Translate

Zoeken in deze blog

Posts tonen met het label Activiteitenbesluit. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Activiteitenbesluit. Alle posts tonen

maandag 29 oktober 2018

Brouwerij Molenduyn


Brouwerij Molenduyn

Brouwerij Molenduyn bestaat uit Kees van Roode en Wim Groeneveld.
Gedurende vele jaren is Kees van Roode bezig geweest met het bier, o.a. met vrijwilligerswerk bij Jopenbier en proefavonden bij vereniging PINT. Sinds een aantal jaren is hij zelf gaan brouwen.
Wim Groeneveld's eerste baan was bij een bierbrouwerij. Sinds die tijd heeft hij ook zelf bier willen brouwen. Een jaar of twintig later is dat pas verwezenlijkt door zelf thuis te gaan brouwen. Het zelf bier brouwen is erg leuk, maar het is nog leuker als je andere mensen van je eigen gebrouwen bier kan laten genieten. Daarom willen ze commercieel gaan om het te kunnen verkopen. Echter hun insteek is wel ambachtelijk te blijven, brouwen op kleine schaal een keer per maand. Liefst op een openbare plaats waar ook publiek kan komen kijken. Dat is waar het hen omgaat want hoe meer mensen bekend raken met het proces hoe meer mensen volgens hen het bier gaan waarderen.
Voor het brouwen van hun bieren huren ze een ruimte bij Brouwerij de 7 deugden. Daar mogen ze zelf aan de gang als huurbrouwer. (www.brouwerijmolenduyn.nl/,
www.brouwerijmolenduyn.nl/Over%20Brouwerij%20Molenduyn.htm).
(www.facebook.com/brouwerijmolenduyn/)



Wim Groeneveld en Kees van Roode zijn de drijvende krachten achter de uit Santpoort afkomstige bierbrouwerij. Jaren werkten zij beiden voor een andere brouwerij en alvorens zij hun eigen droom waarmaakten en als hobby een eigen bier brouwden. Van het één komt het ander en op 24 mei 2014 presenteerden zij hun eerste bier op de markt: Molenduyn Blond. Omdat dit bier bij velen in de smaak viel, zijn er vervolgens ook andere bieren met succes op de markt gebracht. Hun motto: Anderen laten meegenieten van onze speciaalbieren (www.bierboetiek.nl/shop/brouwerij-molenduyn-zuid-holland-santpoort-speciaalbier).

Brouwt als brouwerijhuurder bij de 7 deugden in Amsterdam.
Kees van Roode en Wim Groeneveld brouwen al enige jaren. De insteek van de brouwerij is het op ambachtelijke kleine schaal brouwen van bier. Na de diverse bieren die zijn ontstaan en positieve reacties uit hun omgeving willen ze graag ook een wat breder publiek laten meegenieten van hun bieren (www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/noord-holland/santpoort-noord/molenduyn).

Ze brouwen o.a.:

  • Blond; een zware blond met een mooi fris karakter  Er is een duidelijke aanwezigheid van koriander  
  • Poorter; een engels bier met hoog alcohol gehalte. Veel smaakbeleving van koffie, chocola en gebrande mout.
  • Bockbier; een makkelijk doordrinkbaar bier met een mooie beleving van gebrande mout.
  • Dubbel; een bier dat mooi in balans is qua smaak.(zie www.brouwerijmolenduyn.nl/Onze%20Bieren.htm


Brouwerij Molenduyn  is gevestigd aan de Terrasweg 43 te Santpoort Noord. De omgevingsvergunning is hiervoor goed gekeurd. Daarna zijn ze met de douane om de tafel gegaan, al hadden ze de agp aanvraag tegelijkertijd kunnen laten lopen met de omgevingsvergunning. Die agp-vergunning was al aangevraagd, maar omdat de omgevingsvergunning erg lang had geduurd moesten ze die agp aanvraag weer sluiten..Ook kwam er nog een toezichthouder langs. Door allerlei omstandigheden zijn ze er een klein jaar mee bezig geweest, met een voorlopige aanvraag en daarna twee keer een aanvraag. Je zou bijna zeggen driemaal is scheepsrecht. In mei 2015 opende ze hun deuren (zie www.facebook.com/brouwerijmolenduyn/).  

Brouwerij Molenduyn, Terrasweg 43 te Santpoort-Noord (www.odijmond.nl/actueel/bekendmakingen/velsen/@4139/meldingen-1/)
Terrasweg 43, vestigen ambachtelijke brouwerij (11/09/2015) 8226-2015 (Gemeenteblad Velsen; http://docplayer.nl/20614354-1-aanvragen-en-verleende-omgevingsvergunningen.html)

Over de melding Activiteitenbesluit heb ik het al eens gehad (http://biervat.blogspot.nl/2016/01/activiteitenbesluit.html). Via de Activiteitenbesluit Internet Module (AIM) kunt u checken of een vergunning of melding nodig is, 

De omgevingsvergunning voor een bierbrouwerij is een OBM: De Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) is nodig bij bedrijven die onder het Activiteitenbesluit vallen (zie http://biervat.blogspot.nl/2015/02/obm-bierbrouwerijen-en-mouterijen.html). Met Omgevingsloket online kunt u één aanvraag opstellen voor een omgevingsvergunning.


Opslag van niet-veraccijnsde goederen vindt plaats in een Accijnsgoederenplaats (AGP)... Als een bedrijf niet-veraccijnsde producten wil opslaan of verhandelen moet het beschikken over een ‘AccijnsGoederenPlaats' (AGP). Dit is een fysiek aangewezen plek of gebouw. Om een vergunning voor een AGP te krijgen moet aan strenge administratieve en organisatorische eisen worden voldaan. Er dient bovendien zekerheid gesteld te worden aan de douane in de vorm van een bankgarantie. Binnen een AGP mag ook productie plaatsvinden, mits hiervoor een aparte vergunning is verleend (www.maco.nl/accijnsgoederenplaats).

In Nederland  worden accijnzen geheven op alcoholhoudende producten. Op dit moment is dat een bedrag van Euro 15,04 per liter alcohol 100%. Als een bedrijf alcoholhoudende producten in opslag heeft kan dat veraccijnsd en niet veraccijnsd. Over veraccijnsde producten is de accijns al voldaan. In het algemeen zullen slijters en restaurants veraccijnsde alcohol in oplag hebben. Als een bedrijf  niet veraccijnsde producten wil opslaan of verhandelen moet het beschikken over een ‘Accijns Goederen Plaats’ (AGP). Om een vergunning voor een AGP te krijgen moet aan strenge administratieve en organisatorische eisen worden voldaan. Er dient bovendien zekerheid gegeven te worden aan de douane in de vorm van een bankgarantie. Binnen een AGP mag ook productie plaatsvinden .
Het vervoer van onveraccijnsde accijnsgoederen vindt plaats met een Elektronisch Administratief Document ( EAD ) De afzender van een EAD is altijd een AGP-houder. De ontvanger kan ook een AGP-houder zijn, of een ‘Geregistreerd Bedrijf’. Een ‘Geregistreerd Bedrijf’ mag onveraccijnsde goederen in ontvangst nemen en daarvoor de accijns betalen. Een ‘Geregistreerd Bedrijf’ mag dus geen onveraccijnsde goederen in opslag hebben (www.denteck.nl/accijnzen-en-vergunningen).

Met dit formulier vraagt u aan, een Vergunning Accijnsgoederenplaats aan.  Gebruikt dit formulier ook als u accijnsgoederen in een accijnsgoederenplaats wilt gaan maken (vervaardigen) (www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/themaoverstijgend/programmas_en_formulieren/aanvraag_vergunning_accijnsgoederenplaats).

Kees van Roode en Wim Groeneveld hebben van hun hobby hun werk gemaakt. Wie volgt?

Bestaan ze anno 2018 nog?

De agenda op hun website (http://www.brouwerijmolenduyn.nl/) gaat niet verder dan 2015?




Brouwerij Molenduyn
Provincie: Noord-Holland
Opgericht: 2014
...
Geschiedenis
Kees van Roode en Wim Groeneveld brouwden al enige jaren toen ze in 2013 het initiatief namen om hun bieren door een breder publiek te laten proeven. De insteek is om bieren op ambachtelijke wijze en op kleine schaal te brouwen en te verkopen in de streek. In 2013 werd er iedere derde zaterdag van de maand gebrouwen in de schuur tegenover molen de Zandhaas in Santpoort-Noord. In april 2014 werd het eerste brouwsel gebrouwen met behulp van de brouwfaciliteiten van Brouwerij De 7 Deugden. (https://www.nederlandsebiercultuur.nl/databank/brouwerij?brouwerij_id=1211&task=display&controller=brewery&view=brewery&option=com_senb&feba4bc4c5f8c81b98705c0930b08dff=1)
(https://www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/noord-holland/santpoort-noord/molenduyn)

Ze hebben in mei 2015 een omgevingsvergunning aangevraagd (zie http://www.brouwerijmolenduyn.nl/Eigen%20Ambachtelike%20Brouwerij.htm) met kenmerk 8226-2015. Gemeente Velsen heeft gepubliceerd / laten publiceren op op https://www.jutter.nl/gemvelsen/gem_velsen_wk38_2015.pdf en https://anzdoc.com/1-aanvragen-en-verleende-omgevingsvergunningended674169a7102fbe129c3cc3cbe74ad88752.html dat op 11 september 2015 de omgevingsvergunning is verleend. Op http://bierton2.rssing.com/chan-51301026/all_p49.html had ik dat al vermeld.

Op facebook kom ik Molenslag Brouweirj tegen op https://nl-nl.facebook.com/Voswijckbrouw. Er zijn echt veel brouwerijen in Nederland. In 2016 was er een berichtj evan Brouweij Molenduyn op facebook: https://www.facebook.com/brouwerijmolenduyn/posts/ook-vandaag-zijn-we-geopend/871920566268284/.

Dus ofwel doen ze niets meer met facebook omdat ze druk aan het brouwen zijn, ofwel is er geen nieuws meer...

dinsdag 7 februari 2017

Milieuregelgeving voor microbrouwerijen

Ik heb al vaker aandacht besteed aan (milieu)regelgeving voor microbrouwerijen.
Jacques Bertens schreef er al eerder over in het clubblad van "De Roerstok" van april 1999. en op www.hobbybrouwen.nl/artikel/jurispru.html: een goede locatie voor een ... brouwerij [is] nooit te vinden is op een industrieterrein. Dit betekende tot voor kort altijd trammelant als het gaat over het verkrijgen van een milieuvergunning. De oorzaak daarvan is gelegen in het feit dat overheidsinstanties bij bierbrouwerijen meteen denken aan grote brouwerijen met grote geurproblemen. Degenen die in de buurt van de Heinekenbrouwerij in Den Bosch wonen weten onmiddellijk wat ik bedoel. Uiteraard is de geuroverlast voor de omgeving gerelateerd aan de omvang van de brouwerij, maar omdat hierover weinig informatie bestaat spelen de gemeentelijke milieuambtenaren op zeker. Aan de paar brouwcafé's die Nederland kent zijn dan ook vrij strenge milieueisen gesteld, hoe klein de brouwerij ook is. ... Dat een dergelijke wijze van benadering wel erg rigide is vond ook de Raad van State, het hoogste bestuursrechtelijke college van Nederland. Op 13 oktober 1998 deden de rechters mr. Leyten-Wijkerslooth, mr. Konijnbelt en mr. Korte-van Hemel een uitspraak [waardoor kleine brouwerijen ook zonder milieuvergunning mogen worden opgericht] (www.hobbybrouwen.nl/artikel/jurispru.html). Er is dan wel een milieumelding en (sinds 2013) een OBM nodig. Dit geeft extra werk voor brouwers, die al van veel wetgeving op de hoogte moeten zijn. Er zijn ook adviesbureau's die hierop inspringen. Op de website van Exsin vind ik onderstaand artikel:

Bent u van plan om een eigen kleinschalige bierbrouwerij op te zetten of bent u wellicht onlangs aangevangen en hebt u nog geen duidelijkheid over de milieuregelgeving en ruimtelijke ordening? Exsin kan uw vragen hierover beantwoorden.

Bierbrouwen komt steeds meer op. Het is leuk om de hobby op te schalen, maar welke verschillende wet- en regelgeving komt hierbij kijken? Naast het technische en hygiënische deel is er ook regelgeving op het gebied van milieu en ruimtelijke ordening om een brouwerij te mogen vestigen en te gebruiken. Over het vestigen van een microbrouwerij en het aanvragen van milieutoestemming komen de afgelopen jaren bij onze adviseurs, steeds vaker vragen binnen. In dit artikel gaan we kort in op onze ervaringen (http://exsin.nl/milieu-en-ruimtelijke-regelgeving-voor-microbrouwerijen-niet-eenvoudig-exsin-kan-u-helpen/).

Een geschikte locatie
Het kunnen en mogen brouwen is één aspect, maar vervolgens hiervoor een geschikte locatie zoeken is een heel ander karwei.
Om te beginnen vormt het bestemmingsplan een goed uitgangspunt. Het bestemmingsplan regelt een goede afstemming tussen de verschillende vormen van ruimtegebruik. Op een plankaart zijn de verschillende bestemmingen zoals wonen, recreatie en bedrijvigheid aangegeven. In het bestemmingsplan is ook een lijst opgenomen genaamd ‘Staat van bedrijfsactiviteiten’. In deze lijst staan de bedrijfsactiviteiten die zijn toegestaan en tot welke milieucategorie deze worden gerekend. Deze lijst is gebaseerd op de handreiking ‘Bedrijven en milieuzonering’ van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). In deze handreiking is per bedrijfstype een milieucategorie gegeven afhankelijk van de te verwachten hinderafstand van de gemiddelden in de betrokken branche. Deze hinderafstand is afhankelijk van de milieuaspecten. Een bierbrouwerij valt onder milieucategorie 4.2 en heeft een hinderafstand van 300 meter. Andere bedrijfsactiviteiten binnen deze milieucategorie zijn lampenfabrieken , rangeerterreinen , vuilstortplaatsen, stadions en open-lucht-ijsbanen. Het ligt voor de hand dat dit geen geschikte locatie is voor een microbrouwerij.
Een kleine brouwerij zal minder hinder geven dan een grotere brouwerij, die geldt als gemiddelde in de branche. De vraag is nu waar de grens ligt tussen een kleine en een grotere brouwerij. In de VNG-lijst wordt daar geen onderscheid in gemaakt. Wel zijn er ook andere activiteiten benoemd die kunnen lijken op een kleine brouwerij.
Bij verschillende gemeente is een kleine ambachtelijke brouwerij mogelijk gemaakt met een specifieke aanduiding in het plan, hetzij als ‘horeca met een specifieke vorm brouwerij’ of als ‘bedrijf met een specifieke vorm brouwerij’. Bij kleinschalige microbrouwerijen, zal naast het brouwen ook workshops/proeverijen en arrangementen voor kleine groepen aan de orde kunnen zijn. Of de locatie daarvoor geschikt is en of de activiteiten passen in het bestemmingsplan dient eerst uitgezocht te worden voordat een bedrijfsruimte wordt gekozen. Mogelijk kan met een omgevingsvergunning afgeweken worden van de ruimtelijke regels. Hierbij zijn ook een melding Activiteitenbesluit en Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets nodig (http://exsin.nl/milieu-en-ruimtelijke-regelgeving-voor-microbrouwerijen-niet-eenvoudig-exsin-kan-u-helpen/).

Dit komt overeen met:

Een bierbrouwerij heeft volgens de VNG-lijst een afstand van 100 m (code 1105). Dit is echter van toepassing op grote(re) productiebrouwerijen en niet voor de onderhavige ambachtelijke brouwerij, waarbij het brouwen meer gericht is op workshops/proeverijen en arrangementen voor kleine groepen. Het kleinschalig en ambachtelijk bier brouwen komt voor het geluidsaspect meer overeen met de categorie 1102 tot 1104, 'vervaardiging van wijn, etc.', waarvoor een afstand van 30 meter geldt (www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1700.BPBG2011PH0023-vas1/t_NL.IMRO.1700.BPBG2011PH0023-vas1_5.3.html).

Er kan soms wel discussie over zijn, zo blijk in Bodegraven:

Geachte heer, mevrouw ............,
Brouwerij De Molen is als kleine ambachtelijke microbrouwerij in 2004 gestart in de Molen met een productiecapaciteit van 500 liter per brouwsel. Een microbrouwerij is een brouwerij met een kleine productiecapaciteit van hoogstens een paar duizend hectoliter bier per jaar.
Eind 2011 is Brouwerij De Molen verhuist naar het pand aan de Doortocht, waardoor de productiecapaciteit steeg van 500 naar 5000 liter per brouwsel. Totaal kan er op dit moment meer dan 30.000 hectoliter per jaar worden geproduceerd. Doordat bier voor 90% uit water bestaat, kan op basis van de Oases jaarafrekening 2013 snel worden bepaald hoeveel hectoliter er daadwerkelijk wordt gebrouwen.
Brouwerij De Molen is dus zeker geen kleine ambachtelijke microbrouwerij meer, ondanks het feit dat zij over een vergunning beschikt voor een microbrouwerij in milieucategorie 2. De gebruiksvergunning komt dus niet meer overeen met de huidige bedrijfsactiviteiten van Brouwerij De Molen.
Hoe kan het dan dat Brouwerij De Molen nog steeds produceert op een oude niet geldende milieuvergunning ? (www.digitalebodegraafsekrant.nl/pages/posts/reactie-brouwerij-de-molen-bv-op-ingezonden-brief-14712.php)

Volgens mij is hier het antwoord dat brouwerijen geen milieuvergunning nodig hebben (tenzij een MER is opgesteld voor het voornemen).

Het Activiteitenbesluit
Het Activiteitenbesluit geeft milieuregels voor alle bedrijven in Nederland, op grond van de Wet milieubeheer. Dit betreft zowel kleine als grote bedrijven. Het is wel van belang dat er sprake is van een ‘milieu-inrichting’. Als een brouwerij geen vaste locatie heeft, een beperkte omvang heeft of slechts korte tijd in bedrijf zal er daarvan geen sprake zijn. Als hobbyist val je dus niet onder de inrichtingsdefinitie, zelfs als je in een bedrijfspand zit. Zodra er vaker gebrouwen wordt kom je in een grijs gebied. Het is dus mogelijk dat je in het begin geen inrichting was, maar het gaandeweg wel wordt. De discussie over hobbymatig brouwen is niet erg kansrijk vanwege de zinsnede ‘in een omvang alsof‘ dus zodra er wordt gebrouwen met een grote brouwketel is er vaak al sprake van een inrichting. Ookal wordt het brouwen enkel uitgevoerd als ‘hobby’, door de omvang is het toch bedrijfsmatig. Als er binnen een horeca-inrichting wordt gebrouwen is die definitie niet eens aan de orde. Dan is er al sprake van een inrichting.
Naast hobbymatig, wordt ook vaak gewezen op de term ‘ambachtelijk’. In de milieuwetgeving wordt daarmee gedoeld op het kleinschalig uitvoeren van oude ambachten, zoals in musea. Het moderne brouwen wordt niet gezien als ambachtelijk. Door gebruik van een brouwinstallatie valt het maken van alcoholische dranken door brouwen of destilleren valt onder paragraaf 3.6.3 van het Activiteitenbesluit: ‘industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken’. In voorschrift 3.137 van het Activiteitenbesluit staat dat deze paragraaf niet van toepassing is op ‘de productie van alcohol’, hier wordt de productie van pure alcohol bedoeld.
Melding Activiteitenbesluit
Net zoals voor restaurants en dergelijke is voor brouwerijen een melding Activiteitenbesluit verplicht. De melding kan worden ingediend via de Activiteitenbesluit Internetmodule (AIM) op www.aimonline.nl. Hierbij wordt een vragenboom doorlopen, afhankelijk van de betreffende branche. Hierbij is de vraag of een brouwerij valt onder horeca of voedingsindustrie (of beide?). Er volgen veel vragen omdat de AIM is bedoeld voor alle typen bedrijven in Nederland. Enige kennis en ervaring is daarmee noodzakelijk om de vragenboom vlot te doorlopen. Verder zijn gegevens van de brouwerij nodig. Informatie is onder meer nodig over de stookinstallaties, de eventueel aanwezige gasflessen, het energieverbruik en welke maatregelen of voorzieningen die geurhinder voorkomen zijn getroffen. Ook moet bij de melding een plattegrondtekening met de inrichtingsgrens en de relevante functies zoals brouwinstallatie, opslag, de koelinstallatie, stookinstallatie, eventueel restaurant en dergelijke. Ten slotte kan de melding worden ingediend bij het bevoegde gezag. Daarbij zal de AIM ook aangeven dat een Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets nodig is (http://exsin.nl/milieu-en-ruimtelijke-regelgeving-voor-microbrouwerijen-niet-eenvoudig-exsin-kan-u-helpen/).

Volgens mij is bij een Activiteitenbesluitmelding naast een AIM-formulier en een plattegrondtekening ook een beschrijving van de maatregelen tegen geurhinder nodig.

Bij het nemen van maatregelen geldt in zijn algemeenheid het BBT-principe. Dit betekent dat het bevoegd gezag ook de kosteneffectiviteit van de maatregel meeweegt. Voor de beoordeling van de kosteneffectiviteit van geurhinderbestrijdingsmaatregelen bestaat geen landelijk geaccepteerd beoordelingssysteem (www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/ner/geur-0/handleiding-geur/voorbeelden/kostenafweging-drie/voorbeeld/).

En het kan zelfs nog een stap verder gaan:

Het bevoegd gezag kan binnen vier weken na ontvangst van de melding, bedoeld in het eerste en tweede lid, indien onvoldoende aannemelijk is dat aan artikel 3.5b en artikel 3.5d, respectievelijk artikel 3.140 wordt voldaan, besluiten dat een rapport van een geuronderzoek wordt overgelegd.
5 Een geuronderzoek als bedoeld in het vierde lid wordt uitgevoerd overeenkomstig NTA 9065 (http://wetten.overheid.nl/BWBR0022762/2016-01-01#Hoofdstuk1_Afdeling1.2_Artikel1.17).

De Roever Omgevingsadvies heeft zo een onderzoek uitgevoerd voor een microbrouwerij op 6 juli 2015:
Gebouw 5 op het NRE terrein, FIFTH|NRE, is een samenstel van gebouwen bestaande uit podiumzaal, jazzrestaurant, micro-brouwerij, grandcafé en kantoorruimte. Voor het gebouw met de podiumzaal van FIFTH|NRE is een melding ingediend op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Deze beoordeling voor het aspect geur behoort bij de melding op grond van het Activiteitenbesluit. De melding omvat twee geurbronnen, waarvan de invloed op geurgevoelige locaties in de omgeving moet worden beoordeeld:
- restaurant;
- stadsbrouwerij
...
Voor de beoordeling van de geurhinder door de stadsbrouwerij moet in eerste instantie worden uitgegaan van de bijzondere regeling voor bierbrouwerijen uit de Nederlandse emissierichtlijn lucht (NeR). Deze bijzondere regeling heeft alleen betrekking op grote bierbrouwerijen (IPPC). De beoogde stadsbrouwerij is geen IPPC-inrichting. Deze valt onder het Activiteitenbesluit milieubeheer. Voor kleinere bierbrouwerijen (niet-IPPC) gelden de regels uit de Activiteitenregeling.
Net als bij het restaurant is bij de stadsbrouwerij volgens de Activiteitenregeling (artikel 3.103 lid 1) sprake van ‘bedrijfsmatige voedselbereiding'. Voor het voorkomen of tot een aanvaardbaar niveau beperken van geurhinder moet voldaan worden aan de voorschriften die staan in de Activiteitenregeling. Geur is voor deze activiteit uitputtend geregeld (www.eindhoven.nl/ruimtelijkeplannen/plannen/NL.IMRO.0772.80258-/NL.IMRO.0772.80258-0301/b_NL.IMRO.0772.80258-0301_tb14.pdf).

Bijzonder dat een onderzoek van 2015 verwijst naar de NER terwijl deze regeling voor brouwerijen al niet meer bestaat? Ik had in 2014 al aandacht voor de NER (omdat ik dacht dat het leek op de MER). 

Volgens mij valt een brouwerij onder een andere paragraaf dan een restaurant in het Activiteitenbesluit en zijn er andere kaders. Waar het echter om gaat zijn de maatregelen:

Maatregelen
Voor de beoogde stadsbrouwerij is gekozen voor afzuiging met een hoogte van ten minste twee meter boven de hoogste daklijn van de binnen 25 meter van de uitmonding gelegen bebouwing afgevoerd. De afzuiging is weergegeven op afbeelding 2. Binnen 25 meter van de afzuiging liggen geen andere gebouwen. De afzuiging bevindt zich op een hoogte van 2 meter boven de hoogste daklijn van het eigen gebouw..... Bij kleine brouwerijen moet de geurconcentratie op immissieniveau worden beperkt door het toepassen van maatregelen volgens de stand der techniek die in de hierna genoemde lijst zijn aangegeven, via good housekeeping en het gesloten houden van installaties en productieruimten. De geurconcentratie op immissieniveau kan ook worden beperkt door het verhogen van het emissiepunt van de dampen van de kookketel. Onder de maatregelen volgens de stand der techniek bij kleine brouwerijen wordt het volgende verstaan:
- het sluiten van deuren en ramen van het brouwhuis;
- het afdekken van de bostelbakken;
- het regelmatig reinigen van de bostelsilo;
- het beperken van de uitstoot bij vergisting en lagering door het plaatsen van een wasfles ter absorptie van de reukstoffen uit het koolzuur voordat deze naar buiten wordt afgeblazen;
- de gistopslag (voor hergebruik en afvoer) laten plaatsvinden in gesloten tanks;
- het combifilter (kiezelgoer en sterielplaten) uitvoeren in een gesloten systeem;
- de deksels van de rotapool, de bierketel en de klaringskuip gesloten houden;
- de opslag van verbruikt kiezelgoer afdekken;
- het afwateringssysteem gesloten uitvoeren;
- het dichten van kieren in het brouwhuis.
Als zich woningen bevinden op korte afstand van een kleine brouwerij en er is sprake van geurhinder, dan kunnen maatregelen op het gebied van good housekeeping worden toegepast om de uitworp van geur uit diffuse bronnen te verminderen of een schoorsteen kan dienen om de immissieconcentratie op leefniveau te verlagen.  (www.eindhoven.nl/ruimtelijkeplannen/plannen/NL.IMRO.0772.80258-/NL.IMRO.0772.80258-0301/b_NL.IMRO.0772.80258-0301_tb14.pdf).

De belangrijkste hindercomponent bij een brouwerij is geur. Het is technisch mogelijk om zodanig te brouwen dat er geen sprake is van geuroverlast. In de gemeente ‘s-Hertogenbosch heeft men hierin ervaring. De heer Van Loon neemt maatregelen die voorkomen dat er geurhinder ontstaat. De kookdampen worden gecondenseerd via een condensor die op de pan geplaatst wordt. Hierdoor worden de kookdampen als condenswater afgevoerd via het riool. Deze brouwmethode doet geen
afbreuk aan het ambachtelijke brouwproces waarnaar hier gestreefd wordt en is goed toepasbaar. Daarnaast wordt een koolstoffilter geplaatst om eventueel nog resterende geuren te filteren (www.heusden.nl/risarchief/LoketDocumenten/02_d_1.%20ruimtelijke%20onderbouwing.pdf).

Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets
De Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) is een afweging van het bevoegde gezag om te bepalen of het bevoegd gezag wel of niet instemt met het uitvoeren van die activiteit op een specifieke locatie. De omgevingsvergunning beperkte milieutoets bevat geen voorschriften, het is een ja- of nee-beschikking.
De OBM moet verplicht worden aangevraagd, omdat in categorie D37.1 van de bijlage bij het Besluit milieu-effectrapportage de oprichting, wijziging of uitbreiding van een bierbrouwerij is vermeld. Bij bierbrouwerijen moet dus worden beoordeeld of een milieu-effectrapportage (MER) opgesteld moet worden. Deze toets lijkt overtrokken, omdat het bij kleine brouwerijen vaak niet veel onderscheid is met horeca, maar niet vergeten moet worden dat in de milieuwetgeving er geen onderscheid wordt gemaakt in omvang. Door de OBM heeft het bevoegde gezag de mogelijkheid om onderscheid te maken in grote en kleine brouwerijen. In de aanvraag om OBM kan worden aangegeven hoe kleinschalig de omvang van de brouwerij is.
Het aanvraagformulier voor de OBM is te vinden op het Omgevingsloket Online (OLO) en omvat naast de algemene NAW-gegevens enkel twee hokjes om aan te vinken. Naast het aanvraagformulier moet ook een toelichting worden gevoegd. In deze toelichting moet ingegaan op de aard en omvang van de brouwerij. Hierbij dient aandacht te zijn voor onder meer de aspecten geur, geluid en verkeersaantrekkende werking. Het blijkt dat het opstellen van een melding en het aanvragen van een OBM voor veel brouwers een klus is die veel vragen oproept. Exsin kan u hierbij ondersteunen. Wij kunnen uw vragen beantwoorden of desgewenst voor u een melding Activiteitenbesluit, tezamen met een aanvraag OBM verzorgen (http://exsin.nl/milieu-en-ruimtelijke-regelgeving-voor-microbrouwerijen-niet-eenvoudig-exsin-kan-u-helpen/).

Nu zullen de regels in België anders zijn, maar de technieken zullen vergelijkbaar zijn:
In opdracht van de Vlaamse Regering is bij VITO in 1995 een kenniscentrum voor Beste
Beschikbare Technieken opgericht. Dit BBT-kenniscentrum heeft als taak informatie te verspreiden
over milieuvriendelijke technieken in bedrijven.
...
Voor producenten van mout, alsook brouwerijen, worden stofemissies (droog stof) relevant
geacht. Alle Vlaamse mouterijen passen, naast preventieve maatregelen ter beperking van stofemissies, ook doekfilters toe ter behandeling van de afgezogen lucht. Voor zover bekend, is dit ook het geval voor de meeste Vlaamse brouwerijen.
...
Enkele voorbeelden van BBT ter beperking van het watergebruik in drankenbedrijven zijn: een
CIP-reinigingssysteem zoveel als mogelijk toepassen en optimaliseren, het watergebruik in de
spoelzone van de flessenreinigingsinstallatie optimaliseren bij herbruikbare flessen en het surplus
aan water hergebruiken bij pasteurisatie van dranken in verpakking.
...
Enkele voorbeelden van BBT ter beperking van het energieverbruik in drankenbedrijven zijn:
overmatig energieverbruik in verwarmings- en koelprocessen voorkomen, warmteterugwinning
toepassen en optimaliseren, en biogas valoriseren dat gevormd wordt tijdens de anaerobe zuivering
van afvalwater.
Enkele voorbeelden van BBT ter beperking van afval/nevenstromen in de drankenindustrie zijn:
het afvulproces optimaliseren en uitgaande stromen scheiden ter optimalisatie van gebruik, hergebruik, terugwinning, recyclage en verwijdering.
...
Om concreet inhoud te kunnen geven aan het begrip BBT, dient de algemene definitie van VLAREM
I nader verduidelijkt te worden. Het BBT-kenniscentrum hanteert onderstaande invulling van de drie elementen.
“Beste” betekent “beste voor het milieu als geheel”, waarbij het effect van de beschouwde techniek op de verschillende milieucompartimenten (lucht, water, bodem, afval) wordt afgewogen;
“Beschikbare” duidt op het feit dat het hier gaat over iets dat op de markt verkrijgbaar en redelijk in kostprijs is. Het zijn dus technieken die niet meer in een experimenteel stadium zijn, maar effectief hun waarde in de bedrijfspraktijk bewezen hebben. De kostprijs wordt redelijk geacht indien deze haalbaar is voor een ‘gemiddeld’ bedrijf uit de beschouwde sector én niet buiten verhouding is tegenover het behaalde milieuresultaat;
“Technieken” zijn technologieën én organisatorische maatregelen. Ze hebben zowel te maken met procesaanpassingen, het gebruik van minder vervuilende grondstoffen, end-of-pipe maatregelen, als met goede bedrijfspraktijken. Het is hierbij duidelijk dat wat voor het ene bedrijf een BBT is dat niet voor een ander hoeft te zijn. (zie http://emis.vito.be/sites/emis.vito.be/files/pages/migrated/BBT_dranken_eindrapport.pdf).



donderdag 22 december 2016

milieuneutraal veranderen van een inrichting van Heineken Nederland Supply aan de Rietveldenweg 25 te 's-Hertogenbosch

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant heeft op 11 november 2014 een aanvraag ontvangen van Heineken. Op 22 december 2014 werd een vergunning verleend onder kenmerk C2160207/3729328 voor het milieuneutraal veranderen van een inrichting van Heineken Nederland Supply aan de Rietveldenweg 25 te 's-Hertogenbosch (www.brabant.nl/vergunningbijlage.axd?id=43196). Vandaag alweer 2 jaar geleden...

De aanvraag gaat over het saneren van de bestaande ondergrondse opslag van ethanol (inhoud 10.000 l) en het realiseren van een opslag in een bovengrondse IBC van 1.000 l. De IBC wordt rechtstreeks aan het proces gekoppeld. De ethanol moet er voor zorgen dat het koelwater niet bevriest (www.brabant.nl/vergunningbijlage.axd?id=43196).

Het bedrijf heeft al meer vergunningen:
Revisievergunning* 23-01-2013 C1690433/3340839 Nieuwe vergunning voor gehele bedrijf
Milieuneutraal veranderen 06-02-2013 C2099015/3350100 Plaatsen 2 maltosetanks
Milieuneutraal veranderen 27-02-2013 C2110874/3365420 Vervangen 3 CO2 opslagtanks
Milieuneutraal veranderen 18-09-2013 C2118100/3469778 Bouw mouttransportsysteem
Milieuneutraal veranderen 06-06-2014 C2135826/3602985 Plaatsing 2 suikersilo’s
De hierboven genoemde vergunningen waar een * bij staat, zijn  volgens de Invoeringswet Wabo
gelijkgesteld aan een omgevingsvergunning voor onbepaalde tijd (www.brabant.nl/vergunningbijlage.axd?id=43196).

Ik dacht dat voor brouwerijen een melding Activiteitenbesluit met een OBM voldoende was, maar blijkbaar is dat dus niet altijd zo.

Gedeputeerde Staten zijn bevoegd gezag voor de inrichting. Dit volgt uit artikel 2.4 van de Wabo
juncto artikel 3.3 lid 1 van het Bor. De activiteiten van de inrichting zijn genoemd in Bijlage I
onderdeel C categorie 1.3.b van het Bor en daarnaast betreft het een inrichting waartoe een
IPPC-installatie behoort (cat. 6.4.b) (www.brabant.nl/vergunningbijlage.axd?id=43196).

De inrichting waarvoor vergunning is aangevraagd, wordt aangemerkt als een type C inrichting met
IPPC-installatie.
Volgens de aanvraag vinden de volgende activiteiten plaats, die vallen onder de werkingssfeer van
het Activiteitenbesluit:
 Het saneren van een ondergrondse ethanoltank en
 Het lozen van hemelwater, dat niet afkomstig van een bodembeschermende voorziening.
Op basis van artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit moeten deze activiteiten worden gemeld. De
aanvraag wordt ten aanzien van de activiteiten die onder het Activiteitenbesluit vallen aangemerkt
als melding.
Voor de aangevraagde activiteiten houdt dit in dat - voor zover deze betrekking hebben op de
genoemde (deel)activiteiten - moet worden voldaan aan de volgende artikelen uit het
Activiteitenbesluit en de bijbehorende Activiteitenregeling  (www.brabant.nl/vergunningbijlage.axd?id=43196).

De OBM is vanwege de MER:

Heineken is een bierbrouwerij. In onderdeel D van de bijlage van het Besluit Milieueffectrapportage
zijn onder categorie 37.1 de bierbrouwerijen genoemd. Uit de omschrijving van de kolom
‘activiteiten’ blijkt dat het moet gaan om ‘De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie
van een bierbrouwerij’. Wij hebben geoordeeld het hier niet een verandering betreft aan een
installatie, die bestemd is voor de productie van bier. De M.e.r. beoordelingsplicht is daarom niet
van toepassing  (www.brabant.nl/vergunningbijlage.axd?id=43196).

Als voorschrift is gesteld: Ter vaststelling van de kwaliteit van de bodem als referentiesituatie moet een nulsituatieonderzoek zijn uitgevoerd ter plaatse van de opstelplaats van de IBC met ethanol  (www.brabant.nl/vergunningbijlage.axd?id=43196).

Vanuit het oogpunt van de bescherming van de bodem valt de opslag van ethanol in een IBC te
verkiezen boven de opslag in een ondergrondse tank. Visuele controle op de (bovengrondse) opslag
in een IBC is namelijk altijd mogelijk.
Voor het laten uitvoeren van een nulsituatieonderzoek hebben wij, op grond van artikel 2.11 lid 2
uit het Activiteitenbesluit, een maatwerkvoorschrift opgenomen, namelijk voorschrift 1.1.1. ... De bescherming van de bodem is voor type C bedrijven met een IPPC-installatie geregeld in het
Activiteitenbesluit (afdeling 2.4). Echter, de verplichting tot het uitvoeren van een nulsituatieonderzoek (artikel 2.11, eerste lid het de Activiteitenbesluit), geldt niet voor type C bedrijven met een IPPC-installatie. Middels een maatwerkvoorschrift kan de uitvoering van dit onderzoek aan de vergunning verbonden worden  (www.brabant.nl/vergunningbijlage.axd?id=43196).

Op www.infomil.nl/onderwerpen/integrale/activiteitenbesluit/themas/bodem-0/bodembescherming/bodemonderzoek/ lees ik:

Artikel 2.11 lid 1 van het Activiteitenbesluit geldt niet voor inrichtingen met een IPPC-installatie. Omdat volgens dit lid een situatierapport binnen drie maanden na oprichting van de inrichting moet worden opgestuurd.
Voor inrichtingen met een IPPC-installatie is in artikel 4.3 lid 2 van de Regeling omgevingsrecht opgenomen dat het situatierapport voor de start van de activiteiten moet worden ingediend (bepaling voortkomend uit de Richtlijn Industriële Emissies).
In geval van veranderingen binnen een bedrijf kan het bevoegd gezag gemotiveerd eisen dat een bodemonderzoek ter plaatse nodig is. En een maatwerkvoorschrift opstellen. Daarnaast moet het bedrijf binnen zes maanden na beëindiging van de bedrijfsactiviteiten een bodemonderzoek uitvoeren. Daarna moet  binnen zes maanden na toezending van het bodemonderzoek aan het bevoegd gezag, veroorzaakte verontreiniging verwijderd worden.
Het uitvoeren en rapporteren van bodemonderzoek moet gebeuren door een erkend bedrijf op grond van het Besluit bodemkwaliteit en voldoen aan de NEN 5740. Een aanwezige vloerstofdichte vloer of verharding wordt tijdens bodemonderzoek niet doorboord of aangetast (www.infomil.nl/onderwerpen/integrale/activiteitenbesluit/themas/bodem-0/bodembescherming/bodemonderzoek/).

Dus Heineken moet een bodemonderzoek doen naar ethanol in de bodem voor de verandering van hun opslagmethode (IBC ipv ondergrondse tank).

Een IBC container (Intermediate Bulk Container) is een van de nieuwere vormen van industriële verpakkingen met als groot voordeel meer volume inhoud op dezelfde vierkante meter. De IBC containers zijn verkrijgbaar in een 1000 liter en 600 liter uitvoering. De 1000 liter uitvoering is de meest gebruikte in de handel....Door de vorm en afmeting neemt de 1000 liter IBC container net zoveel ruimte in als 1 pallet met 4 stuks 200 liter vaten maar kan tot 20% meer vloeistof bevatten en zijn tot 2-hoog te laden in een zeecontainer.

De IBC containers zijn uitgevoerd met een stalen doorzichtig framewerk op een stalen, kunststof of houten pallet met daarin een kunststof blaas van HDPE (hoge dichtheid poly ethyleen) met aan de bovenzijde een vuldop van 150 mm of 225 mm, en aan de onderzijde een aftapkraan met een 2'' of 3'' aansluiting.
IBC containers zijn standaard uitgevoerd met een naturel binnenblaas (doorzichtig) maar zijn ook te verkrijgbaar in een zwarte en witte uitvoering (www.blomamsterdam.nl/vatenhandel/ibc-containers).

IBC = Intermediate Bulk Container, een stijve of flexibele verpakking die in hoofdstuk 6.5 van het ADR is genoemd (www.infomil.nl/onderwerpen/hinder-gezondheid/veiligheid/pgs/handleiding-pgs-15/hoofdstuk-3/verpakking/).


IBC-bouwstoffen zijn niet-vormgegeven bouwstoffen die alleen mogen worden toegepast met isolatie-, beheers- en controle- (IBC) maatregelen, omdat het toepassen zonder deze maatregelen anders leidt tot teveel emissies naar het milieu (www.rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/bodem-ondergrond/bbk/vragen/bouwstoffen-ibc/faq/ibc-bouwstoffen/).

IBC-maatregelen houden onder andere het volgende in:
1. Van het werk waarin een IBC-bouwstof wordt toegepast moet een ontwerp worden gemaakt. De onderdelen van het ontwerp zijn o.a. beschrijving van werk (incl. tekeningen), de bepaling van ontwerppeil en aanleghoogte, zettingsberekeningen van de ondergrond, de isolerende voorziening en drooglegging.
2. Het ontwerp van het werk waarin de IBC-bouwstoffen worden toegepast moet zijn gekeurd door de Advieskamer bodembescherming.
3. Vanwege de beheersbaarheid moet minimaal 10.000 m3 in een aaneengesloten, hoeveelheid worden toegepast. Hierbij is het wel toegestaan dat een ophoging wordt onderbroken door bijvoorbeeld een viaduct.
4. De bovenzijde en zijkanten van een IBC-bouwstof moet worden voorzien van een isolerende voorziening om te voorkomen dat regenwater in de IBC-bouwstof kan infiltreren.
5. De onderzijde van de toe te passen IBC-bouwstof moet minimaal 0,5 meter boven het ontwerppeil van het grondwater liggen, waarbij onder andere rekening moet worden gehouden met eventueel optredende zettingen en capillaire stijghoogte. Hiervoor kan het niveau van het oorspronkelijke maaiveld worden aangehouden.
6. Er moet controle en onderhoud plaatsvinden om de kwaliteit van het geheel aan getroffen maatregelen op peil te houden (http://www.rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/bodem-ondergrond/bbk/vragen/bouwstoffen-ibc/faq/ibc-maatregelen/).

vrijdag 29 januari 2016

RVS

RVS is bij (hobby)brouwers wel bekend:

Roestvaststaal wordt ook wel RVS of inox (Engelse benaming) genoemd en in de volksmond beter bekend als roestvrijstaal. Het is een veredeld metaal, corrosiebestendig en zeer sterk, en heeft in geborstelde vorm een exclusieve uitstraling. RVS soorten worden uitgedrukt met cijfers zoals 304 (gewoon) en 316 (zeewaterbestendig) (www.metaalwinkel.nl/rvs+roestvaststaal.kw).
Roestvast of roestvrij staal, ook rvs of inox genoemd, is een legering van hoofdzakelijk ijzer, chroom, nikkel en koolstof. Om van roestvast staal te kunnen spreken, is minimaal 11 tot 12% chroom en maximaal 1,2% koolstof nodig. Verder zijn in veel soorten roestvast staal ook de elementen molybdeen, titanium, mangaan, stikstof en silicium terug te vinden.
De benaming roestvrij is algemeen ingeburgerd maar wordt door metallurgen liever niet gebruikt. Zij spreken van een roestvast staal, RVS kan namelijk wel roesten.
De oxidehuid van een roestvast materiaal sluit het onderliggende materiaal goed af, waardoor in bepaalde gevallen geen verdere roestvorming zal plaatsvinden of deze roestvorming vertraagd wordt. In de praktijk zijn er twee gevallen waarbij RVS kan roesten: bij de aanwezigheid van chlorides of bij de verontreiniging van het materiaal door 'gewoon' staal dat wel roest. Dit roesten kan vermeden worden door een correct type RVS te kiezen (geen 304 bij aanwezigheid van halogenen) en het materiaal te behandelen waarbij alle mogelijke verontreinigingen worden verwijderd. Dit is het zogenaamde beitsen, waarbij langs chemische weg alle verontreinigingen worden opgelost en verwijderd (https://nl.wikipedia.org/wiki/Roestvast_staal).

Het eerste roestvaste staal werd op 13 augustus 1913 door Harry Brearley in het laboratorium Brown-Firth gegoten, nadat hem in 1912 gevraagd was onderzoek voor de wapenindustrie te doen (https://nl.wikipedia.org/wiki/Roestvast_staal).

Harry Brearley (1871 - 1948) wordt beschouwd als uitvinder van roestvast staal. Op 13 augustus 1913 werd het eerste roestvast staal gegoten in het laboratorium Brown-Firth (https://nl.wikipedia.org/wiki/Harry_Brearley).

Harry Brearley (18 February 1871 – 14 July 1948) was an English metallurgist, usually credited with the invention of "rustless steel" (later to be called "stainless steel" in the anglophone world) (https://en.wikipedia.org/wiki/Harry_Brearley).

Zijn vader was smelter. Brearly ging op 12-jarige leeftijd werken bij een plaatselijke staalfabriek. Al snel werd hij assistent bij het chemisch laboratorium. Daarnaast studeerde hij in de avonduren. Al snel verwierf hij een grote expertise. In 1908 werd door twee grote staalfabrieken in Sheffield een gemeenschappelijk laboratorium opgericht: Brown Firth Research Laboratories, waarover Brearley de leiding kreeg. In 1912 kreeg dit laboratorium een onderzoekvraag in verband met de wapenindustrie. Het probleem was inwendige slijtage in de loop van vuurwapens en van kanonnen ten gevolge van hoge temperaturen bij het afvuren. Brearley kwam op het idee om chroom toe te voegen en ging de mengverhoudingen (Fe, C, Cr) systematisch onderzoeken (https://nl.wikipedia.org/wiki/Harry_Brearley).

In the troubled years immediately before World War I, arms manufacturing increased significantly in the UK, but practical problems were encountered due to erosion (excessive wear) of the internal surfaces of gun barrels. Brearley began to research new steels which could better resist the erosion caused by high temperatures (rather than corrosion, as is often mentioned in this regard). He began to examine the addition of chromium to steel, which was known to raise the material’s melting point, as compared to the standard carbon steels.
...
In order to undertake metallography to study the microstructure of the experimental alloys (the main factor responsible for a steel's mechanical properties) it was necessary to polish and etch the metallic samples produced. For a carbon steel, a dilute solution of nitric acid in alcohol is sufficient to produce the required etching, but Brearley found that the new chromium steels were very resistant to chemical attack (https://en.wikipedia.org/wiki/Harry_Brearley).

Roestvast staal wordt afhankelijk van zijn metallurgische structuur in verschillende families onderverdeeld, te weten de volgende:
Austenitische staaltypen (de 200- en 300-serie)
zijn staalsoorten met een austeniete kristallijne structuur waarvan het kristalrooster kubisch vlakgecentreerd is. Austenitische roestvaste staalsoorten beslaan ongeveer 70% van de totale rvs-productie. Dit staaltype heeft een maximum percentage van 0,15% koolstof, minimaal 16% chroom en genoeg nikkel of mangaan om de austenitische structuur bij alle temperaturen te behouden. De austenitische soorten zijn door hun kristalrooster nooit magnetisch en doordat er geen faseovergang plaatsvindt bij opwarming of afkoeling, zijn zij niet hardbaar door middel van een warmtebehandeling. Wel kunnen zij door koudvervorming worden gehard.
Austenitische chroom-nikkel-mangaanlegeringen (de 200-serie)
Type 201 is hardbaar door koudvervorming. Type 202 is een algemene veel gebruikte soort.
De meest veelvoorkomende austenitische rvs-soort is type 304, ook bekend als type 18/8 vanwege de aanwezigheid van 18% chroom en 8% nikkel. Een tweede veelvoorkomende rvs-soort uit de 300-serie is type 316, ook bekend als type 18/10 vanwege de aanwezigheid van 18% chroom en 10% nikkel. Type 316 heeft een betere corrosiebestendigheid dan type 304.
Ferritische staaltypen (400-serie)
Dit materiaal is geschikt voor toepassingen in een weinig agressief milieu. Ze zijn goed bewerkbaar maar hebben een lagere corrosiebestendigheid dan de 300-serie door de lagere percentages chroom en nikkel, de corrosiebestendigheid is daarentegen wel beter dan die van de martensitische staalsoorten. Ferritische staalsoorten zijn magnetisch en niet hardbaar door middel van een warmtebehandeling.
Martensitische staaltypen (400-serie)
Dit materiaal is goed te bewerken met een hoge hardheid en rekgrens, maar met verminderde corrosiebestendigheid. Martensitische rvs-soorten zijn altijd magnetisch en zijn goed te harden door middel van een warmtebehandeling. Deze rvs-soort wordt vaak gebruikt waar een hoge hardheid en sterkte, gecombineerd met een redelijke corrosiebestendigheid noodzakelijk is.
Een speciale vorm van het martensitische rvs-type is de precipitatie-hardende vorm. Dit type staal wordt gekenmerkt door een zeer goede corrosiebestendigheid, vergelijkbaar met de austenitische soorten, en een hardheid en rekgrens die boven die van de martensitische soorten ligt. Een veelvoorkomend voorbeeld van dit type rvs is 17-4PH, zo genoemd vanwege een percentage van 17% chroom en 4% nikkel. de 'PH' staat voor precipitation hardenable.
...
Industrieel gebruikt men veelal de Amerikaanse normalisatie:
AISI 304 (1.4301) bestaat uit 18% chroom en 8% nikkel. Deze legering is in zachtgegloeide toestand niet-magnetisch en niet hardbaar, in koudvervormde toestand zwak magnetisch. Minder gevoelig voor uitscheiding van chroomcarbiden tijdens lassen.
Een meer corrosiebestendige maar duurdere soort is AISI 316 (EN 1.4401) met 16% chroom en 10% nikkel en 2% molybdeen. Type 316 is beter bestand tegen zoutcorrosie en wordt veel toegepast in de scheikundige industrie.
316L (1.4404, "L" staat voor "low carbon") heeft een laag koolstofgehalte om een gemakkelijker lasbaar roestvast staal te verkrijgen, en de corrosiegevoeligheid na het lassen te beperken.
Een andere manier om dit staal lasbaarder te maken is door toevoeging van titaan aan de legering, hetgeen het type 316Ti (1.4571) oplevert. Deze oplossing is technisch vrijwel evenwaardig. Alleen wanneer men architecturale toepassingen beschouwt, moet men rekening houden met een "typisch" slijpbeeld van titaangelegeerde soorten.
De magnetische eigenschap van rvs wordt bepaald door de kristalstructuur, dus door de samenstelling van het soort rvs. Roestvaste staalsoorten met tussen 6 en 26% nikkel (de 300-reeks uit de AISI) zijn austenitisch en daarom niet-magnetisch in geleverde toestand. Ze zijn uitstekend vervormbaar (plooien, dieptrekken, strekken) en ook schokbestendig doorheen het temperatuursbereik van heel lage tot heel hoge temperaturen. Nikkel zorgt ervoor dat het staal in zijn austenitische toestand blijft tijdens het afkoelen. De overige elementen verhogen de corrosieweerstand en verwerkbaarheid van het staal. Bij sterke koudvervorming verandert de kristalstructuur echter, waardoor wel magnetische eigenschappen optreden bij austenitisch rvs. Martensitische, ferritische en duplex roestvaststaalsoorten zijn daarentegen magnetisch (https://nl.wikipedia.org/wiki/Roestvast_staal).

Wanneer het chroom met zuurstof in aanraking komt, vormt het een onzichtbaar laagje chroom(III)oxide (ook genaamd: dichroomtrioxide) (Cr2O3), de oxidehuid. Dit laagje beschermt het onderliggende metaal tegen verdere roestvorming (oxidatie).
De hoeveelheid koolstof bepaalt de hardheid van het staal. Een staalsoort met veel koolstof is daardoor moeilijk bewerkbaar.
Roestvaste staalsoorten met tussen 6 en 26% nikkel (de 300-reeks uit de AISI) zijn austenitisch en niet-magnetisch in geleverde toestand. Ze zijn uitstekend vervormbaar (plooien, dieptrekken, strekken) en ook schokbestendig in het hele temperatuurbereik, van heel lage tot heel hoge temperaturen.
Vele Roestvaste staalsoorten zijn zeer gevoelig voor chloor. Stadswater, zwembadwater, natriumhypochloriet (NaOCl), waterstofchloride (HCl) en ijzer(III)chloride (Fe2Cl3) zijn zeer agressief op roestvast staal. Putcorrosie (Engels: pitting) is de corrosie waarbij zich putjes in het oppervlak vormen. Als bijvoorbeeld roestvast staal AISI 304 in contact komt met chloorhoudend water, van bijvoorbeeld drinkwater of zwembadwater, dan zal het chloor plaatselijk de beschermende laag chroomoxide aantasten. Er ontstaat dan het begin van een ondiep putje, waar zich weer meer chloorionen verzamelen, waardoor de aantasting bij voorkeur op die plaats doorgaat en het putje dieper wordt. Uiteindelijk ziet het materiaal er grotendeels gaaf uit, maar met een aantal putjes over het oppervlak. Typisch bij putcorrosie zijn de gaatjes juist naast een lasnaad. Roestvaste staalsoorten met het legeringselement molybdeen, zoals 316 en 316L, kunnen wel weerstaan aan chloor en hebben een goede weerstand tegen putcorrosie.
Door diverse bewerkingen die producten van roestvast staal ondergaan, kunnen aan de buitenzijde van het metaaloppervlak veranderingen ontstaan, waardoor het roestvaste karakter tijdelijk of blijvend wordt aangetast....Om dit euvel tegen te gaan, is er een methode ontwikkeld om het metaal te voorzien van een nieuwe passieve laag. Het is hierbij meestal gewenst de bewerkte producten eerst te ontvetten met een oplossing van natronloog (NaOH) en daarna te beitsen met een mengsel van salpeterzuur (HNO3) en waterstoffluoride (HF). Met het beitsen wordt een dunne laag van het metaaloppervlak en bestaande oxidehuid opgelost inclusief verontreinigingen. Doordat bij het beitsen ijzer sneller in oplossing gaat dan chroom, wordt de oxidehuid effectief verrijkt aan chroom. Het eigenlijke passiveren geschiedt door een behandeling in een bad met salpeterzuur, waarbij de oxidehuid wordt hersteld en de passieve toestand terugkeert. Door deze behandeling krijgt het onderliggende metaal zijn oorspronkelijke corrosiebescherming terug (https://nl.wikipedia.org/wiki/Roestvast_staal).

RVS kan echter ook staan voor RvS:

De Raad van State (RvS) is in Nederland een adviesorgaan van de regering en de hoogste bestuursrechter van het land. De RvS is in 1531 opgericht door keizer Karel V en is een van de oudste regeringsorganen ter wereld (https://nl.wikipedia.org/wiki/Raad_van_State_(Nederland)).
De Raad van State heeft een geschiedenis die teruggaat tot 1531. Begonnen als adviseur van de landvoogd heeft de Raad zich in bijna vijf eeuwen ontwikkeld tot bestuursrechter en wetgevingsadviseur. De Raad is niet meer weg te denken uit ons staatsbestel
....
Toen keizer Karel V op 1 oktober 1531 de Raad van State voor de Nederlanden instelde als Conseil d'Etat, sloot hij aan bij een lang bestaande traditie. Een middeleeuwse vorst besliste over de belangrijkste zaken van oorlog en vrede. Hij deed dat na overleg met de hoogste edellieden van het land, de connetabelen.
....
De landvoogdes riep de Raad niet erg vaak bijeen. Belangrijke leden als prins Willem van Oranje en de graaf van Egmond weigerden daarom na enige tijd nog langer aan de werkzaamheden van de Raad deel te nemen. Zij namen in 1567 ontslag. In datzelfde jaar, toen Alva landvoogd werd, leidde de Raad niet veel meer dan een papieren bestaan. Belangrijk was wel dat hij het gezag van de landsheer moest waarnemen als er geen landvoogd was en dat is in de geschiedenis enkele keren voor gekomen.
...
In 1795 hield de Raad van State op te bestaan. In 1805 werd hij heropgericht als adviesorgaan, maar bij de inlijving van Nederland bij Frankrijk, in 1810, verdween hij weer.... De Grondwet van 1814 bracht de gedecentraliseerde eenheidsstaat. ...De Grondwet herstelde de Raad van State in ere en bepaalde dat de koning alle 'daden van Souvereine waardigheid', zou plegen na advies van de Raad. Dit betekende dat in elk geval alle wetsontwerpen en alle belangrijke koninklijke besluiten de Raad moesten passeren. De Raad van State werd voorgezeten door de Koning zelf; de erfprins was lid van de Raad vanaf zijn achttiende  (www.raadvanstate.nl/over-de-raad-van-state/geschiedenis.html).

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van de regering over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van Nederland. De werkwijze en taken van de Raad van State zijn vastgelegd in de Grondwet en in de Wet op de Raad van State. Koning Willem-Alexander is Voorzitter van de Raad van State. De dagelijkse leiding berust bij de vice-president, momenteel is dat mr. J.P.H. Donner (www.raadvanstate.nl/over-de-raad-van-state/de-raad-van-state-in-het-kort.html).

De taken van de Raad van State zijn vastgelegd in artikel 73 - 75 van de Nederlandse Grondwet en in de Wet op de Raad van State. Zijn functie is tweeledig:
1. Uitbrengen van adviezen aan de Nederlandse regering over voorgestelde wetten en algemene maatregelen van bestuur (AMvB). De RvS kijkt hierbij vooral naar kwaliteit en uitvoerbaarheid van wetten en of de voorstellen wel in overeenstemming zijn met de grondwet, andere wetten en verdragen.
2. Rechtspreken over kwesties waarin burgers, asielzoekers en particuliere organisaties het niet eens zijn met beslissingen van de overheid, zoals verleende vergunningen. De RvS is de hoogste instantie die een uitspraak kan doen over een geschil tussen burger en overheid.
Wanneer er geen regent is aangewezen, is de RvS regent voor een mogelijk minderjarige of ongeboren koning. De RvS speelt ook een rol wanneer de koning niet in staat is te regeren en er geen regent is aangewezen (dit gebeurde in 1889) en wanneer de troon vacant is en er onzekerheid over de erfopvolging bestaat.
De Nederlandse Raad van State heeft twee afdelingen:
Afdeling advisering van de Raad van State (AARvS)
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS), de hoogste algemene bestuursrechter van Nederland (https://nl.wikipedia.org/wiki/Raad_van_State_(Nederland)).

De Afdeling bestuursrechtspraak is verdeeld in drie juridische kamers, die zich buigen over de verschillende onderwerpen. Voorbeelden van onderwerpen waarover de Afdeling bestuursrechtspraak uitspraken doet
Geschillen over bouwvergunningen
Handhavingsgeschillen
Het al dan niet toekennen van subsidies
Beslissingen op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob)
Bestemmingsplannen
Milieuzaken
(www.raadvanstate.nl/over-de-raad-van-state/de-raad-van-state-in-het-kort.html)

Iedere woensdag staat vanaf 10.15 uur de volledige tekst van de uitspraken in hoofdzaken van de Afdeling bestuursrechtspraak op de site (www.raadvanstate.nl/).

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van de regering over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land. De Raad van State is een Hoog College van Staat. De Staten-Generaal, de Algemene Rekenkamer en de Nationale ombudsman zijn dat bijvoorbeeld ook. Dit zijn bij de Grondwet geregelde instituten belast met een eigen taak, die zij onafhankelijk van de regering uitvoeren. De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag (www.raadvanstate.nl/over-de-raad-van-state.html).

De RvS is dus relevant voor (micro)brouwers om te weten wat wel en niet mag, volgens een bestemmingsplan, bouw- en milieuvergunning. Maar eerst is er nog de gemeente:

Het vervelende is dat een goede locatie voor een dergelijke horecagelegenheid annex brouwerij nooit te vinden is op een industrieterrein. Dit betekende tot voor kort altijd trammelant als het gaat over het verkrijgen van een milieuvergunning. De oorzaak daarvan is gelegen in het feit dat overheidsinstanties bij bierbrouwerijen meteen denken aan grote brouwerijen met grote geurproblemen. Degenen die in de buurt van de Heinekenbrouwerij in Den Bosch wonen weten onmiddellijk wat ik bedoel. Uiteraard is de geuroverlast voor de omgeving gerelateerd aan de omvang van de brouwerij, maar omdat hierover weinig informatie bestaat spelen de gemeentelijke milieuambtenaren op zeker. Aan de paar brouwcafé's die Nederland kent zijn dan ook vrij strenge milieueisen gesteld, hoe klein de brouwerij ook is.
Dat een dergelijke wijze van benadering wel erg rigide is vond ook de Raad van State, het hoogste bestuursrechtelijke college van Nederland. Op 13 oktober 1998 deden de rechters mr. Leyten-Wijkerslooth, mr. Konijnbelt en mr. Korte-van Hemel een uitspraak over het beroep dat omwonenden had ingesteld tegen een besluit van de gemeente Heukelum. Bij dit besluit had de gemeente een vergunning verleend aan B.A. Kuipers-Weltevreden te Herwijnen (hierna door mij genoemd brouwerij 't Kuipertje) voor het oprichten en in werking hebben van een ambachtelijke bierbrouwerij annex proeflokaal, sectie D, no. 383, plaatselijk bekend Appeldijk 18 te Heukelum, zoals dat allemaal officieel heet.
Degenen die op bezoek zijn geweest bij 't Kuipertje weten dat de brouwerij buiten de bebouwde kom gevestigd is aan de rand van het terrein van een oude steenfabriek in een voormalig koetshuis. Er zijn wel woningen in de buurt en de dichtsbijgelegene bevindt zich op 10 meter van het bedrijf. De omwonenden vonden dat door de brouwerij de natuurwetenschappelijke waarden in de omgeving aangetast werden en ook waren ze bang dat ze geluidhinder van het bedrijf zouden ondervinden.
Het was de Raad van State gebleken dat het proeflokaal één dag per week is opengesteld voor publiek en verder vier à vijf dagen in de week op afspraak. Met het brouwen van bier is ongeveer anderhalve dag in de week gemoeid. Gemiddeld wordt er 375 liter bier per week gebrouwen. Dit bier wordt nagenoeg alleen binnen het proeflokaal gedronken, levering aan derden vindt nauwelijks plaats. Naar het oordeel van de Raad van State heeft onder deze omstandigheden het brouwen van bier een zodanig kleinschalig karakter dat het bedrijf in hoofdzaak is bestemd voor het tegen vergoeding schenken van bier.
Gelet daarop en gezien het feit dat de brouwerij aan alle voorwaarden van het Besluit horecabedrijven milieubeheer (hierna kortweg het Besluit genoemd) voldoet had volgens de Raad van State de gemeente Lingewaal ten onrechte een vergunning op grond van de Wet milieubeheer verleend omdat deze niet nodig was! Voldoe je namelijk aan alle eisen van het Besluit dan kun je volstaan met een melding aan het gemeentebestuur. Zo'n melding moet dan wel met een speciaal formulier worden gedaan.
Door beroep in te stellen tegen de milieuvergunning kregen de omwonenden de kous op de kop. In plaats dat brouwerij 't Kuipertje aan meer eisen moet voldoen hoeft ze alleen te voldoen aan het Besluit. Dit betekent niet dat de brouwerij aan geen enkele milieueis moet voldoen. Zo mag de geluidbelasting ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten niet te hoog zijn. Als een horecabedrijf onder het Besluit valt kunnen er echter geen aanvullende nadere eisen gesteld worden op het gebied van natuurbescherming, geluid, geur en dergelijke.
Conclusie
Als je een eigen brouwerijtje wilt beginnen doe dat dan in combinatie met een proeflokaal. Als de brouwactiviteiten ondergeschikt zijn aan de horeca-activiteiten heb je geen milieuvergunning nodig maar kun je volstaan met een melding op grond van het Besluit horecabedrijven milieubeheer bij de gemeente.
Wanneer je een brouwerij start zonder proeflokaal is altijd een milieuvergunning vereist (www.hobbybrouwen.nl/artikel/jurispru.html).

Het Besluit horecabedrijven milieubeheer heet tegenwoordig Activiteitenbesluit. Naast dat besluit geldt ook de OBM, NeR en MER, zoals ik al eens aangaf op mijn blog.

Bierbrouwerijen worden in de regelgeving en richtlijnen niet gedifferentieerd. Er is geen onderscheid tussen een grote brouwerij, zoals Heineken, Grolsch of InBev en kleine brouwerijtjes in de achtergronddocumenten. De VNG, een vereniging van gemeenten heeft een overzicht gemaakt bedrijven en daar een staat een reguliere bierbrouwerij genoemd onder de SBI-code 1105 en wordt gewaardeerd als milieucategorie 4.2. De vraag is nu waar de grens ligt tussen een kleine en een grotere brouwerij. In de SBI-lijst wordt daar geen onderscheid in gemaakt. In verschillende gemeenten wordt een kleine ambachtelijke brouwerij mogelijk gemaakt met een specifieke aanduiding in het bestemmingsplan, hetzij als 'horeca met een specifieke vorm brouwerij' of als 'bedrijf met een specifieke vorm brouwerij'. Soms een brouwerij 'verstopt' en wordt een brouwerijproeflokaal beschouwd als onderdeel van een biermuseum waar na afloop van een rondleiding een biertje geproefd kan worden. Daardoor is niet altijd eenvoudig in overheidsplannen een brouwerij te vinden, terwijl er juist meer stadsbrouwerijen komen.

De Standaard Bedrijfsindeling (SBI) is een hiërarchische indeling van economische activiteiten. De SBI is gebaseerd op de indeling van de Europese Unie (Nomenclature statistique des activités économiques dans la Communauté Européenne, afgekort : NACE) en op die van de Verenigde Naties (International Standard Industrial Classification of All Economic Activities, afgekort: ISIC). Het CBS gebruikt de SBI onder meer om bedrijfseenheden in te delen naar hun hoofdactiviteit. Tot 2009 werd de SBI’93 gebruikt. In 2008 vond een ingrijpende revisie plaats van de internationale bedrijfsindelingen en daarmee ook van de daarop gebaseerde SBI. De SBI’93 maakte plaats voor de SBI 2008 die beter aansloot bij de economische realiteit.. Dit had uiteraard gevolgen voor statistieken en registers.
De SBI kent meerdere niveaus die aangegeven worden door vier of vijf cijfers. De eerste vier cijfers van de SBI-code zijn, op een enkele uitzonderingen na, gelijk aan de Europese NACE. Het 5e cijfer is een nadere Nederlandse verbijzondering. De eerste twee cijfers van de SBI en NACE stemmen overeen met de ISIC, van de Verenigde Naties. De samenhang tussen internationale standaardclassificaties en de SBI is aangegeven in een schema (www.cbs.nl/nl-NL/menu/methoden/classificaties/overzicht/sbi/default.htm).

Aan de hand van de SBIcode en de VNGklasse worden bestemmingsplannen gemaakt. Als dat niet goed gaat kan de RvS daar uitspraken over doen, met betrekking tot brouwerijen:

Geen parkeer- en horecaproblemen bij Oijense brouwerij
23 oktober 2013
DEN HAAG/OIJEN/MACHAREN - Er zijn voldoende parkeerplaatsen bij de bierbrouwerij aan de Oijense Bovendijk in Oss, stelt de Raad van State in een uitspraak.
...
Ook hoeft buurman J. Boerakker uit Macharen niet te vrezen voor een zelfstandig cafe-restaurant naast de brouwerij. Immers, de bierbrouwerij haalt tweederde van de omzet uit het brouwen van gerstenat en eenderde uit de ondergeschikte horeca, aldus de Raad. Bovendien zijn de regels in het bestemmingsplan duidelijk, het cafe-restaurant mag alleen gekoppeld zijn aan de bierbrouwerij. Mocht die ooit verdwijnen dan zal ook het cafe-restaurant de deuren moeten sluiten.
Verder meent de Raad dat 32 parkeerplaatsen op het eigen bierbrouwerijterrein voldoende is. Daarbij gaat de Raad ervan uit dat de bezoekers gemiddeld met 5 mensen per twee auto's komen en niet allemaal alleen met 1 auto. Anders kan niemand van het bier proeven uiteraard. Kortom, alle bezwaren van Boerakker tegen de bierbrouwerij even verderop aan de dijk zijn van tafel.
(www.bd.nl/regio/oss-uden-veghel-e-o/oss/geen-parkeer-en-horecaproblemen-bij-oijense-brouwerij-1.4064180)

Uitspraak inzake bestemmingsplan "Bierbrouwerij - Oijen - 2012", Oss
23 Oktober 2013 10:50
201301370/1/R3.
Datum uitspraak: 23 oktober 2013
...
Ingevolge het bepaalde onder 4.1.2, onder a, wordt onder de functie "bierbrouwerij als hoofdfunctie met ondergeschikte horecafunctie" verstaan:
1. het brouwen van bier;
2. het geven van rondleidingen;
3. het houden van proeverijen;
4. het geven van biercursussen;
5. horeca, al dan niet voor passanten, met een oppervlakte van maximaal 113 m^2 die onlosmakelijk en als niet-zelfstandig onderdeel verbonden is met de bierbrouwerij.
Ingevolge het bepaalde onder b zijn de doelen in lid 4.1, onder 4.1.1, onder a tot en met h, vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van lid 4.1, onder 4.1.1, uitsluitend toegestaan mits de inrichting van de in deze bestemming begrepen gronden voldoet aan het inrichtingsplan dat als bijlage onderdeel uitmaakt van deze regels.
5.4. Niet in geschil is dat de exploitatie van de bierbrouwerij met bijbehorende dagrecreatieve activiteiten, de horeca-activiteiten en de verblijfsrecreatieve activiteiten van invloed zullen zijn op de omgeving. In het akoestisch onderzoek van Ulehake Bouwfysica van 12 juli 2011, dat de raad als uitgangspunt heeft genomen bij zijn beoordeling van het woon- en leefklimaat voor de omgeving, is uitgegaan van streefwaarden die gelden voor een landelijk gebied met een lage geluiddruk. In het akoestisch onderzoek zijn de activiteiten in de inrichting en op het terrein van de inrichting en de indirecte hinder door verkeer van en naar de inrichting op de openbare weg betrokken. In dit onderzoek is ook het terrasgeluid meegenomen. Conclusie van dit akoestisch onderzoek is dat er aan de streefwaarden geldend voor een landelijk gebied met een lage geluiddruk wordt voldaan. [appellant] heeft niet aannemelijk gemaakt dat de uitkomsten van dit onderzoek niet juist zouden zijn en dat hij in onaanvaardbare mate geluidhinder vanwege de inrichting zal ondervinden. Hierbij neemt de Afdeling voorts in aanmerking dat tussen het plangebied en de woning van [appellant] een afstand bestaat van 200 meter. Voorts wordt in aanmerking genomen dat, anders dan [appellant] heeft gesteld, in de plantoelichting niet is aangegeven dat een geluidwal zal worden aangelegd. In het inrichtingsplan, dat onderdeel uitmaakt van het plan, is wel voorzien in een houtsingel aan de oostzijde van het plangebied. Het betoog faalt.
...De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: verklaart het beroep ongegrond (http://vacatures.roc.nl/default.php?fr=nieuws&nieuwsitem=38579).

Commanderie Ootmarsum van de baan
Geplaatst op 10 december 2014
OOTMARSUM - Het Commanderieplan in Ootmarsum gaat niet door. De Raad van State heeft het hele plan naar de prullenmand verwezen....Er komt dus geen woningbouw, geen brasserie, geen hotel en ook geen bierbrouwerij op de historische plek in Ootmarsum waar ooit de roemruchte Commanderie stond, het latere Huis Ootmarsum. De buurtbewoners hebben met de uitspraak van de Raad van State volledig hun zin gekregen. Want zij waren vanaf het begin fel gekant tegen de spectaculaire en ambitieuze plannen van de gemeente en enkele ondernemers. Zij vreesden overlast en aantasting van hun uitzicht. Zij bestreden bovendien de behoefte aan de grootschaligheid van de woningbouw (www.tubantia.nl/regio/dinkelland/commanderie-ootmarsum-van-de-baan-1.4666692).

Uitspraak 201311709/1/R6
Datum van uitspraak: woensdag 10 december 2014
Bij besluit van 5 november 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Commanderie Ootmarsum" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellante sub 1], [appellant sub 2] en anderen en [appellanten sub 3] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellante sub 1] en de raad hebben nadere stukken ingediend.
Bij besluit van 24 april 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Commanderie Ootmarsum" (hierna: het wijzigingsbesluit) gewijzigd en opnieuw vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft De Commanderie Ootmarsum B.V. beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:...vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Dinkelland van 24 april 2014 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Commanderie Ootmarsum".... vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Dinkelland van 5 november 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Commanderie Ootmarsum";
...
2. Het bestemmingsplan "Commanderie Ootmarsum", dat bij besluit van 5 november 2013 is vastgesteld, biedt een juridisch-planologisch kader voor de herontwikkeling van het gebied van de Commanderie dat ligt ten zuiden van de kern van Ootmarsum. Daarbij is voorzien in woningbouw, een hotel, een brouwerij en uitbreiding van de parkeerplaats Stadsweide. Het plangebied wordt begrensd door onder meer De Brake, de Wildbaan, het Oldenzaals Voetpad en de Wildehof.
2.1. Met het wijzigingsbesluit heeft de raad beoogd om een aantal ondergeschikte wijzigingen door te voeren en tevens beoogd daarmee gedeeltelijk tegemoet te komen aan de bezwaren tegen het bestemmingsplan "Commanderie Ootmarsum" dat bij besluit van 5 november 2013 is vastgesteld door onder meer de gebruiksmogelijkheden van de voorziene brouwerij te beperken. De Afdeling merkt het wijzigingsbesluit aan als een besluit zoals bedoeld in artikel 6:19, eerste lid, van de Awb. Vaststaat dat [appellante sub 1], [appellant sub 2] en anderen en [appellanten sub 3] belang hebben bij de beoordeling van het wijzigingsbesluit. Gelet hierop zijn de beroepen van [appellante sub 1], [appellant sub 2] en anderen en [appellanten sub 3] ingevolge artikel 6:19, eerste lid, van de Awb van rechtswege mede gericht tegen het wijzigingsbesluit.
...
Het beroep van De Commanderie Ootmarsum B.V.
4. Het beroep van De Commanderie Ootmarsum B.V. is gericht tegen het plandeel met de bestemming "Horeca", voor zover daaraan niet tevens de aanduidingen "specifieke vorm van horeca - ambachtelijke bierbrouwerij" en "specifieke vorm van horeca - hotel" zijn toegekend. Zij betoogt dat daardoor op dit plandeel ten onrechte niet meer is voorzien in een bedrijfswoning.
4.1. Ingevolge artikel 7, lid 7.1, zijn de voor "Horeca" aangewezen gronden bestemd voor:
a. horecabedrijven categorie 1 en categorie 2, met dien verstande dat:
1. een logiesverstrekkend bedrijf c.q. hotel uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - hotel";
2. een ambachtelijke bierbrouwerij is toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - ambachtelijke bierbrouwerij", met dien verstande dat:
- de ambachtelijke bierbrouwerij onderdeel uitmaakt van het horecagebouw;
- maximaal een brouwsel van maximaal tien hectoliter per dag mag worden geproduceerd;
- de maximale productie 2.600 hectoliter eindproduct per jaar mag bedragen;
...
5.3. In paragraaf 4.1.3 van de plantoelichting staat dat het wijzigingsbesluit voorziet in de bouw van 25 nieuwe woningen, een hotel, een ambachtelijke bierbrouwerij, een brasserie en ambachtelijke detailhandel. Het bestemmingsplan, dat bij besluit van 5 november 2013 is vastgesteld, voorzag eveneens in deze ontwikkelingen. Niet in geschil is dat het bestemmingsplan, dat is vastgesteld op 5 november 2013, derhalve voorzag in nieuwe stedelijke ontwikkelingen zoals bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, onder i, van het Bro, en dat in de plantoelichting van dat bestemmingsplan moet worden verantwoord dat aan de voorwaarden in artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro, wordt voldaan. Nu de voorziene ontwikkelingen ten tijde van de vaststelling van het wijzigingsbesluit nog niet waren opgericht op grond van het bestemmingsplan dat bij besluit van 5 november 2013 is vastgesteld, en dat bestemmingsplan bovendien nog niet onherroepelijk is, dient ook in de plantoelichting bij het wijzigingsbesluit te worden verantwoord dat aan de voorwaarden van artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro wordt voldaan.
5.4. Met artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro is blijkens de Nota van toelichting (Stb. 2012, 388, p. 34, 49-51) beoogd zorgvuldig ruimtegebruik te stimuleren.
...
5.5. Ter onderbouwing van de actuele regionale behoefte aan de oprichting van een hotel, een ambachtelijke bierbrouwerij, een brasserie en ambachtelijke detailhandel wordt in paragraaf 4.1.3 van de plantoelichting verwezen naar het rapport "Commanderieterrein Ootmarsum, onderzoek regionale marktbehoefte en effecten", van 7 april 2014, dat is opgesteld door ZKA Consultants & Planners en Verheijden Concepten B.V. (hierna: het behoefteonderzoek). [appellante sub 1] en [appellant sub 2] en anderen betogen terecht dat in het behoefteonderzoek niet inzichtelijk wordt gemaakt in hoeverre met de voorziene oprichting van een hotel, een ambachtelijke bierbrouwerij, een brasserie en ambachtelijke detailhandel wordt voorzien in een actuele regionale behoefte. Zo is bijvoorbeeld niet inzichtelijk gemaakt op welke wijze rekening is gehouden met het bestaande regionale aanbod en de gevolgen van het plan voor de bestaande leegstand. Gelet op het voorgaande betogen [appellante sub 1] en [appellant sub 2] en anderen terecht dat in de plantoelichting niet inzichtelijk is gemaakt dat met de plandelen met de bestemming "Horeca" en "Detailhandel" wordt voorzien in een actuele regionale behoefte. Het betoog slaagt.
(www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=81916)

RvS vernietigd dus een bestemmingsplan met een bierbrouwerij omdat onvoldoende inzichtelijk is of er een  actuele regionale behoefte is... ach dat zal vast eenvoudig aan te tonen, of niet?
Bij nazoeken op internet kom ik er wel achter dat het niet eenvoudig is...

Datum : 24 februari 2015
Nr. : 2015-23
Naar aanleiding van de commissievergadering van 3 februari jl. en de daar gehouden
presentatie rondom het project Commanderie Ootmarsum heeft de fractie van D66
Dinkelland met in achtneming van artikel 39 van het “Reglement van orde voor de
vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Dinkelland 2010” een
aantal vragen gesteld.
...De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat de regionale
behoefte ten aanzien van de bouw van de woningen en het hotel onvoldoende is onderzocht
en daarmee onvoldoende is onderbouwd.
... Bierbrouwerij geen regionale behoefte. Weth. Stokkelaar deed gisteravond 03-02-2015
voorkomen alsof er door de Raad van State over de bierbrouwerij geen opmerkingen zijn
gemaakt inzake de actuele regionale behoefte. Dit is wel het geval. RvS noemen het “horeca
en detailhandel” (hotel, ambachtelijke bierbrouwerij, brasserie, ambachtelijke detailhandel.)
Hoe ziet het College deze uitspraak en waarom noemt u deze uitspraak niet?”
Het is juist dat in de uitspraak ook de andere activiteiten worden genoemd. Daarnaast is het
zo dat tijdens de zitting op 8 mei 2014 bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State met name is ingegaan op het hotel. De toelichting in de commissievergadering van 3
februari 2015 houdt niet in dat we bij de ontwikkeling van brasserie, brouwerij en
detailhandel de ladder van duurzame verstedelijking niet hoeven te betrekken. Bij nieuwe
planvorming zal elk initiatief getoetst moeten worden aan de ladder van duurzame
verstedelijking.
“17. Terugtrekken bezwaar geur bierbrouwerij... Er is van een omwonende bekend dat zij geen bezwaar meer had n.a.v. het geurrapport dat Heupink heeft laten maken voor het herziende bestemmingsplan maar de overige buurtbewoners hebben het bezwaar op geurhinder niet ingetrokken...Voor de verdere ontwikkeling van het plan zullen we als gemeente opnieuw
een belangenafweging moeten maken over de inrichting van het plan. Bij deze
belangenafweging wordt onder andere meegenomen of een goed woon- en leefklimaat kan
worden gegarandeerd voor de omgeving. Bij de uiteindelijke beslissing of de bierbrouwerij
zich op deze locatie kan vestigen zal er een belangenafweging worden gemaakt op
verschillende onderdelen. Indien buurtbewoners het niet eens zijn met deze afweging
kunnen zij hierop reageren (www.bestuursweb.nl/stukken/4080/1/pdf.pdf).

Othmar blijft hopen op nieuwe bierbrouwerij
Hoewel de Raad van State een streep heeft gezet door het Commanderieproject, blijft Henk Heupink, de grondlegger van Othmar bier, hopen op de komst van een nieuwe bierbrouwerij.  De ondernemer  had plannen om in de Commanderiestraat een brouwerij met brasserie te bouw, maar nu het hele project niet doorgaat, kan Heupink dat plan vergeten (https://oost.deondernemer.nl/nieuws/bedrijvennieuws/3309/othmar-blijft-hopen-op-nieuwe-bierbrouwerij).

De RvS komt er niet altijd aan te pas:

Hegeman en gemeente Oldenzaal zijn eruit; zitting Raad van State van de baan
Er lijkt geen zitting bij Raad van State te komen tussen de gemeente Oldenzaal en de projectontwikkelaar Hegeman uit Nijverdal. Beide partijen zijn tot een overeenkomst gekomen inzake de verkoop van de Tuin van Soer. Het is de bedoeling dat de tuin wordt aangetrokken bij Stadsbrouwerij De Bombazijn die op deze plek moet verrijzen (www.debombazijn.nl/?p=666).

Stadsbrouwerij De Bombazijn: Ontwikkeling van een Stadsbrouwerij met als doel het herstel van de oude stadstuinen in Oldenzaal (www.debombazijn.nl/).

Naast bestemmingsplannen zijn er ook milieuvergunningen waar de RvS zich over uitlaat:

De Brand-bierbrouwerij in Wijlre mag 's avonds en 's nachts flessen en fusten van en naar de brouwerij blijven vervoeren. De Raad van State heeft beslist dat de gemeente Gulpen-Wittem daarvoor terecht een vergunning heeft gegeven.
L1 06 augustus 2008 (www.l1.nl/nieuws/brand-brouwerij-mag-ook-s-nachts-lossen)

Raad van State: Dwangsom Bierbrouwerij in strijd met beleidsprocedure
Raad van State, 14 april 2010
200905312/1/M1. Datum uitspraak: 14 april 2010
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft op woensdag 14 april 2010 uitspraak gedaan over de dwangsom die het college van burgemeester en wethouders van Gulpen-Wittem heeft opgelegd aan Brand Bierbrouwerij aan de Brouwerijstraat in Wijlre.
Het gemeentebestuur heeft dat gedaan omdat de bierbrouwerij in strijd met de milieuvergunning teveel verkeersgeluid in de avond en nacht veroorzaakt. Dit zou komen doordat de bierbrouwerij enkele biertransporten heeft verplaatst van de dag naar de avond en de nacht. De bierbrouwerij is het niet eens met de dwangsom en is daartegen in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Het bedrijf vindt dat hij de geluidsvoorschriften niet overtreedt. Verder vindt hij dat het gemeentebestuur hem de kans had moeten geven om die maatregelen te treffen die nodig zijn om de vermeende overtreding te beëindigen.
...
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:...verklaart de beroepen van [appellant sub 1] en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Brand Bierbrouwerij B.V. gegrond;... vernietigt de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Gulpen-Wittem van 23 juni 2009, kenmerk U.09.03192 en kenmerk U.09.03193 (www.geluidnieuws.nl/2010/mei2010/wijlre.html).

Raad van State vernietigt vergunning voor uitbreiding brouwerij Dommelsch in Dommelen
DEN HAAG - De vergunning voor de uitbreiding van de bierbrouwerij van Dommelsch in Dommelen is vernietigd. Enkele inwoners van Dommelen hadden bezwaar aangetekend tegen de plannen om de productiecapaciteit te verdubbelen omdat zij vrezen voor extra geluidsoverlast. De Raad van State stelde hen dinsdag in het gelijk.
Volgens de Raad van State was de vergunning niet goed voorbereid waar het om geluidsoverlast gaat. B en W van Valkenswaard hadden de vergunning voor de uitbreiding in mei 2011 verleend (www.omroepbrabant.nl/?news/1920981183/Raad+van+State+vernietigt+vergunning+voor+uitbreiding+brouwerij+Dommelsch+in+Dommelen.aspx).

ECLI:NL:RVS:2015:1445
Datum uitspraak 06-05-2015
Zaaknummer 201407570/1/A4
Bij besluit van 22 juli 2014 heeft het college aan de naamloze vennootschap Inbev Nederland N.V. (hierna: Inbev) een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een bierbrouwerij aan het Brouwerijplein 87 te Dommelen.
...
2. Bij het bestreden besluit is vergunning verleend voor het veranderen van de bierbrouwerij en het in werking hebben na die verandering van de gehele inrichting. De verandering houdt verband met een verhoging van de productiecapaciteit van maximaal 1.000.000 naar maximaal 2.000.000 hectoliter bier per jaar. Daartoe worden onder meer machines vervangen en het aantal productiedagen uitgebreid van zes naar zeven dagen per week.
Bij uitspraak van 17 april 2013, nr. 201107146/1/A4 (www.raadvanstate.nl), heeft de Afdeling het eerder door het college genomen besluit tot verlening van de gevraagde vergunning van 3 mei 2011 vernietigd.
...
Bij de uitspraak van 17 april 2013 is het besluit van 3 mei 2011 vernietigd, omdat het referentieniveau van het omgevingsgeluid, de bestaande rechten en de geluidbelasting door het verkeer van en naar de inrichting onjuist waren vastgesteld. Naar aanleiding daarvan heeft Inbev de aanvraag aangevuld met een door Witteveen en Bos uitgebracht rapport "Aanvullend akoestisch onderzoek Dommelsche bierbrouwerij" van 9 mei 2014. Voorts heeft De Roever Omgevingsadvies in opdracht van het college een aanvullend meet- en rekenonderzoek uitgevoerd, waarvan de resultaten zijn neergelegd in het rapport "Nader geluidmeetonderzoek t.b.v. revisievergunning INBEV Nederland BV, Brouwerijplein 87 te Valkenswaard" van 20 januari 2014.
...
8.4. Over de noodzaak van de activiteiten vermeldt het bestreden besluit dat de uitbreiding van de productiecapaciteit vooral is ingegeven door economische motieven en dat die uitbreiding nodig is om de continuïteit van de bedrijfsvoering te waarborgen. Het betoog van [appellant] dat hiermee de noodzaak van de uitbreiding, mede gelet op de krimpende biermarkt in West-Europa, niet voldoende gemotiveerd is, slaagt niet. Het college mag er in het kader van de bestuurlijke afweging in beginsel van uitgaan dat een door de aanvrager gesteld bedrijfsbelang aanwezig is. [appellant] heeft niet aannemelijk gemaakt dat de uitbreiding uit een oogpunt van continuïteit van de bedrijfsvoering niet nodig is.
...
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:... verklaart het beroep ongegrond
(http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RVS:2015:1445).
(www.recht.nl/vakliteratuur/milieurecht/artikel/385434/raad-van-state-06-05-2015/)

De RvS vernietigt dus eerst een onvoldoende onderbouwde vergunning, maar laat het aangepaste besluit in stand...

De RvS bezoekt ook wel eens brouwerijen:

Donderdag 4 oktober 2012 deed afdeling I & A van de Raad van State een workshop bij De Koperen Kat bij wijze van afdelingsuitje (www.koperenkat.nl/afdelingsuitje-raad-van-state/).

Na al deze zaken kan ik ook een uitje gebruiken. Al dat juridisch geneuzel maken het er niet duidelijker op. Een brouwerij op zichzelf mag niet, maar als onderdeel van een horecagelegenheid wel? Ligt het aan mij of is een brouwerij MET horeca niet groter en milieubelastender dan een brouwerij op zich? 


donderdag 28 januari 2016

Activiteitenbesluit

Via de Activiteitenbesluit Internet Module (AIM) kunt u:
checken of een vergunning of melding nodig is,
inzicht krijgen in milieuregels en maatregelen, en
online een melding Activiteitenbesluit indienen.
Voor wie is de AIM bedoeld?
De AIM is bedoeld voor milieurelevante activiteiten die een bedrijfsmatige omvang hebben. Er moet sprake zijn van een 'inrichting' zoals bedoeld in de Wet milieubeheer. Op de website van InfoMil staat meer uitleg over het begrip 'inrichting'. Weet u niet zeker of dit voor u geldt? Vraag dit dan na bij uw gemeente (www.aimonline.nl/).

Ik heb gecheckt welke regels gelden voor brouwerijen gelden.

Tot welke branche behoort uw bedrijf?
Brouwerijbranche staat niet in de rij, maar ik kies voor Horeca en Voedingsmiddelenindustrie. Maarja, wat voor horeca? Overige horeca? Vervolgens de vraag wat voor voedings- en genotmiddelenindustrie het betreft.
Productie van dranken blijkt het te zijn:  "Het gaat hier om bedrijven die dranken produceren, zoals bier, frisdranken, sappen, waters, gedistilleerde dranken en wijn."
Vervolgens komt een vraag of er meel en bloem wordt vervaardigt en of er ruwe cacao wordt opgeslagen? Wat heeft dat nu weer met de productie van dranken te maken? Vervolgens volgen nog meer onzinnige vragen.
Daarna volgt uitleg over IPPC.
Fabricage van levensmiddelen of voeder door bewerking en verwerking (behalve het uitsluitend verpakken) van al dan niet eerder bewerkte of onbewerkte plantaardige of dierlijke grondstoffen (uitgezonderd uitsluitend melk) is IPPC een capaciteit van 300 ton per dag eindproducten van uitsluitend plantaardige, of 600 ton per dag eindproducten indien de installatie gedurende een periode van niet meer dan 90 opeenvolgende dagen in om het even welk jaar in bedrijf is.

Is 300 ton per dag vergelijkbaar met 3.000 hectoliter?

Vervolgens volgen enkele lijstjes van zaken die er wel zullen zijn bij een brouwerij, zoals een stookinstallatie, koelinstallatie, airco en een acculader. Het type koudemiddel schijnt van belang te zijn. Bij stookinstallaties gaat het om de brandstof, zoals aardgas. En het aantal kW.

Vervolgens is er een vraag over opslag, waarbij wat uitleg staat:
Wanneer betreft het een bovengrondse opslagtank?
Een opslagtank voor vloeistoffen is een opslagvoorziening met een inhoud van ten minste 300 liter. Onder opslagtanks kunnen zowel stationaire als mobiele tanks worden beschouwd. Het betreft een bovengrondse opslagtank indien deze geheel boven de bodem is gelegen.

Bodembedreigende goederen
Zijn er in uw bedrijf goederen waaruit bodembedreigende stoffen kunnen lekken of uitlogen onverpakt aanwezig?
Voorbeelden van bodembedreigende goederen zijn: pulpafval

Ik denk dat bostel misschien beschouwd kan worden als pulpafval....

Zijn er in uw bedrijf stuifgevoelige goederen aanwezig?
Voorbeelden van stuifgevoelige goederen zijn:
meel, tapioca, peulvruchten, zaden, graan, veevoederpellets

Ik denk dat mout, maar zeker graan, onder de categorie stuifgevoelige goederen kunnen vallen.

Vervolgens komt een lastige vraag, maar er is uitleg bij:

Bereiden van voedingsmiddelen
Deze activiteit is van toepassing op alle werkzaamheden die verband houden met het bereiden van voedingsmiddelen met:
keukenapparatuur
grootkeukenapparatuur
bakkerij-ovens die uitsluitend chargegewijs worden beladen of continu-ovens van maximaal 400 kilowatt
Onder ‘het bereiden van voedingmiddelen’ vallen dus zowel kleinschalige als grootschalige activiteiten met voedingsmiddelen. Dit is de bereiding van voedingsmiddelen voor directe consumptie in kantines, de horeca en professionele keukens in instellingen (zorginstellingen, kantines in grote kantoorgebouwen), inclusief de bereiding voor consumptie op locatie (snackbars, afhaalrestaurants, en cateringbedrijven). De voorschriften zijn ook van toepassing op de bereiding van voedingsmiddelen bij slagerijen en kleine bakkerijen en het ambachtelijk bereiden van voedingsmiddelen.
De grotere bakkerijen die werken met continu-ovens vallen onder paragraaf 3.6.3: ‘Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken’.

Wat is keukenapparatuur?
Onder keukenapparatuur wordt verstaan: apparatuur die ook bij huishoudens wordt toegepast.

Wat is grootkeukenapparatuur?
De term ‘grootkeuken’ wordt gebruikt voor professionele keukens in de horeca en bij instellingen. De apparatuur die in professionele keukens wordt gebruikt, is een slag groter dan huishoudelijke apparatuur en hiervoor zijn gespecialiseerde leveranciers. Grootkeukenapparatuur komt zowel in elektrische als gasgestookte varianten voor. Het maximale vermogen van grootkeukenapparatuur is ongeveer 80 kilowatt. Zware grootkeukenapparaten zijn bijvoorbeeld pastakokers voor een mensa of instelling of de bakwand van een snackbar.

Deze activiteit is niet van toepassing op:
het slachten van dieren, uitsnijden van vlees of vis of bewerken van dierlijke bijproducten of
het industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken
Deze activiteit is van toepassing op het industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken voor menselijke consumptie. Het kan hier dan ook gaan om allerlei activiteiten met groente en fruit, vleeswaren, snacks, sauzen, kruiden enzovoort. Ook grote bakkerijen die produceren met continu-ovens (>400kW) vallen hier onder.
Deze activiteit is niet van toepassing op:
het ambachtelijk bereiden van voedingsmiddelen of dranken
het bereiden van voedingsmiddelen of dranken met:
keukenapparatuur
grootkeukenapparatuur
bakkerij-ovens die uitsluitend chargegewijs worden beladen of continu-ovens van maximaal 400 kilowatt
het slachten van dieren of het uitsnijden van vlees
de extractie van plantaardige olien of veredeling van vetten
de productie van zetmeel of suiker
de productie van pure alcohol

Is bierbrouwen nu het bereiden van voedingsmiddelen of het industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken? Ik denk industrieel vervaardigen van dranken, maar het zou ook ambachtelijk bereiden van voedingsmiddelen kunnen zijn. Bier is in ieder geval geen pure alcohol.

Na deze vraag komt nog een vraag of er textiel wordt gewassen (dat schijnt met PER te moeten). Daarna volgt een rijtje activiteiten met daartussen: "Bierbrouwerij"

Omgevingsvergunning beperkte milieutoets
Indien er sprake is van een bierbrouwerij dan is daarvoor een omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig. Deze activiteit is namelijk genoemd in categorie D37.1 van onderdeel D van bijlage I bij het Besluit milieueffectrapportage. Het betreft de oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie van een bierbrouwerij.
Het bevoegd gezag moet in dit geval beoordelen of een milieueffectrapport moet worden opgesteld. Indien naar het oordeel van het bevoegd gezag niet kan worden uitgesloten dat de activiteit belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben, dan is er een omgevingsvergunning nodig. Beoordeelt het bevoegd gezag dat geen milieueffectrapport nodig is, dan valt deze activiteit onder het Activiteitenbesluit.
Meer informatie kunt u vinden op de website van InfoMil. [en op mijn blog]

Wat is de omgevingsvergunning beperkte milieutoets?
Voor een aantal activiteiten is voordat een bedrijf deze activiteiten kan starten, eerst een omgevingsvergunning beperkte milieutoets vereist. De activiteiten waar het om gaat zijn aangewezen in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Voor enkele van de daar genoemde activiteiten geldt bovendien, dat ook voor een milieurelevante verandering van het bedrijf die verband houdt met de in het Bor genoemde activiteit, een omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig is.

De omgevingsvergunning beperkte milieutoets wordt voorbereid met de reguliere procedure. Het resultaat is dat het bevoegd gezag wel of niet instemt met het uitvoeren van die activiteit op een specifieke locatie. De omgevingsvergunning beperkte milieutoets bevat geen voorschriften, het is een ja- of nee-beschikking. Meer informatie kunt u vinden op de website van InfoMil.

Vervolgens komt een vraag of afvalwater wordt geloosd. En hoe zuurstofbindend het afvalwater is.

Is er sprake van lozen van zuurstofbindende stoffen in het vuilwaterriool met een jaargemiddelde vervuilingswaarde van 5.000 inwonersequivalenten of meer?
Zuurstofbindende stoffen zijn alle in afvalwater voorkomende organische en anorganische verontreinigingen die bij afbraak zuurstof aan het water onttrekken. Bij een lozing groter dan 5.000 inwoner equivalenten is het voor procesvoering van de RWZI nodig om informatie te verstrekken.

Ik heb geen idee, maar kies voor nee

Voedingsmiddelenindustrie - beschrijving invulling maatregelen geur
Bij het industriëel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken is de kans op geurhinder reëel. Daarom moet u bij de melding een beschrijving voegen hoe invulling wordt gegeven aan de eisen ten aanzien van de maximale geurbelasting ter plaatse van geurgevoelige objecten.

Eventueel aanvullend geuronderzoek
Het bevoegd gezag kan binnnen vier weken na ontvangst van de melding besluiten dat een rapport van een geuronderzoek nodig is. Zij kan dit doen als op basis van uw beschrijving het onvoldoende aannemelijk is dat (nieuwe) geurhinder wordt voorkomen. 
Uit het rapport van het geuronderzoek moet blijken dat aan de eisen uit het Activiteitenbesluit ten aanzien van deze geurbelasting wordt voldaan. Daarnaast moet het rapport een beschrijving geven van de voorzieningen die worden getroffen om de geuremissie te beperken.
In de voorschriften staat dat dit geuronderzoek moet voldoen aan de NeR. De NeR verwijst naar de NTA 9065 'meten en rekenen geur'. U kunt meer informatie vinden op de website van InfoMil.

Na afvalwater en geur komen vragen over geluid.

Deze bepaling is niet van toepassing op inrichtingen voor de openbare verkoop aan derden van vloeibare brandstof, mengsmering of aardgas voor het wegverkeer en inrichtingen waar uitsluitend of in hoofdzaak horeca-activiteiten plaatsvinden.

Horeca is dus vrijgesteld van een aspect, waarvan een brouwerij niet is vrijgesteld? Dat geeft dus een reden om geen zelfstandige brouwerij te beginnen, maar iets met horeca?

Het bevoegd gezag kan binnen 4 weken na ontvangst van de melding besluiten dat een rapport van een akoestisch onderzoek toch moet worden ingediend. Dit kan zij doen:
als het aannemelijk is dat de geluidsnormen overschreden zullen worden of;
als de inrichting op een gezoneerd industrieterrein is gelegen en het rapport nodig is voor zonebeheer.

Na geluid, volgt bodem:

Vanwege het opslaan en overslaan van bodembedreigende goederen dient binnen 3 maanden ná het oprichten van de inrichting een rapport met de resultaten van een onderzoek naar de bodemkwaliteit naar het bevoegd gezag toe te worden gestuurd.

Na bodem komt de OBM aan bod:

Een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) is nodig omdat u een of meer activiteiten hebt geselecteerd, waarvoor een aparte beoordeling van bepaalde milieuaspecten nodig is. Hieronder staat een overzicht.
OBM voor het aspect MeR-beoordeling
een bierbrouwerij
...
Een omgevingsvergunning beperkte milieutoets kunt u aanvragen via het Omgevingsloket online. Bij deze aanvraag moet u de melding in het kader van het Activiteitenbesluit voegen. U kunt het meldingsformulier via deze Activiteitenbesluit Internet Module invullen en verzenden. In het Omgevingsloket online kunt u het meldingsformulier ook als bijlage bij de aanvraag voor de omgevingsvergunning beperkte milieutoets voegen.

Besluit MER heeft in de bijlage staan bij D 37:
D 37 van de bijlage bij het Besluit milieu-effectrapportage zegt:
D 37.1 De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie van een bierbrouwerij.
In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een productiecapaciteit van 75 miljoen liter per jaar of meer (http://biervat.blogspot.nl/2015/02/obm-bierbrouwerijen-en-mouterijen.html).

75 miljoen liter/jaar is dus 750.000 hl/jaar, toch?
Dus 2.054 hl/dag op 365 dagen/jaar.

Een kleine brouwerij brouwt een paar keer per week met per keer ca. 6 hl.? Dus ca. 18 hl/week, wat bij een wekelijke activiteit neerkomt op 18*52 = 936 hl/jaar. Laten we dat afronden naar 1.000 hl/jaar. Is dat dan industrieel of ambachtelijk?

Wanneer is iets ambachtelijk?
Kleine schaal en zelf met de roerstok roeren?

De Keuringsdienst van Waarde had ook al eens aandacht voor de term ambachtelijk:

Op 27 april 2014 is een aflevering van het televisieprogramma Keuringsdienst van Waarde uitgezonden waarin is onderzocht wat het verschil is tussen ‘gewone’ fabriekschips en duurdere varianten, zoals ‘handgebakken’ en ‘ambachtelijke’ chips. In dat verband is uitgebreid aandacht besteed aan de chips van klaagster. In de uitzending is vermeld dat op de verpakking van de chips van klaagster is te lezen dat deze chips ‘op de boerderij’ worden gebakken en dat op de achterkant de naam staat van de persoon die de chips gebakken heeft.
Eerst voert de verslaggever een telefoongesprek met een medewerker van supermarktketen Marqt. De verslaggever stelt de vraag of ‘op de boerderij gebakken chips beter zij dan chips die zijn gebakken in een fabriek’. De medewerker van Marqt antwoordt hierop: “De Hoeksche Chips zijn in ieder geval op een ambachtelijke manier gebakken en ja, niet machinaal zoals een Lays Chips zeg maar. Het zijn echt ambachtelijk gebakken chips en als het goed is, staat op de zak zelfs de persoon die de chips gebakken heeft.”
Hierna worden beelden getoond van een bezoek aan de boerderij van klaagster, waarbij onder anderen de heer Scheele – aangeduid als ‘ambachtelijk chipsbakker’ – is geïnterviewd. Direct bij aankomst vraagt de verslaggever aan Scheele: “U weet hoe je handgebakken chips maakt.” Scheele antwoordt daarop: “Dat proberen we te maken ja, dat klopt.” De verslaggever vraagt: “Mag ik dat zien?” Waarop Scheele zegt: “Kom binnen.” Hierna worden verschillende machines in beeld gebracht en licht Scheele een aantal onderdelen van het productieproces toe. De verslaggever praat met Scheele ook over de vermelding van namen op de verpakking. Hij vraagt onder meer aan Scheele: “Maar het gebeurt allemaal met machines, toch?”. Scheele antwoordt hierop: “Jawel, maar je moet dat natuurlijk wel aanpakken. Als jij thuis zit te koken, dan zeg je toch ook ‘ik heb gekookt’, dan zeg je toch ook niet ‘die pan heeft het gedaan’. En jij hebt toch bepaald hoe lang je kookt en wat je erbij doet. Het blijft mensenwerk.” De verslaggever zegt vervolgens: “Dus jouw chips is met de hand ingesteld, dat is wel met de hand gebeurd.”  (www.rvdj.nl/2014/40)


Wie boodschappen doet, kan nauwelijks om de term 'ambachtelijk' heen. Maar wat betekent het eigenlijk? Dat hangt er vanaf in welke supermarkt u bent, en vaak zijn de producten niet zo ambachtelijk als de supermarkt u wil doen geloven.
Uit onderzoek van de Consumentenbond blijkt dat consumenten zich ergeren aan het gebruik van de term ambachtelijk en dat zij er weinig vertrouwen in hebben dat ambachtelijke producten ook echt ambachtelijk zijn.
Voor het onderzoek keek de bond naar 'ambachtelijke producten' van verschillende supermarkten. Wat blijkt, is dat vooral de verpakking er traditioneel uitziet, maar aan de producten zelf is weinig ambachtelijk.
irecteur Bart Combée van de Consumentbond vindt dat er duidelijke richtlijnen moeten komen voor de term ambachtelijk. 'Nederland kan een voorbeeld nemen aan Ierland, daar heeft de toezichthouder onlangs voorgeschreven wanneer een fabrikant een product ambachtelijk mag noemen.'
De regels voor ambachtelijke producten in Ierland zijn als volgt:
Het product wordt in beperkte hoeveelheid gemaakt door vaklieden
De productiemethode is niet volledig mechanisch en gaat volgens traditionele methoden
De productie gebeurt op kleine schaal, op één locatie
Karakteristieke ingrediënten van de producten, worden lokaal geteeld of geproduceerd
Ruim tweederde van de respondenten van het onderzoek van de Consumentenbond ziet de term ambachtelijk als marketingbegrip. Het zou een misleidende term zijn en maakt producten onnodig duur (www.elsevier.nl/Nederland/achtergrond/2015/5/Ambachtelijke-chips-en-eierkoeken-wat-is-dat-1767086W/).

AH schrapt ‘ambachtelijk’ bij Excellent chips
Het schrappen van de term ‘ambachtelijk’ is een reactie op een onderzoek van de Consumentenbond in juni.
Volgens de Consumentenbond zien de AH-verpakkingen er traditioneel uit, maar zijn de producten zelf minder ambachtelijk. Zo bevatten de ambachtelijke zeezout & zwarte peper chips van Albert Heijn suiker, uipoeder, gistextract en aroma’s.
AH heeft actie ondernomen. ‘Ondanks dat de chips wel handgeschept zijn (tijdens het bakproces schept iemand de chips handmatig om – red.), merken we dat klanten de omschrijving ambachtelijk toch anders interpreteren’, laat Anoesjka Aspeslagh namens de marktleider weten. ‘Die verwarring willen we hiermee wegnemen.’
De Consumentenbond vergeleek ook producten van Aldi, Coop, Jumbo en Lidl die worden verkocht onder de noemer ambachtelijk. Uit dit onderzoek bleek volgens de bond dat ook bij die ketens verschillende producten niet op ambachtelijke wijze zijn bereid (www.distrifood.nl/assortiment/nieuws/2015/6/ah-schrapt-ambachtelijk-bij-excellent-chips-10191645, laatste update:26 jun 2015, www.nu.nl/eten-en-drinken/4076311/ah-verwijdert-woord-ambachtelijk-bij-chips.html).

Dus misschien is bierbrouwen wel eenvoudig ambachtelijk te noemen?

Bij navraag bij informatie (zie o.a. www.ondernemersplein.nl/ en www.antwoordvoorbedrijven.nl/) kwam naar voren dat ambachtelijk inhoudt als er standaard materialen worden gebruikt. Zodra er onderdelen op maat gemaakt worden, dus als iets in een catalogus staat en gewoon besteld kan worden? Verder staat er ook uitleg op die sites over milieu?:

Ieder bedrijf heeft te maken met milieuregels. Zo zijn er regels voor het geluidsniveau van uw bedrijf, voor de verwerking van afval en voor het gebruik en de opwekking van energie. Er zijn ook regels die moeten zorgen dat bodem, lucht en water niet vervuild raken. Soms zult u dus maatregelen moeten treffen om aan de regels te voldoen: zoals het leggen van een vloeistofdichte vloer, geluidsisolerende maatregelen toepassen of verschillende soorten afval gescheiden houden.
De meeste ondernemers belasten het milieu niet of weinig. Zij moeten zich houden aan de algemene milieuregels uit het Activiteitenbesluit. In welke categorie en aan welke regels u zich moet houden? Dat hangt af van uw bedrijfsactiviteiten. Gebruik de Activiteitenbesluit Internet Module (AIM) om dit uit te zoeken.

Dat van die AIM heb ik nu gedaan...

Waar moet u op letten?
Aan de volgende zaken zit vaak de nodige (milieu-)wetgeving verbonden:
Een bedrijf mag niet teveel geluid produceren. Als ondernemer moet u geluidshinder voorkomen.
Voor bedrijfsafval gelden speciale regels. Deze hebben te maken met het scheiden, inzamelen en registreren van afval.
Brengt u als producent of importeur verpakte producten en verpakkingen op de Nederlandse markt? Dan bent u verantwoordelijk voor het beheer van de verpakkingen tot en met de afvalfase.
(www.ondernemersplein.nl/ondernemen/huisvesting/uw-bedrijfsomgeving/info-en-advies/uw-bedrijf-en-het-milieu/)

Geur en bodem worden hier niet genoemd? Zouden die minder belangrijk zijn?

Uw bedrijf heeft te maken met milieuvoorschriften voor bijvoorbeeld geluid, energie, afvalstoffen, lucht en bodem. Op grond van het Activiteitenbesluit is uw bedrijf een type A-, B- of C-inrichting. Dat hangt af van uw bedrijfsactiviteiten.
Type A: Geen melding milieubeheer, geen omgevingsvergunning
Uw bedrijf belast het milieu niet of weinig (licht regime). U moet zich houden aan de algemene regels van het Activiteitenbesluit. U hoeft geen melding milieubeheer te doen. U hoeft voor deze milieuactiviteiten ook geen omgevingsvergunning aan te vragen. Bedrijven van dit type zijn onder andere kantoren, banken, diverse zorginstellingen, huisartspraktijken en peuterspeelzalen.
Type B: Melding milieubeheer
Uw bedrijf belast het milieu aanzienlijk. U valt onder de regels van het Activiteitenbesluit, en u moet uw bedrijfsactiviteiten melden bij de gemeente. U moet dit doen voor het starten, wijzigen of uitbreiden van uw bedrijf. Bedrijven van dit type zijn onder andere bedrijven uit de metalektro, tandheelkundige laboratoria, zeefdrukkerijen en autoherstelbedrijven.
Meldings- en omgevingsvergunningplichtig
Vraagt u een omgevingsvergunning aan voor andere activiteiten (bijvoorbeeld bouwen) omdat daarvoor een vergunningplicht bestaat? En moet u daarnaast een melding milieubeheer doen? Dan moet u deze melding tegelijk met de aanvraag voor de omgevingsvergunning doen.
Type C: Omgevingsvergunning

Uw bedrijf belast het milieu op grote schaal. U hebt een omgevingsvergunning nodig. Deze vraagt u aan bij de gemeente of provincie. In uitzonderlijke gevallen doet u de aanvraag bij de minister van Infrastructuur en Milieu of de minister van Economische Zaken. Valt uw bedrijf onder de Richtlijn Industriële Emissies (de opvolger van de IPPC-richtlijn)? Dan hebt u ook een omgevingsvergunning nodig. (www.ondernemersplein.nl/regel/omgevingsvergunning-milieu/)

Nou daar word je niet echt wijzer van. Dus dan zou een blog als dit het wat helderder kunnen maken, maar eigenlijk is dit ook enkel maar copy-paste. Ik zou eigenlijk eens wat van die aanvragen van brouwerijen  zoals bij  mijn vorige blogbericht over dit onderwerp. Als je er een aantal naast elkaar zet is er misschien wel een lijn in te ontdekken?