kasteel in een park met veel bezienswaardigheden. Kasteel Rosendael geeft een mooi beeld van hoe er vroeger op een kasteel geleefd werd. Er is een bijzondere collectie meubels, zilver en porselein te zien.
Het park leent zich uitstekend voor een prachtige wandeltocht. Behalve de bedriegertjes en de schelpengalerij is er een theekoepel, een rozentuin en een orangerie. De vijvers worden gevoed door sprengbeekjes. Over een beek ligt een opvallende kettingbrug. Er staan bijzondere en vaak zeer oude bomen in het parkbos. (https://aanveluwe.nl/omgeving/kasteel-rosendael)

Lubbert Adolf Torck (1687-1758) trouwde met de steenrijke Petronella Wilhelmina van Hoorn, dochter van een gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, waardoor de familie van de kasteelheren flink wat aanzien verwierf. De laatste bewoner, Willem Frederik Torck baron van Pallandt, droeg in 1977 huis en landgoed over aan de stichting Het Geldersch Landschap. Later kwam het huis in erfpacht bij de stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen. (https://historiek.net/archief-van-kasteel-rosendael-online/55649/)

Vriendschap kent geen grenzen. Aan het eind van de 17de eeuw zijn de kasteelbewoners van Rosendael nauw bevriend met de koning en koningin van Engeland. De band is zo hecht, dat ze worden uitgenodigd om te verblijven in Londense paleizen. Overladen met geschenken keren zij na enkele weken weer terug naar huis. Eén van de geschenken is een groot, geborduurd kamerscherm.... Tot het begin van de 20ste eeuw werd op Rosendael een bijzonder kamerscherm bewaard. Het behoort tot de geschenken die Jan en Janne Margriete van Arnhem kregen van stadhouder-koning Willem en koningin Mary II Stuart. Volgens overlevering is het geborduurd door de hofdames van koningin Mary.
Een Rosendael-nazaat gaf het kamerscherm in bruikleen aan Paleis Het Loo, waar het sinds 1984 in de slaapkamer van koningin Mary staat. In het depot is het opnieuw gefotografeerd voor een eigentijdse presentatie in kasteel Rosendael. (https://rosendael.glk.nl/plan-je-bezoek/kamerscherm-komt-tot-leven/)

Kasteel Doorwerth is een waterburcht in de uiterwaarden van de Rijn nabij het dorp Doorwerth in de provincie Gelderland.  In het kasteel zijn 3 musea te bezoeken. Op de stuwwal erachter ligt een afwisselend heuvellandschap met bossen, akkers en weilanden waar het heerlijk wandelen of fietsen is. (https://aanveluwe.nl/omgeving/kasteel-doorwerth)

Kasteel Doorwerth is een stoer, middeleeuws kasteel waar je nog kunt beleven hoe er vroeger op een landgoed werd geleefd. Op de stuwwal achter het kasteel ligt een afwisselend heuvellandschap waar je heerlijk kan wandelen en fietsen. (https://doorwerth.glk.nl/)

In de uiterwaarden van de Rijn ligt het gelijknamige Kasteel Doorwerth. Het kasteel is een waterburcht in de uiterwaarden van de Rijn, nabij de stuwwal waar die de zuidelijke begrenzing van de Veluwe markeert. Schriftelijke bronnen noemen het kasteel voor het eerst in 1260, toen het door de heer van Vianen werd belegerd en in brand gestoken. Het oudste deel bestaat uit een rechthoekige woontoren van circa 10 bij 15 meter, die oorspronkelijk omgracht was en nu nog is te herkennen als de huidige oostvleugel, en werd in de decennia na 1260 gebouwd.
In dit kasteel zijn het natuur- en jachtmuseum en Museum Veluwezoom gevestigd. Het geheel gerestaureerde kasteel is (2004) op bepaalde tijden te bezichtigen. Ook is het mogelijk om in de karakteristieke Ridderzaal te trouwen. Het kasteel is vanuit het dorp te voet en per fiets bereikbaar via de Italiaanseweg, een weg met behoorlijke hoogteverschillen en twee haarspeldbochten. Baron van Brakell liet de weg in 1848 aanleggen om zijn kasteel te verbinden met de Utrechtseweg en het op zijn initiatief gebouwde station Wolfheze.
Op de binnenplaats van het kasteel staat de oudste robinia van Nederland, die volgens de overlevering in 1579 geplant is. Deze boom heeft flink geleden onder granaatvuur in de Tweede Wereldoorlog, maar heeft zich na de oorlog goed hersteld. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Doorwerth#Kasteel_Doorwerth)

Kasteel Doorwerth is een waterburcht in de uiterwaarden van de Rijn nabij het dorp Doorwerth, in de Nederlandse provincie Gelderland.... Het kasteel wordt voor het eerst genoemd in 1260, toen het door de heer van Vianen werd belegerd en in brand gestoken. Dit was vermoedelijk een straf, opgelegd door de graaf van Gelre, om korte metten te maken met de roofzuchtige praktijken van burchtheer Berend van Dorenweerd. Gedurende de daaropvolgende 20 jaar heeft de toenmalige burchtheer (Berend van Dorenweerd of diens zoon, Hendric) de burcht weer hersteld. (Andere bronnen spreken van de stichting alhier van een waterburcht door Hendric van Dorenweerd omstreeks 1280).
In 1435 verkreeg Reinald van Homoet het kasteel en liet het flink uitbreiden. De daaropvolgende eigenaren van het kasteel verbleven er slechts zelden en dit is waarschijnlijk een van de redenen dat Doorwerth nog een zeer middeleeuws aandoend uiterlijk heeft. Zijn huidige uiterlijk is te danken aan de verbouwingen uit 1560 die zijn verricht in opdracht van Adam Schellaert van Obbendorf, heer van Gürzenich, Schinnen 1565-1602, Geysteren 1591-1602 en Flodorp (ca. 1541 - 8 september 1603) en Walrave van Voorst, vrouwe van Doorwerth. Alleen de verbouwing aan de noordhoek is van latere datum evenals het poortgebouw dat in 1640 ontstond in opdracht van Adams achterkleinzoon Johan Vincent van Schellaert van Obbendorf. Dat het kasteel het rampjaar 1672 intact heeft overleefd is te danken aan familierelaties van de eigenaar, Anton van Aldenburg, met de koning van Denemarken, een bondgenoot van Frankrijk.[1]
De Van Aldenburgs (Bentinck) woonden slechts zelden op het kasteel en het begon langzaam in verval te raken. In 1837 werd het kasteel verkocht aan Jacob Adriaan Prosper baron van Brakell, die het vervallen kasteel herstelde en er zelf ging wonen. Na de dood van zijn weduwe zette het verval echter weer in. Het kasteel werd in 1908 gekocht door Willem Scheffer. Die had de uiterwaarden bij het kasteel nodig voor zijn nabij gelegen modelboerderij het Huis ter Aa maar was niet geïnteresseerd in het restaureren van het kasteel zelf. In 1909 werd ten slotte de vereniging De Doorwerth opgericht die een jaar later het kasteel in bezit wist te krijgen. De initiatiefnemer, Frederic Adolph Hoefer, vestigde er zijn artilleriemuseum, dat later in Delft zou worden voortgezet als het Legermuseum. Aangezien de burcht in verval was geraakt, werd deze van 1910-1915 gerestaureerd. Het kasteel raakte echter tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1944 wederom zwaar beschadigd, maar is daarna van ca. 1950 tot 1983 opnieuw geheel gerestaureerd. Thans huizen het Museum voor Natuur- en Wildbeheer en Museum Veluwezoom in het kasteel.
Bij het kasteel staat een monumentale robinia, die volgens de overlevering in 1579 geplant is - in elk geval is het de oudste van Nederland. Een bordje bij de boom meldt dat de boom in 1601 door de Fransman Pierre Robin uit het oosten van de Verenigde Staten is meegenomen en niet lang erna in Doorwerth is geplant. De boom is een van drie; de andere twee werden in de oorlog vernield. Inmiddels heeft de robinia een stamomvang van 7 meter. Een ander verhaal zou zijn dat de robinia is geplant als aandenken voor het sluiten van de Vrede van Nijmegen in 1678[2]. ... Rond het kasteel ligt nog veel munitie die is achtergebleven uit de Tweede Wereldoorlog. Zo vond de EOD in oktober 2019 nog 121 handgranaten, nadat deelnemers van een boogschietwedstrijd er op een paar waren gestuit.[3] (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel_Doorwerth)

Kasteel Doorwerth is een waterburcht uit de 13e eeuw, gelegen in de uiterwaarden van de Rijn in Gelderland. Het kasteel is in bezit geweest van meerder families, die het telkens weer uitbreidden. De Nederlandse filmregisseur Stephan Brenninkmeijer is onder andere een bekende bewoner van het kasteel geweest. Hij werd in 1964 in het kasteel geboren en heeft hier zijn kinderjaren doorgebracht. De filmregisseur heeft namelijk tot 1970 in Kasteel Doorwerth gewoond. Ook gaat er een verhaal rond over een meisje dat rondspookt in het kasteel. Het meisje zou zijn verhongerd binnen de muren van het kasteel en zou het meest zijn gezien in de jachthal. Tijdens een bezoek aan het kasteel kun je ervaren hoe er vroeger op het landgoed geleefd werd. Er zijn diverse vertrekken ingericht zoals ze er vele eeuwen geleden uit hebben gezien. Ook vind je musea en exposities in het kasteel, en is er voor de kinderen een educatieve speurtocht. (https://www.dolopreizen.nl/de-mooiste-kastelen-in-nederland-om-te-bezoeken/)

Kasteel Doornenburg is een prachtig kasteel, dat wordt omringd door een groot landgoed, in de provincie Gelderland. Het middeleeuwse kasteel werd gebouwd in de 14e eeuw en ligt op de splitsing van twee belangrijke rivieren, de Rijn en de Waal, in de Betuwe. Het kasteel bestaat uit twee delen: de hoofdburcht en de voorburcht. De hoofd- en de voorburcht zijn aan elkaar verbonden door een houten brug. Het kasteel kent een rijke historie. Zo was het kasteel tot aan de 19e eeuw bewoond. Hierna raakte het in verval en werd het kasteel gerestaureerd. Vier jaar na de restauratie werd het kasteel echter getroffen door een bombardement tijdens de Tweede Wereldoorlog. Later is het kasteel hersteld en opengesteld voor publiek. (https://www.dolopreizen.nl/de-mooiste-kastelen-in-nederland-om-te-bezoeken/)

In de 9e eeuw wordt de Doronburc al genoemd.  In 1295 wordt voor het eerst een heer van de Doornenburg vermeld, Willem van Doornick.
In die tijd zou volgens de overlevering Gijsbrecht van Amstel, medeplichtig aan de moord op de Hollandse graaf Floris V in 1296, zijn toevlucht vanuit Amsterdam op de Doornenburg gezocht hebben. Wellicht is het verhaal twijfelachtig en is waarschijnlijk geconstrueerd in de 16e eeuw toen de familie Van Amstel het kasteel erfde.
Voor zover bekend is het kasteel nooit door belegering ingenomen. Tijdens de Nederlandse Opstand (80-jarige oorlog van 1568-1648) volgde de heer trouw en zonder slag of stoot de partijwisseling van de Gelderse Staten. De Doornenburg is bewoond geweest door de opeenvolgende geslachten Van Doornick, Van Bylandt, Van Homoet, Van Voorst, Van Amstel, Van Heemskerk en Van Bemmel. De laatste bewoonster was Maria Clara von Delwig, barones van Bemmel. Zij is in 1847 op hoogbejaarde leeftijd overleden. Het kasteel was echter al vanaf 1800, middels vererving van haar in 1799 al overleden man in eigendom gekomen van de familie Van der Heijden. Zij hebben het kasteel echter nooit bewoond, waardoor het gebouw ernstig in verval raakte. In 1936 richt textielindustrieel J.H. van Heek uit Enschede de Stichting tot Behoud van den Doornenburg op, werd er de voorzitter van het bestuur van en koopt er, op de zelfde dag, het kasteel De Doornenburg mee van baron A.E.C.C. van der Heijden. In 1937 begon de stichting aan de restauratie die in 1941 werd voltooid. Veel genoegen beleefde Van Heek niet van de restauratie. In het laatste half jaar van de Tweede Wereldoorlog lag de Betuwe in de frontlinie; het kasteel deed dienst als hoofdkwartier van de Duitsers. In januari en maart 1945 heeft de Engelse luchtmacht het slot gebombardeerd. Bij de eerste luchtaanval werden verschillende gebouwen van de voorburcht verwoest. De tweede aanval was funest voor de burcht. Er bleef een grote puinhoop over. Kasteel Doornenburg is onderdeel van de Liberation Route Europe. (https://www.kasteeldoornenburg.nl/geschiedenis/)

Kasteel Doornenburg is een Nederlands kasteel uit de 14e eeuw. Het kasteel ligt in het oosten van de Betuwe en centraal in Gelderland, nabij het dorp Doornenburg. Het bestaat uit een voorburcht en een hoofdburcht, die zijn verbonden door een smalle houten brug. Het is een van de grootste en best bewaarde kastelen in Nederland.
Op de plaats van het kasteel bevond zich in de 9e eeuw al een versterkt huis, bekend onder de naam Villa Dorenburc. Hieruit is in de 13e eeuw een bescheiden kasteel ontstaan. De huidige hoofdburcht werd in de 14e eeuw gebouwd en in de 15e eeuw voltooid. In de 15e eeuw werd de voorburcht gebouwd. De voorburcht bevat woonvertrekken, een kapel, en een boerderij. Dit laatste is uniek voor een Nederlands kasteel.
Kasteel Doornenburg bleef tot in de 19e eeuw bewoond. Daarna raakte het in verval. In 1936 werd de Stichting tot Behoud van den Doornenburg opgericht, die het kasteel vanaf 1937 liet restaureren. In 1941 was de restauratie voltooid. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel vrijwel geheel verwoest. Lange tijd werd gedacht dat het was opgeblazen door de Duitsers, maar het bleek in maart 1945 te zijn getroffen door een Brits bombardement. Van 1947 tot 1968 is het kasteel weer geheel opgebouwd.
In 1968 werd onder andere op dit kasteel de televisieserie Floris opgenomen. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel_Doornenburg)

Het kasteel is natuurlijk ook bekend van de televisieserie Floris uit de jaren ’60. Wie van de iets oudere bezoekers is nu niet groot geworden met deze nostalgische serie? Herinnert u zich hoe Rutger Hauer in de slotgracht sprong? In de slotgracht van Kasteel Doornenburg! Voor diegenen die niet meer helemaal weten wie Floris was; wij hebben alle 12 afleveringen voor u op een rij gezet.
Floris was een zeer populaire Nederlandse televisieserie. De hoofdrollen werden vertolkt door Rutger Hauer (Floris), en Jos Bergman (Sindala). De twaalf zwart-wit afleveringen werden in 1969 uitgezonden door de NTS en zijn nadien diverse malen herhaald. (https://www.kasteeldoornenburg.nl/floris/)

In totaal zijn er dertien afleveringen van de serie gemaakt, waarvan er twaalf in 1969 zijn uitgezonden. Opnames van een dertiende aflevering werden in 2016 gevonden. Deze zijn alsnog gemonteerd tot een lengte van iets meer dan 18 minuten en gingen in première op kasteel Doornenburg, in het bijzijn van Rutger Hauer. Kasteel Doornenburg figureert in de serie als Kasteel Oldenstein, waar Floris naartoe vlucht na zijn ontsnapping. (https://www.kasteeldoornenburg.nl/floris-de-muziek/)

Na al die paleizen en kastelen past er maar één bier: Kasteel bier.

Met het Bierkasteel schrijft Kasteel Brouwerij Vanhonsebrouck geschiedenis. Het Bierkasteel is de naam van ons nieuw en imposant brouwerijcomplex in Izegem. Op zich reeds een unicum, want de laatste honderd jaar werd in ons land geen enkele nieuwe brouwerij van scratch tot nieuwe site gebouwd.
Het Bierkasteel is een multifunctionele event-, ontspannings- en belevingsruimte waar je letterlijk en figuurlijk kunt proeven van het brouwersambacht, overgoten met een hightech sausje. Genieten, degusteren, feesten, ontdekken, vergaderen, etc. dit alles krijgt een nieuwe dimensie die je niet voor mogelijk hield. (https://www.vanhonsebrouck.be/bezoek/bierkasteel/)

Kasteel vormt sinds jaar en dag het hart van de brouwerij. De vier Kasteelbieren weerspiegelen de rijke Belgische biercultuur die staat voor kwaliteit, traditie en innovatie. Met een quadrupel, een tripel, een rouge en de nieuwste Xtra is er een Kasteel voor elke type bierliefhebber. (https://www.vanhonsebrouck.be/kasteel/)

Kasteel Xtra is een blond bier van hoge gisting dat aangenaam verrast met een laag alcoholpercentage. Voor dit Kasteelbier combineert onze brouwer extra smaakvolle moutsoorten met een flinke dosis bitter- en aromahoppen. Dankzij de dry-hopping en de nagisting in fles geniet je van een extra fijne afdronk. 4.5% ABV | 4°C (https://www.vanhonsebrouck.be/kasteel/kasteel-xtra/)

Kasteel Rouge is een unieke blend van Kasteel Donker en gemacereerde kersen. De robijnrode kleur, de stevige schuimkraag en de zoete aanzet resulteren in een speciaalbier met een evenwichtige smaak en subtiele toetsen van kersen. Deze allemansvriend smaakt extra goed als aperitief op een zonnig terras. Klaar voor la vie en Rouge? 8% ABV | 6°C ... Xavier Vanhonsebrouck “Liefhebbers van sterk bier en fruitbier vinden elkaar in Kasteel Rouge, het begin van een nieuwe bierstijl.” (https://www.vanhonsebrouck.be/kasteel/kasteel-rouge/)

Kasteel Tripel is een blond speciaalbier gebrouwen met een flinke dosis aromahoppen. De impressies van mout en kruidnagel geven het bier karakter en gaan perfect samen met de fruitige toetsen. Deze tripel heeft een zacht bittere smaak en weet zo menig bierliefhebber te bekoren.
11% ABV | 9°C (https://www.vanhonsebrouck.be/kasteel/kasteel-tripel/)

Kasteel Donker behoort tot de familie van sterke donkerbruine bieren waarin gebrande mouten de boventoon aangeven. Het allereerste Kasteelbier is dan ook een volmondig bier met duidelijke toetsen van karamel, koffie en chocolade. De zoete aanzet maakt dit bier verrassend complex en zeer toegankelijk. 11% ABV | 12°C (https://www.vanhonsebrouck.be/kasteel-donker/)

Kasteel Nitro weerspiegelt de rijke Belgische biertraditie, die met reden op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat. Voor dit assortiment gebruikt de brouwer het recept van de Kasteelbieren als basis. De toevoeging van stikstof geeft de Kasteel Nitro bieren een dikke, wandklevende schuimkraag en een volmondige, romige smaak. Met drie donkere bieren, een rasechte Belgian Ale en een stevig fruitbier biedt Kasteel Nitro voor elk wat wils! (https://www.vanhonsebrouck.be/kasteel-nitro/)

Kasteel Nitro Noir combineert de smaak van geroosterde mouten met subtiele karameltoetsen. De zachte bitterheid en de lichte fruitigheid maken de porter zeer toegankelijk. De toevoeging van stikstof in het blik geeft dit speciaalbier een prachtige, wandklevende schuimkraag. Een streling voor het oog én de smaakpapillen! 5,7% ABV | 6°C (https://www.vanhonsebrouck.be/kasteel-nitro/kasteel-nitro-noir/)

Kasteel Nitro Blond overtuigt met het bittere karakter van hop. Dankzij de zachte eigenschappen van mout en de fruitige toetsen van citrus blijft de bitterheid mooi in balans. De volle schuimkraag en de droge afdronk maken het smaakpalet van dit blonde Nitro-bier compleet. 6,5% ABV | 6°C (https://www.vanhonsebrouck.be/kasteel-nitro/kasteel-nitro-blond/)

Kasteel Nitro Rouge verleidt met de geur van cuberdon en marsepein. De combinatie van kersen en stikstof zorgt voor een fruitige en vooral romige smaakbeleving. De wandklevende schuimkraag en de robijnrode kleur maken het plaatje compleet. 7,0% ABV | 6°C (https://www.vanhonsebrouck.be/kasteel-nitro/kasteel-nitro-rouge/)

Kasteel Nitro Barista is volgens de bekende Belgische biersommelier, Ben Vinken, een snoepje van een bier. Het smaakpalet biedt duidelijke toetsen van chocolade, karamel en toffee. De toevoeging van stikstof maakt het geheel onweerstaanbaar romig en zacht.
11,0% ABV | 6°C (https://www.vanhonsebrouck.be/kasteel-nitro/kasteel-nitro-barista/)

Kasteel Nitro Quad is een complexe quadrupel die een subtiele hopbitter biedt. De smaak is mooi in balans dankzij de gebrande en gekarameliseerde mouten. Het gebruik van deze mouten geeft het bier een lichtzoete toets. De romige schuimkraag en de rijke aroma’s doen menig bierliefhebbers watertanden. 11,0% ABV | 6°C (https://www.vanhonsebrouck.be/kasteel-nitro/kasteel-nitro-quad/)

Maar er zijn meer bieren met thema van kastelen, paleizen en een slot of burcht.

De Brouwerij van Slot Oostende
De brouwerij is het hart van het slot. We brouwen sinds 2016 en sinds 2017 werken we waar we thuishoren: middenin Slot Oostende.... Slot Oostende bieren
De brouwerij brouwt modern en efficiënt, maar wel op basis van traditie. Dat geldt ook voor de recepten en ingrediënten, er is gezocht naar de zuiverste gerst, mout en hop. Onze brouwers halen er het beste uit.... Al meer dan 10 jaar een vaste waarde in de wereld van speciaalbieren, is in oktober 2016 overgenomen door Slot Oostende. Jens brouwt naast de klassiekers, ook weer spectaculaire nieuwe Emelisse bieren.... “Het is een uit de hand gelopen hobby,” mag Jens van Stee, onze brouwmeester graag zeggen over zijn werk. En daarmee doet hij, bescheiden als hij is, zichzelf flink te kort. Met een achtergrond in scheikunde en biergerichte opleidingen, cursussen en stages en vooral: heel veel enthousiasme, kennis, kunde en doorzettingsvermogen heeft hij alle ingrediënten in huis om een topbrouwer te zijn. En dan is hij met zijn bouwjaar 1990 ook nog eens een van de jongste brouwmeesters van het land.
Het mooie van werken bij Slot Oostende? “Het is hier helemaal ingericht zoals ik het wil. Ik ken de ketels op m’n duimpje. En die locatie. Daar sta ik niet altijd bij stil als ik aan het werk ben, maar het is hier natuurlijk prachtig!”... In een professionele microbrouwerij zoals Slot Oostende zit je met je neus bovenop het brouwproces. De ketels zijn relatief klein. Dat houdt ons flexibel. Doordat we kleine hoeveelheden bier brouwen, is er ruimte om te experimenteren. We moeten twee keer brouwen om één tank vol bier te krijgen. Gelukkig is brouwen onze lust en ons leven en is dat dus helemaal geen straf.
(https://www.slotoostende.nl/de-brouwerij/)

Slot Bier is een bierbrouwerij uit Zeist (Nederland) die is opgericht in 2017. Deze brouwerij heeft 1 bier in het assortiment. ... Slot Bier is een brouwerij dat is gevestigd in Zeist. Deze brouwerij werkt samen met een stichting genaamd Stichting Slot Bier op Seyst. De Stichting Slot Bier op Seyst is een non-profit organisatie. De winst van het bier dat is verkocht geven zij aan goede doel in Zeist. ... In 2017 heeft Slot Bier haar eerste bier gemaakt namelijk de Rond Blond. Ze hebben dit bier gebrouwen om de traditie van eigen lokaal bier te laten herleven.  (https://www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/gelderland/zeist/slot-bier)

maandag 9 mei 2022

Elburg

Elburg ... is een Hanzestad in Nederland. Het is gelegen aan het Veluwemeer en het Drontermeer in de provincie Gelderland, en is de hoofdplaats van de gemeente Elburg. De stad Elburg is vooral bekend vanwege haar middeleeuwse vesting met een nagenoeg volledig recht stratenplan. In 2021 telde de plaats Elburg 12.275 inwoners.[1] De oostelijke nieuwbouw van de stad en het dorp Oostendorp zijn aan elkaar vastgegroeid, net als de buurtschap Nieuwstad met de woonwijk Molendorp. ... Elburg werd eind 14e eeuw niet alleen verplaatst, maar ook maakte men er een vesting van met grachten, muren en een aantal verdedigingstorens. Het stratenpatroon van Elburg dateert grotendeels uit de 14e eeuw. Vanwege de ontwikkelingen in de oorlogsvoering werd aan het eind van de 16e eeuw buiten de toenmalige gracht een tweede verdedigingswal en gracht gegraven. De Vischpoort nabij de haven was onder de naam Visscherstoren oorspronkelijk als gesloten verdedigingswerk gebouwd, maar werd in 1592 omgebouwd tot een open poorttoren. In 1992 werden er opnieuw poortdeuren in aangebracht.... Elburgers worden ook wel 'Botbekkers' genoemd. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Elburg_(stad))

Een opmerkelijk feit is dat het historische centrum van Elburg niet de plek is waar het stadje ooit ontstaan is. Ooit was Elburg een lintdorp, die bestond uit één lange straat. In 1392 gaf de toenmalige hertog van Gelre opdracht om Elburg te verplaatsen. Dat moment werd meteen aangegrepen om er een vesting van te maken. (https://www.mooistedorpjes.nl/nederland/gelderland/elburg/)

Elburg is een beroemd vissersstadje in de provincie Gelderland. Het stadje is opvallend recht, met rechte straten en een rechte stadsmuur. De historische kern is slechts 250 bij 350 meter groot. Elburg wordt gezien als een van de best bewaarde Hanzesteden in Nederland. ... Als je hier door de straten loopt zie je het verleden nog. Er hangen visnetten en veel andere visserij artikelen. De oude vissershuisjes zijn hier goed bewaard gebleven. Net als de statige panden. Het stadje wordt omringd door grachten, al zijn deze gedeeltelijk gedempt. Ook een deel van de oude stadsmuur zie je er. En diverse wallen. In het centrum vind je talloze restaurants en cafeetjes. Hier kun je lekker uit eten en wat drinken. En dat alles zonder verkeer, want Elburg is autoluw. ... Elburg is een Hanzestad, wat inhoudt dat het onderdeel uitmaakte van een samenwerkingsverband met Duitse steden. Deze lagen veelal rond de Oostzee en aan de Noordzee. De samenwerking leverde van de 13e tot en met de 18e eeuw veel handel op. Waardoor het stadje floreerde. Iets wat nu nog te zien is aan de vele monumenten en historische gebouwen. Een stadswandeling door de stad is heerlijk. Dit zijn de mooiste bezienswaardigheden van Elburg.... De Vischpoort in Elburg is een fraaie stadspoort die je vanzelf ziet als je via de haven komt binnen lopen. Hij stamt uit de 15e eeuw. Het was vroeger een dichte verdedigingstoren, maar in 1592 werden de vestingwerken uitgebreid. En kreeg de poort een doorgang. Als je hier loopt, zie je dat de toren nog aan beide kanten de oude stadsmuur heeft. Dit is de enige nog overgebleven toegangspoort van het stadje. ... Het Gruithuis werd rond 1400 gebouwd om gruit te verhandelen. Gruit waren ingrediënten voor bier, zoals gagel en hop. In dit huis werden kruiden verhandeld, maar ook bier gebrouwen. Later werd het vooral gebruikt als stadsboerderij. Het dak van het huis heeft talloze gewelven, dus het is eenvoudig te herkennen.... Het Arent thoe Boecophuis valt op door de zuilen met balkon. Dit stadskasteel is waarschijnlijk het oudste huis in de stad. Hij behoorde toe aan rentmeester Arent thoe Boecop, die in 1393 besloot de stad te verplaatsen. De oude stad had teveel last van overstromingen. En als dank kreeg hij dit huis. (https://www.droomplekken.nl/nederland/elburg/)


Bier en Elburg zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zo dateren de notulen van het bakkers- en brouwersgilde al van 1400. De brouwerijen waren toen gevestigd in verbouwde woonhuizen. Het gilde zorgde en zag er op toe dat de kwaliteit van het toenmalige bier voldeed aan de door hen gestelde eisen. Dit had vooral te maken met het slechte water kwaliteit in die tijd. Het bier zelf was ook niet het bier wat wij nu kennen, maar bestond voor namelijk uit gerst en gruit*. Het alcoholpercentage kwam dan vaak ook niet hoger dan 2 á 3 %.(https://www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/gelderland/elburg/witte-paard-het)


Bierbrouwerij het Witte Paard vindt zijn oorsprong in de zeventiende eeuw en één van de grootste in zijn soort op de Veluwe. Helaas is het exacte jaartal van stichting niet bekend.
De brouwerij was gelegen in het Zuiderkwartier van de stad, kadasternummer 365, wat thans overeenkomt met de bebouwing tussen de Beekstraat en de Bloemsteeg (Trendpark). De grootte van de brouwerij blijkt uit een openbare veiling op 13 juni 1869 in logement De Haas waar de volledige inventaris van de brouwerij notarieel werd vastgelegd (klik hier voor het overzicht). Zo bleek de oppervlakte van de brouwerij twee roeden en 50 ellen (250 m2.) .... Vanaf 1829 tot 1839 was de heer Adrianus Gelderman de eigenaar, die later in Harderwijk een brouwerij exploiteerde. In 1839 kwam er een nieuwe brouwmeester in de persoon van Egbert van der Maaten. Hij was ook nog eens letterkundige. Zijn werk werd gepubliceerd in het Leeskabinet. Ook zou hij als een van de eersten in Nederland Beijersch bier brouwen. Dit dankzij zijn broer die afgestuurd was aan universiteit van Wageningen in stoom en koeltechnieken Het Beijersch bier was op dat moment voornamelijk in Duitsland verkrijgbaar, omdat men daar al vooruit liep op de koeltechnieken.... De methode van koeling tot die tijd het gebruik van ijsblokken die werden overgevaren van de noordelijkste delen van Noorwegen. Vooral in de zomerperiode zorgde dat voor veel problemen doordat het ijs al gesmolten was voor het afgeleverd kon worden. Ook het smelten van de ijsblokken in de koelruimtes van de brouwerij zelf door middel van de Braynard techniek zorgde voor veel bierverlies. Het smeltende ijs werd daarbij op de vaten gelegd wat verrotting van het hout veroorzaakte. Dankzij de opkomst van koeltechnieken in de negentiende eeuw werd het mogelijk om het bier op de juiste temperatuur te koelen (lageren). ... Het verval zette in door de toenemende concurrentie van de stoombierbrouwerijen zoals Heineken, Amstel en Oranjeboom. In 1899 besloot Wijnand en zijn vrouw te verhuizen naar Soest. Hun zoon Lambert bleef in Elburg wonen, waar hij tot zijn overlijden in 1905 bierverkoper was.(https://www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/gelderland/elburg/witte-paard-het)


Brouwerij Eembier is een bierbrouwerij uit Elburg (Nederland) die is opgericht in 2006. Deze brouwerij heeft 5 bieren in het assortiment.... Brouwerij Eembier is een bierbrouwerij uit Elburg. Sinds juni 2018 is er een brouwerij mét proeflokaal gerealiseerd in Elburg, daarvoor was Ruud actief als huurbrouwer vanuit Amersfoort. 
Ruud van Moorst is eigenaar van Eembier en hij brouwde sinds 2006 als huurbrouwer onder de naam Bierbrouwerij de Eem.
De naam werd in 2016 gewijzigd naar Brouwerij Eembier. Rond diezelfde tijd begon de ondernemende familie Vos in Elburg een brasserie, brouwerij en kunstatelier met de naam 'Aan de Gracht'. Brouwerij Eembier is er sinds 2018 gevestigd. 
De brouwerij in Elburg werd op 28 juni 2018 officieel geopend. Er staat een brouwhuis van 20 hectoliter van PSS uit Slowakije. Aangevuld met 9 CCT gist- en lagertanks. (https://www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/gelderland/elburg/eembier)

Al onze bieren zijn gebrouwen met louter natuurlijke grondstoffen, zoals water, mout, hop en gist. Alle Eembieren kenmerken zich door hun volle en uitgebalanceerde smaak. Of je nu zin hebt in een fris blond bier of juist in een dikke stout, met ons brede assortiment brouwen wij sinds 2006 voor ieder wat wils. Daarbij doen wij nooit een concessie aan de smaak. (https://www.eembiershop.nl/onze-bieren)

Ze brouwen onder andere:

Eem Jolig is een fris bovengistend blond bier. Enkel gebrouwen van water, mout, hop en gist. Alcohol: 6,2% Mout: Pilsmout, Kleurmout, Munchener mout Hop: Hallertau perle, Citra, Cascade (https://www.eembiershop.nl/onze-bieren)

Eem Stadig is een donker bovengistend abdijbier.
Enkel gebrouwen van water, mout, hop en gist.
Alcohol: 7%
Mout: Pilsmout, Munchener mout, Cara 120 en 150
Hop: Northern brewer, Cascade, Hallertau mittelfrüh (https://www.eembiershop.nl/onze-bieren)

Eem Tierig is een hoppig blond bier met tonen van grapefruit.
Enkel gebrouwen van water, mout, hop en gist.
Alcohol: 6,7%
Mout: Pilsmout, Munchener mout, Cara 50
Hop: Centennial, Safir (https://www.eembiershop.nl/onze-bieren)

Eem Potig
Eem Potig is een volle romige stout.
Enkel gebrouwen van water, mout, hop en gist.
Alcohol: 7,5%
Mout: Pilsmout, Cara munich II, Carafa I, Roostmalt
Hop: Northern brewer, Challenger (https://www.eembiershop.nl/onze-bieren)

In het pand aan de Havenstraat 5/5A in Elburg wordt in 2018 een brouwerij gevestigd die wordt uitgebaat door Brouwerij Eembier. Oorspronkelijk zou de brouwerij al in 2017 klaar zijn, maar in februari 2018 werden de vloeren pas gestort.
Bierbrouwerij De Eem brouwt jaarlijks een hoeveelheid (~400 hl) bier voor Stadsbrouwerij Vos.
Het eerste bier van de Stadsbrouwerij Vos, Ondeugende Gappie, werd al op de markt gebracht in 2016. Ook dat bier werd al gebrouwen door De Eem. (https://www.nederlandsebiercultuur.nl/databank/brouwerij?brouwerij_id=1480)

Aan de Havenstraat 5 in Elburg, of nou ja daar ergens in de buurt gingen we op een terrasje zitten voor een kroketfeestje en een Ondeugende Gappie. Het blonde bier in een glas, zoals Brugse zot, maar met het logo van stadsbrouwerij Vos. Het bier heeft een smaakvolle zoete kruidige afdronk. 

Ondeugende Gappie Tripel (8% alc.) Dit bier is gebaseerd op de ondeugende Gappie Vos, vroegere uitbater van meerdere horecagelegenheden in Elburg. Het is op vele plaatsen gebrouwen maar heeft nu eindelijk zijn thuis gevonden in de stadsbrouwerij. Dit is een fruitig bier dat naast de moutige geur ook tonen van citrus heeft. Het bier heeft volle mouttonen die worden aangevuld met een lekkere bittere smaak maar ook een beetje zoetigheid die het geheel in balans brengt. De afdronk is zacht bitter en blijft lekker hangen. Hoppen Perle Centenial Cascade Mout Pils Munich Cara  (https://www.stadsbrouwerijvos.nl/bieren/gappie/)

Stadsbrouwerij Vos is een bierbrouwerij uit Elburg (Nederland) die is opgericht in 2017. ... Stadsbrouwerij Vos is in 2017 geboren uit passie voor bier en alles wat daar mee te maken heeft.... Stadsbrouwerij Vos is gevestigd in Elburg en deze plaats heeft een rijk verleden als het om bier gaat. Stadsbrouwerij Het Witte Paard, dat hier tot begin 19e eeuw gevestigd zat, was in de wijde omgeving verkrijgbaar en alom gerespecteerd om de constant kwaliteit en smaak. Vandaag de dag komt deze oude ambacht weer terug in deze vestingstad. Hop rules Een mooie 20 HL rvs installatie, afkomstig uit Slowakije, met 9 CCT tanks voor de vergisting en lagering. Ook is er een eigen afvullijn voor flesbier en een aparte vulmachine voor het fustbier. Door alles in eigen brouwerij te doen kunnen we erop toezien dat de kwaliteit zo hoog mogelijk is en er vele goede bieren van de etiketteerband afrollen. We maken hoofdzakelijk bovengistend speciaal bier met veel hop, want hop rules!!!. (https://www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/gelderland/elburg/vos)

Rvs gistingsvat Rvs cilindrisch conische tanks (cct) zijn tanks met conische bodem die worden gebruikt in het vergistingsproces van bier. In deze speciale bodem kan de gist zich aan het einde van de gisting bezinken en eenvoudig van het jonge bier gescheiden worden voor een schone fasecheiding bij het oogsten van de gist. (https://gpi-tanks.com/nl/rvs-tanks/biertank-vergistingsvat/)

Ze brouwen onder andere:

Stoute Vos 9.5% Alcohol... 300 EBC 45 EBU (https://www.stadsbrouwerijvos.nl/bieren/stoute-vos/)

VISCHPOORTER CHOCOLATE PORTER 6.5% Alcohol ... 120 EBC 30... Deze Poorter is een bier in Engelse stijl, waar de gebrande mouten een hoofdrol in spelen. We hebben dit bier met 5 moutsoorten en 3 hoppen gebrouwen. In de geur komen tonen van koffie, chocolade en salmiak naar voren. De smaak begint zacht zoet en wordt daarna aangevuld met de gebrande koffie/chocolade smaak en die van Engels laurierdrop. De afdronk is vol met een salmiak toon en een zachte bitter. EBU(https://www.stadsbrouwerijvos.nl/bieren/vischpoorter/)

HOUTEN VOS BARREL AGED SERIE GERIJPT OP SHIRAZ EN VIOGNIER VATEN 10% Alcohol Een uniek bier van Stadsbrouwerij Vos! Deze limited edition moet je geproefd hebben als je een echte bierliefhebber bent. Wij hebben onze Don Aart ruim een jaar op eikenhouten Laurent & Miquel vaten laten rijpen. Het resultaat: de ‘Houten Vos’! In deze editie zijn de smaken van de Shiraz en Viogner vaten perfect in balans met de Don Aart. De tannines van het hout zorgen voor een diep uitgesproken smaak, in combinatie met tonen van rood fruit uit de wijn. Een special bier voor zowel bier- als wijnliefhebbers. Geniet van ons eerste Barrel Aged Vosbier. (https://www.stadsbrouwerijvos.nl/bieren/houten-vos/)


zaterdag 7 mei 2022

Kees Anniversary #07 Imperial Baltic Stout

Anniversary # 07 van Brouwerij Kees is een Barrel Aged Russian Imperial Baltic Porter van 11,6%. (https://beerizer.com/shop/rebelbeercans/anniversary-07--205731)

Anniversary #07 Biertype: Porter - Imperial / Double Baltic Biertypering(en): Gelegenheidsbier Verpakking: Blik, Fust Dit bier werd gebrouwen in 2022. Brewed for the 7 year’s anniversary of brewery Kees. Beschrijving Alcoholpercentage 11.6% EBU  25 Gisting  bovengisting (https://www.nederlandsebiercultuur.nl/databank/bier?bier_id=16634)

Imperial Baltic Stout // 11.6% Abv // 330ml Because KEES Brewery has been around for seven years, we recently let our fans choose a beer style on social media. It has become a beautiful Baltic Porter of 11.6% In the Baltic states they copied the classic Porter, but with their own yeast. In addition to the roasted coffee and chocolate flavors, expect dried fruit flavors. Cheers to the next seven years. (https://www.tremblingmadness.com/Kees-Anniversary-07-Imperial-Baltic-Stout-p445094125)

Om het zevenjarig bestaan van Brouwerij Kees te vieren hebben ze een heerlijke Baltic Porter voor jullie gebrouwen. Verwacht smaken van gebrande koffie, chocolade en gedroogd fruit. Proost op de volgende 7 jaar! (https://beerizer.com/shop/kaiexclusivebeers/anniversary-07--213728)

Omdat Brouwerij KEES zeven jaar bestaat hebben ze de fans laten kiezen voor een bierstijl. Het is een mooie Baltic Porter geworden van 11,6% In de Baltische staten maakten ze de klassieke Porter na, maar dan met hun eigen gist. Proost, op de volgende zeven jaar. (https://www.hetbiermoment.nl/a-71294796/nieuw-in-de-winkel/brouwerij-kees-anniversary-07-44cl-can/#description)

Keessie viert een feessie! Brouwerij Kees bestaat 7 jaar en viert dat met Anniversary #07, een Imperial Baltic Porter. Een ondergistend bier, maar desondanks behoorlijk dikkig. Je proeft koffie en chocolade, maar ook een lekkere moutigheid door de ondergisting. Je hebt vast weinig moeite om je deel van het feest te voelen tijdens het drinken van dit donkere bier uit Middelburg…Details Inhoud: 33 cl Bierstijl: Imperial Porter ABV (alcoholpercentage): 11,6% IBU (bitterheid): 25 EBC (bierkleur): – Ideale schenktemperatuur: 10°C (https://www.beerdudes.club/bier/brouwerij-kees-anniversary-07/)

Kees Bubberman, eigenaar en brouwmeester van Brouwerij Kees, heeft in de afgelopen jaren naam gemaakt in het internationale speciaal bier-landschap. Een klein stukje historie: als verdienstelijk thuisbrouwer kreeg Kees van lokale brouwerij Emelisse uit Kamperland de kans om aan de slag te gaan als professioneel brouwer. Hier groeide Kees uit tot brouwmeester van internationale faam. Naast de klassieke stijlen brouwde Kees met veel lef en passie tientallen op Brits en Amerikaans leest geschoeide bieren, waaronder zware Porters, coffee stouts en IPA’s....Een eigen brouwerij in 2015. Die droom kwam uit: in zijn thuisstad Middelburg staat nu Brouwerij Kees! Meteen had Kees een vliegende start: in het eerste jaar van zijn bestaan werd Brouwerij Kees verkozen tot één van de beste nieuwkomers op Ratebeer.com. Deze internationale aandacht bracht de bieren van Kees sindsdien van Nederland tot ver buiten de landsgrenzen..... In 2018 is Brouwerij Kees als eerste speciaal bierbrouwer in Nederland volledig overgestapt op blik. Warmte en tijd kunnen wij helaas niet beïnvloeden, maar als brouwer kunnen we ons bier wel beschermen tegen licht en lucht. Hoppige bieren behouden hun verfijnde aroma’s en (hop-)smaken veel beter in blik. Bij Brouwerij Kees slaan we al onze vers gehopte bieren meteen op in een speciaal ingerichte koelcel, zodat alle fijn gehopte bieren in perfecte conditie de brouwerij verlaten. (https://brouwerijkees.nl/brouwerij-kees/)


Een Porter is een klassieke Engelse bierstijl die in 300 jaar is geëvolueerd van een zoet, bruin, licht bier tot een vol bier met tonen van chocola en caramel. Een echte (Engelse) Porter is niet zo zwaar, maar 4,5%. Traditioneel gezien omdat het bier was voor de werklui, om ze wat energie te geven tijdens het werk. Die werklui waren met name de kruiers die goederen door Londen verplaatsten: de porters, dus. In elk bier zit hop, anders mag het ook geen bier genoemd worden. Zo staat het tenminste in de Nederlandse wetten. Een Porter is geen hoppig bier, maar juist moutig: de moutgeur en -smaak heeft de overhand. De hop wordt met name gebruikt voor de bitterheid, én voor de houdbaarheid. ... Bieren werden dus door heel Europa verscheept en de lokale brouwers gingen de bierstijlen namaken. In de Baltische staten maakten ze de Porter na, maar dan met hun eigen gist. Dat maakt een verschil in de temperatuur van de vergisting en ook de smaak. Naast de gebrande koffie- en chocolasmaken, krijgt het bier ook smaken van gedroogd fruit. Inmiddels heeft de bierstijl zich over heel de wereld verspreid en zijn er allemaal andere bierstijlen ontstaan, zoals de Imperial Stout en de Pastry Stout. (https://brouwerijkees.nl/bieren/porter-stout/)

Brouwerij Kees wil proeflokaal openen in binnenstad van Middelburg MIDDELBURG - Het jubileumbier Anniversary #5 is net klaar, maar Kees Bubberman is al druk bezig met nieuwe plannen voor Brouwerij Kees. ,,Ik wil graag dit jaar in de binnenstad van Middelburg een proeflokaal openen.” Maurits Sep 08-02-20, 17:50 Laatste update: 09-02-20, 20:01 Bron: PZC Brouwerij Kees brouwt op industrieterrein Arnestein zeven bieren voor het vaste assortiment, vijf seizoensbieren en per maand één of twee specials waarvoor geldt: op = op. De bieren worden geschonken bij meerdere cafés en restaurants in Middelburg, maar een eigen proeflokaal is wel degelijk nodig, vindt Bubberman. ,,Het is zelfs een noodzakelijke stap. Mensen willen graag lokale producten kopen en dat wordt alleen nog maar belangrijker, ook voor ons. Een plek waar mensen ons bier kunnen proeven, iets van een kleine kaart kunnen eten en waar ze in een winkeltje ons bier ook kunnen kopen. Een proeflokaal is een uithangbord en financieel interessant", legt Bubberman uit. Brouwerij Kees vierde zaterdag het vijfjarig bestaan. Daarvoor is een jubileumbier gebrouwen dat mensen krijgen die de brouwerij financieel hebben gesteund. Als een vorm van rente op hun inleg. Het is in beperkte oplage ook te koop. De Anniversary #5 is een imperial stout met 9,5 procent alcohol, en tonen van koffie en chocolade. Verdubbeling In vijf jaar tijd is de brouwerij verdubbeld in omvang. Het aantal tanks waarin bier wordt gebrouwen, is gegroeid van zes naar veertien. ,,Ja het gaat goed, en het gaat sneller dan ik had verwacht", erkent Bubberman. Durven innoveren en durven investeren ziet hij als sleutels tot succes. ,,Wij waren een van de eersten die over gingen van bier op fles naar bier in blik. Blik heeft bij sommige mensen nog een slecht imago, maar als het in blik zit, komt er geen licht bij en blijft de smaak langer goed.” (https://www.pzc.nl/walcheren/brouwerij-kees-wil-proeflokaal-openen-in-binnenstad-van-middelburg~a1a137af/)

Dat is alweer twee jaar  geleden, dus nu alweer Anniversary #07. Ik vind het opvallend dat je vooral webwinkels vind met dit bier. Ik vind weinig tot geen verhalen over het bier. Waar zijn de bierblogs met degustatienotities? 

Pours pitch black with a big tan head and an aroma of dark malts, espresso, syrup, cocoa, ripe cherries, cream and roasted bread. The taste is medium sweet with a big body and soft carbonation and a medium lasting roasty finish Monday, March 28, 2022 (https://www.ratebeer.com/ratings/beer/showbrewer-recent.asp?bid=20878)

A black beer with a tan head. Aroma strong dark malt, melasse, chocolate. Taste of sweet and strong dark malt, coffee, melasse, raisins. Saturday, March 26, 2022 (https://www.ratebeer.com/ratings/beer/showbrewer-recent.asp?bid=20878)

Pitch black with a medium large, dense, almost stable, light brown head. Sweetish-malty, gently roasty aroma of dark chocolate, coffee, some hazelnut and a touch of licorice. Rather sweet, malty, quite roasty and minimally fruity taste of massive dark chocolate, coffee, toasted hazelnut, some licorice and traces of dark fruits, followed by a long, quite roasty-bitter, gently earthy finish. Full body, very smooth and creamy mouthfeel, soft carbonation. Lovely! Saturday, March 19, 2022  (https://www.ratebeer.com/ratings/beer/showbrewer-recent.asp?bid=20878)

Ja, ik zie en proef het ook. Het is een zwart bier, met bruin schuim, dat inzakt en verdwijnt. De geur is zoet. Het bier heeft qua mondgevoel een lekkere tinteling in zich. Het is een smaakvol bier, vol smaak. Maar wat voor smaken?  Drop, chocolade, melasse, zoehout, geen idee. Het is in ieder geval lekker en k zou het zo indelen als een pastry stout. Het is lekker zoet. Er is geen bitterheid of moutigheid. Ik zou niet weten wat donker fruit is, maar wellicht zou je dat ook kunnen benoemen in dit bier. Het is een lekker, zeg maar heerlijk, bier, maar helaas maar eenmalig. 

Waar zijn de andere smaakbeschrijvingen? Ik keek op https://www.debierblog.nl/bier-reviews/ maar daar vond ik het bier niet. Ook op https://www.biernet.nl/blog vind ik het bier niet. Op https://speciaalbiertjesblog.nl/?s=Kees en https://www.wouterzijlstra.nl/category/brouwerijen/ ook niet. En eveneens niet op https://fionadelange.com/nl en https://nationalebierbank.nl/?s=kees.

Dat vind ik wel een beetje vreemd.... maar het bier is geweldig!



zondag 1 mei 2022

Flax Infused Blond

Brouwerij Dilewyns is bekend van de Vicaris Tripel/Gueuze. Die dorstlesser heeft mij destijds behoorlijk verrastte en ik ben er sindsdien een fan van. Brouwerij Dilewyns werkt voor de gueuze-tripel samen met een gerenommeerd geuzesteker uit de Zennevalei. Ik weet niet wie, maar ik weet wel dat het idee is ontstaan na een bierfestival waar oprichter Vincent Dilewyns in gesprek raakte met hen. door het succes van dit bier deed de tandheelkundige besluiten om brouwer te worden. Hun bieren zijn allemaal in dezelfde stijl en daarmee is het een onderscheidend merk. 

Vicaris Tripel/Gueuze... is door het complexe samenspel van Vicaris Tripel en gueuze een uniek type bier. De scherpe zurigheid van de spontaan vergiste lambiek wordt door de fruitige en zachte Vicaris Tripel in balans gebracht. Het eindresultaat is een rijk bier met een frisse lichtzurigheid en een zachte afdronk. Vicaris Tripel/Gueuze is enkel te verkrijgen van mei t.e.m. september (zolang de voorraad strekt). Alle Vicarisbieren zijn ongefilterd, niet gepasteuriseerd en hergist op fles en vat. (https://www.vicaris.be/nl/bier/vicaris-tripel-gueuze/)

Maar dit blogbericht gaat niet over dat toonaangevende signature-bier van Brouwerij Dilewyns, maar over een nieuwe loot aan de stam, met vlas.

Vlas is een gewas dat al eeuwen wordt geteeld in Europa. Het gewas wordt gebruikt voor het winnen van olie (olievlas) en voor de vezel (vezelvlas). Wiersum Plantbreeding kweekt alleen rassen voor de vezel. Vezelvlasrassen zijn langer dan olievlasrassen. De lengte is bovengronds ongeveer 1 meter (80 -120 cm). Vanaf eind maart tot half april wordt vlas gezaaid, meestal op een goede vochthoudende (klei)grond. Een vroege zaai geeft de beste vezellengte. Vlas is wel wat gevoelig voor nachtvorst. De zaaizaadhoeveelheid is ongeveer 120 kg per hectare. De bloeikleur van het vlas is overwegend blauw, maar er zijn witbloeiende rassen bekend. De bloeiperiode is enkele uren, de bloemblaadjes vallen daarna snel af. De bloeiperiode valt in juni. De oogst van het vlas is wanneer de zaadbollen (bruin)rijp zijn. De oogst valt ongeveer 100 dagen na het zaaien. Het grootste deel van Nederlandse areaal vlas wordt gebruikt voor de vermeerdering van zaaizaad, daarnaast wordt uiteraard de vezel afgeleverd. De meeste zaaizaden vinden uiteindelijk hun weg naar telers in België en vooral Frankrijk. De lange vezel wordt verwerkt tot linnen de korte vezel wordt verwerkt in diverse industrieën. (https://wiersum-plantbreeding.nl/vlas/)

Vlas (Linum usitatissimum) is een plant uit de vlasfamilie (Linaceae). Het is een gewas dat al lang verbouwd wordt. Er zijn blauwbloeiende en witbloeiende rassen. Daarnaast zijn er rassen met bruine zaden en rassen met gele zaden. De zaden van het vlas (lijnzaad) zijn ongeveer 5 mm lang. De rassen kunnen naar gebruik als volgt worden ingedeeld: Vezelvlas: voor linnen, al meer dan zesduizend jaar geteeld Olievlas: voor lijnzaadolie Planten van olievlas zijn korter en meer vertakt dan die van vezelvlas en worden verbouwd voor de zaden waar olie uit gewonnen wordt.... In Europa is de vezelvlasteelt voor linnen geconcentreerd in België en Noord-Frankrijk. In Normandië wordt Doudeville capitale du lin genoemd. In Nederland is Zeeuws-Vlaanderen, en was vroeger ook Noord-Groningen, een belangrijk teeltcentrum. De vlasteelt binnen deze drie productielanden is in het laatste kwart van de twintigste eeuw bijna verdriedubbeld en omvat ruim 100.000 hectare. Meer dan 70 % van het eindproduct linnen wordt tot kleding verwerkt. Het spinnen van linnen gebeurt in lagelonenlanden, in hoofdzaak in China. Vlasvezel uit West-Europa wordt gebruikt vanwege de hoge kwaliteit er van. De expansie van de productie van vezelvlas heeft bijna geheel op Franse bodem plaatsgevonden, van 25.000 naar 75.000 ha, mede door ontwikkeling van eigen Franse vlasrassen. De tijd dat Nederland toonaangevend was als exporteur van zaaizaad is voorbij. Dit is er mede de oorzaak van dat het vlasareaal daar niet explosief is gestegen.... Vezelvlas wordt geteeld om de vezel. De vezel bestaat uit een bundel van cellen, waarvan de celwanden verdikt zijn met cellulose. Om de vezelbundel zitten gelignificeerde cellen, de houtpijp.... De vlasplant wordt met wortel en al uit de grond getrokken om een zo lang mogelijke vezel te behouden. Vroeger gebeurde dit met de hand en werd het vlas in schoven gezet. Dit gaf het typische beeld van de "vlaskapelletjes": kleine bosjes drogend vlas. Tegenwoordig gebeurt het trekken meestal machinaal en wordt het vlas plat op de grond gelegd, een bewerking die in het vakjargon slijten wordt genoemd. Dat het vlas niet onmiddellijk van het veld wordt verwijderd heeft te maken met het roten. Door dit proces wordt de pectine die het lint bindt aan de vezel verwijderd. Dit heet dauwroten. Het vlas wordt dus terug plat op de akker gelegd en moet gekeerd worden, om een egale roting te verkrijgen. Ook hiervoor zijn er aparte machines ter beschikking. Tijdens het zogenaamde keren kan het vlas ook ontzaad worden. Dit is het keerrepelen, waarbij de zaadbollen enkele dagen later bij het keren verwijderd worden. Bij het trekrepelen wordt tegelijkertijd het stro van de zaadbollen ontdaan. Het trekken geeft het al of niet ongerepelde vlas. ... Tegenwoordig gebeurt het roten op het veld (dauwroten). Door het gerote vlas op machinale wijze te braken en te zwingelen (hout uit de vezel verwijderen) komt de zachte vezel vrij (lange vezel). Het overschot noemt men klodde. Deze worden dan voor verdere verwerking geperst in balen. De stukjes kern (houtpijp) worden scheven genoemd. Deze scheven worden (als toevoeging) gebruikt in meubelplaten, bouwplaten en isolatiemateriaal. Bij het zuiveren van de scheven komt nog wat vlasvezel vrij (korte vezel) dat samen met lompen wordt vermalen tot grondstof voor de papierfabricage. Hier wordt oud-Hollands papier, bankpapier of sigarettenpapier van gemaakt. Ook kan het verwerkt worden in isolatiemateriaal en producten voor vormdelen in auto's. Er komen steeds nieuwe toepassingen bij, zoals de hybride vlasvezel-carbonfiets of hechtdraad in de chirurgie. Het invoeren van geroot vlas in de zwingelmachine Na het zwingelen wordt gehekeld. Met de hekel worden de vezels ontdaan van verontreinigen en gekamd tot een lange gladde bundel. De lange vlasvezels worden gekaard en gekamd om ze geschikt te maken voor het spinnen van fijne garens. Het vlasgaren wordt geweven tot doek en na bleking geeft dit het gebleekte linnen. De hekelsnuit, de kamresten en de andere korte vezels worden gekaard waarbij alle vezels in dezelfde richting komen te liggen en gesponnen tot lokkengaren, grove draden (vlastouw, werk of etoupe). De korte vezels, hede genaamd, worden ook gebruikt voor de productie van touw dat door twijnen of slaan verkregen wordt. Op de vlasplant zitten evenveel korte als lange vezels, welke tegenwoordig ook droog gesponnen tot middelmatig fijne garens kunnen worden verwerkt of door middel van cotonisatie (verder ontbinden van de vezels door chemicaliën) of versnijden op katoenmachines goedkoop kunnen worden gesponnen. De fijnste lange vezels worden op natspinmachines (de lont loopt hier via warm water) tot uiterst fijne garens gesponnen die door het gebruikte water zoveel cohesie hebben gekregen, dat ze weinig uitstekende vezels hebben en meteen geschikt zijn om als ketting te worden gebruikt (zonder eerst gelijmd (gesterkt) te worden). Dit maakte het vlasgaren lang een ideaal kettinggaren tegenover katoen, dat in enkeldraads steeds gesterkt moet worden. Tot in de achttiende eeuw was de vlasvezel in Europa naast wol de belangrijkste grondstof voor textiel, maar in de negentiende eeuw is hij als zodanig verdrongen door katoen. De teelt kan zich nu alleen nog staande houden met behulp van subsidies. In de musea het Vlasschuurken (Koewacht, Nederland) en Texture (Kortrijk, Belgie) kan men verwerking van vlas van nabij volgen. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Vlas_(gewas))

Vlas kweken in een hobbytuin kan heel goed. Het is een makkelijke plant die weinig eisen stelt aan de grond. Het bloeit rijk en met hele mooie bloemen. Lees hieronder hoe je zelf vlas in de tuin kan zaaien. Dit artikel gaat alleen maar over het eenjarige vlas Linum usitatissimum.In Nederland werd vlas in de landbouw veel geteeld om linnen van te maken en om olie uit de zaden te persen. Tegenwoordig zie je het niet meer zoveel. Toch wordt het nog wel gekweekt, vooral om de historie levend te houden en voor bijen en andere insecten. Bijen komen massaal af op een weide vol bloeiend vlas. Erg mooi om te zien. De vlasplant wordt niet zo hoog, ze krijgt een hoogte van 30 tot 70 cm, meestal ongeveer 50 cm. (https://www.tuinplantenzaden.nl/vlas-kweken/)

Vlasbier is een Belgisch bier. Het wordt gebrouwen door Brouwerij Van Eecke te Watou, een deelgemeente van de Poperinge.... Het bier wordt vooral verkocht in de Leiestreek. Dit is een regio waar traditioneel vlas werd geteeld. De naam van het bier verwijst naar deze traditie en niet naar de samenstelling van het bier. Op het etiket staat het schilderij de vlasoogst van Emile Claus. Op de etiketten staat correct aangegeven dat het bier wordt gebrouwen bij Van Eecke en niet bij Brouwerij Het Sas, zoals de website van Het Sas aangeeft (beide brouwerijen horen wel samen en zijn eigenlijk 2 vestigingsplaatsen van één bedrijf). Vlasbier is erkend als streekproduct van de Westhoek.[1]..... Vlasbier is een blond bier van hoge gisting met nagisting in de fles. Het heeft een alcoholpercentage van 6,5% en een densiteit van 14° Plato.[2] (https://nl.wikipedia.org/wiki/Vlasbier)

Van Eecke Vlasbier  6.3 / 10 Dit bier wordt vooral verkocht in de Leiestreek. De regio waar traditioneel veel vlas wordt geteeld. Er zit gelukkig geen vlas in dit bier. Je proeft de honing in het bier in de aroma's en niet in de smaak. Daardoor krijg je de indruk dat het bier zoet is en kruidig. Zoet is het niet echt, maar kruidig is het wel. (https://www.misterhop.com/products/van-eecke-vlasbier)

Na het grote succes van het Lustrumbier naar aanleiding van het vijftienjarig bestaan van Vicaris en het tienjarig bestaan van brouwerij Dilewyns was dit de logische stap. Het nieuwe vlasbier krijgt een vaste plaats in de reeks van topbieren en is LINO gedoopt. De Vicaris Lino is een blond bier met een aangename hoppigheid en een zachte afdronk. Lino is Italiaans voor vlas, wat meteen ook het unieke ingrediënt is in dit bier en het is het eerste bier ter wereld gebrouwen met vlas. Het resultaat is een evenwichtig en vlot doordrinkbaar bier met een stevige schuimkraag. Het rijke aroma bevat naast toetsen van vlas ook citrushoppen die zorgen voor een frisse en zachte bitterheid. 6,5 Vol.% Alc. Vlasvezels worden voornamelijk gebruikt voor linnen. Maar intussen zorgt deze edele grondstof voor heel wat innovatieve toepassingen zoals tennisraketten, surfplanken, fietsen,… Andere hoogtechnologische toepassingen kan je terugvinden in de automotive- en bouwsector. Verder is vlas een bron voor bio-energie en wordt de olie uit het lijnzaad gebruikt voor verf, cosmetica, etc en sinds kort heeft dit duurzaam product zijn weg gevonden naar de ambacht van het brouwen. Het friszoete aroma, de vanilletoesten en de stroblonde kleur zijn de meest uitgesproken kenmerken van dit authentieke product. Laat het smaken! (https://vlaamsebrouwers.be/nieuwe-telg-bij-vicaris-lino/)

Brouwerij Dilewyns brengt eeuwenoude vlasambacht weer tot leven om er feestbier voor Ros Beiaard mee te brouwen Een bier brouwen met... vlas. Dat gebeurt op dit ogenblik voor de eerste keer ooit in Dendermonde. Brouwerij Dilewyns, hoofdsponsor van de Ros Beiaardommegang in 2020, komt met dit ‘specialleke’ op de proppen voor het Ros Beiaard. Na anderhalf jaar experimenteren, is het gestart met brouwen van het Ros Beiaard Feestbier. Tegen november kan het gedronken worden. En tegen de ommegang volgend jaar met liters tegelijk geserveerd. Nele Dooms 22-08-19, 12:29 Laatste update: 22-08-19, 13:44 0 REACTIES Claire Dileywns en papa Vincent van de gelijknamige brouwerij aan de Vlassenhout op industrieterrein Dendermonde, gekend van onder andere het Vicarisbier, hadden Kloddezakken uit Zele laten afzakken naar het bedrijf om er ter plekke vlas te draaien om het brouwproces van het nieuwe bier te starten. Het zorgde voor een gezellige bedrijvigheid en een oude ambacht kwam er weer mee tot leven. “Het is die folklore die we nu koppelen aan de folklore van het Ros Beiaard”, zegt Claire. “Een uniek huwelijk voor wat een uniek product moet opleveren.”... Want inderdaad, met vlas is nog nooit eerder bier gebrouwen. Dilewyns had er ruim anderhalf jaar tijd van experimenteren voor nodig. “Voor het Ros Beiaard feestbier wilden we natuurlijk iets heel speciaals”, legt Claire uit. “Met kruiden hebben allerlei brouwerijen al zoveel gedaan, dus we wilden iets anders. In onze zoektocht naar een uniek ingrediënt, brainstormden we ook over gewassen die vroeger zo belangrijk waren voor de streek. Dan kan je niet om vlas heen. Daarmee gingen we aan de slag. Het was een hele zoektocht om te ontdekken welk deel van het vlas best bruikbaar was, welke hoeveelheid meest geschikt was voor de juiste smaak,... Verschillende proefbrouwsels werden gemaakt en getest. Nu staat alles op punt, zodat het brouwproces in onze grote ketels nu kan starten.”... Burgemeester Piet Buyse (CD&V) was aanwezig voor het startschot en is enthousiast. “Fantastisch hoe ze hier een uitgestorven ambacht weer tot leven brengen. Vlas was indertijd zeer belangrijk voor onze streek. Het belang daarvan is op de achtergrond geraakt en stilaan vergeten. Maar nu kunnen we de mensen daar eens aan herinneren. Dankzij de inventiviteit van Dilewyns komt het nu opnieuw in de belangstelling. En dat dit dan nog een bier oplevert voor ons Ros Beiaard is helemaal geweldig. Belangrijk detail overigens: voor dit bier wordt gelukkig geen Aalsterse hop gebruikt”, knipoogt hij. Twee brouwsels van elk 7.500 liter zullen van het feestbier gemaakt worden. Dilewyns plantte hiervoor zelf haar eigen vlas op haar bedrijfsterrein aan de Vlassenhout. De vezels ervan worden gebruikt. Met 6,5 graden wordt het bier een mooie doordrinker. Midden oktober zal de botteling plaatsvinden in magnumflessen en flessen van 75 centiliter. “Het design, met gebruik van het huidige campagnelogo van het Ros Beiaard, daarvoor is momenteel volop in ontwerp”, zegt Claire. “Tegen november zal het bier te drinken zijn. Wie proeft, mag zich aan een lichte grasachtige toets verwachten en citrus. We gaan ze tegen de Ros Beiaardommegang ook verdelen op vaten, zodat de cafés bij deze hoogdag liters van dit bier naar hartenlust kunnen tappen voor de Dendermondse feestvierders.” (https://www.hln.be/dendermonde/brouwerij-dilewyns-brengt-eeuwenoude-vlasambacht-weer-tot-leven-om-er-feestbier-voor-ros-beiaard-mee-te-brouwen~a5012561e/?referrer=https%3A%2F%2Fduckduckgo.com%2F)

Vicaris Lino is een blond bier met een aangename hoppigheid en een zachte afdronk. Lino is Italiaans voor vlas, wat meteen ook het unieke ingrediënt is in dit bier. Dit is namelijk het eerste bier ter wereld gebrouwen met vlas. Het resultaat is een evenwichtig en vlot doordrinkbaar bier met een stevige schuimkraag. Het rijke aroma bevat naast toetsen van vlas ook citrushoppen die zorgen voor een frisse en zachte bitterheid. 6,5 Vol.% Alc. (https://www.vicaris.be/nl/bier/vicaris-lino/)

Herontdekking van het vlas Vlasvezels worden voornamelijk gebruikt voor linnen. Maar intussen zorgt deze edele grondstof voor heel wat innovatieve toepassingen zoals tennisraketten, surfplanken, fietsen,… Andere hoogtechnologische toepassingen kan je terugvinden in de automotive- en bouwsector. Verder is vlas een bron voor bio-energie en wordt de olie uit het lijnzaad gebruikt voor verf, cosmetica, etc. Sinds kort heeft dit duurzaam product zijn weg gevonden naar de ambacht van het brouwen. Vicaris Lino is een blond bier van hoge gisting, waar de natuurlijke klasse en veelzijdigheid van het vlas volledig tot zijn recht komt. Het friszoete aroma, de vanilletoesten en de stroblonde kleur zijn de meest uitgesproken kenmerken van dit authentieke product. (https://www.vicaris.be/nl/bier/vicaris-lino/)

Het bier ruikt en smaakt net zoals gewone pils? Het heeft een prettige bittere afdronk. Vlas of vanille herkende ik er niet in. 

Het mooie vind ik wel dat ook hier het bier mooi past bij de andere bieren, zoals de Vicaris Quinto is de minder zware variant van de Vicaris Tripel. Gebrouwen met dezelfde ingrediënten als de Vicaris Tripel. Quinto of “vijfde” in het Italiaans verwijst naar het vijfde Vicarisbier, het alcoholpercentage en de Italiaanse brouwinstallatie.  Blijkbaar is Italiaans een van de inspiratiebronnen van de brouwerij. Ook blijkt uit de foto's van de artikelen over het bier dat ze respect hebben voor het oude ambacht. Ook de Ros Beiaardommegang  is een belangrijk iets voor de brouwerij. Het logo is erop geïnspireerd en ooit had brouwer Dilewyns verzocht dat zin dochters zouden deelnemen als berijders van het ros (heemskinderen). 

De Ros Beiaardommegang vindt zijn oorsprong in de religieuze processies die in de Middeleeuwen door de straten van Dendermonde trokken. Sinds de 15e eeuw werden aan deze processies steeds meer wereldse elementen toegevoegd, waaronder reuzenfiguren. Dankzij de verspreiding van een populaire sage, vonden ook het Ros Beiaard en de Vier Heemskinderen hun weg naar Dendermonde. Het heldhaftige Ros groeide sindsdien uit tot de hoofdrolspeler van zijn eigen ommegang. Deze is sinds 2005 door Unesco erkend als Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid. (https://www.rosbeiaard.be/Historiek)

Het Ros Beiaard van Dendermonde is een folkloristisch paard, dat zijn oorsprong vindt in de sage van de Vier Heemskinderen. Het is de hoofdfiguur in een tienjaarlijkse, middeleeuwse ommegang. Het Ros Beiaard van Dendermonde staat sinds 2005 op de Lijst van Meesterwerken van het Orale en Immateriële Erfgoed van de Mensheid van de Unesco. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Ros_Beiaard_(Dendermonde))

Dit is de sage zoals ze in de Dendermondse overlevering bestaat. Ze is voor een groot deel vorm gegeven door Prudens Van Duyse. Voor een meer algemene beschouwing van dit onderwerp in de literatuur, zie Vier Heemskinderen. Aymon, heer van Dendermonde, leefde jarenlang in ruzie met Karel de Grote. Er kwam pas verzoening toen heer Aymon huwde met Adelheid, een zus van Karel De Grote. Het echtpaar zette vier kloeke zonen op de wereld: Ritsaert, Writsaert, Adelaert en Reinout. Hun vader sloeg hen tot ridder en gaf ze elk een paard. Reinout was evenwel zo sterk dat hij zijn rijdier met één vuistslag velde. Een tweede paard werd hem aangeboden, maar reeds bij de eerste rit brak hij het de lenden. Omdat een ridder toch een paard moest hebben, bracht heer Aymon zijn zoon naar een burcht waarin het door iedereen gevreesde Ros Beiaard zat opgesloten. Na een heroïsch gevecht wist Reinout het paard te temmen. Tijdens een hoog oplopende discussie aan het hof van Karel de Grote onthoofdde Reinout met één slag van zijn zwaard Karels zoon Lodewijk. De Vier Heemskinderen (verbastering van Aymonskinderen), gezeten op Beiaard, sloegen op de vlucht. Vanuit hun sterke burcht verdedigden de vier ridders zich tegen de steeds aanvallende legerbenden van Karel de Grote. De vier broers zagen echter de ongelijke strijd in en Beiaard bracht hen terug naar het ouderlijk verblijf in Dendermonde. Ze troffen er hun rouwende moeder aan. Heer Aymon was namelijk in de handen van Karel de Grote gevallen. Karel wilde enkel vrede sluiten als het Ros Beiaard aan hem werd uitgeleverd. Reinout weigerde op dit voorstel in te gaan. Uiteindelijk zwichtte hij onder de smeekbede van zijn moeder. Het Ros werd naar de Dendermonding (Schelde) gebracht, kreeg een aantal zware molenstenen rond de nek en werd in het water gestort. Het Ros verbrijzelde tot tweemaal toe de stenen en zwom hinnikend naar de oever waar Reinout stond. Het tragische schouwspel werd hem te machtig en hij wendde het hoofd af. Het Ros Beiaard dat voor een derde keer boven water kwam, dacht dat zijn meester hem verloochende en verdronk. 't Peird van Dendermonde Het Ros Beiaard, de drie gildereuzen en het folkloristisch patrimonium vinden hun oorsprong in de religieuze processies die in de Middeleeuwen door de straten van Dendermonde trokken. Sinds de 15e eeuw werden aan deze processies steeds meer wereldse elementen toegevoegd, waaronder reuzenfiguren. Doorheen de tijd groeide het Ros Beiaard uit tot de hoofdrolspeler van zijn eigen ommegang. Elke 10 jaar wordt het Ros Beiaard uit Dendermonde onder massale belangstelling door de stad gedragen. Het Ros Beiaard wordt voorafgegaan door een middeleeuwse ommegang met honderden figuranten, acrobaten en praalwagens die ook de sage van Ros Beiaard vertelt. Het Ros Beiaard is het onovertroffen symbool van Dendermonde en de trots van de Dendermondenaren. Wanneer er zich een ommegang aankondigt stijgt de spanning en nervositeit in de stad en leeft elke inwoner in extase naar de ommegang van het Ros Beiaard toe. Met vele nevenactiviteiten wordt er dan ook maandenlang uitgekeken naar de dag van de ommegang. Het zien voorbijkomen van het Ros Beiaard doet veel Dendermondenaars een traantje wegpinken, wat door buitenstaanders vaak op hoongelach onthaal wordt. Doch wordt het opzwepende, bijna bovenzinnelijke effect van die passage van het Paard vaak onderschat. Daarnaast speelt de duurtijd van 10 jaar tussen twee ommegangen ook op de emotionele snaar van de inwoners, op 10 jaar verandert er immers heel wat in een mensenleven. Vooral op latere leeftijd komt het besef dat het misschien de laatste keer is dat er samen met de ouders naar de ommegang gekeken wordt, dat mensen er zelf voor de de eerste keer met eigen kinderen naar kijken of beseffen oudere mensen dat het misschien de laatste keer is dat ze hun Paard hebben kunnen aanschouwen. Zo vormt het Ros Beiaard ook een emotioneel geladen baken in de tijd. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Ros_Beiaard_(Dendermonde))

De Ros Beiaardommegang heeft in feite zijn ontstaan te danken aan kerkelijke plechtigheden en godsdienstige processies. De eerste Ommegang was in 1393. Aanvankelijk bestond de stoet uit godsdienstige groepen, later stapten de gilden en ambachten mee op. In het midden van de 16de eeuw kwam er een scheiding tussen het religieuze en het profane. De Ros-Beiaardommegang vindt om de tien jaar plaats. De Ommegang werd hoe langer hoe meer een kleurrijke stoet met knaptanden, huppelpaarden, Hottentotten, reuzen, een klein peerd en nog zoveel meer. Enkele populaire figuren zijn (of waren): Kalleke Step Wie Dendermondenaar is met hart en ziel kent de naam Kalleke Step. In de Ommegang bewondert groot en klein de Vier Heemskinderen op het Ros Beiaard en de nar die het Ros Beiaard leidt. Iedereen kijkt vol bewondering naar de pijnders die langs het Peird meelopen en denkt even aan de pijnders onder het Peird. De dragers van de "zuip" en de ladders krijgen even aandacht. De vedelaar of menestreel is een artiest. Maar...de man die het meest opvalt is Kalleke Step, de man in het leuke narrenpak, de acrobatische tuimelaar. Hij geeft ergens de indruk het Ros te leiden en te begeleiden door middel van twee touwen die verbonden zijn met het bit van het Ros. De linten zijn in de kleuren van Dendermonde, rood en wit. Kalleke Step lijkt er aan vastgesnoerd van kop tot teen, van bij het vertrekpunt tot aan de aankomst, de grandioze apotheose op de Markt. Kalleke Step is een lenig, energiek persoon die zonder ophouden de hele Ommegang door blijft dansen, springen en plezier maken. De naam Kalleke Step dateert uit het begin van onze eeuw. In Ommegang 1914 was Kalleke Step de bijnaam van deze nar. Sindsdien spreekt niemand nog van 'nar', wel van Kalleke Step! De Draak Behalve het Ros Beiaard werden in de Ommegang ook een aantal andere reuzendieren gedragen, "kermisbeesten" genoemd. Zo was de draak zeer populair. Hij werd meestal bekampt door Sint-Joris. Tot in 1602-1603 vond men in de archieven rekeningen over de draak die gestoffeerd of hersteld moest worden. Men vond ook een rekening over "poeder". Dat kan er op wijzen dat hij eventueel "vuur" spuwde of zelf onder vuur genomen werd. Later werd er niets meer over geschreven. De Eenhoorn Ook de eenhoorn wordt een paar maal vermeld. Hij stamt als dier uit de fabelwereld en wordt voorgesteld als een paard met een lange rechte hoorn in het midden van het voorhoofd. De eenhoorn beschikt, volgens het volksgeloof, over de macht om vergiftigde bronnen te zuiveren, door zijn hoorn in het water te steken, of door er met zijn hoorn het kruisteken over te maken. Zijn beeld komt voor als uithangteken van apothekers en drogisten omwille van de hoorn van de unicornus die als een universeel geneesmiddel gold. De eenhoorn treedt slechts éénmaal op in de stad. Rupelmonde en Dendermonde werkten toen namelijk samen en Dendermonde mocht twee kemels en één eenhoorn gebruiken voor zijn Ommegang in 1540. Die werden geladen en gelost door arbeiders en pijnders. De Kemels Nadat Dendermonde in 1540 twee kemels geleend had van Rupelmonde besloot men nog hetzelfde jaar ook een aantal kemels te maken. In 1540 werd de schijnwerker Albrecht van Gheemeencht betaald voor het maken van drie kemels. Wat moeten we ons voorstellen bij een "kemel"? Het is een kameel, een dier dat met zijn lange schapenkop en hoge poten steeds een exotische attractie geweest is in de Ommegang. Men maakt deze kameel na: een houten romp, bedekt met lijkwaad, geverfd en gepolijst. De kemel werd voorzien van twaalf kleine en zes grote bellen. De kemels werden gedragen door "dragers". Niemand weet of die dragers tot een bepaalde gilde of ambacht behoorden. Een kemel liep niet in zijn eentje rond. Er hoorde steeds een begeleider en een muzikant bij. De Knaptanden Bij onze Ommegang horen zeker de knaptanden. Het waren typische dieren in de 17de eeuwse Dendermondse Ommegangen. Er bestaan verschillende rekeningen in verband met de knaptanden want ze moesten regelmatig hersteld worden. Een knaptand bestond - en bestaat nog - uit een soort wolfskop op een stok waarvan de beweeglijke kaaksbeenderen van vreselijke tanden voorzien zijn. De stok werd gedragen door een man die schuilging onder het kleed dat aan de stok bevestigd was. Met behulp van een koord kon hij de kaken laten open- en dichtklappen. De knaptanden treden vooral op om te plagen en te spotten, om aan kleren te trekken, om hoeden en mutsen af te rukken. Geen wonder dat ik er als kind zo'n schrik van had. Van 1754 tot 1914 waren ze plots verdwenen uit de Ommegang. Maar in 1914 werd de traditie in ere hersteld en sindsdien komen ze met veel succes in elke Ommegang voor. De Olifant Van de olifant vond men slechts één rekening terug. Nochtans kwamen deze dieren in andere steden wel voor. In 1490 was er in de Ommegang te Leuven zelfs een olifant te zien waarop vier vrouwen zaten, die de werelddelen voorstelden. In Antwerpen en Brussel moet er ook een olifant geweest zijn. De olifant treedt op als symbool van zachtmoedigheid. Bevindt hij zich in het midden van een kudde vee, dan gedraagt hij zich uiterst voorzichtig om de zwakke en tere dieren niet te raken en zeker niet te kwetsen. Heeft een reiziger de rechte weg verloren, en hij ontmoet in de woestijn een olifant, dan is hij gered en hoeft hij niets meer te vrezen. De olifant brengt hem weer in de juiste richting en op de goede weg. Het Rad van Avontuur of van Fortuin Ook het Rad van Avontuur of van Fortuin vormt een belangrijk onderdeel van het oorspronkelijk ommegangpatrimonium. Het is het symbool van de wisselvalligheden in het menselijk bestaan. Hoe het er precies uitzag kon men moeilijk achterhalen. De oorspronkelijke benaming "radt van fortune" kan er op wijzen dat het beeld van Fortuna op een centrale spil stond. Op de rand van een schuin geplaatst wiel, dat voortgetrokken werd door een paard, stonden acht poppen die door hun kleding een bepaalde stand van de maatschappij voorstelden. Het wiel draaide voortdurend rond door aanraking met de grond en elke stand van de maatschappij kwam nu eens boven en dan weer beneden te staan en illustreerde zo de wisselvalligheden van het leven. Het Schip Een schip tref je normaal aan op het water maar sinds vele eeuwen maakt het ook deel uit van de Dendermondse Ommegang. In het begin beeldde het schip de legende van Sint-Ursula en haar duizend maagden uit. Het ging hier dus om een uitgesproken religieus tafereel. Pas in 1651-1652 spreekt men van een Oorlogsschip. In 1754 mocht het schip zelfs de Ommegang openen. Het was vergezeld van plaatselijke schippers. Aan boord zaten drie personen die af en toe met een klein kanon een schot losten. De Walvis Ook de walvissen behoren tot de normale attributen van onze zeventiende-en achttiende-eeuwse Ommegangen. De Dendermondse walvis dateert pas uit 1711 en kwam op een speciale manier in de Ommegang terecht. Het verhaal gaat als volgt: een witte dolfijn werd op 7 juli 1711 in de omgeving van het Schoor van Grembergen gevangen door vissers van de heer van Grembergen en vissers van Baasrode. De vissers stelden hem voor een kleine toegangsprijs tentoon te Dendermonde, en toonden hem later in Gent, Brussel en andere steden. De magistraat van Dendermonde liet hem opzetten en...hij mocht mee in de Ommegang van augustus 1711. Een nimf met pijl en boog zat op de vis die water spuwde alsof hij in volle zee was! Sedert 1850 figureerde hij in elke Ommegang in het gezelschap van Neptunus. Hij is voorzien van een groot waterreservoir en Neptunus, de ongevaarlijke watergod, zoekt spottend zijn slachtoffers om ze naar hartelust nat te spuiten. De Zeewagen Een zeewagen klinkt een beetje ongewoon in een Ommegang. Zee en wagen horen feitelijk niet samen maar in het verleden was dat anders. De zeewagen stond in dienst van Neptunus. De wagen had de vorm van een schelp. Veel is er niet over bekend, alleen was er sprake van de zeewagen in 1651-1652. De Zwaan En ten slotte is er de zwaan. Van dit dier weet men enkel dat het in 1754 meeging in de Ommegang. Na 1807 verdween de zwaan als afzonderlijk element uit de Ommegang. Vele auteurs bestempelen de zwaan als het dier van de minne, dat Venus en Aimor begeleidt. Bron:  www.stedeninfo.be (https://volksverhalen.be/Dendermonde_RosBeiaardommegang)

De Ros Beiaardommegang werd tweemaal uitgesteld. Een noodzakelijke beslissing voor de gezondheid van de bevolking, met praktische gevolgen voor o.a. tickethouders: Gekochte tickets voor zaterdag 23 mei 2020 en zondag 24 mei 2020, blijven geldig voor de nieuwe data: zaterdag 28 mei 2022 en zondag 29 mei 2022. (https://www.rosbeiaard.be/kaartenverkoop)