Translate

Zoeken in deze blog

Posts tonen met het label Omgevingswet. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Omgevingswet. Alle posts tonen

maandag 9 juni 2025

Brouwerij in de Omgevingswet met een vergunning

Leven in de brouwerij is meestal goed voor klandizie. Er worden mooie bieren gemaakt en water wordt pas echt smaakvol als het door de brouwerij is geweest. Die brouwerij staat niet in het luchtledige, maar in een omgeving; een leefomgeving. Van oudsher stonden voorname heren en dames aan de roerstok. Menigmaal gaat het verhaal dat de huisvrouw die brouwde het voor het zeggen had, of dat de brouwer herbergier of burgemeester was. Vaak zijn allerlei lokale gebouwen en (sport)evenementen ontstaan dankzij financiële steun van een brouwerij. Als voetbal en wielrennen bekeken worden zijn daar, met name in de historische beelden, biermerken in te herkennen. Of wat te denken van ontdekkingen en initiatieven zoals o.a. het beroemde boek over wereldrecords, de thermometer of pasteurisatie? Ook in de wetgeving is er aandacht voor bier. Zo is er de accijnswetgeving en horecawetgeving, maar er is ook milieuregelgeving. Op https://www.nederlandsebrouwers.nl/biersector/wet-en-regelgeving/ en https://www.intellectueeleigendom.nl/kennisbank/eigen-bedrijf-starten/bierbrouwerij-starten/ vond ik daar echter niet veel over? Zoals ik al op https://biervat.blogspot.com/2021/05/ow-2-het-plan.html aangaf zijn de regels die ik beschreef op https://biervat.blogspot.com/2015/02/obm-bierbrouwerijen-en-mouterijen.html niet meer aan de orde. 

Wat is het nu?

In het Besluit activiteiten leefomgeving https://wetten.overheid.nl/BWBR0041330/2025-01-01/ staat 'het brouwen van bier of het mouten' genoemd als vergunningplichtig in artikel 3.130 :

Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een milieubelastende activiteit te verrichten, geldt voor de milieubelastende activiteiten, bedoeld in artikel 3.128, voor zover het gaat om het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor:... het brouwen van bier of het mouten. 

Het lijkt dus vergunningplichtig, maar zoals ik destijds ook al afvroeg op  https://biervat.blogspot.com/2021/03/omgevingswet.html gaat het dan om installaties vanaf 100 kW.

Dat zal denk ik te maken hebben dat bier valt onder levensmiddelen?

In het artikel 3.128 staat: 

§ 3.4.8. Voedingsmiddelenindustrie

Artikel 3.128. (aanwijzing milieubelastende activiteiten)

1Als milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 2.1 worden aangewezen: ... e.het met een stookinstallatie met een nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 100 kW of met een oven met een aansluitwaarde van meer dan 100 kW maken van: ...  3°.levensmiddelen of voeder.

2De aanwijzing omvat ook andere milieubelastende activiteiten die worden verricht op dezelfde locatie die de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, functioneel ondersteunen.

3Onder de aanwijzing vallen niet de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, onder c tot en met e, als deze alleen worden verricht: a.bij een huishouden of bij het uitoefenen van beroep of bedrijf aan huis; b.voor educatieve doelen; of c.voor eigen landbouwhuisdieren bij een veehouderij.

https://wetten.overheid.nl/BWBR0041330/2025-01-01/#Hoofdstuk3_Afdeling3.4_Paragraaf3.4.8_Artikel3.128

Dus als brouwerij aan huis, of met een opleiding vallen ook buiten de aanwijzing. Net zoals het bierbrouwen voor eigen huisdieren. 

Op https://www.kvk.nl/starten/starten-met-een-bierbrouwerij/ staat ook te lezen dat: 

"Bierbrouwen vanuit je woning

Als je vanuit huis wil starten, moeten je plannen passen binnen het omgevingsplan van je gemeente. Brouw je alleen als hobby dan hoeft dat niet.

Bierbrouwen vanuit een bedrijfsruimte

Je kunt een bedrijfsruimte huren om te beginnen met je eigen brouwerij. Check of deze ruimte voldoet aan jouw eisen én controleer op Omgevingsloket of je een bierbrouwerij mag starten in het pand. Je krijgt ook te maken met milieuregels. Controleer of je een melding milieubeheer moet doen of een omgevingsvergunning moet aanvragen. Of neem contact op met je gemeente. " 

Dus als je brouwt als hobby bij je huis hoef je niet te passen in het Omgevingsplan, als je bedrijfsmatig brouwt dan moet je daar wel in passen. Ook bij bedrijfsgebouwen moet je zijn toegestaan? 

In het omgevingsplan beschrijft de gemeente wat er is toegestaan op de locatie. Vaak is niet alle informatie voor u even belangrijk. Lees daarom goed de stappen voor het bekijken van het omgevingsplan op  https://ondernemersplein.overheid.nl/bedrijfshuisvesting/omgevingsplan/stappenplan-omgevingsplan/

Elke gemeente heeft een omgevingsplan. In het omgevingsplan komen verschillende regels bij elkaar. Zoals regels uit de bestemmingsplannen, delen van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en andere besluiten. Uw gemeente heeft tot 2032 de tijd om de regels over te zetten naar het omgevingsplan. Tot die tijd kunnen de regels ook nog in andere documenten staan, zoals het bestemmingsplan.  https://ondernemersplein.overheid.nl/bedrijfshuisvesting/omgevingsplan/stappenplan-omgevingsplan/ 

Dus het Omgevingsplan is volgens mij een groter overkoepelend plan met daarin ook het bestemmingsplan. 

"Welke activiteiten zijn toegestaan op uw locatie en sluiten deze aan bij uw activiteiten? Niet alleen de bestemming of functie van uw eigen stuk grond (perceel) heeft invloed op de regels voor uw bedrijf. Ook de bestemming of functie van percelen in de omgeving kan invloed hebben op uw bedrijfsplannen. Kijk daarom altijd verder dan alleen uw eigen terrein. ... De milieuzonering bepaalt de ruimte die een bedrijf heeft om activiteiten uit te voeren die milieubelastend kunnen zijn. Hierbij gaat het voornamelijk om geur en geluid."  https://ondernemersplein.overheid.nl/bedrijfshuisvesting/omgevingsplan/stappenplan-omgevingsplan/

Met name geur en geluid?

Ook vind ik in bijlage IV bij de artikelen 4.145, 4.410 en 4.1053 van dit besluit (stuifklassen) dat bierbostelpellets vallen onder categorie S3.

Als een bierbrouwerij wel onder de aanwijzing valt dan is er vergunningplicht. Het is me niet duidelijk of dan de regels van § 4.28. Voedingsmiddelenindustrie gelden met daarin een meldingsplicht, die niet van toepassing is bij vergunningplicht. 

Een melding bevat: a.de maximale verwerkingscapaciteit en de ligging van de geuremissiepunten; en b.als in een vuilwaterriool zuurstofbindende stoffen met een jaargemiddelde vervuilingswaarde van 5.000 inwonerequivalenten of meer worden geloosd: een overzicht van de spreiding van de lozing over het jaar. 3Ten minste vier weken voordat de activiteit op een andere manier wordt verricht dan overeenkomstig die gegevens, wordt een melding gedaan. 

Er zijn regels voor bodembescherming: Met het oog op het voorkomen van verontreiniging van de bodem met alcohol en zuren worden levensmiddelen of wordt voeder gemaakt of bewerkt boven een aaneengesloten bodemvoorziening.

Er zijn regels voor afvalwater: Met het oog op het doelmatig beheer van afvalwater wordt het te lozen afvalwater afkomstig van het maken of bewerken van levensmiddelen of voeder geloosd in een vuilwaterriool. Met het oog op de doelmatige werking van de voorzieningen voor het beheer van afvalwater wordt vethoudend afvalwater dat wordt geloosd in een vuilwaterriool voor vermenging met ander afvalwater geleid door: a. een vetafscheider en slibvangput volgens NEN-EN 1825-1 en NEN-EN 1825-2; (afvalwater wordt niet door een biologische zuivering geleid.)

Er zijn regels voor lucht: Met het oog op het voorkomen of beperken van diffuse emissies in de lucht wordt de lucht afgezogen. Met het oog op het beschermen van de gezondheid worden emissies bovendaks en omhoog gericht afgevoerd. Bijlage IV bevat een indeling van goederen in de stuifklassen S1 tot en met S5. 1Voor de emissie in de lucht bij het drogen, malen, branden of roosteren van voedingsmiddelen, dranken of grondstoffen of goederen, ingedeeld in de stuifklassen S1, S2, S3 of S4, is de emissiegrenswaarde van totaal stof 5 mg/Nm3, gemeten in een eenmalige meting.

Dus van de bierbostelpellets mag maar 5 mg/Nm3 wegwaaien. Als is dat niet  van toepassing als de emissie van totaal stof niet meer is dan 100 kg/jaar. Dus als minder dan 100 kg/jaar aan bierbostel verwaaid is het ook goed?

Ook zijn er regels voor de gasmeter?

§ 4.29. Regelen en meten van aardgas Artikel 4.418. (toepassingsbereik)  Deze paragraaf is van toepassing op het regelen van aardgasdruk en het meten van de hoeveelheid of kwaliteit van aardgas.

Artikel 4.419. (melding)

1Het is verboden de milieubelastende activiteit, bedoeld in artikel 4.418, te verrichten zonder dit ten minste vier weken voor het begin ervan te melden.

2Een melding bevat:

a.de coördinaten van de installatie voor het regelen van aardgasdruk en de installatie voor het meten van de hoeveelheid of kwaliteit van aardgas;

b.de ontwerpcapaciteit in normaal kubieke meters per uur en de werkdruk in kilopascal aan de inlaatzijde van de installaties; en

c.de opstelling van de installaties.

3Ten minste vier weken voordat de activiteit op een andere manier wordt verricht dan overeenkomstig die gegevens, wordt een melding gedaan.

4Dit artikel is niet van toepassing als de activiteit als vergunningplichtig is aangewezen in hoofdstuk 3.

Dat zal alleen relevant zijn bij de brouwerij die geen vergunningplicht heeft en een melding moet doen. Bij brouwerijen die aan huis of vanwege een opleiding brouwen vallen buiten de aanwijzing en zullen dat dan ook niet hoeven te doen. Daar zit natuurlijk een gewone huishoudelijke gasmeter. Maar wat als je brouwt met gasflessen? Dat reduceerventiel regelt de druk van het campinggas, maar dat zal misschien niet gezien worden als aardgas?

Op https://iplo.nl/regelgeving/regels-voor-activiteiten/milieubelastende-activiteiten-hoofdstuk-3-bal/nutssector-industrie/voedingsmiddelen/ vind ik meer informatie over de bierbrouwerij. Daar staat uitgelegd wat valt onder een bierbrouwinstallatie:

 voor alles wat onder het begrip installatie valt. Het begrip installatie omvat ook de activiteiten die technisch én milieuhygiënisch zijn verbonden. https://iplo.nl/regelgeving/regels-voor-activiteiten/milieubelastende-activiteiten-hoofdstuk-3-bal/nutssector-industrie/voedingsmiddelen/

Het startpunt is dat er een vaste technische eenheid is voor het verrichten van een activiteit of proces. Vervolgens voegt het begrip aan deze technische eenheid ook alle technisch en milieuhygiënisch samenhangende activiteiten op de locatie toe. Daar vallen dus geen onderdelen van het bedrijf onder die niet relevant zijn uit milieuoogpunt, of die alleen organisatorisch zijn verbonden. Het maakt voor de gelding van het installatiebegrip niet uit of er zeggenschap is van de eigenaar van de hoofdactiviteit over de samenhangende activiteit.... De installatie is een technische eenheid. Dat is een eenheid die is ontworpen en gemaakt om de relevante activiteit uit te voeren. Elementen van de technische eenheid kunnen zijn:

  • uitrusting, pijpleidingen, machines, gereedschap, niet openbare rangeersporen, dokken, laad- en loswallen, aanlegsteigers, opslagruimtes of vergelijkbare structuren
  • faciliteiten voor de inname, opslag, overslag en voorbewerking van grondstoffen en producten
  • faciliteiten voor het controleren, meten en registreren van de milieueffecten

De elementen vormen een integraal onderdeel van de aangegeven activiteit. De onderdelen van een technisch eenheid hoeven niet in hetzelfde bouwwerk te staan. ... De technische eenheid is als geheel vast (de leidraad spreekt van 'stationair'), maar onderdelen ervan mogen bewegen. Zo kan transport met vorkheftrucks onderdeel zijn van een vaste technische eenheid. Een verplaatsbare technische eenheid die voor een relevante periode op één plek in gebruik is voor een activiteit, is ook een vaste technische eenheid. Het bevoegd gezag beoordeelt individueel of het om een relevante periode gaat.... De technische eenheid is bedoeld voor een nader aangegeven activiteit. In het Bal volgt deze activiteit na de volgende formulering: ‘Het exploiteren van een installatie voor’. Het kan ook zijn dat in een technische eenheid voor een aangegeven activiteit ook een andere, elders genoemde, activiteit voorkomt. De technische eenheid hoeft dus niet exclusief bedoeld te zijn voor één aangegeven activiteit. ... De installatie omvat ook andere activiteiten op dezelfde locatie. Dit betekent vooral dat er andere activiteiten in de nabijheid van de technische eenheid moeten plaatsvinden om die tot de installatie te kunnen rekenen. Een fysieke scheiding of barrière kan een indicatie zijn dat een andere locatie begint. Maar twee terreinen waar een openbare weg doorheen loopt, kunnen toch tot dezelfde locatie behoren. Hoe groter de mate van fysieke scheiding is, hoe sterker de rechtstreekse samenhang en het technisch verband moeten zijn om toch tot dezelfde locatie te horen.... De andere activiteiten moeten rechtstreeks met de aangegeven activiteit samenhangen. Hierboven staan onder het kopje De installatie is een technische eenheid voorbeelden genoemd wat onder een technische eenheid kan vallen. Dit kunnen ook rechtstreeks samenhangende activiteiten zijn. Alleen organisatorische samenhang is onvoldoende om van rechtstreekse samenhang te kunnen spreken. Dus het delen van voorzieningen voor beveiliging bijvoorbeeld is op zich onvoldoende om te kunnen spreken van rechtstreekse samenhang. Een activiteit hangt alleen rechtstreeks samen als de uitvoering van de andere activiteit in operationele zin nauw samenhangt met de aangegeven activiteit. Een voorbeeld is een faciliteit die een aangegeven activiteit ondersteunt, en op die locatie waarschijnlijk niet zou bestaan als de aangegeven activiteit er niet zou zijn. Denk bijvoorbeeld aan een stookinstallatie die warmte aan een aangegeven activiteit levert. Het komt echter ook voor dat zo'n stookinstallatie ook warmte levert aan andere bedrijven. Dan wordt het ingewikkeld en moet het bevoegd gezag van geval tot geval beoordelen of de stookinstallatie wel of niet rechtstreeks samenhangt.... Een technisch verband betekent niet automatisch dat er een fysieke verbinding moet zijn, zoals een pijpleiding of lopende band. Als er een dergelijke fysieke verbinding is, is er waarschijnlijk automatisch een technisch verband. Maar ook zonder fysieke verbinding kunnen twee (deel)activiteiten die onderdeel uitmaken van een (hoofd)activiteit in een technisch verband met elkaar staan. Bijvoorbeeld heftrucks die materiaal van een plek waar een (deel)activiteit plaatsvindt, verplaatsen naar een plek waar een andere (deel)activiteit plaatsvindt.

Een andere activiteit die wel rechtstreeks samenhangt, maar geen technisch verband heeft, is geen onderdeel van de installatie. Een voorbeeld is een kantoorgebouw.

Een andere activiteit kan technisch verbonden zijn met een aangegeven activiteit, maar daar niet rechtstreeks mee samenhangen. Een elektriciteitscentrale bijvoorbeeld. Die is via het hoogspanningsnet technisch verbonden met alle afnemers van elektriciteit. Maar dat is niet een rechtstreekse samenhang. Een specifieke centrale kan natuurlijk alleen stroom leveren aan een bepaald industrieel proces, waardoor er wel sprake is van één installatie.

https://iplo.nl/regelgeving/regels-voor-activiteiten/toelichting-milieubelastende-activiteiten/rijksregels-mba/installatie-volgens-bal/

Verschil in het afvoeren van afvalwater en vloeibare afvalstoffen

We geven een voorbeeld om het verschil tussen afvoeren van afvalwater en vloeibare afvalstoffen duidelijk te maken. Stel: er moet een grote hoeveelheid frisdrank en bier worden afgevoerd. Gebeurt dit via een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, bijvoorbeeld een vuilwaterriool, dan is de afvalstoffenwetgeving niet van toepassing (artikel 10.31 Wm).

Gebeurt afvoer niet via een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater? Dan is de afvalstoffenwetgeving wél van toepassing. Bijvoorbeeld als de fusten en kratten als één partij wordt afgevoerd. Het maakt daarbij niet uit hoe deze partij wordt verwerkt.

Nog een voorbeeld. Een bedrijf of huishouden verzamelt afvalwater in een tank of vat. Dat afvalwater wordt periodiek met een tankauto of vat afgevoerd. Ook dan is het afvalwater een normale afvalstof in de zin van de Wet milieubeheer.

https://iplo.nl/thema/water/afvalwater-activiteiten/systematiek-afvalwater-activiteiten/afvalwater-afval-wet-milieubeheer/

In Nederland gebruiken we grondwater als drink- of proceswater. Proceswater is grondwater dat nodig is voor de productie van levensmiddelen zoals bier, frisdrank en conserven. Er gelden diverse wetten en regels voor bescherming van grondwaterwingebieden. Provincies kunnen gebieden aanwijzen als grondwaterbeschermingsgebieden. Er zijn instrumenten om overheden te helpen bij hun beleid.

https://iplo.nl/thema/bodem/bodembeleid/bodemambities/drinkwater-proceswater/

De verguningplicht komt denk ik door de vermelding op https://wetten.overheid.nl/BWBR0041278/2024-01-01#BijlageV 

G4

Bierbrouwerijen of mouterijen

Niet van toepassing

Oprichting, wijziging of uitbreiding

De omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit

Ook is "het brouwen van bier, met een koelinstallatie met een capaciteit groter dan 5 ton ammoniak;" een Milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 4.34. Dat artikel stelt : ' (advies door inspecteur-generaal leefomgeving en transport) De inspecteur-generaal leefomgeving en transport is adviseur voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor zover de aanvraag betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in bijlage III, onder 2.'

Voor de vergunningaanvraag is het volgende nodig:

Artikel 7.108. (milieubelastende activiteit: voedingsmiddelenindustrie, andere milieubelastende installatie) 1Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het maken van dierlijke of plantaardige oliën en vetten, het maken van conserven van dierlijke en plantaardige producten, het maken van zuivel, het brouwen van bier of het mouten, het maken van siroop of suikerwaren, het slachten van dieren of het maken van zetmeel, vismeel, visolie of suiker, bedoeld in artikel 3.130 van het Besluit activiteiten leefomgeving, worden de gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 7.27a, onder c en d, verstrekt. 2Bij de aanvraag worden ook de volgende gegevens en bescheiden verstrekt: a.de maximale verwerkingscapaciteit in tonnen per jaar; b.de ligging van de geuremissiepunten; en c.als in het vuilwaterriool zuurstofbindende stoffen met een jaargemiddelde vervuilingswaarde van 5.000 inwonerequivalenten of meer worden geloosd: een overzicht van de spreiding van de lozing over het jaar. https://wetten.overheid.nl/BWBR0045528/2024-01-01/0/

Artikel 7.27a. (module: emissies in de lucht of het water)  Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het verrichten van een milieubelastende activiteit die emissies in de lucht of het water veroorzaakt, bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt: a.een aanduiding van de mate waarin de activiteit leidt tot een verhoging van de concentratie in de buitenlucht van de stoffen, bedoeld in artikel 8.17 van het Besluit kwaliteit leefomgeving; b.een beschrijving van de maatregelen die worden getroffen om emissies in de lucht te voorkomen of, als dat niet mogelijk is, te beperken; c.een aanduiding van de mate waarin zeer zorgwekkende stoffen in de lucht of het water worden geëmitteerd; en d.een beschrijving van de mogelijkheden om de emissies van zeer zorgwekkende stoffen in de lucht of het water te beperken. https://wetten.overheid.nl/BWBR0045528/2024-01-01/0/

Het is mij niet helemaal duidelijk waarom een brouwerij pas met een stookinstallatie vanaf 100 kW aangewezen wordt voor de vergunningplicht, als het in de aanvraag gaat over geur en afvalwater. Er zijn echter ook vragen over  de mate waarin de activiteit leidt tot een verhoging van de concentratie in de buitenlucht van de stoffen, en een beschrijving van de maatregelen die worden getroffen om emissies in de lucht te voorkomen of, als dat niet mogelijk is, te beperken. Dat zal waarschijnlijk pas relevant zijn bij stookinstallaties vanaf 100 kW?

Op https://www.hobbybrouwen.nl/forum/index.php?topic=31887.0;all vind ik ook een hele opsomming aan -oude- wetgeving, en een goede tip:

Zoveel vergunningen zal menigeen afschrikken maar als je niet te groot bent, heb je dikke kans dat je elke vergunning zonder problemen krijgt. Het is een kwestie van gewoon eraan beginnen en 1 voor 1 die dingen aanvragen in de genoemde volgorde. Bij de betreffende instantie de mensen naar de mond praten helpt en geef duidelijk aan dat je het volgens de regels wilt doen en alle hulp en advies welkom is. In tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt, zijn ambtenaren geen klootzakken die de burger voortdurend dwars willen zitten. Zij willen alleen pas een vergunning verlenen als er nadien geen gezeik van komt, dus als alles volgens de regels is gegaan.
En die rit moet je gewoon uitzitten. Tel op ruim een half jaar voor de douane en nog eens een half jaar voor de gemeente. Reserveer wat vrije dagen om ze persoonlijk te woord te staan, dat scheelt namelijk weken in de behandelduur. En af en toe bellen en betrokkenheid kweken, dat doet wonderen.
Och, je wordt op het eind wel ervaringsdeskundige. Ik bied die ervaring graag aan voor mensen die de stap willen wagen.
Kijk voor de grap eens op www.gerlachus.com om te zien hoe klein een brouwerij kan zijn die toch netjes aan alles voldoet.https://www.hobbybrouwen.nl/forum/index.php?topic=31887.0;all

Het ging over https://www.facebook.com/breusterbrouwers/ en die lijken nog te bestaan! Vanaf Facebook zie ik niet of er een stookinstallatie >100 kW staat dus ik kan niet beoordelen of ze nu een vergunningplichtige brouwerij zijn of niet, maar ik vermoed van niet.

Het vermogen van een haard varieert tussen de 3 en de 16 kW gezien https://www.haveverwarming.nl/kenniscentrum/het-vermogen-van-een-haard-of-kachel. 

Stel je hebt een huis met vier kamers en een gang. Die ruimten hebben een oppervlakte van 8, 12, 20, 6 en 16 vierkante meter. Samen is dit 62 vierkante meter. Vermenigvuldig deze 62 m2 met 0,1 kW. Dan heb je een cv-ketel nodig met een vermogen van minimaal 62 x 0,1 = 6,2 kW. Ketels zijn verkrijgbaar met vermogens die starten bij zo'n 16 kW. In dit geval zal je een ketel kunnen selecteren met het geringste vermogen. https://cvketelkiezen.nl/vermogen-cvketel-bepalen

Een wokbrander is 4 kW https://gathering.tweakers.net/forum/list_messages/2033104

Het gasdebiet en het totale vermogen van de branders zijn recht evenredig. Als u zich voorstelt dat de parameters voor het berekenen van het verbruik gemiddeld zijn, volstaat het om de prestaties van de branders te achterhalen en wordt duidelijk hoeveel ze gas besparen. https://engineer.techinfus.com/nl/gaz/standart/skolko-gaza-potreblyaet-gazovaya-plita.html Dus om het vermogen te bepalen heb je ook gasdruk, gasdebiet, calorische waarde enzovoort nodig. 

Wat zeggen ze op het hobbybrouewforum?

Ik heb een brander met piezo ontsteking en beveiliging, die haalt 9,5 kW met een 50 mbar gasdrukregelaar. Brouw batches met een 10 gallon (35l) ss brewtech ketel en dat gaat perfect.  ... Ik gebruike een mamoet brander (propaan) van 8.5 kW voor brouwsels van ong 25 L Prima rollende kook, verwarmen ongeveer 2 graden per minuut en 4 L/uur verdamping bij koken. ...k gebruik de 8,5 KW drago van de Braumarkt! Deze heeft voldoende vermogen bij een voordruk van 0,3 bar om een brouwsel van 20-30 liter met een rollende kook te verwarmen. ... Om uit te rekenen hoeveel vermogen er nodig is heb je de verdampingswarmte van water nodig: deze is 2256 KJ/kg. Om 1 liter water te verdampen heb je dus 2256 kJ aan warmte nodig. (Warmte is niet hetzelfde als vermogen)1 Watt = 1 J/s Het toevoegen van 3,6 kJ warmte in een uur kost je 1 Wh vermogen. 4 liter water verdampen in een uur kost zodoende 2256 kJ/kg *4 = 9025 kJ = 2507 Wh = 2,5 KW

Door dat niet alle warmte van de brander gebruikt wordt voor het verdampen van water (warmte verlies) is het rendement geen 100% Laat dit rendement 80% zijn dan heb je dus 2,5/0,8 = 3,1 kW nodig om in 1 uur 4 liter water te verdampen. https://www.hobbybrouwen.nl/forum/index.php?topic=38990.0

Op https://hobbybrouwen.nl/forum/index.php?topic=22976.0 lijkt ik te vinden dan met 10 kW zo een 150 liter te verwarmen. Een brander van 100 kW zou dan neer komen 1500 liter? Al zijn er in de praktijk warmteverliezen. Zo zou een paellabrander van 22 kW gebruikt kunnen worden voor 120 liter, vanwege minder rendement.  Op https://www.hobbybrouwen.nl/forum/index.php?topic=4944.0;all is sprake van 6 tot 24 kW. Een beetje serieuze brouwer zal dus wel >100 kW zijn en dus vergunningplicht hebben.    



woensdag 24 mei 2017

BioSpitits B.V.. en anderen

Op internet vond ik op www.ofgv.nl/friksbeheer/wp-content/uploads/2014/03/Bijlage-1-Melding-A9R39E3-Markerkant-10-30-te-Almere.pdf:
De realisatie van een kleine, biologische proefbrouwerij/jeneverstokerij met een bescheiden
proeflokaal. Er wordt gebruik gemaakt van een kleine brouw­ en distilleer(potstill) installatie. Tevens
is er nog een water demineralisering installatie aanwezig. Deze installaties maken gebruik van
elektriciteit (efficiënt en veilig) en water. Zowel elektriciteit­ als de wateraansluiting is al in het pand
aanwezig. Naast de brouw/stook installatie zal ook de vergisting van fruit­ en moutwijnen en de
opslag van ingrediënten en verpakkingsmateriaal binnen dezelfde inrichting plaatsvinden. Afvoer
van restproducten (AGF) zullen bij de bio­boerderij op de Kemphaan en bestaande
kinderboerderijen in Almere worden afgezet en daar als veevoer nuttig worden toegepast. De
voorziene omvang van de proefbrouwerij/distilleerderij is kleinschalig te noemen. De
proefbrouwerij/distilleerderij hanteert een maximale brouwcapaciteit van 200 liter per batch en een
distilleercapaciteit (potstill) van 125 liter, wat resulteert in ca. 40 liter eindproduct per batch. Op
jaarbasis zal circa 10.000 liter bier en circa 1.600 liter gedistilleerd worden geproduceerd (www.ofgv.nl/friksbeheer/wp-content/uploads/2014/03/Bijlage-1-Melding-A9R39E3-Markerkant-10-30-te-Almere.pdf).

BioSpirits is de eerste ambachtelijke, 100% biologisch gecertificeerde distilleerderij in Nederland. Door het verwerken van uitsluitend biologisch geteelde en gecertificeerde grondstoffen, veel geduld en ouderwets vakmanschap bereiken wij een smaak en kwaliteit die voor de industriële distilleerderij al lang niet meer haalbaar is (www.biospirits.nl/). Het is een melding Activiteitenbesluit, waarover ik vorig jaar hier al schreef.

Er staat niet veel over bier, dus keek ik hier en hier wat verder maar dat ging weer ergens anders over. Het bedrijf Twilmij slaat biergist op. Heineken Nederland BV, heeft een verpakkingsruimte omgebouwd naar een doseerruimte op de locatie Rietveldenweg 25 te 's-Hertogenbosch. Verpakte gevaarlijke stoffen en CMR-stoffen moeten worden opgeslagen in de doseerhal. In de doseerhal mag zowel de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen plaats vinden als het doseren (toevoegen) van die stoffen aan het bierproductieproces. 
In de bierbrouwerij te 's-Hertogenbosch worden steeds meer verschillende biersoorten gebrouwen.
Daarvoor is het nodig om hulpstoffen (flavours) tijdens het productieproces toe te voegen. Deze
flavours geven een bepaald aroma aan het bier. Veel van deze flavours zijn op basisvan ethanol en
vallen daardoor onder de definitie van brandbare vloeistoffen. De laatste jaren zijn op diverse
plekken in het bedrijf doseerpunten ontstaan. Vanwege het brandgevaar is dit een onwenselijke
situatie. Het doseren zal nu vanuit één ruimte plaatsvinden, de zogenaamde doseerhal. In deze
ruimte zullen de te doseren stoffen opgeslagen en aan het proces toegevoegd worden. Een
belangrijke veiligheidsmaatregel in deze ruimte is dat de ruimte gekoeld wordt, zodat het vlampunt
van de in de ruimte aanwezige stoffen nooit wordt bereikt. De koeling wordt verzorgd door de
bestaande ammoniakkoeling, die over voldoende capaciteit beschikt. De ammoniakkoelinstallatie
wordt dus niet uitgebreid. In de ruimte wordt 100 ton aan flavours opgeslagen, waarvan maximaal 45
ton flavours vallend in de ADRklasse3 (vlampunt> 21 oe en < 60 0q3. De aangevraagdeverandering
zal niet leiden tot een productieverhoging". Samengevat behelst de aanvraag niet meer dan het
centraliseren van de bestaande doseeractiviteiten..... In deze productiehal werd tot 2015 bier in de verpakkingsvorm beertender verpakt. Deze lijn is begin 2015 buiten bedrijf gesteld en ontmanteld. De aan- en afvoerbewegingen die plaatsvonden naar de beertenderlijn (aanleveren lege emballage en afvoeren volle verpakkingen) komen nagenoeg overeen met de transportbewegingen voor de doseerhal. Het aantal transportbewegingen zal zeker niet meer worden dan in de vergunde situatie. (Z/004725, 23 juni 2016).

Heineken Nederland BV, Rietveldenweg 25 te ’s-Hertogenbosch heeft op 20 november 2013 de plaatsing van twee suikersilo’s aangevraagd. Door het plaatsen van de twee suikersilo’s (met vloeibare suiker) zal de vergunde productiecapaciteit van 8 miljoen hectoliter bier niet overschreden worden. In de tanks wordt stroperig, vloeibare suiker opgeslagen. We beoordelen dit als een nietbodembedreigende stof. De voorschriften voor de opslag van suiker zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit (C2135826/3602985, 6 juni 2014).

Ook vind ik een vergunningaanvraag van Bierbrouwerij Glassbier Leerdam uit 2014. Deze gaat over het volgende:
De oprichting van een ambachtelijke bierbrouwerij in een bedrijfsverzamelgebouw op de begane
grond aan de Energieweg 17P te Leerdam.
De aard van de inrichting is het brouwen van bier, vergisten, lageren van het bier en daarna
het afvullen in recycle bare wegwerp flessen en/of fusten
De grondstoffen die worden gebruikt zijn; water, mout, hop en gist. De vrijgekomen
bijproducten zijn bostel en een geringe hoeveelheid, gist.
De maximale jaarproductie is ca. 3000 liter en het brouwen zal alleen plaats vinden in de
maanden met een R in de maand dit i.v.m. infectie van het bier door omgevingstemperaturen
boven de 23 graden. Deze maximale brouwcapaciteit is gekoppeld aan de locatie.
De brouwinstallatie bestaat uit een elektrische kookketel van 60 liter en een elektrische
brouwketel van 150 liter. De gisttanks zijn 2x 300 liter en de lagertanks zijn 2x 330 liter.
De mout zal voor het brouwproces worden geschroot in een schrootmolen.
De productie capaciteit is gekoppeld aan het lageren in de koeling met een minimale tijd van 6
weken per biersoort.
Bij het brouwen worden gerst, mout, hop en gist ingezet. Per recept kan er
maximaal 150 liter bier worden vervaardigd. Na 2 weken vergisting en minimaal 6
weken lagering wordt op fles of fust afgevuld. Tijdens het productie proces treden er
verliezen op die per brouwsel afwijken. (wortbereiding, gisting, lagering of koken van
de wort).
Bottelen gebeurt handmatig met behulp van een afvulapparaat. Dit apparaat
bepaalt het afvulniveau. Het afsluiten van de fles met een kroonkurk is handmatig en
het etiketteren met een halfautomaat etiketteer machine.
Na de bierbereiding en filtratie zal er een restproduct zijn die gebruikt kan worden als veevoer. Ook
kan er Bierbostelbrood van gebakken worden. Momenteel brengen wij de bostel, na het brouwproces,
naar een melkboerderij in de omgeving. Opslag, vervoer en overslag van deze co-producten volgens
GMP diervoedersector 2000.
De brouwerij werkt volgens de hygiënecode voor brouwers HACCP code 20-11-2002 versie 1,4.
Wij werken volgens de beheersmaatregelen die moeten worden geverifieerd volgens het
kwaliteitshandboek inkoop grondstoffen en productie e.e.a. volgens de bierverordening 1997.
Eveneens zijn hierbij opgenomen de algemene hygiënemaatregelen behorende tot het bedrijfsbasis
programma (BBP)
Alcohol
Afhankelijk van de biersoort zullen er twee categorieën bier worden gemaakt met een extractgehalte
van de stamwort in graden Plato voor bier categorie I maximaal 15,5 graden Plato en bier categorie S
boven 15,5 graden Plato.
Volgens de vergunning van de douane vergunningsnummer; NL00740005031 zullen alle
geproduceerde flessen en fusten in de AGP ruimte per kwartaal worden uitgeslagen op basis van
voorraadmutaties en financiële administratie. De netto geproduceerde hoeveelheid bier wordt belast
met accijns volgens de categorie graden Plato. Op 15 mei 2014 is er een algemene controle geweest
van de Douane Nijmegen en volgens de inspecteur geeft het onderzoek geen aanleiding tot correcties (https://repository.officiele-overheidspublicaties.nl/externebijlagen/exb-2014-13518/1/Bijlage/exb-2014-13518.pdf).

De onderzoekslocatie is gelegen aan de Rijksweg 17-19 en Rosstraat 4a en 4b te Gulpen en
is kadastraal bekend als gemeente Gulpen, sectie A, nummers 3191, 4572, 4573, 3803 en
3650 (ged). De locatie heeft een oppervlakte van circa 3.000 m2. ... de locatie gelegen aan de Rijksweg 17-19 en Rosstraat 4a en 4b te Gulpen (bekend als Gulpener Bierbrouwerij) ...
De brouwerij is in 1965 vernieuwd door een brouwhuis, een nieuwe azijnfabriek, een
distilleerderij met centraal magazijn (1971) en een wijnhal. In de periode 1978-1979 vond
een reorganisatie plaats waarbij de B.V. Gulpener Azijn- en Mosterdfabriek en de B.V.
Gulpener Bierbrouwerij onafhankelijk van elkaar hun werkzaamheden voortzetten. 
De oude bierbrouwerij is onderkelderd. De kelder is gemetseld en heeft een betonvloer. De
verdiepingsvloeren zijn deels van beton en deels van hout. De muren zijn gemetseld en in de
werkplaats staan stalen stelkozijnen in de buitengevels. Op het dak liggen dakpannen en een
gedeelte is plat dak. De fietsenstalling en opslag van horecamateriaal bestaan uit gemetselde
muren en asbestverdachte dakbedekking. 
...
Op 16 september 1963 is door de procuaratiehouders der N.V. Gulpener Bierbrouwerij,
Distilleerderij en Azijnfabriek een aanvraag ingediend voor het aanbrengen van twee ventilatoren
(kadastrale aanduiding onbekend). De bouwvergunning is op 19 september 1963 verleend. 
Op 8 juli 1964 is door N.V. Gulpener Bierbrouwerij, Distilleerderij en Azijnfabriek een aanvraag
ingediend voor het bouwen van 3 silo’s voor het brouwhuis (sectie A 3172). De bouwvergunning is
op 21 augustus 1964 verleend. 
Op 1 april 1965 is door N.V. Gulpener Bierbrouwerij, Distilleerderij en Azijnfabriek een aanvraag
ingediend voor de tweede bouwfase van het brouwhuis (sectie A 3172). De bouwvergunning is op
11 juni 1965 verleend. 
Op 12 november 1974 is door Gulpener Bierbrouwerij Gulpen een aanvraag ingediend voor het
bouwen van een (overkapping) lagertankhal (sectie A 3172). De bouwvergunning is op 22 april 1975
verleend. 
Door Gulpener Bierbrouwerij B.V. is een aanvraag ingediend voor het vergroten van een
opslagloods / lagertanks (sectie A 3650). Aandachtspunt is de groothoogte van de reeds aanwezige
tanks. De bouwvergunning is op 8 november 1988 verleend. 
Op 16 oktober 1989 is door Gulpener Bierbrouwerij B.V. een aanvraag ingediend voor het bouwen
van een brouwhuis (geen kadastrale aanduiding). De bouwvergunning is op 31 oktober 1989
verleend. 
Op 23 maart 1993 is door Gulpener azijn & mosterd fabriek een aanvraag ingediend voor het
plaatsen van een minitrafo (sectie B 5118) in verband met de uitbreiding van de mosterdproductie.
De bouwvergunning is op 26 mei 1993 verleend.
Op 12 september 1996 is door Gulpener Bierbrouwerij B.V. een aanvraag ingediend voor het
bouwen van een gistkelder / opslag helder bier (sectie A 3650). De bouwvergunning is op 18
september 1996 verleend.
Op 24 maart 1997 is door Gulpener Bierbrouwerij B.V. een aanvraag ingediend voor het bouwen
van een magazijn (B 5829, B 5118, B 5825, B 4603). De bouwvergunning is op 8 oktober 1997
verleend. ... Bijgevoegd in het dossier zijn een aantal stoffen waarvan gebruik werd gemaakt,
zoals bijvoorbeeld melkzuur, salpeterzuur, zoutzuur, salpeterzuur, natronloog etc. etc. 
Op 30 augustus 1974 is door N.V. Gulpener Bierbrouwerij, Distilleerderij en Azijnfabriek een
aanvraag ingediend voor het verbouwen van een kantoorruimte (sectie B 5118). Het aan de
straatzijde gelegen gedeelte van de verbouwing (langs Rijksweg) dient volledig aangepast te worden
aan de bestaande toestand. De bouwvergunning is op 17 september 1974 verleend. 
Op 18 februari 1982 is door Gulpener Bierbrouwerij B.V. een aanvraag ingediend voor het bouwen
van een fietsenberging (sectie B 5118). De bouwvergunning is op 27 april 1982 verleend. 
Op 27 juni 1958 is door N.V. Gulpener Bierbrouwerij, Distilleerderij en Azijnfabriek een aanvraag
ingediend voor het bouwen van een onthardingsruimte en kleedlokaal (sectie A 2926). De
bouwvergunning is op 4 juli 1958 verleend.
Op 27 december 1973 is door Gulpener Bierbrouwerij B.V. een aanvraag ingediend voor het
verbouwen van de bestaande zuivelfabriek en de nieuwbouw van een wijnhal (sectie C 2813 en C
3095). De bouwvergunning is op 26 februari 1974 verleend. 
Op 3 november 1972 is door Gulpener Bierbrouwerij B.V. een aanvraag ingediend voor het
verbouwen van een café tot woonhuis (sectie A 3128). De bouwvergunning is op 21 november 1972
verleend. 
Op 16 mei 1972 is door N.V. Gulpener Bierbrouwerij, Distilleerderij en Azijnfabriek een aanvraag
ingediend voor het verbouwen van de gevel van de bedrijfsruimte aan de Rosstraat (sectie A 3172).
...De bouwvergunning is op 20 juni 1972 verleend. 
Op 20 augustus 1970 is door Gulpener Bierbrouwerij B.V. een aanvraag ingediend voor het plaatsen
van een opslag/magazijn (sectie A 4577, A4578, A4162, A4602, A5118, A4373). De locatie is
bekend als Aan het Veld. .... De bouwvergunning is op 25 september 1970 verleend. 
Op 26 mei 1970 is door Gulpener Bierbrouwerij B.V. een aanvraag ingediend voor het veranderen
van een bergruimte in een toiletruimte (sectie A 3113). De bouwvergunning is op 28 mei 1970
verleend. 
Op 24 augustus 2010 is door Gulpener Bierbrouwerij B.V. een melding Activiteitenbesluit verricht
voor de locatie Rijksweg 16, bierbrouwerij met centraal magazijn en kantoren. ....  In diverse (rvs) tanks vindt opslag van water plaats en stationaire wateropslag, afvullen flessen en werkplaatswerkzaamheden. 
...  Tijdens het locatiebezoek is de exacte plek aangegeven: ten zuidwesten van de waterbuffertank ontijzering (nr 162) en waterbuffertank onthard water (163). Op het terrein heeft geen (bodem)onderzoek plaatsgevonden.
Zover als zijn er geen (ondergrondse) tanks (brandstof/septictanks) aanwezig (geweest). Verder zijn

In maart 2014 heeft Royal HaskoningDHV, in opdracht van MVJ Ontwikkelingen B.V., een bodemonderzoek uitgevoerd op het terrein van de voormalige Stadsbrouwerij “De Ridder” aan de Oeverwal te Maastricht. 
...
De onderzoeklocatie betreft de voormalige Stadbrouwerij ‘ De Ridder’ die in 2003 diens bedrijfsactiviteiten ter plaatse heeft beëindigd. Op 17 oktober 2008 zijn de vergunningen voor de Oeverwal 3-9 in gevolge de Wet Milieubeheer definitief ingetrokken.
...
Sinds 1857 bevindt zich al een brouwerij op het onderzoeksterrein, die in 1982 onder de naam bierbrouwerij De Ridder B.V. te boek staat. Het pand bestaat uit vijf verdiepingen; een kelder die is voorzien van betonvloeren, begane grond en een drietal bovenverdiepingen. In het basisdocument is een uitvoerige beschrijving voor de bierproductie en hier mee gemoeide proces- en afvalstoffen opgenomen.  
...
Uit het gemeentearchief is destijds gebleken dat een laatste revisie in het kader van de Hinderwetvergunning is afgegeven in 1994. In 1997 is echter nog een kleine revisie verleend in het kader van een uitbreidings- en wijzigingsvergunning. 

Als het aan Jan Hoen ligt, komt er toch een brouwersopleiding in de voormalige Ridderbrouwerij. Niet zoals gepland in het hoofdgebouw, want daar is geen plaats omdat er appartementen komen.
Volgens de fractievoorzitter van de Maastrichtse Volkspartij is er wel een plek voor deze opleiding op de hoek van de Oeverwal en de Wyckerheidestraat.
En omdat deze ruimte ook nog steeds tot het voormalige Riddercomplex behoort, ziet Hoen er samen met een horecafunctie en rondleidingen een mooie toeristische trekpleister in (www.rtvmaastricht.nl/nieuws/18458733/brouwerijtraditie-terug-bij-de-ridder).

Als ik verder google op bier vind ik andere documenten:

Voorbeelden van bijvoedermiddelen zijn: producten waarvan de houdbaarheidsdatum is overschreden (bier, chocolade, koekjes, enz.) (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/behandelddossier/30654/stcrt-2012-23576?resultIndex=6&sorttype=1&sortorder=4)

Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een
milieubelastende activiteit te verrichten, geldt voor de milieubelastende activiteit, bedoeld in artikel
3.97, als het gaat om:
c. het brouwen van bier of het mouten,
...
bierbostelpellets S3