Translate

Zoeken in deze blog

woensdag 21 oktober 2015

PRODUCTSCHAP DRANKEN BIERVERORDENING PRODUCTSCHAP DRANKEN 2003

Verordening d.d. 13 november 2002 van het Productschap Dranken, houdende regels ter
zake van de aan de onder het Productschap Dranken op grond van artikel 3 lid 2 sub b van
het Instellingsbesluit Productschap Dranken ressorterende ondernemingen op te leggen
regels omtrent het product bier; Bierverordening Productschap Dranken 2003 (www.nederlandsebrouwers.nl/sites/nederlandsebrouwers.nl/files/downloads/bierverordening2003.pdf).

In dit document, waarvan ik niet direct de waarde kan inschatten, staan verschillende interessante dingen:

E.B.C.-kleurschaal: de schaal voor het bepalen van de kleur van bier, zoals deze is
vastgesteld door de Europese Brouwerij Conventie (European Brewery Convention)
gevestigd te Leiden/Zoeterwoude;
Ik wist dat de E.B.C. een Europees dingetje was, maar ik wist niet dat dat in Nederland was besloten...

Gew. procent: de uitdrukking voor het aanduiden van het extractgehalte van de stamwort
(uitgedrukt in grammen per 100 gram)
Logisch, maar stom dat ik het zo nog nooit bekeken had. Natuurlijk een % betekent 1 per 100, dus als je het in gewicht verwoord in grammen is dat ook 1 per 100...

In Artikel 2 van de verordening lees ik iets interessants:

Artikel 2.
1. Onder bier wordt verstaan, de drank verkregen na alcoholische gisting van wort, hoofdzakelijk bereidt uit zetmeel- en suikerhoudende grondstoffen, hop - eventueel in verwerkte vorm- en brouwwater, met dien verstande dat tenminste 60 % van de wort afkomstig is van gerste- en/ of tarwemout.
2. Voor de bereiding van bier mogen slechts worden gebruikt:
1 a. gerstemout en/of mout van tarwe;
b. andere dan de hiervoor onder 2, 1a genoemde zetmeelhoudende grondstoffen;
c. suikerhoudende grondstoffen;
d. hop en zijn onderscheidene verwerkte vormen;
e. brouwwater, zijnde voor menselijke consumptie bestemd water, dat voldoet aan de
daaraan gestelde eisen en dat in zijn minerale samenstelling en zuurgraad mag zijn
aangepast aan de specifieke eisen, die de brouwprocessen van de onderscheidene
biersoorten stellen;
f. gist;
g. vruchten of vruchtensappen en aroma's met dien verstande dat het gebruik van deze
ingrediënten, met inachtneming van het gestelde in artikel 7, lid 2, uitsluitend is
toegestaan voor de bereiding van andere bieren dan bieren van het type pilsener
bieren zoals bedoeld in artikel 3, lid 6.
2 Technologische hulpstoffen en additieven die ingevolge de Nederlandse wetgeving
voor de bereiding van bier mogen worden gebruikt met inachtneming van de in deze
wetgeving vastgestelde voorwaarden.
3. De benaming 'bier' mag uitsluitend worden gebezigd voor de in lid 1 bedoelde dranken.

Wat is de waarde van lid 3??? Ik mis een lid 4 waarin staat dat in bier enkel stoffen mogen zitten die in lid 2 zijn genoemd.

In artikel 3 gaan ze in op een aantal bierstijlen:

Artikel 3.
1. De aanduiding of benaming 'alcoholvrij bier' mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor
bier dat ten hoogste 0,1 volumeprocent alcohol bevat en een reëel extractgehalte heeft van
tenminste 2,2% Plato.
2. De aanduiding of benaming 'alcoholarm bier' mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor
bier dat meer dan 0,1 doch ten hoogste 1,2 volumeprocent alcohol bevat en een reëel
extractgehalte heeft van tenminste 2,2% Plato.
3. De aanduiding of benaming 'tafelbier' mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor bier dat
onder de categorie III als bedoeld in artikel 4 valt met dien verstande dat het extractgehalte
van de stamwort niet meer bedraagt dan 4% Plato.
4. De aanduiding of benaming 'light' mag uitsluitend worden gebezigd voor bier met een
verminderde energetische waarde. Light bier dient tenminste 33% minder energie op te
leveren dan het bier waaraan wordt gerefereerd.
5. De benaming of aanduiding 'oud bruin' of iedere benaming of aanduiding waarvan de
woorden 'oud bruin' een grondbestanddeel vormen, is uitsluitend toegestaan voor gezoete 
donkergekleurde bieren met een kleur boven nummer 40 van de E.B.C.-kleurschaal en
ressorterende onder de categorie II als bedoeld in artikel 4.
6. De benaming of aanduiding 'pils' of iedere andere benaming of aanduiding waarvan het
woord 'pils' een grondbestanddeel vormt, is uitsluitend toegestaan voor lichtgekleurde bieren
ressorterende onder de categorie I als bedoeld in artikel 4, met dien verstande dat het
extractgehalte van de stamwort niet meer bedraagt dan 13,5% Plato, en met een kleur
beneden nummer 30* van de E.B.C.-kleurschaal.
7. De benaming of aanduiding 'bok' dan wel 'bock' of iedere andere benaming waarvan 'bok'
dan wel 'bock' een grondbestanddeel vormt, is uitsluitend toegestaan voor bieren
ressorterende onder de categorie S als bedoeld in artikel 4.
8. a. De benaming of aanduiding 'Gueuze', 'Gueuze Lambic' of 'Lambic' mag uitsluitend
worden gebezigd voor zure bieren waarin spontane gisting deel uitmaakt van het
productieproces.
b. Onder zuur bier zoals bedoeld in vorengenoemd lid 8a wordt verstaan bier met een totale
zuurgraad van tenminste 30 milli-equivalenten NaOH per liter en een gehalte aan
vluchtige zuren van tenminste 2 milli-equivalenten NaOH per liter. In zure bieren van
spontane gisting moet tenminste 30 % van het totale gewicht van het verwerkte zetmeel
of de suikerhoudende grondstoffen uit tarwe bestaan.
9. De leden 1, 2 en 4 zijn uitsluitend van toepassing voor de in Nederland voor de Nederlandse
markt geproduceerde alcoholvrije en alcoholarme bieren en lightbieren. 

Lid 6 vind ik wel een vage toevoeging hebben: 'of iedere andere benaming of aanduiding waarvan het woord 'pils' een grondbestanddeel'. Welke benamingen bestaan al zoal met pils erin?   Ook bijzonder is dat leden 1, 2 en 4 uitsluitend op Nederland van toepassing zijn? Volgens mij is zo een verordening totaal niet relevant buiten de Nederlandse grenzen. Anders zouden buitenlandse verordeningen ook in Nederland van toepassing zijn toch?

Artikel 6 geeft de typische Nederlandse categorie-indeling: S, I, II en III:
Verwijzingskenmerk Extractgehalte van
van de categorie        de stamwort van
S                               15,5 of hoger
I                                11 tot 15,5
II                               7 tot 11
III                              1 tot 7

Ik weet nooit zo goed wat ik moet met die classificatie S, 1, 2 of 3? Zou de gemiddelde consument zo bier kiezen? Ik heb zin om vanavond eens een klasse S te drinken?

Voor het meten van extractgehalte zijn in bijlage 1 wat aanwijzingen gegeven.

Artikel 8 is ook weer zo geweldig:
Artikel 8.
Het is verboden dranken, als bedoeld in de Verordening, die niet voldoen aan het bepaalde in de
artikelen 2, 3, 5 en 7 in de handel te brengen of te doen brengen dan wel voor gebruik ter plaatse
van verkoop of voor gebruik elders dan ter plaatse van verkoop af te leveren of te doen afleveren. 

Dus het niet voldoen aan het juiste extractiegehalte van de categorie is niet verboden? Maar waarom zou je regels maken als je er niet aan hoeft te voldoen? Met andere woorden als er nu dus ook geen artikel is de stelt dat het verboden is om niet te voldoen aan artikel 8?

Artikel 10 vind ik ook wel typisch in relatie tot Artikel 3 lid 9...
Artikel 10.
De Verordening is niet van toepassing op bieren die in een andere lidstaat van de Europese Unie
of in een andere staat die partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische
Ruimte rechtmatig zijn bereid en in het verkeer gebracht
Dus het blijkt nu toch een Europees iets, maar het niet voldoen aan de artikelen in deze verordening is niet erg als het bier maar rechtmatig op de markt is gekomen?

Artikel 15 ten slotte is ook wel interessant:
De navolgende verordening wordt ingetrokken:
- Bierverordening 1997 

Op datum 13 november 2002 ondertekende wat mensen en : Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 10 april 2003 en door de Minister van Economische Zaken bij beschikking van 19 februari 2003
nr. MEMW 02056632. 
Dus de Minister is er ook bij betrokken??

Over het meten van extractgehalte:

Bijlage I: Extract van de stamwort
1.1 Alcoholgehalte
Het bier wordt door meermalen overschenken en daarna door filtreren zoveel mogelijk
van koolzuur bevrijd.
Van 100 g van dit bier wordt tenminste 75 ml voorzichtig afgedestilleerd. Het destillaat
wordt met gedestilleerd water tot 100 g aangevuld.
Bepaal het soortelijk gewicht 10/10ΕC tot op een eenheid in het vijfde decimaal
nauwkeurig en zoek in tabel II het bijbehorende alcoholgehalte op in gewichtsprocenten
(g/100 g).
1.2 Extractgehalte
Het bij de destillatie verkregen residu wordt tot 100 g aangevuld met gedestilleerd water.
Van deze vloeistof wordt het soortelijk gewicht 20/20ΕC tot op een eenheid in het vijfde
decimaal nauwkeurig bepaald. In tabel I zoekt men het bijbehorend werkelijke
extractgehalte op in gewichtsprocenten (g/100 g).
1.3 Berekening van het extractgehalte van de stamwort.
Het extractgehalte van de stamwort (e) wordt berekend door middel van de formule:
      100 (2,0665 A+E)
e = -------------------------------
      100 + 1.0665 A
waarvan A het alcoholgehalte volgens 1.1 en E het extractgehalte volgens 1.2 voorstellen. 

De bijlagen waarnaar verwezen wordt zit ook in deze bijlage. Hele lijsten met cijfertjes...

Dan volgt een toelichting op de verordening.

Met deze Verordening worden regels op het gebied van het product bier van het Productschap
Dranken (hierna: het Productschap) vastgesteld.
Het Productschap is een publiekrechtelijk bedrijfsorgaan als bedoeld in de Wet op de
bedrijfsorganisatie (hierna: Wbo) ingesteld bij wet op 1 juli 2002. Het Productschap is ingesteld
als opvolger van het Produktschap voor Bier, het Bedrijfschap Frisdranken en Waters, het
Productschap voor Gedistilleerde Dranken en het Bedrijfschap voor de Detailhandel in
Alcoholhoudende Dranken, welke alle van rechtswege zijn opgehouden te bestaan op 1 juli
2002. De inhoud van deze Verordening is materieel gelijk aan de voormalige Bierverordening
van het Produktschap voor Bier, met dien verstande dat de onderdelen uit deze voormalige
verordening die betrekking hadden op de verpakking, materieel zijn opgenomen in de
Verpakkingsverordening van het Productschap. De Bierverordening 1997 is ter notificatie aan de
Europese Commissie voorgelegd (nummer 96/9/NL), derhalve kan notificatie thans achterwege
blijven 

Het blijkt dat het dus eigenlijk enkel een nieuwe verordening betreft omdat er een nieuwe organisatie is?

Aan de Bierverordening 1997 lag mede ten grondslag uitvoering te geven aan de Beschikking van
het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie, ter vervanging van de Beschikking
M(87) 4 van 24 november 1987, betreffende de harmonisatie der wetgevingen inzake bier. Bij
deze beschikking is gevoegd het reglement betreffende de harmonisatie der wetgevingen inzake
bier. De bepalingen uit dit reglement zijn in de Bierverordening 1997 verwerkt. Teneinde in
overeenstemming te blijven met de eisen voortvloeiend uit deze beschikking zijn de onderhavige
bepalingen overgenomen in de Bierverordening van het Productschap Dranken.
Met deze implementatie van het Beneluxreglement wordt invulling gegeven aan de wens de
consument zo optimaal mogelijk te informeren en zekerheid te verschaffen over de
basiskenmerken van het product bier. Een tweede belangrijk doel van de verordening is het
veiligstellen van de eerlijkheid in de handel. 

Dus de verordening uit 1997 was al een herziening van een regeling uit 1987?

Vervolgens volgt een artikelgewijze toelichting:
De definitie van bier in artikel 2 lid 1 is ontleend aan het Beneluxreglement. In lid 2 zijn de
grondstoffen opgenomen, die bij de bereiding kunnen worden gebruikt. Dit betreft een limitatieve
opsomming. Teneinde te voorkomen dat marktontwikkelingen worden tegengehouden komt aan
het Dagelijks Bestuur de bevoegdheid toe tot het verlenen van ontheffingen. Deze
ontheffingsmogelijkheid ziet met name toe op het gebruik van kruiden. Bij de totstandkoming
van de Bierverordening 1997 is de vraag besproken of de categorie kruiden ook deel zou kunnen
uitmaken van de limitatieve lijst van toegestane grondstoffen. Hiervan is destijds en ook nu weer
afgezien, omdat een dergelijke generieke gebruiksmogelijkheid de voedselveiligheid zou kunnen
schaden. In de bestuursvergadering is dan ook afgesproken dat het Dagelijks Bestuur geen
ontheffing kan geven zonder voorafgaande toets van het betrokken kruid door een erkend
onderzoeksinstituut. 
...
In het Beneluxreglement zijn een tweetal typische Belgische bieren opgenomen, te weten Gueuze
en tafelbier. In de onderhavige verordening zijn deze benamingen overgenomen en aangevuld
met enige typisch Nederlandse bieren. Aangetekend zij dat het gebruik van deze benamingen niet
verplicht is. Indien één van de in artikel 3 genoemde aanduidingen wordt gebruikt, dan dienen
deze bieren wel in overeenstemming te zijn met de aangegeven voorwaarden. 
(www.nederlandsebrouwers.nl/sites/nederlandsebrouwers.nl/files/downloads/bierverordening2003.pdf).

Nou dat is dus duidelijk, al denk ik niet dat ik zo eenvoudig mezelf kan aanleren dat bier volgens deze verordening betekent: ''drank verkregen na alcoholische gisting van wort, hoofdzakelijk bereidt uit zetmeel- en suikerhoudende grondstoffen, hop - eventueel in verwerkte vorm- en brouwwater, met dien verstande dat tenminste 60 % van de wort afkomstig is van gerste- en/ of tarwemout.'
Dus bier is drank die is vergist met zetmeel- en suikerhoudende stoffen en water, waarbij 60% gerst of tarwe moet zijn? Dus als je er 40% appels of peren of walnoot of gras of weet ik veel wat, het blijft bier?
En wat als we nu een Light Quadrupel op de markt brengen? Zou dat mogen? Die dan eigenlijk ene tripel blijkt te zijn? Artikel 3 noemt maar 8 stijlen, waarvan er 3 nogal erg op elkaar lijken

zondag 18 oktober 2015

Accijnswetgeving (GN-code 2203 en 2206)

Sinds de inwerkingtreding van de Wet op de accijns in 1992 heeft Nederland één wettelijke regeling voor alle accijnsgoederen. Die goederen zijn thans bier, wijn, overige alcoholhoudende producten, minerale oliën en de meeste tabaksproducten. De belasting op alcoholvrije dranken en op enkele tabaksproducten is sinds 1993 geregeld in de afzonderlijke Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten, omdat deze producten buiten de geharmoniseerde EG-regelgeving voor accijnsgoederen vallen (www.managementboek.nl/boek/9789013042603/accijnswetgeving-f.r.l.-hemelsoet).

Vanaf 1992 werd het mogelijk om, als amateur bierbrouwer, voor jezelf en je gezin bier te brouwen zonder dat je er accijns voor hoeft te betalen. Er is geregeld dat je ongeveer 100 liter per maand mag brouwen, je mag dit zelfgebrouwen bier echter niet verkopen (www.scholieren.com/praktische-opdracht/32083).

(www.bier-brouwer.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=51&Itemid=154)

Was in het verleden zelfbrouwen strafbaar, in 1983 kreeg PINT van het Ministerie van Financiën een voorlopige beschikking los, die op het volgende neer kwam: "Het brouwen van bier buiten een goedgekeurde brouwerij is strafbaar. Er zal niet worden opgetreden tegen het zelfbrouwen, als dat bier alleen in de huiselijke kring wordt gedronken. Ook zal in dat geval geen accijns worden geheven. Men hoeft dus geen individuele ontheffingen meer aan te vragen." (www.cambrinus.nl/bier/naderbekeken/thuisbr.htm)

Productie van bier en wijn kan eenieder in feite in zijn achtertuin of kelder doen. Er zijn zelfs speciale bierpakketten verkrijgbaar (ook via internet!) waarmee het mogelijk is om je eigen bier te brouwen. Ook eigen wijn maken van druiven is goed mogelijk. Heb je het een beetje onder de knie, dan kun je overigens een prima eindproduct verkrijgen.
Voor de thuisproductie van bier en wijn, is geen vergunning nodig, zolang je de alcoholische dranken maar voor eigen gebruik produceert. Dat wil zeggen: voor jezelf, je familieleden en gasten.
Iedereen kan dus simpelweg morgen een pakket kopen en starten met bier brouwen (http://blog.wetrecht.nl/zelf-alcohol-maken-mag-dat/).

Het brouwen van je eigen bier was tot voor kort verboden in Nederland en België. Het is sinds 1992 in België en sinds 1991(?) in Nederland, onder Europese druk, wel mogelijk voor particulieren om voor eigen gebruik bier te brouwen. Voor die tijd werd het (in Nederland) oogluikend toegestaan.
In Nederlandse wet staat:
Wet van 31 oktober 1991, houdende vereenvoudiging en uniformering van de accijnswetgeving
....
Artikel 1
   1.Onder de naam accijns wordt een belasting geheven van:
   a. bier;
   b. wijn;
   c. tussenprodukten;
   etc...
....
Artikel 5
1. Het is niet toegestaan:
   a. een accijnsgoed te vervaardigen buiten een accijnsgoederenplaats die voor dat soort accijnsgoed als zodanig is aangewezen;
   b. een accijnsgoed voorhanden te hebben dat niet overeenkomstig de bepalingen van deze wet in de heffing is betrokken.
....
3. Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen wordt ontheffing verleend van de in het eerste lid bedoelde verboden voor:
   a. ...
   b. ...
   c. het thuis vervaardigen van bier en wijn door particulieren, voor zover die goederen worden aangewend voor eigen gebruik;
   etc...
....
In artkel 6 en 7 staat meer informatie m.b.t. de accijnswetgeving op bier; zie voor complete uitleg: Wet op de accijns (23-01-2010)- overheid.nl (www.bierwoordenboek.com/thuisbrouwer.ashx)

Accijns, beleidsregels accijnswetgeving
Geldend op 19-03-2010 [Regeling vervalt per 01-04-2010]
...
AGP: Accijnsgoederenplaats als bedoeld in artikel 1a, eerste lid, onderdeel d, van de wet;
....
Tankauto’s en schepen als onderdeel van de AGP
Een AGP is, gelet op artikel 42 van de wet, een geografisch vastgestelde locatie die in de vergunning is omschreven. Het is daarom in beginsel niet mogelijk een schip of vrachtauto als AGP aan te wijzen.
Bij de levering van minerale oliën aan tankstations en schepen is er op het tijdstip van de uitslag nog niet bekend hoeveel minerale olie zal worden uitgeslagen. Dit speelt ook bij bier dat vanuit de AGP met tankauto’s wordt afgeleverd bij horecaondernemers. De geleverde hoeveelheid staat pas vast bij de daadwerkelijke aflevering aan het tankstation, aan het schip of aan de horecaondernemer. Mede ter voorkoming van administratieve handelingen bestaat er daarom behoefte om voor deze leveringen een uitzondering te maken.
Goedkeuring
Ik keur goed dat tankauto’s die bier aan horecaondernemingen afleveren, tankauto’s die minerale olie aan tankstations afleveren en leurschepen die minerale olie met vrijstelling van accijns afleveren aan schepen geacht worden deel uit te maken van de AGP waaruit wordt afgeleverd. Deze goedkeuring moet worden opgenomen in de vergunning voor de AGP waaruit wordt afgeleverd.
De goedkeuring is van toepassing onder de volgende voorwaarden:
– de afleveringen van de minerale oliën en het bier moeten plaatsvinden via op de tankauto's aanwezige geijkte meters;
– voor de berekening van de verschuldigde accijns inzake lichte olie, halfzware olie en gasolie mogen de op de tankstations afgeleverde actuele liters worden omgerekend naar liters ad 15° C. op basis van de soortelijke massa van de betreffende minerale olie en de temperatuur op het moment van belading van de tankauto;
– voor de berekening van de verschuldigde accijns inzake vloeibaar gemaakt petroleumgas mogen de op de tankstations afgeleverde actuele liters worden omgerekend naar kilogrammen op basis van een soortelijke massa van 0,54;
– tijdens het vervoer van de minerale olie of het bier moet de herkomst worden aangetoond met een bescheid als bedoeld in artikel 54 van de regeling.
... (http://wetten.overheid.nl/BWBR0026806/geldigheidsdatum_19-03-2010)

Accijns, beleidsregels accijnswetgeving
Geldend op 03-01-2013
Accijns, beleidsregels accijnswetgeving
De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit is een actualisering van het beleidsbesluit van 16 mei 2012, nr. BLKB2012/540M, Stcrt. 2012, 10435 , dat hiermee wordt ingetrokken. Naast enige aanpassingen van redactionele aard zijn de volgende beleidsregels vervallen of gewijzigd:
....
3.2. Tankauto’s en schepen als onderdeel van de AGP
Een AGP is, gelet op artikel 42 van de wet, een geografisch vastgestelde locatie die in de vergunning is omschreven. Het is daarom in beginsel niet mogelijk een schip of vrachtauto als AGP aan te wijzen.
Bij de levering van minerale oliën aan tankstations en schepen is het op het tijdstip van de uitslag tot verbruik nog niet bekend hoeveel minerale olie daadwerkelijk zal worden afgeleverd. Dit speelt ook bij bier dat vanuit de AGP met tankauto’s wordt afgeleverd bij horecaondernemers. De geleverde hoeveelheid staat pas vast bij de daadwerkelijke aflevering aan het tankstation, aan het schip of aan de horecaondernemer. Mede ter voorkoming van extra administratieve handelingen bestaat er daarom behoefte om voor deze leveringen een uitzondering te maken op vorenbedoeld vereiste met betrekking tot de locatie van een AGP.
Goedkeuring
Ik keur goed dat tankauto’s die bier aan horecaondernemingen afleveren, tankauto’s die minerale olie aan tankstations afleveren en leurschepen die minerale olie met vrijstelling van accijns afleveren aan schepen geacht worden deel uit te maken van de AGP waaruit wordt afgeleverd. Deze goedkeuring moet worden opgenomen in de vergunning voor de AGP waaruit wordt afgeleverd.
De goedkeuring is van toepassing onder de volgende voorwaarden:
– de afleveringen van de minerale oliën en het bier moeten plaatsvinden via op de tankauto's aanwezige geijkte meters;
– voor de berekening van de verschuldigde accijns inzake lichte olie, halfzware olie en gasolie mogen de op de tankstations afgeleverde actuele liters worden omgerekend naar liters ad 15° C. op basis van de soortelijke massa van de betreffende minerale olie en de temperatuur op het moment van belading van de tankauto;
– voor de berekening van de verschuldigde accijns inzake vloeibaar gemaakt petroleumgas mogen de op de tankstations afgeleverde actuele liters worden omgerekend naar kilogrammen op basis van een soortelijke massa van 0,54;
– tijdens het vervoer van de minerale olie of het bier moet de herkomst worden aangetoond met een bescheid als bedoeld in artikel 54 van de regeling.
...(http://wetten.overheid.nl/BWBR0032474/geldigheidsdatum_03-01-2013)

Het is een onduidelijk verhaal....
Zo vind ik een anekdote van een wijngaard:
Een leuk detail is, dat ik onlangs (16-09-05) van de belastingdienst een schrijven heb mogen ontvangen waarin een uiteenzetting is gegeven over de plichten van wijngaard eigenaren in zake de AGP en IVV vergunning. Als ik wijn of druivensap produceer en deze aan anderen ga leveren, `dan zal dit gevolgen hebben` zo schrijft de inspecteur der belastingen met een opgeheven typisch Hollands vingertje. Dit schrijven, gericht aan Wijngaard de wijnhoek, is voor mij voldoende bewijs dat de ambtenaren bij de belastingdienst ook van een wijntje houden want ik sta met mijn druiven hobby voor eigen genot nergens anders geregistreerd dan op mijn eigen website. Leuker kunnen ze het waarschijnlijk niet maken maar wel makkelijker...... het blijven per slot van rekening ambtenaren en wetgeving is wetgeving … toch? (www.dewijnhoek.nl/database/accijns.html)

Als ik zoek bij de belastingdienst op: 'bier brouwen' vind ik:

Zelf accijnsgoederen maken
U mag bier en wijn voor eigen gebruik maken. Maar u mag bier en wijn niet verkopen.
Wilt u andere accijnsgoederen dan bier en/of wijn maken? Of wilt u zelfgemaakt bier en zelfgemaakte wijn verkopen? Dan moet u zich inschrijven als ondernemer bij:
de Kamer van Koophandel en
de Belastingdienst
In sommige gevallen kunt u zich bij de Kamer van Koophandel ook inschrijven voor de Belastingdienst.
Daarna moet u bij Belastingdienst/Douane een vergunning aanvragen voor het zelf maken van accijnsgoederen. Zo'n vergunning heet een Vergunning accijnsgoederenplaats. Meer informatie hierover vindt u bij Accijnsgoederen of verbruiksbelastinggoederen maken.
(www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/aangifte_doen/andere_belastingen/accijnsgoederen_of_verbruiksbelastinggoederen_maken_in_nederland_2/zelf_accijnsgoederen_maken)

Accijnsgoederen of verbruiksbelastinggoederen vervaardigen
Voordat u accijnsgoederen en/of verbruiksbelastinggoederen in Nederland vervaardigt moet u altijd hebben: een Vergunning vervaardiging in een accijnsgoederenplaats en/of een Vergunning inrichting voor de vervaardiging van verbruiksbelastinggoederen.
De vervaardigde accijnsgoederen of verbruiksbelastinggoederen liggen:
onder schorsing van accijns in uw accijnsgoederenplaats
onder schorsing van verbruiksbelasting in uw inrichting voor verbruiksbelastinggoederen.
U moet de accijns of verbruiksbelasting pas betalen als u de goederen uit uw accijnsgoederenplaats of uw inrichting voor verbruiksbelastinggoederen uitslaat tot verbruik. U betaalt accijns of verbruiksbelasting periodiek achteraf.
In de vergunning staat onder andere op welke locatie u welke accijnsgoederen of verbruiksbelastinggoederen mag vervaardigen en opslaan. (Een woonhuis komt niet in aanmerking als locatie.)....Met een Vergunning vervaardiging in een accijnsgoederenplaats of Vergunning inrichting voor de vervaardiging van verbruiksbelastinggoederen moet u periodiek elektronisch aangifte doen van de te betalen accijns of verbruiksbelasting  (www.belastingdienst.nl/wps/wcm/
connect/bldcontentnl/belastingdienst/douane_voor_bedrijven/accijns_en_verbruiksbelasting/inleiding_accijns_verbruiksbelastingen/accijnsgoederen_verbruiksbelastinggoed_maken/accijnsgoederen_of_verbruiksbelastinggoederen_vervaardigen).

Bier
Het extractgehalte van bier bepaalt hoeveel accijns u moet betalen. Het extractgehalte wordt uitgedrukt in percenten Plato.
Bier gemengd met een alcoholvrije drank noemen we limonade als in het mengsel 0,5% of minder alcohol zit. Voor limonade betaalt u verbruiksbelasting, geen accijns.
Voor bier gebrouwen door kleine brouwerijen kan een verlaagd accijnstarief gelden. U kunt dat aanvragen als u kunt bewijzen dat uw brouwerij:
- zelfstandig is
- economisch onafhankelijk is van andere bierbrouwerijen
- geen bier onder licentie produceert
- in het vorig kalenderjaar niet meer hebt gebrouwen dan 200.000 hectoliter
- installaties gebruikt die fysiek losstaan van die van andere bierbrouwerijen
(www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/douane_voor_bedrijven/accijns_en_verbruiksbelasting/inleiding_accijns_verbruiksbelastingen/bijzonderheden_per_accijnsproduct/bijzonderheden_per_accijnsproduct#Bier)

Huisvlijt wordt niet gewaardeerd door de Nederlandse overheid (hoe anders was dat niet in China, waar bijvoorbeeld staaloventjes in de achtertuin werden aangemoedigd). Hoewel het afhankelijk is van het alcoholpercentage van de drank die je produceert, zou je bijvoorbeeld voor wijn al snel bijna een euro per liter aan accijnzen moeten betalen. Bier is aanzienlijk goedkoper met (afhankelijk van het alcoholpercentage) nog geen 8 cent per liter tot een halve euro per liter. Lukt het je om zelf een mousserende wijn (‘bubbels’) te maken, dan betaal je zo’n 2,50 euro per liter aan accijnzen.
Het verkopen van alcoholhoudende drank, mag enkel wanneer je een horeca- of slijtersvergunning hebt volgens de Drank- en Horecawet (er zijn enkele uitzonderingen, zoals winkels die voornamelijk in levensmiddelen handelen, reden waarom de Albert Heijn lichtalcoholhoudende drank mag verkopen) (http://blog.wetrecht.nl/zelf-alcohol-maken-mag-dat/).

Invoeringswet Wet op de accijns
Geldend op 23-03-2015
Artikel XVII
De accijns van bier wordt geheven ter zake van het hier te lande vervaardigen en van de invoer van bier.
Artikel XVIII
1.De accijns waaraan het hier te lande vervaardigde bier is onderworpen, wordt berekend naar het aantal hectolitergraden wort van het brouwsel en bedraagt per hectolitergraad wort:
a. voor de eerste 800 000 hectolitergraden f 9,19;
b. voor de hectolitergraden boven 800 000 f 10,28.
2.Indien aan het eind van het kalenderjaar blijkt dat het aantal hectolitergraden wort in dat jaar een hoeveelheid van 90 000 niet heeft overschreden, bedraagt de accijns in afwijking van het eerste lid, per hectolitergraad wort f 8,69 en vindt herrekening plaats. De inspecteur stelt het aan de brouwer terug te geven bedrag bij beschikking vast.
3.Bij ministeriële regeling kan, onder daarbij te stellen voorwaarden en beperkingen, worden bepaald dat het in het tweede lid vermelde tarief reeds bij de aanvang van het kalenderjaar toepassing vindt.
4.Het aantal hectolitergraden wort is het produkt van de hoeveelheid wort bij een temperatuur van 17,5 °C en het verschil tussen de dichtheid van het wort en de dichtheid van zuiver water, beide bij die temperatuur. De hoeveelheid wordt uitgedrukt in hectoliters, met verwaarlozing van gedeelten van een hectoliter. Het verschil in dichtheid wordt uitgedrukt in graden in tienden nauwkeurig, met verwaarlozing van gedeelten van een tiende graad. Iedere graad vertegenwoordigt een honderdste gedeelte van de dichtheid van zuiver water bij een temperatuur van 17,5 °C.
5.Het aantal hectolitergraden wort wordt uitgedrukt in een geheel getal, met verwaarlozing van gedeelten van een hectolitergraad.
6.Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt in aanmerking genomen het aantal hectolitergraden wort van de brouwsels die in dezelfde brouwerij in een kalenderjaar zijn vervaardigd.
7.Indien de vergunninghouder van een accijnsgoederenplaats voor bier de brouwerij slechts gedurende een gedeelte van een kalenderjaar in werking heeft gehad, wordt het in het eerste en tweede lid vermelde aantal hectolitergraden wort voor dat jaar naar evenredigheid verminderd.
Artikel XIX
1.De accijns waaraan het bier dat wordt ingevoerd is onderworpen, wordt berekend naar het aantal hectolitergraden bier.
2.De accijns voor bier dat wordt ingevoerd op fles bedraagt per hectolitergraad bier f 10,50.
3.In afwijking van het tweede lid bedraagt de accijns voor bier op fles, dat afkomstig is van een brouwerij waarvan in het voorafgaande kalenderjaar niet meer dan 950 000 hectolitergraden bier is ingevoerd anders dan met vrijstelling, f 10,21 per hectolitergraad bier.
4.De accijns voor bier dat wordt ingevoerd anders dan op fles bedraagt per hectolitergraad bier f 9,90.
5.In afwijking van het vierde lid bedraagt de accijns voor bier anders dan op fles, dat afkomstig is van een brouwerij waarvan in het voorafgaande kalenderjaar niet meer dan 950 000 hectolitergraden bier is ingevoerd anders dan met vrijstelling, f 9,67 per hectolitergraad bier.
6.In afwijking van het tweede tot en met het vijfde lid bedraagt de accijns voor bier dat afkomstig is van een brouwerij die in het voorafgaande kalenderjaar een totale jaarproduktie had van niet meer dan 90 000 hectolitergraden wort:
a. voor bier op fles f 9,65 per hectolitergraad bier;
b. voor bier anders dan op fles f 9,14 per hectolitergraad bier.
7.Het aantal hectolitergraden bier is het produkt van de hoeveelheid ingevoerd bier en het verschil tussen de dichtheid van het wort waaruit dat bier is vervaardigd en de dichtheid van zuiver water, beide bij een temperatuur van 17,5 °C. De hoeveelheid wordt uitgedrukt in hectoliters in honderdsten nauwkeurig, met verwaarlozing van gedeelten van een honderdste hectoliter. Het verschil in dichtheid wordt uitgedrukt in graden in tienden nauwkeurig, met verwaarlozing van gedeelten van een tiende graad. Iedere graad vertegenwoordigt een honderdste gedeelte van de dichtheid van zuiver water bij een temperatuur van 17,5 °C.
8.Het aantal hectolitergraden bier wordt uitgedrukt in een geheel getal, met verwaarlozing van gedeelten van een hectolitergraad.
9.Het bepaalde in artikel XVIII, vierde, vijfde, zesde en zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
10.Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter zake van de uitvoering.
Artikel XX
1.De accijns van bier dat hier te lande wordt vervaardigd, wordt verschuldigd op het tijdstip gelegen direct na het koken van het wort.
2.De vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats voor bier doet, in afwijking van artikel 19 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, voor het einde van de maand aangifte van het in de voorafgaande maand vervaardigde aantal hectolitergraden wort en van het aantal hectolitergraden wort dat is gebezigd voor de bereiding van het bier dat in die maand is afgeleverd met vrijstelling van accijns, is uitgevoerd en is teloorgegaan.
3.Op de over een maand verschuldigde accijns wordt in mindering gebracht de accijns over het bier dat in dezelfde maand met vrijstelling van accijns is afgeleverd, is uitgevoerd en is teloorgegaan.
4.Het op grond van het derde lid verkregen bedrag wordt, in afwijking van artikel 19 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, voldaan uiterlijk de twintigste dag van de derde maand volgende op de maand waarop de aangifte betrekking heeft.
5.Bij ministeriële regeling worden regels gesteld voor de berekening van het aantal hectolitergraden wort dat is gebezigd voor de bereiding van het bier dat is afgeleverd met vrijstelling van accijns, is uitgevoerd en is teloorgegaan (http://wetten.overheid.nl/BWBR0005346/geldigheidsdatum_23-03-2015).

Wet op de accijns
Geldend op 23-03-2015
Wet van 31 oktober 1991, houdende vereenvoudiging en uniformering van de accijnswetgeving
...
Artikel 1
1. Onder de naam accijns wordt een belasting geheven van:
a. bier;
...
Artikel 5
1. Het is niet toegestaan:
a. een accijnsgoed te vervaardigen buiten een accijnsgoederenplaats die voor dat soort accijnsgoed als zodanig is aangewezen;
b. een accijnsgoed voorhanden te hebben dat niet overeenkomstig de bepalingen van deze wet in de heffing is betrokken.
2. Het verbod als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing indien het vervaardigen geschiedt overeenkomstig de wettelijke bepalingen, bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.
3. Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen wordt ontheffing verleend van de in het eerste lid bedoelde verboden voor:
a. het vervaardigen van accijnsgoederen uit andere accijnsgoederen, waarbij het accijnsbedrag dat de eerstbedoelde accijnsgoederen vertegenwoordigen niet hoger is dan het accijnsbedrag dat de accijnsgoederen vertegenwoordigen waaruit zij zijn vervaardigd;
b. het vervaardigen van accijnsgoederen waarvoor een vrijstelling van accijns geldt op de voet van artikel 65;
c. het thuis vervaardigen van bier en wijn door particulieren, voor zover die goederen worden aangewend voor eigen gebruik;
...
Afdeling 1. Bier
Artikel 6
Onder bier wordt verstaan:
a. elk produkt van GN-code 2203; en
b. elk produkt van GN-code 2206 dat een mengsel van bier als bedoeld in onderdeel a en niet-alcoholhoudende dranken bevat;
voor zover deze produkten een alcoholgehalte hebben van meer dan 0,5%vol.
Artikel 7
1. De accijns bedraagt per hectoliter voor bier met een extractgehalte, uitgedrukt in percenten Plato, van:
a. minder dan 7 € 7,59;
b. 7 tot 11 € 28,49;
c. 11 tot 15 € 37,96;
d. 15 en meer € 47,48.
2. Met betrekking tot bier als bedoeld in artikel 6, onderdeel b, met een alcoholgehalte van niet meer dan 1,2%vol wordt het tarief van het eerste lid, onderdeel a, toegepast.
3. In afwijking in zoverre van het eerste lid bedraagt de accijns voor bier dat is vervaardigd in een accijnsgoedereplaats waar in het voorafgaande kalenderjaar niet meer dan 200 000 hl bier is vervaardigd 92,5/100 deel van de in de onderdelen b, c en d vermelde bedragen.
4. Het derde lid vindt slechts toepassing met betrekking tot een accijnsgoederenplaats die:
a. juridisch en economisch onafhankelijk is van een andere accijnsgoederenplaats waar bier wordt vervaardigd;
b. gebruik maakt van installaties die in fysiek opzicht losstaan van die van een andere accijnsgoederenplaats waar bier wordt vervaardigd; en
c. geen bier vervaardigt onder licentie, tenzij het onder licentie vervaardigde bier slechts een klein gedeelte van de totale produktie betreft, met dien verstande dat het derde lid geen toepassing vindt met betrekking tot het onder licentie vervaardigde bier.
5. Voor de toepassing van het derde en vierde lid wordt een samenwerkingsverband van twee of meer accijnsgoederenplaatsen waar gezamenlijk in het voorafgaande kalenderjaar niet meer dan 200 000 hl bier is vervaardigd, aangemerkt als één accijnsgoederenplaats.
6. Onder extractgehalte wordt verstaan het gehalte van de in de stamwort opgeloste niet-vluchtige stoffen, vermeerderd met het gehalte van de na de gisting aan het bier toegevoegde stoffen.
7. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de toepassing van het derde en vierde lid.
8. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot het bepalen van het extractgehalte.
9. Voor de toepassing van het eerste en het tweede lid wordt, met inachtneming van bij ministeriële regeling te stellen regels, het volume van bier in geconcentreerde vorm herleid tot het volume van voor gebruik gereed bier.
10. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op bier dat afkomstig is uit een brouwerij buiten Nederland.
...
Artikel 104
Deze wet kan worden aangehaald als Wet op de accijns.
(http://wetten.overheid.nl/BWBR0005251/geldigheidsdatum_23-03-2015)
(http://gebruikstarief.douane.nl/lijsten-overzichtenhttp://gebruikstarief.douane.nl/about)


Maar wat zijn die codes?

Over het gebruikstarief
Het 'gebruikstarief' is een verzameling van communautaire en nationale wettelijke bepalingen en voorschriften die bij de in- en (weder)uitvoer van goederen van toepassing zijn. Deze verzameling bezit op zich geen wettelijke kracht, maar is samengesteld om het gebruik makkelijker te maken.

In geval van twijfel omtrent de juistheid van de maatregelen, zoals die in het gebruikstarief zijn weergegeven, moet de oorspronkelijke wettelijke tekst worden geraadpleegd De informatie in het gebruikstarief wordt dagelijks aangepast aan de actuele situatie en bevat alle gegevens welke bij in- en (weder)uitvoer van toepassing zijn. Het wordt dagelijks gepubliceerd en is te raadplegen via Intranet en Internet.
Het gebruikstarief is gebaseerd op het geïntegreerde tarief van de Europese Gemeenschap (Taric) en de maatregelen die voortkomen uit de nationale wet- en voorschriftgeving zijn hieraan toegevoegd. Deze communautaire- en nationale maatregelen zijn geïntegreerd in de Gecombineerde Nomenclatuur (GN). Dat wil zeggen dat de afzonderlijke naamlijsten van goederen, waarop de maatregelen betrekking hebben, tot één geheel zijn samengevoegd waarbij aan elke goederenomschrijving een z.g. Taric-code is toegekend (10-cijferniveau).... (http://gebruikstarief.douane.nl/about).

De GN is gebaseerd op het wereldwijd Geharmoniseerde Systeem (“GS”) inzake de
omschrijving en de codering van goederen, dat is opgesteld door de Internationale
Douaneraad (“IDR”), thans de Werelddouaneorganisatie (“WDO”), en ingevoerd bij
het Internationaal Verdrag van Brussel van 14 juni 1983 (“Verdrag betreffende het
GS”) ( G. Danilović 2010/2011, blz. 5).


De gecombineerde nomenclatuur (GN) wordt jaarlijks in de vorm van een verordening tot wijziging van de verordening (EEG) 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur, het gemeenschappelijk douanetarief en de eventuele daarop volgende verdere verordeningen met wijzigingen daarop, gepubliceerd.
De afzonderlijke publicatie van de GN in het gebruikstarief behelst naast de relevante verordeningen van het voorafgaande jaar, een reeks publicaties met betrekking tot het huidige jaar en voorzover als mogelijk de publicaties voor het aankomende jaar (http://gebruikstarief.douane.nl/about#idp73307864).

Soms wijzigen de codes en de bijbehorende tarieven dus. Zo was er in de jaren negentig een wijziging zo lees ik:

De wijzigingen in de GN per 1 januari 1998 betreffen zowel een wijziging van de nomenclatuur van de goederen als een verlaging van bepaalde rechten.
a) Wijzigingen in de nomenclatuur

De in de nomenclatuur aangebrachte wijzigingen zijn een gevolg van de jaarlijkse communautaire wijzigingen in verband met de eisen van de statistiek en de handelspolitiek. Zij betreffen een aanvullende aantekening en een aanzienlijk aantal onderverdelingen en codenummers.
Een groot deel van de wijziging van de onderverdelingen en codenummers houdt verband met de integratie van:
- maatregelen die zijn overeengekomen in het kader van het Information Technology Agreement (ITA) die op 1 juli 1997 in werking zijn getreden (Verordening (EG) nr. 1153/97 - PbEG L 168) of
- de door de Gemeenschap met ingang van 1 november 1997 door middel van autonome schorsingen toegepaste versnelde afbraak van de douanerechten voor bepaalde producten uit de ITA en voor bepaalde producten die worden gebruikt bij de vervaardiging en bij het testen van halfgeleiders (Verordening (EG) nr. 2216/97 - PbEG L 305).
Vorenstaande maatregelen zijn in 1997 door middel van Taric-onderverdelingen geïntegreerd en worden per 1 januari 1998 omgezet in GN-onderverdelingen.
b)Verlaging van de douanerechten

De verlagingen zijn het gevolg van de in het kader van de Uruguay-Ronde (UR) overeengekomen gefaseerde afbraak van rechten. Het betreft de vierde etappe verlaging van de rechten voor:
- bepaalde visserijproducten (ex hoofdstuk 3, de codes ex 1604, ex 1605 en 1902 2010, van de GN);
- tomaten, komkommers, artisjokken en courgettes (ex hoofdstuk 7 van de GN);
- citrusvruchten, druiven, appels, peren abrikozen, kersen, perziken (nectarines daaronder begrepen) en pruimen (ex hoofdstuk 8 van de GN);
- druivensap en druivensap (ex codes 2009 en 2204 van de GN) en
- het merendeel van de producten vallende onder de hoofdstukken 25 t/m 96 van de gecombineerde nomenclatuur (GN).
De verlagingen zijn ook van invloed op de rechten die van toepassing zijn in het kader van de algemene tariefpreferenties (APS) en in het kader van preferentiële overeenkomsten, indien het preferentiële recht gelijk is aan een bepaald percentage van het algemeen geldende recht (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-1997-247-p67-SC11974.html).

Maar hoe zit het nu:

Hyperlink GN jaar: 2015: Publicatie 1 Vo 1101/2014 Publicatieblad LL312/2014
(http://gebruikstarief.douane.nl/about#idp73307864) (http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32014R1101&qid=1415711617639&from=NL). In deze lijst zijn voor zo een beetje elke drank een eigen code nummer verzonnen:

2203 00 Bier van mout:
– in verpakkingen inhoudende niet meer dan 10 l:
2203 00 01 – – verpakt in flessen . . . . . . . . . . . vrij l
2203 00 09 – – ander . . . ...................... . . . . . . vrij l
2203 00 10 – in verpakkingen inhoudende meer dan 10 l . . . . . . . . . . . . vrij l
 (http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32014R1101&qid=1415711617639&from=NL)

2206 00 andere gegiste dranken (bijvoorbeeld appelwijn, perenwijn, honingdrank);
mengsels van gegiste dranken en mengsels van gegiste dranken met
alcoholvrije dranken, elders genoemd noch elders onder begrepen:
2206 00 10 – piquette . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1,3 €/% vol/hl MIN  7,2 €/hl l
– andere:
– – mousserend:
2206 00 31 – – – appelwijn en perenwijn  . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19,2 €/hl l
2206 00 39 – – – andere . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19,2 €/hl l
– – niet mousserend, in verpakkingen inhoudende:
– – – niet meer dan 2 l:
2206 00 51 – – – – appelwijn en perenwijn . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . 7,7 €/hl l
2206 00 59 – – – – andere . . . . . . . .  . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7,7 €/hl l
– – – meer dan 2 l:
2206 00 81 – – – – appelwijn en perenwijn . . . . . . . . . . .  . . . . . . . . . . 5,76 €/hl l
2206 00 89 – – – – andere .
 (http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32014R1101&qid=1415711617639&from=NL)

Volgens mij is die GN code 2206 helemaal niet voor bier.
Als ik nog even kijk in de lijst van 2007 lees ik:
Voor de toepassing van post 2202 wordt onder „alcoholvrije dranken” verstaan, dranken met een alcoholvolumegehalte van niet meer
dan 0,5 % vol. Alcoholhoudende dranken worden naar gelang van het geval ingedeeld onder de posten 2203 tot en met 2206 of onder
post 2208.
(VERORDENING (EG) Nr. 1549/2006 VAN DE COMMISSIE van 17 oktober 2006 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief)

2202 bevat dan dus de alcoholvrije bieren en  2206 zou dus gebruikt kunnen worden voor mousserende bieren? Of worden bedoeld:
gemberbier en kruidenbier, zijnde bruisende dranken gemaakt van suiker en
water, waaraan gember of kruiden zijn toegevoegd en die door toevoeging
van gist aan het gisten zijn gebracht ( G. Danilović 2010/2011, blz. 7).

Het is soms nogal een discussie en een rechter komt er soms bij aan te pas (zie G. Danilović 2010/2011, blz. 9).
Maltbase arrest: gefiltreerde maltbase is geen drank (HR 19 juni 2009, zaak nr. 44 029, LJN: BC5878.)
Uit de stukken van het geding valt af te leiden dat in de zaak Maltbase belanghebbende de Inspecteur had verzocht haar een bindende tariefinlichting (“BTI”) te verstrekken voor een in dat verzoek als gefiltreerde maltbase aangeduid product met de volgende omschrijving:
Vergiste drank op basis van o.a. mout, welke na filtratie een heldere
alcoholische niet schuimende vloeistof levert met een minimaal alcoholgehalte
van 14%. De onvergiste basis bestaat hoofdzakelijk uit zetmeel en
suikerhoudende grondstoffen, hop en water. Categoriestam: Het
stamwortgehalte bedraagt meer dan 15,5° Plato is van categorie S. De vergiste
base wordt aangeboden als bulkgoed dat vervoerd wordt in een daartoe
bestemd vervoermiddel.
In de aanvraag werd verzocht om indeling onder GN-post 2203 00 10 als bier van mout. De Inspecteur verstrekte aan belanghebbende echter een BTI waarin de gefiltreerde maltbase werd ingedeeld onder GN-post 2208 90 99. Belanghebbende maakte bezwaar, maar zonder succes. In beroep kwam deze procedure uiteindelijk terecht bij de Douanekamer van het Gerechtshof Amsterdam. Dit Hof stelde in zijn uitspraak eerst vast dat:
de gefiltreerde maltbase “een door ultrafiltratie van bier verkregen kleurloze,
niet schuimende drinkbare vloeistof is, die niet naar bier smaakt, en wel naar
alcohol maar niet naar bier ruikt. Het product wordt onder meer gebruikt als
ingrediënt voor mixdranken zoals breezers en shooters. Het product als zodanig
wordt niet als drank verkocht of aangeboden”.
Het Hof oordeelde vervolgens dat de gefiltreerde maltbase niet onder GN-post 22.06 kan worden ingedeeld, nu deze post betrekking heeft op dranken en de gefiltreerde maltbase dient als ingrediënt voor dranken. De enkele omstandigheid dat gefiltreerde maltbase drinkbaar is omdat het niet giftig is, doet daaraan naar 's Hofs oordeel niet af, nu het in de praktijk als zodanig kennelijk niet wordt gedronken, en ook niet als drank wordt verkocht of aangeboden.
Voorts kon gefiltreerde maltbase ook niet worden ingedeeld in GN-post 2203. Het Hof concludeert dat, de inhoud van de verpakking in acht nemend, de gefiltreerde maltbase, op basis van de tekst van tariefpostonderverdeling dient te worden ingedeeld in GN-onderverdeling 2208 90 9924. Het Hof verwijst ook naar de toelichting van de Internationale Douaneraad op post 2207 welke bevestigt dat de gefiltreerde maltbase als ethylalcohol moet worden ingedeeld. Belanghebbende heeft vervolgens tegen de uitspraak van het Hof cassatie ingesteld.
Onder verwijzing naar het Dr. Ritter GmbH - arrest van het HvJ EU oordeelde de Hoge Raad dat onder het begrip “drank” in de GN moeten worden verstaan alle vloeistoffen die geschikt en bestemd zijn voor menselijke consumptie. De gefiltreerde maltbase is dan ook een vloeistof die kan en mag worden gedronken en daardoor een drank in de zin van de GN. Daaraan wordt niet afgedaan door de omstandigheid dat de gefiltreerde maltbase primair wordt aangewend bij de productie van andere
dranken. De HR vervolgde echter met het oordeel dat een drank in de zin van de GN een vloeistof is die geschikt en bestemd is voor menselijke consumptie. Op basis hiervan oordeelde de HR vervolgens dat:
Niet voor redelijke twijfel vatbaar is echter dat het daarbij dient te gaan om een
vloeistof die bestemd is om in de staat waarin deze verkeert zonder bezwaar
door mensen te worden geconsumeerd en als zodanig met het oog op die
consumptie op de markt wordt gebracht. ...Een product als de gefiltreerde
maltbase voldoet hieraan niet, nu het bestemd is om te dienen als halffabricaat
voor de bereiding van gerede dranken. Op grond hiervan faalt het middel.

...de indeling in de GN van “gefilterde maltbase” (gezuiverd bier). De Hoge Raad heeft in navolging van het Gerechtshof te Amsterdam geconcludeerd dat gezuiverd bier moet worden ingedeeld onder post 22.08 ( G. Danilović 2010/2011, blz. 24).

Of wat te denken van: 
Moet de gecombineerde nomenclatuur in de versie van verordening (EG)
nr 2031/2001 van de Commissie van 6 augustus 2001 (Pb L 279, blz 1) alsook
in de versie van verordening (EG) nr 1832/2002 van de Commissie van 1
augustus 2002 (Pb L 290, blz 1), aldus worden uitgelegd dat een als “malt beer
base” aangeduid product met een alcoholvolumegehalte van ongeveer 14%
vol., dat uit gebrouwen bier is gewonnen, dat is gezuiverd en daarna aan een
ultrafiltratie wordt onderworpen waardoor ingrediënten zoals bittere stoffen en
eiwitten worden uitgedund, onder post 22.08 moet worden ingedeeld?”

De brouwerij had in Nederland in 2002  ruim 170.000 liter maltbeerbase gekocht voor de vervaardiging van hun Salitos Ice. De Duitse douane beordeelde het onder code 2208 in plaats van 2203. Daar was de brouwerij het niet mee eens (HvJ EU zaak nr. C-196/10 inzake Paderborner Brauerei Haus Cramer KG, 7 april 2010). Op 14 jul 2011 kwam een uitspraak :
‘For the purposes of this Directive, the term “beer” covers any product falling within CN code 2203 or any product containing a mixture of beer with non-alcoholic drinks falling within CN code 2206, in either case with an actual alcoholic strength by volume exceeding 0,5% vol.’
...The CN, established by Regulation No 2658/87, is based on the international Harmonised Commodity Description and Coding System (‘the HS’) drawn up by the Customs Cooperation Council, now the World Customs Organisation (‘the WCO’), adopted by the International Convention concluded in Brussels on 14 June 1983 and approved on behalf of the European Economic Community by Council Decision 87/369/EEC of 7 April 1987 concerning the conclusion of the International Convention on the Harmonised Commodity Description and Coding System and of the Protocol of Amendment thereto (OJ 1987 L 198, p. 1; ‘the HS Convention’). The CN reproduces the headings and subheadings of the HS to six digits, with only the seventh and eighth figures creating further subheadings which are specific to it.
...Under the terms of Article 12 of Regulation No 2658/87, the European Commission is required to adopt each year, by means of a regulation, a complete version of the CN together with the corresponding autonomous and conventional rates of duty of the Common Customs Tariff, as it results from measures adopted by the Council of the European Union or by the Commission.
....
‘Beer is an alcoholic beverage obtained by fermenting a liquor (wort) prepared from malted barley or wheat, water and (usually) hops. … The addition of hops imparts a bitter and aromatic flavour and improves the keeping qualities. …
...
 Paderborner Brauerei is a brewery. In 2002 it purchased a total of 99 847.33 litres, and on 6 and 23 June 2003 a total of 74 745.41 litres, of a so-called ‘malt beer base’ from Alko International BV in the Netherlands, which it used to produce a mixed drink marketed under the designation ‘Salitos Ice’.
... According to the information provided by the Finanzgericht (Finance Court) Düsseldorf, the ‘malt beer base’ is produced from brewed beer with an alcoholic strength by volume of approximately 14%, which is clarified and then subjected to ultrafiltration, by which the concentration of ingredients such as bitter substances and proteins is reduced. The ‘malt beer base’ also has an alcoholic strength by volume of 14%. It is a colourless, clear liquid which smells of alcohol and has a slightly bitter taste.
...
 In the present case, it is apparent from the HS explanatory notes relating to heading 2203 of the CN that beer must be considered to be an alcoholic beverage. The classification of a product as a ‘beverage’ within the meaning of the CN depends on whether it is a liquid and is intended for human consumption (Case 114/80 Dr Ritter [1981] ECR 895, paragraph 9).
However, according to the information provided by the referring court, the ‘malt beer base’ is not an end product intended for consumption but rather an intermediate product for use in the production of the mixed drink marketed under the designation ‘Salitos Ice’. Therefore, even though the ‘malt beer base’ is a liquid and is suitable for human consumption in the sense that it is drinkable, it is not, as an intermediate product, primarily intended for human consumption. In view of the fact that this product is not sold to consumers as an end product, it should not be considered to be an alcoholic beverage.
...
While it is true that the explanatory notes to the CN relating to heading 2208 exclude from that heading alcoholic beverages obtained from fermentation, it need only be noted, in this case, that this does not concern the ‘malt beer base’, in so far as it is an intermediate product, because, as has been indicated in paragraph 34 of the present judgment, it is not an alcoholic beverage.
....
In any event, the ‘malt beer base’ is not obtained purely and simply by fermentation but is thereafter subjected to ultrafiltration. As a result of this additional treatment, the product in question, which is produced from brewed beer, loses the objective properties and characteristics particular to beer. It does not look like beer and it also does not have the bitter taste specific to beer. According to the information provided by the referring court, the ‘malt beer base’ is a colourless, clear liquid which smells of alcohol and has a slightly bitter taste and an alcoholic strength by volume of 14%, which is used to produce a mixed drink marketed under the designation ‘Salitos Ice’. These objective properties and characteristics do not correspond to those of beer coming under heading 2203 of the CN but do, by contrast, correspond to those of ethyl alcohol under heading 2208 or are, in any event, akin to those properties and characteristics.
...Finally, with regard to the argument of Paderborner Brauerei that the HS explanatory note relating to heading 2208 states that ethyl alcohol has no aroma, whereas the ‘malt beer base’ smells of alcohol and has a slightly bitter taste, it must be observed at the outset that there is a degree of linguistic difference between the French and English versions, both official versions of the HS explanatory notes, in that regard.
However, neither of the two versions of that explanatory note requires that a product be completely devoid of taste or aroma in order for it to be classified as ethyl alcohol. In particular, according to both versions, ethyl alcohol is distinguishable from spirits, liqueurs and all other spirituous beverages coming under heading 2208 of the CN by reason of the presence in those products of distinctive flavouring substances or properties of taste (see, to this effect, Case 185/73 König [1974] ECR 607, paragraph 19).
Consequently, in contrast to those latter products, the taste and aroma of ethyl alcohol are neutral elements as regards the classification of a product under heading 2208 of the CN. The fact that the ‘malt beer base’ smells of alcohol and has a slightly bitter taste does not therefore prevent it from being classified under that heading.
In the light of all of the foregoing, the answer to the question referred is that Regulation No 2658/87 must be interpreted as meaning that a liquid described as a ‘malt beer base’, such as that in issue in the main proceedings, with an alcoholic strength by volume of 14% and obtained from brewed beer which has been clarified and then subjected to ultrafiltration, by which the concentration of ingredients such as bitter substances and proteins has been reduced, must be classified under heading 2208 of the CN.

In deze uitspraak wordt gewezen op een verschil in uitwerking in de Engelse en Franse versie van de verordening. G. Danilović 2010/2011 (blz. 17) wijst er ook op dat de Engelse, Franse en Duitse taalversies ruimer geredigeerd zijn dan de Nederlandse. Deze laatste lijkt namelijk te beperken tot
producten die gedistilleerde alcohol bevatten. De Engelse, Franse en Duitse taalversies omvatten daarentegen ook producten die ethylalcohol bevatten. Die ethylalcohol kan immers ook op andere wijze dan via distillatie zijn verkregen. Het voorgaande is van belang omdat de verschillende GN-posten een onderscheid beogen te maken tussen producten die allemaal tenminste hetzelfde molecuul
bevatten (ethanol of C2H5OH), waarbij niet te zijn hoe dit is ontstaan (vergisting, destillatie of ultrafiltratie). Met ultrafiltratie kan alcohol worden verkregen die niet van gedistilleerde
alcohol valt te onderscheiden. Dat merkte Paderborner dus ook.

G. Danilović 2010/2011 (blz. 21) had het dus goed begrepen:
Wat bier betreft, volgt uit het voorgaande dat in ieder geval wanneer bier aan een zodanige bewerking wordt onderworpen dat de geur en de smaak van het door deze bewerking verkregen product niet langer de aan bier eigen karakteristieken hebben, het verkregen product niet als bier kan worden aangemerkt. Hierdoor kan bij de vervaardiging van alcoholvrij bier, door de daarin aanwezige alcohol door middel van ultrafiltratie of omgekeerde osmose aan het “bier” in de zin van GN-post 22.03 te onttrekken, noch het alcoholvrije bier, noch de verkregen ethylalcohol als “bier” in de zin van laatstgenoemde GN-post worden aangemerkt. Omdat in de procedure waarin het Finanzgericht Düsseldorf zijn prejudiciële vraag stelde, volgens deze sprake is van een “kleurloze, heldere, naar alcohol ruikende, licht bitter smakende vloeistof”,45 kan de conclusie worden getrokken dat, de geur en de smaak van de “malt beer base” niet langer de aan bier eigen karakteristieken hebben. Bezien naar maatstaven van Nederlands nationaal recht kan deze “malt beer base” daardoor niet als bier worden aangemerkt. Als gevolg hiervan dient dit product in GN-post 22.08 te worden ingedeeld. Op grond van een en ander zou de door het Finanzgericht Düsseldorf prejudiciële vraag bevestigend moeten worden beantwoord (G. Danilović 2010/2011).

...het oordeel in de Siebrand procedure [Siebrand: het wezenlijke karakter van een drank nader bezien
, HR 21 maart 2008, zaak nr. 43038, LJN AZ4335] [bevestigt] dat de herkomst van de alcohol in een product bepalend kan zijn voor de indeling. Hierdoor kunnen twee dranken die dezelfde uiterlijke kenmerken hebben en dezelfde organoleptische eigenschappen hebben, voor de toepassing van de GN toch anders moeten worden ingedeeld, indien de alcohol van het een product uit distillatie is verkregen, terwijl die van andere product juist uit fermentatie afkomstig is  (G. Danilović 2010/2011, blz 23). 

Het accijnstarief (welke GN-code van toepassing is) is afhankelijk van de alcoholproductiemethode, en het gebruiksdoel. Dat is niet zomaar te zien aan de alcohol zelf. 

Bij dit laatste merkt (G. Danilović 2010/2011, blz 26), verwijzend naar HvJ EU 10 juli 1986, zaak nr. 222/85, Hela Lampe, Jur. 1986, blz. 2449 op dat: 'de bestemming van een goed geen inherente eigenschap is van dat goed en derhalve geen objectief criterium voor de tariefindeling op het tijdstip van de invoer, daar op dat tijdstip niet kan worden vastgesteld waarvoor het goed daadwerkelijk zal worden gebruikt.'

Het is dus nog niet zo eenvoudig en er is een heel juridische onderbouwing nodig voor de codering van de eindproducten van een brouwerij.

Ook bostel (brouwerijafval) heeft een code: 2303 30 00. Machines en toestellen voor brouwerijen vallen dan onder een GN-code: 8438 40 00. En wat de grondstoffen betreft:
1001 10 00, 1001 90 99 Kwaliteitstarwe
1003 00 10, 1003 00 90 Brouwgerst
1005 10 90, 1005 90 00 Maïs
1210 Hopbellen, vers of gedroogd, ook indien fijngemaakt, gemalen of in pellets; lupuline:
1210 10 00 − hopbellen, niet fijngemaakt en niet gemalen, noch in pellets . . . . . . . . . . 5,8 —
1210 20 − hopbellen, fijngemaakt, gemalen of in pellets; lupuline:
1210 20 10 − − hopbellen, fijngemaakt, gemalen of in pellets, met lupuline verrijkt; lupuline . . 5,8 —
1210 20 90 − − andere ...
1302 13 00 Plantensappen en plantenextracten van hop
(http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2006:301:0001:0880:NL:PDF)

En aan dat alles hangt uiteindelijk een prijskaartje:

Tarievenoverzicht Accijns en Verbruiksbelasting
Per 1-4-2015
Bier
- mengsels van bier van GN-code 2203 en niet-alcoholhoudende dranken, met een alcoholgehalte van niet meer dan 1,2% vol  € 7,59 per hl
- andere, met een extractgehalte, uitgedrukt in gewichtspercenten plato van:
- - minder dan 7 € 7,59 per hl
- - 7 of meer doch minder dan 11:
- - - vervaardigd in een accijnsgoederenplaats waar in het voorgaande kalenderjaar niet meer dan 200.000 hl bier is vervaardigd € 26,35 per hl
- - - andere                                 € 28,49 per hl
- - 11 of meer doch minder dan 15:
- - - vervaardigd in een accijnsgoederenplaats waar in het voorgaande kalenderjaar niet meer dan 200.000 hl bier is vervaardigd € 35,11 per hl
- - - andere € 37,96 per hl
- - 15 of meer:
- - - vervaardigd in een accijnsgoederenplaats waar in het voorgaande kalenderjaar niet meer dan 200.000 hl bier is vervaardigd € 43,92 per hl
- - - andere                           € 47,48 per hl
...
Accijns (aantekeningen)
1) Onder extractgehalte in percenten plato wordt verstaan: het gehalte van in de stamwort opgeloste niet-vluchtige stoffen vermeerderd met het gehalte van na de gisting aan het bier toegevoegde stoffen.
2) Voor de berekening van de accijns dient het volume van bier in geconcentreerde vorm te worden herleid naar het volume van voor gebruik gereed bier.
3) Herkomst van een zodanige accijnsgoederenplaats moet worden aangetoond.
4) Voor de berekening van de accijns wordt het volume van producten die bestaan uit een vloeistof waarin zich bestanddelen in vaste vorm bevinden, gesteld op het volume van het gehele product.
(http://gebruikstarief.douane.nl/lijsten-overzichten)

Dus resumerend:
Als ik werk gaat van mijn salaris belasting af, vervolgens komt het geld op mijn spaarrekening, waar op het eind van het jaar belasting over moet worden betaald. Als ik vervolgens iets koop met mijn geld betaal ik ook nog eens belasting. Bij een bier van 2,20 is er zo 45 cent aan belasting bij (zie PINT, 2013, Biernet). En als ik bovenstaande goed begrijp heeft de brouwer ook nog eens belasting en vergunningkosten betaald voor het mogen  brouwen van bier, voor de grondstoffen en uiteindelijk ook voor het eindproduct?  Bijzonder aan het hele systeem is dat er ondanks de accijnsverhoging, minder staatsinkomsten zijn (Biernet, 2014). Wat zal er komend jaar gaan gebeuren? Nog meer belastingen?

zaterdag 17 oktober 2015

BATmen

Batman is een plaats, zoals ik hier al eens aangaf. Het log is ook op het Red Dog label te vinden.

A batman (or batwoman) is a soldier or airman assigned to a commissioned officer as a personal servant. Before the advent of motorized transport, an officer's batman was also in charge of the officer's "bat-horse" that carried the pack saddle with his officer's kit during a campaign.
The U.K. English term is derived from the obsolete bat, meaning "pack saddle" (from French bât, from Old French bast, from Late Latin bastum), and man (http://en.wikipedia.org/wiki/Batman_(military)).

A batman was in British Army parlance an officer's uniformed servant or
orderly, supposedly taken on as a voluntary extra duty, for which the
officer paid for the service. In addition to his normal duties, the batman
was responsible for the officers clothing and kit and also in preparing and
serving meals. The duties varied depending on the officer's rank and role
and whether he was serving in barracks, on training or on operations. In
the trenches, a batman carried his personal weapon and often acted as a
bodyguard, while the officer carried out his duties as a platoon, company
or battalion commander. There is anecdotal evidence of continuing close
relationships between officers and their batmen and of officers going under
fire to rescue their batman and vice versa (http://1914-1918.invisionzone.com/forums/index.php?showtopic=12919).

 I have an old dictionary (1932) which has:-
bat - a pack saddle. bat-horse - A sumpter-horse carrying officers` baggage during a campaign.
batman - A man in charge of a bat-horse and its load; the military servant of a cavalry officer; a man in charge of the cookery utensils of a company of soldiers in the field.
More or less what you said! Does this indicate that batman was a cavalry name while servant was an infantry name? (http://1914-1918.invisionzone.com/forums/index.php?showtopic=12919).

The official term used by the British Army in the First World War was "soldier-servant". Every officer was assigned a servant, usually chosen by the officer from among his men. The term batman replaced this in the inter-war years. By the Second World War, only senior officers of the army and Royal Air Force were officially assigned batmen, with junior officers usually sharing the services of one batman between several officers. Batwomen also served in the women's services.
Batman was usually seen as a desirable position. The soldier was exempted from more onerous duties and often got better rations and other favours from his officer. Senior officers' batmen usually received fast promotion to lance-corporal, with many becoming corporals and even sergeants. The position was generally phased out after the war.
In the French Army the term for batman was ordonnance. Batmen were officially abolished after World War II. However, in the 1960s there were still batmen in the French Army.
In the German Army the batman was known as Ordonnanz ("orderly") from the French "ordonnance", or colloquially as Putzer ("cleaner") or as Bursche ("boy" or "valet").
The main character Švejk of the antimilitarist, satirical novel The Good Soldier Švejk by the Czech author Jaroslav Hašek is the most famous portrayal of a batman drafted into the Austro-Hungarian Army during the First World War. (The 1967 German song "Ich war der Putzer vom Kaiser" is actually based on the British instrumental hit "I Was Kaiser Bill's Batman" of the same year, with original German lyrics.)
In the United States Army the term "dog robber" (from the peacetime occupation of the title character of The Good Soldier Švejk, a fictional batman) was unofficially used, although that could also be applied to a junior officer who acted as a gofer to somebody with high rank. The position was made famous by James Garner in the film The Americanization of Emily.
Aides are junior commissioned officers who are available to support some of the needs of general officers who serve in command positions in the rank of brigadier general and above, and their equivalent Flag Officer equivalents in the grade of Rear Admiral (lower half) and above in the Navy and Coast Guard.
In the BBC sitcom Blackadder Goes Forth, set during World War I, actor Tony Robinson portrays Private S. Baldrick, the bumbling and incompetent batman to Captain Edmund Blackadder (http://en.wikipedia.org/wiki/Batman_(military)).

Batman is a fictional superhero appearing in American comic books published by DC Comics, as well as its associated media. The character was created by artist Bob Kane and writer Bill Finger, and first appeared in Detective Comics #27 (May 1939). Originally named "the Bat-Man", the character is also referred to by such epithets as "the Caped Crusader", "the Dark Knight", and "the World's Greatest Detective".
Batman is the secret identity of Bruce Wayne, an American billionaire, industrialist, and philanthropist. Having witnessed the murder of his parents as a child, he swore revenge on criminals, an oath tempered with a sense of justice. Wayne trains himself both physically and intellectually and dons a bat-themed costume to fight crime. Batman operates in the fictional Gotham City, assisted by various supporting characters including his butler Alfred Pennyworth, his crime-fighting partner Robin, the police commissioner Jim Gordon, and occasionally the heroine Batgirl. He fights a large assortment of villains, often referred to as the "rogues gallery," which includes the Joker, the Penguin, the Riddler, Catwoman, Mr. Freeze, Two-Face, Ra's al Ghul, Scarecrow, Poison Ivy, and Clayface. Unlike most superheroes, he does not possess any superpowers; he makes use of intellect, detective skills, science and technology, wealth, physical prowess, martial arts skills, an indomitable will, fear, and intimidation in his continuous war on crime (http://en.wikipedia.org/wiki/Batman)...

Batman's vow never to kill his enemies is one of his defining traits as a hero, yet it didn't even exist in his earliest comic book adventures. Batman was a pretty grim fellow in those days. He thought nothing of carrying a pistol into battle and using lethal force against Gotham's thugs. For whatever reason, he had a particular obsession with snapping necks. Whether he punched one criminal down a flight of stairs or delivered a swinging kick to another who stuck his head out a window, Batman's prey usually wound up a lifeless, shattered corpse in the Gotham morgue...Easily the most unsettling of Batman's victims came when the Caped Crusader clashed with Hugo Strange in the original Batman #1. Strange's serum turned mental patients into enormous "man-monsters" that even a billionaire crimefighter would be hard-pressed to defeat in one-on-one combat. Sop Batman's solution was to shoot a truck of Strange's minions off the road, lower a steel cable nose, and hoist one of these monster men into the sky. The result was a grisly image of Batman flaunting his latest murder victim like a dangling trophy. The remark "He's probably better off this way," didn't really help matters. (www.ign.com/articles/2015/02/24/batmans-9-most-violent-moments). Ook in de films moordt Batman regelmatig....  Al zou het niet moorden, juist zijn kenmerk zijn:

Ra's al Ghul: “Your compassion is a weakness your enemies will not share.”
Bruce Wayne: “That's why it's so important. It's what separates us from them.”
―Ra's al Ghul and Bruce Wayne (http://batman.wikia.com/wiki/Batman_(Christian_Bale))

In early 1939, the success of Superman in Action Comics prompted editors at the comic book division of National Publications (the future DC Comics) to request more superheroes for its titles. In response, Bob Kane created "the Bat-Man." Collaborator Bill Finger recalled "Kane had an idea for a character called 'Batman', and he'd like me to see the drawings. I went over to Kane's, and he had drawn a character who looked very much like Superman with kind of ... reddish tights, I believe, with boots ... no gloves, no gauntlets ... with a small domino mask, swinging on a rope. He had two stiff wings that were sticking out, looking like bat wings. And under it was a big sign ... BATMAN." The bat-wing-like cape was suggested by Bob Kane, who was inspired by seeing Leonardo Da Vinci's sketch of an ornithopter flying device as a child.
Finger offered such suggestions as giving the character a cowl instead of a simple domino mask, a cape instead of wings, and gloves, and removing the red sections from the original costume. Finger said he devised the name Bruce Wayne for the character's secret identity: "Bruce Wayne's first name came from Robert Bruce, the Scottish patriot. Bruce, being a playboy, was a man of gentry. I searched for a name that would suggest colonialism. I tried Adams, Hancock ... then I thought of Mad Anthony Wayne." He later said his suggestions were influenced by Lee Falk's popular The Phantom, a syndicated newspaper comic-strip character with which Kane was familiar as well.
Kane and Finger drew upon contemporary 1930s popular culture for inspiration regarding much of the Bat-Man's look, personality, methods and weaponry. Details find predecessors in pulp fiction, comic strips, newspaper headlines, and autobiographical details referring to Kane himself.[ As an aristocratic hero with a double identity, the Bat-Man had predecessors in the Scarlet Pimpernel (created by Baroness Emmuska Orczy, 1903) and Zorro (created by Johnston McCulley, 1919). Like them, he performed his heroic deeds in secret, averted suspicion by playing the fool in public, and marked his work with a signature symbol. Kane specifically noted the influence of the films The Mark of Zorro (1920) and The Bat Whispers (1930) in the creation of the character's iconography. Finger, drawing inspiration from pulp heroes like Doc Savage, The Shadow, Dick Tracy, and Sherlock Holmes, made the character a master sleuth (http://en.wikipedia.org/wiki/Batman).


"As a man, I'm flesh and blood, I can be ignored, I can be destroyed. But as a symbol...as a symbol I can be incorruptible, I can be everlasting."
―Batman

Batman is the alias and second identity of billionaire Bruce Wayne, son of Thomas and Martha Wayne. Becoming the Dark Knight, he dedicated himself to protect Gotham City.
Having witnessed his parents' death at the hands of a mugger as a child, Bruce traveled the world as an adult to train and understand the criminal mind in order to combat it. Mentored by Ra's al Ghul, Bruce later returned to Gotham and challenged the city's crime lords, employing unusual weapons and tactics as a mysterious black-garbed crusader. Despite being considered an outlaw by the GCPD, Batman defeated Carmine Falcone and The Scarecrow, and later battled against Ra's al Ghul and his plan to have Gotham tear itself apart through fear (http://batman.wikia.com/wiki/Batman_(Christian_Bale)).

Hij is vernoemd naar de vleermuizen, waar ook veel over te vertellen is  (zie www.defenders.org/bats/bats).
Bats are mammals of the order Chiroptera (/kaɪˈrɒptərə/; from the Greek χείρ - cheir, "hand" and πτερόν - pteron, "wing") whose forelimbs form webbed wings, making them the only mammals naturally capable of true and sustained flight. By contrast, other mammals said to fly, such as flying squirrels, gliding possums, and colugos, can only glide for short distances. Bats do not flap their entire forelimbs, as birds do, but instead flap their spread-out digits, which are very long and covered with a thin membrane or patagium.
Bats are the second largest order of mammals (after the rodents), representing about 20% of all classified mammal species worldwide, with about 1,240 bat species divided into two suborders: the less specialized and largely fruit-eating megabats, or flying foxes, and the highly specialized and echolocating microbats. About 70% of bat species are insectivores. Most of the rest are frugivores, or fruit eaters. A few species, such as the fish-eating bat, feed from animals other than insects, with the vampire bats being hematophagous, or feeding on blood.
Bats are present throughout most of the world, performing vital ecological roles of pollinating flowers and dispersing fruit seeds. Many tropical plant species depend entirely on bats for the distribution of their seeds. Bats are economically important, as they consume insect pests, reducing the need for pesticides (http://en.wikipedia.org/wiki/Bat).


Hier nog wat feitjes:
- Bats are divided into two suborders: Megachiroptera, meaning large bat, and Microchiroptera, meaning small bat. The largest bats have a 6 foot wingspan. The bodies of the smallest bats are no more than an inch long.
- Bats can be found almost anywhere in the world except the polar regions and extreme deserts.
- 70% of bats consume insects, sharing a large part of natural pest control. There are also fruit-eating bats; nectar-eating bats; carnivorous bats that prey on small mammals, birds, lizards and frogs; fish-eating bats, and perhaps most famously, the blood-sucking vampire bats of South America.
- A single little brown bat can eat up to 1000 mosquitoes in a single hour, and is one of the world's longest-lived mammals for its size, with life spans of almost 40 years.
(www.defenders.org/bats/bats)




De vleermuis is als dranklogo het meest bekend bij rummerk Bacardi:

Vleermuizen hebben ook bierbrouwers geïnspireerd:







Blind Bat Brewery
Microbrewery? 
Nanobrewery!
Very small batches of beer craft-brewed in Centerport, Long Island, New York
We are moving the brewery to Smithtown in 2015Established in 2008 while brewing ten-gallon b
atches, Blind Bat expanded in 2010 - upgrading from a 1/3-barrel system (10 gallon batches) to a 3-barrel system (93 gallon batches).
It had pretty much been a part-time one-man operation while I continued to hold down a "regular" job, but 2014 and 2015 are a period of transition. Beer had not flowed as regularly as it does with a normal full-time brewery, but that is changing as we expand.
Why is it called the 'Blind Bat Brewery?'"
Back during Prohibition, speakeasies were often called "Blind Pigs" or "Blind Tigers."  I almost named the brewery "Blind Tiger" (even drew up a logo),  but found that the name was already taken.
I happen to be extremely near sighted (without corrective lenses, something will have to be three inches away from my nose to be in focus) as well as colorblind (which can be a challenge to a cartoonist and illustrator)1,  so the name became the "Blind Bat Brewery" instead. 
Also, if I'm wearing glasses instead of contacts, the brew kettle steams my glasses so much that I can't see (http://blindbatbrewery.com/page2/page2.html).





Green Jack have brewed a special ale to put on your bar for Halloween. Fruit Bat 5.5% is an extra special bitter flavoured with plums giving a wonderful fruity flavour scary enough for Halloween (www.green-jack.com/halloween/).

Batman became popular soon after his introduction and gained his own comic book title, Batman, in 1940. As the decades progressed, differing interpretations of the character emerged. The late 1960s Batman television series used a camp aesthetic which continued to be associated with the character for years after the show ended. Various creators worked to return the character to his dark roots, culminating in 1986 with The Dark Knight Returns by Frank Miller, followed by Batman: The Killing Joke by Alan Moore and Arkham Asylum: A Serious House on Serious Earth by Grant Morrison. The success of Warner Bros.' live-action Batman feature films have helped maintain public interest in the character. An American cultural icon, Batman has been licensed and adapted into a variety of media, from radio to television and film (http://en.wikipedia.org/wiki/Batman)...

Batman bestaat al sinds 1939, dus dat is alweer ruim 75 jaar. In die 75 jaar is hij wel wat veranderd qua uiterlijk en moraal. De moderne tijd heeft er wel wat meer realistischer geweld in verweven. daar waar in de jaren zestig nog met 'Kapow', 'Whamm' en 'Kabam' zijn er tegenwoordig ontploffende ziekenhuizen en zieke clowns...





Meerdere acteurs hebben Batman al gespeeld:
Adam West
-Michael Keaton
-Val Kilmer
-George Clooney
-Christhian Bale
-Ben Affleck
(http://alexbadass.deviantart.com/art/The-Batmen-from-the-movies-With-chest-sigil-483244640)

Er zijn ook meer Batmannen:
In de film Dark Knight is er een scene waarin er meerdere Batmannen zijn, maar ook in de stripserie blijkt het fenomeen Batman navolging te hebben:
Batmen of All Nations were a group of superheroes who were inspired by Batman to fight crime in their countries. The group first appeared in Detective Comics #215. Later the Batmen of All Nations were renamed the International Club of Heroes, often known as just the Club of Heroes. Post-Crisis on Infinite Earths, they were named the Dome (see Global Guardians) and were not inspired by Batman but the Justice Society of America (http://en.wikipedia.org/wiki/Batmen_of_All_Nations).

De Dark Knight films hebben de slechteriken sympathiek gemaakt. Volgens mij waren bij eerdere films, de supervillains als Penguin, Mr Freeze en Joker niet echt in beeld. Nu wel, en komen de kwade onverlaten goed in beeld, als grote leiders.









The Dark Knight Rises is a 2012 superhero film directed by Christopher Nolan, who co-wrote the screenplay with his brother Jonathan Nolan, and the story with David S. Goyer. Featuring the DC Comics character Batman, the film is the final installment in Nolan's Batman film trilogy, and the sequel to Batman Begins (2005) and The Dark Knight (2008). Christian Bale reprises the lead role of Bruce Wayne/Batman, with a returning cast of allies: Michael Caine as Alfred Pennyworth, Gary Oldman as James Gordon, and Morgan Freeman as Lucius Fox. The film introduces Selina Kyle (Anne Hathaway), a sly, morally ambiguous cat burglar, and Bane (Tom Hardy), a mercenary bent on destroying Gotham City who forces an older Bruce Wayne to come out of retirement and become Batman again (http://en.wikipedia.org/wiki/The_Dark_Knight_Rises).

De film maakt het ook complex: Batman is not a super hero.  He is a very human being who can do super-hero feats. He gets hurt, and he feels real pain—physical and emotional.
You have the citizens of Gotham, who both Batman and Harvey are pledged to protect, even though there are moments when you wonder why, since to the citizenry truth and justice is great as long as they don’t have to sacrifice themselves for it. This film shows human nature at its worst and its best.The ideal hero is not always the hero presented to the public.  One classic example of this is THE MAN WHO SHOT LIBERTY VALANCE. Sometimes, the lie is more important than the truth.
In the end Batman makes an unalterable decision like Harvey Dent.  Batman’s ultimate sacrifice for Gotham City is a testament that sometimes a hero must become the villain for the greater good (https://lochgarry.wordpress.com/2011/04/12/superheroes-the-batman/).



Nu we het toch over slechtheid hebben. Bierbrouwerijen kunnen soms ook slecht bezig zijn. De regels overtreden en het milieu vervuilen is natuurlijk niet goed.

Laatst had ik al over de OBM bij bierbrouwerijen. Deze is niet aan de orde bij een brouwerij die IPPC is (of er een milieueffectrapportage is gemaakt of moet worden gemaakt).

IPPC?
Een IPPC-installatie is een installatie waarin een of meer van de activiteiten plaatsvinden uit bijlage I van de Europese Richtlijn industriële emissies. Deze bijlage stond eerst in de IPPC-richtlijn (www.ondernemersplein.nl/regel/ippc/).

Een IPPC-installatie is een installatie waarin een of meer van de activiteiten uit bijlage I van de Richtlijn industriële emissies plaatsvinden.
De definitie van IPPC-installatie staat in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Definitie IPPC-installatie in de Wabo: installatie voor industriële activiteiten als bedoeld in bijlage 1 van richtlijn nr. 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/bbt-ippc/ippc-installatie/).

Dus dan weet je nog niets...

Een IPPC-bedrijf is een bedrijf dat onder de IPPC-richtlijn vergunningsplichtig is. In Vlaanderen wordt dit in VLAREM I aangeduid met een X. Dit zijn veelal de bedrijven die het milieu sterk kunnen belasten. Er zijn enkele hondertallen van deze bedrijven in Vlaanderen. Voorbeelden van IPPC-bedrijven zijn onder meer afvalverbrandingsinstallaties met een capaciteit van meer dan 3 ton per uur, chemische installaties voor de fabricage van gehalogeeneerde koolwaterstoffen of intensieve pluimveehouderijen met meer dan 40 000 plaatsen voor pluimvee (http://nl.wikipedia.org/wiki/IPPC).

Waar staat IPPC voor?

De IPPC-richtlijn of richtlijn 1996/61/EC staat voor Integrated Pollution Prevention and Control, geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging. Ze maakt deel uit van het Europese milieurecht. Ze bestaat uit een set regels om industriële installaties te controleren. De richtlijn werd gecodifieerd in richtlijn 2008/1/EG. Ze is in 2010, samen met een aantal andere richtlijnen inzake industriële emissies, vervangen door de "RIE", de Richtlijn van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (http://nl.wikipedia.org/wiki/IPPC).

In de bijlage zie ik geen bierbrouwerij genoemd staan. Zou het categorie 6.4 b zijn? De bewerking en verwerking behalve het uitsluitend verpakken, van de volgende grondstoffen, al dan niet eerder
bewerkt of onbewerkt, voor de fabricage van levensmiddelen of voeder van:uitsluitend plantaardige grondstoffen met een productiecapaciteit van meer dan 300 t per dag eindproducten

Dus als een brouwerij per dag 300 ton aan bier valt deze onder deze term?

Nuis het goed om eens te kijken naar die eenheid want brouwers rekenen in hectoliters. Een hectoliter is 100 liter, en 1 liter is een kg. Een ton is 1000 kg, dus 1000 liter, dus 1 m3 en 1 m3 = 10 hl (zie www.allesopeenrij.nl/article.php?aid=500, www.omzettennaar.be/hectoliter-naar-kuibiekemeter.html, www.unitjuggler.com/convert-volume-from-hl-to-m3.html).Het gaat dus om 300 ton = 300 m3 = 3000 hl. Dus als een brouwerij 3000 hl/dag brouwt is er sprake van een IPPC-brouwerij.

Inrichtingen waartoe een IPPC-installatie behoort, zijn vergunningplichtig. Dit staat aangegeven in artikel 2.1 lid 2 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Bijlage I van het Bor geeft aan of de provincie bevoegd gezag is (art 3.3 lid 1 van het Bor). "Daarmee rechtstreeks samenhangende activiteiten" worden ook opgenomen in een omgevingsvergunning voor een inrichting waartoe een IPPC-installatie behoort (www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/bbt-ippc/ippc-installatie/).

De Richtlijn Industriële Emissies (2010/75/EU) verplicht de lidstaten van de Europese Unie om grote milieuvervuilende bedrijven te reguleren middels een integrale vergunning gebaseerd op de beste beschikbare technieken (BBT) (www.infomil.nl/onderwerpen/duurzame/bbt-ippc-brefs/).

De Richtlijn industriële emissies is gericht op preventie en bestrijding van milieuverontreiniging. De richtlijn houdt bepaalde verplichtingen in voor intensieve veehouderijen en grote milieuvervuilende industriële bedrijven. Zij moeten de beste beschikbare technieken (BBT) gebruiken. Hiermee moeten zij hun verontreiniging beperken, zo min mogelijk energie en grondstoffen gebruiken en zo min mogelijk afval produceren (www.ondernemersplein.nl/regel/ippc/).

BBT staat voor de beste beschikbare technieken (BBT) in het Engels staat de afkorting BAT.

BAT kan staan voor het Brabants Afval TeamBritish American Tobacco, een Tupolev-vliegtuig,  en zo zijn er nog tal van onderwerpen die hiermee kunnen worden aangeduid.

Op infomil.nl is de Handleiding BBT bepalen verschenen. De digitale handleiding biedt het bevoegd gezag hulp bij het bepalen van de beste beschikbare technieken (BBT) voor emissies naar de lucht bij inrichtingen met een industriële IPPC-installatie (www.infomil.nl/onderwerpen/duurzame/bbt-ippc-brefs/menu/nieuws/handleiding-bbt/).

BREF
BREF of BREF-documents staat voor BAT Reference documents en is een uitwerking van de IPPC-richtlijn van de Europese Unie. 'BAT' staat dan weer voor Best Available Techniques oftewel Best Beschikbare Techniek. In een BREF-document staat beschreven wat de meest milieuvriendelijke technieken zijn die een bedrijf kan toepassen.
In een uitspraak van de Raad van State van 22 juli 2009 werd gesteld dat Shell Moerdijk zich aan de BREF-documenten moet houden en de best beschikbare technologie moet gebruiken, ook als deze technieken niet kosteneffectief zijn. Dit werd gezien als een belangrijke principiële uitspraak, waar ook andere partijen zich aan moeten houden (http://nl.wikipedia.org/wiki/BREF).

A BREF is a BAT Reference Document and is the result of the exchange of information for the guidance of decision makers involved in the implementation of the IPPC Directive. The BREFs are used by the Operators of the installations (during the preparation of the application for the IPPC Permit), the Environmental Authorities (Permit writers, Policy makers) and the Public in general...Pay attention to the fact that the BREFs are guidance documents only. They do not have legal status, they are meant to give guidance to industry, member states and the public on achievable emission and consumption levels when using specified BAT techniques. In every case the local conditions shall be taken into account when deciding the emission limit values and other conditions. In specific cases, the emission limit values might be higher or lower. Environmental quality standards in water and air might mean more strict values – or maybe zero emission/discharge. And there could be cases where the emission limit values could be less strict – to comply with the “best for environment as a whole” principle (www.uest.gr/infolibrary/FAQ/IPPC/bat.html#1).

De Nederlandse informatiedocumenten over BBT staan in de bijlage van de Regeling omgevingsrecht. Dit zijn onder andere circulaires, handreikingen, richtlijnen, oplegnotities en de publicatiereeks gevaarlijke stoffen (PGS).
Voor het bepalen van BBT voor emissies naar lucht zijn de volgende Nederlandse informatiedocumenten over BBT relevant:
Nederlandse emissierichtlijn lucht
Oplegnotities (www.infomil.nl/onderwerpen/duurzame/bbt-ippc-brefs/handleiding-bepalen/3-identificatie-bbt/2-3-nederlandse/)
In paragraaf 5 van deze handleiding staat hoe aan deze Nederlandse BBT-documenten moet worden getoetst en wat de relatie is tussen de Nederlandse BBT-documenten en de BBT-conclusies (www.infomil.nl/onderwerpen/duurzame/bbt-ippc-brefs/handleiding-bepalen/3-identificatie-bbt/2-3-nederlandse/).

Brouwerijen moeten voldoen aan de NeR (regeling B 10). De regeling richt zich op het beperken of voorkomen van geuroverlast. Deze bijzondere regeling is van toepassing op IPPC-inrichtingen. Voor activiteiten van niet-IPPC inrichtingen die genoemd worden in deze bijzondere regeling geldt afdeling 3.6 Voedingsmiddelen van het Activiteitenbsluit. De activiteit ‘industrieel bewerken en vervaardigen van voedingsmiddelen' geeft het bevoegd gezag de mogelijkheid per maatwerkbesluit nadere voorschriften te stellen indien het aanvaardbaar hinderniveau voor geur wordt overschreden. Bij het opstellen van dit maatwerkbesluit kan aangesloten worden bij deze bijzondere regeling.
De regeling is van toepassing op bierbrouwerijen met een productie van gemiddeld ten minste één brouwsel per dag. De regeling maakt een onderscheid tussen grote brouwerijen, waar per jaar meer dan 200.000 hectoliter bier wordt gebrouwen, en kleine brouwerijen, waar minder dan 200.000 hectoliter bier wordt gebrouwen. De regeling is niet van toepassing op mouterijen. De regeling heeft geen betrekking op de afvalwaterzuiveringsinstallatie van een brouwerij.
Onderscheid grote en kleine brouwerijen:
Zeer kleine brouwerijen die minder dan één brouwsel per dagen maken zijn vaak gekoppeld aan een andere activiteit, zoals horeca. De situatie is dan sterk lokaal gebonden en zeer specifiek. Daarom worden hiervoor in dit kader geen algemene regels gegeven. Het onderscheid tussen kleine en grote brouwerijen op basis van een jaarproductie van 200.000 hectoliter is gebaseerd op de accijnswetgeving. De regeling geeft geen eisen voor de afvalwaterzuivering omdat een afvalwaterzuivering die goed is gedimensioneerd en goed wordt bedreven normaal gesproken geen geuroverlast veroorzaakt. Als dat wel het geval is dient het bevoegd gezag in overleg met het bedrijf maatregelen vast te stellen.
Er zijn vier relevante bronnen van geuremissie bij het brouwproces. Dit zijn het maischen, het koken van het deelbeslag, het koken van de wort en de diffuse emissies. Diffuse emissies kunnen optreden bij het vergisten, lageren, filtreren en bottelen. Voor het berekenen van de geuremissies zijn de volgende kengetallen vastgesteld.
maischen                                 20 Mge/ton storting
het koken van het deelbeslag 38
de diffuse bronnen                 13
het koken van de wort       530
Kengetallen:
De kengetallen zijn afkomstig uit het geuronderzoek dat de brancheorganisatie heeft laten doen (Bedrijfstakonderzoek geurproblematiek brouwindustrie, Witteveen en Bos, 1995) (http://www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/ner/digitale-ner/3-eisen-en/3-3-bijzondere/b10/).

Als 300 m3 = 3000 hl., dan is 200.000 hl. 20.000 m3. Wat zou daarover in de accijnswetgeving staan?

Artikel 4.2
Degene die bier in geconcentreerde of in vaste vorm uitslaat of invoert, is op verzoek van de inspecteur gehouden alle gegevens te verstrekken die het mogelijk maken op eenvoudige wijze het volume van het bier te herleiden tot het in artikel 4.10, tweede lid, van de wet bedoelde volume van voor gebruik gereed bier (accijnswetgeving).

Artikel 4.3
1. De hoeveelheden, bedoeld in artikel 4.23, eerste lid, onderdeel b, van de wet zijn:
a. bier 20.000 L;
b. wijn 2.500 L;
c. overige alcoholhoudende producten 2.500 L;
d. benzine 2.500 L.
2. De inspecteur kan, onder door hem te stellen voorwaarden, in afwijking van het eerste lid, een vergunning voor een accijnsgoederenplaats verlenen indien de gemiddelde voorraad lager is dan de daar bedoelde hoeveelheden (accijnswetgeving).

20.000 liter is slechts 20 m3? Hoe zit het dan met die 200.000 hl?

Artikel 4.6
In een verzoek om een vergunning voor een accijnsgoederenplaats worden met betrekking tot hetgeen in artikel 4.25 van de wet is bepaald, in elk geval vermeld:
a. een omschrijving van de aard van het bedrijf waaruit onder meer blijkt of de vergunning ook wordt gevraagd voor de vervaardiging van de desbetreffende accijnsgoederen of uitsluitend voor het voorhanden hebben van de desbetreffende accijnsgoederen;
b. het adres van de plaats waar de accijnsgoederenplaats wordt gevestigd;
c. een omschrijving van de administratie en de administratieve organisatie, en het adres waar de administratie wordt gehouden;
d. met betrekking tot accijnsgoederenplaatsen waar overige alcoholhoudende producten worden vervaardigd, het aantal en de inhoud van de apparaten waarin de vervaardiging plaatsvindt; en
e. met betrekking tot accijnsgoederenplaatsen waar bier wordt vervaardigd, het aantal en de inhoud van de bierketels waarin het wort wordt gekookt (accijnswetgeving).

Ik snap er niet veel van. Hoezo 200.000, 20.000 of 20 m3 of hl?

Als ik de Oplegnotitie BREF Voedingsmiddelen- en Zuivelindustrie zoek kom ik uit bij de grote BREF: een lijvig document met allerlei uitleg over de voedselindustrie (Ook de fabricage van diervoeder valt onder de richtlijn.) (zie www.infomil.nl/onderwerpen/duurzame/bbt-ippc-brefs/brefs-bbt-conclusies/#1Energieindustrie).

Op http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf lees ik iets over vergisting:

2.2.14 Yeast
Yeasts are single cell fungi used in a wide range of fermentation processes such as baking, beer
brewing and the manufacture of wines and spirits. Yeast is usually supplied to food
manufacturers either in a crumbled/compressed form or as active dry yeast. Although methods
vary, the essential steps in conventional processing are as described below.
Propagation takes approximately 6 to 8 days on a commercial scale using propagators sized
between 91000 and 227000 litres. Yeast production initially involves a series of small
propagations. The yeast produced at each stage being used to seed the subsequent propagation.
Ingredients typically added to the fermenter are cane and beet molasses, blended and clarified
before addition; ammonia; phosphoric acid; vitamins; minerals and de-foaming agents. (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Aeration of the fermenter is essential to achieve optimum growth Air is introduced by bubbling through a series of parallel pipes fitted at the bottom of the vessel. In agitated vessels, air is usually
introduced through a doughnut shaped sparger, located just underneath the stirred blades. In
general, 100 grams of dry yeast matter require 102.5 grams of oxygen to be supplied during
fermentation. Temperature and acidity must be regulated to optimise yields. Typically,
fermentation is carried out at 30 °C and at a pH of 4.5 – 6.5. Water may be used in external
heat-exchangers or internal coils to maintain the fermentation temperature, which otherwise
tends to rise due to the yeast growth.
After propagation, the fermenter contents are cooled and the yeast crop is removed by
centrifugal separators. The yeast cream is washed to improve its colour and cooled. Crumbled
yeast is produced by pressing in a plate and frame filter or a vacuum filter. Alternatively the
crumbled yeast may be mixed with emulsifiers and extruded to produce yeast blocks. Dried
yeast is produced in a similar manner but is extruded through a perforated plate to produce
strands of around 3 mm diameter and 0.3 to 1 cm long. The strips are usually dried in rotary or
tunnel driers before grinding and packaging. Dried yeast is usually packed in hermetically
sealed containers or film with a headspace of nitrogen to extend its active shelf-life (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Een mooie beschrijving  van hoe gist wordt geproduceerd. Vervolgens volgt een hoofdstuk over mouten:

2.2.15 Malting
Malt is a product derived from germinated grain, e.g. barley, oats or wheat, which is dried in
kilns. Malts are fermented to make beers and lagers or may be fermented and then distilled to
make spirits such as whisky. Malts may also be used in a range of foods such as non-alcoholic
malted drinks, breakfast cereals, baby foods and animal feeds.
Malting activates and develops a number of enzymes including amylolytic and proteolytic
enzymes. Amylolytic enzymes break down starch to fermentable carbohydrates. Proteolytic
enzymes act as flavour precursors and as nutrients for yeast in subsequent fermentations.
Malting involves controlled wetting by steeping, germination and drying of the grain. The
process must be carefully controlled to induce the desired physico-chemical changes required,
whilst at the same time minimising weight loss due to germination and respiration. The malted
grain is dried to halt growth, stop enzymic activity and produce a stable product with the desired
colour and flavour. Drying is followed by cooling down to 25 to 35 ºC and by the removal of
malt sprouts.
Two types of malt are generally produced on a commercial scale, i.e. brewers’ and distillers’
malts. Both types use barley as the starting raw material. Other cereals, such as wheat or rye,
can also be used. Brewers’ malt is made from plumper, heavier barley kernels with a friable
starch mass. The barley is cleaned and then steeped in water at around 16 ºC ranging from
10 to 25 ºC for about 1 to 3 days. The actual temperature and steeping periods depend on the
equipment, the process parameters, the raw material and the finished malt to be obtained.
Steeping may occur in alternate stages of wet and dry periods. The barley is germinated at
moisture contents of about 45 %, ranging from 30 to 50 %, depending on the same issues.
The resulting green malt is air-dried in kilns. Hot air, is blown through a layer of green malt of
about 50 to 150 cm thickness, without any fluidisation of the batch. The blowing lasts around
16 to 24 hours in one floor kilns and 32 to 48 hours in two floor kilns. For pale coloured malts,
resulting in a moisture content of 3 to 6.5 %, the starting air temperature is around 50 ºC and it
is increased to around 70 to 85 ºC. To obtain darker coloured malts, with lower humidity levels,
the temperature is increased further to 130 ºC. Kilning is carried out in several stages to ensure
that moisture is removed effectively without unduly reducing the enzymatic activity. In general,
the airflowrate reduces and the air temperature increases as the kilning progresses. At the end of
the kilning process, the dried malt is cooled down to about 25 to 35 ºC and the malt culms are
removed.
Distillers’ malt, also called high diastatic malt, is made from small kernelled barley which is
high in protein and enzymic potential. The barley is steeped at higher moistures levels ranging
from 45 to 49 % and dried at lower temperatures, ranging from 49 to 60 ºC to a higher final
moisture content ranging from 5 to 7 %. Brewers’ malt tends to be darker than distillers’ malt
and has an increased flavour and aroma.
Germination of the steeped grain can be brought about with a range of equipment, but
essentially the process consists of subjecting the grain to a stream of humidified air at around
10 – 30 °C, depending on the equipment, the process parameters, the raw material and the
finished malt to be obtained. The grain temperature varies between 15 and 45 ºC due to the heat
developed from respiration. Periodically, the grain is slowly turned and, in some cases, humified
to ensure an even temperature distribution and to prevent matting of rootlets. Germination has
traditionally been carried out on concrete floors in cool moist rooms with the grain turned
manually, but this method is now being replaced by more modern mechanised techniques.
After kilning, malt sprouts are removed in a cleaning stage to yield the final malted grain. This
grain may be milled to produce malt flour. Malt extract is produced by hot water extraction
from the finished malt, as carried out in the first stage of the brewing process, and then by
concentrating the resultant extract, by means of the evaporation of water in evaporation vessels.
The raw grain, the green malt or the finished malt can further be processed in the roasting drum
to produce roasted barley, caramel malt or roasted malt of different colours and flavours (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Nooit geweten dat bij het mouten er al een verschil is tussen bier en gedestilleerd...

2.2.16 Brewing
Beer is traditionally considered to include products such as lager, e.g. Pilsner malt and Munich
malt, ale, porter and stout. It is an alcoholic drink derived from malted barley, with or without
other unmalted cereal grains, and flavoured with hops. Sugar may also be added. There are three
basic steps in the process; mashing, fermentation, and maturation/conditioning (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Kijk nu wordt het interessant!

2.2.16.1 Mashing
Grains are normally received in bulk at breweries and transferred to silos. The malted barley is
milled before use, the aim is to crush the endosperm with minimal damage to the husk. After
milling, the ground materials or grist are mashed to produce a fermentable substrate for yeast
fermentation. Additives may be used as a supplementary carbohydrate source, either to the mash
kettle, e.g. maize grist or rice, or to the wort kettle, e.g. sucrose or glucose/maltose syrup. The
grist is mixed with hot water to produce a thick slurry. The mix is then held for a sufficient
period to allow the enzymes present in the malted barley to break down starch and proteins in
the cereals.
Depending on the way in which the temperature is raised, mashing processes are classified into
two types, i.e. infusion or decoction mashing. With infusion mashing, the entire mash is heated
up, with appropriate rests until reaching the final mashing-off temperature. In decoction
mashing, the temperature is increased by removing and boiling part of the mash. By returning it
back to the remainder, the temperature of the total mash is increased to the next higher rest
temperature. The vessel used for mashing is known as a mash tun. The wort is separated from
the brewers grain by filtration in a mash filter or by straining. This is called lautering and takes
place in lauter tuns. Once the so-called first wort has run off, the water is sprayed over the spent
grist to extract as much wort as possible. After completion of the lautering, the leached brewers
grains are discharged to silos and traditionally sold to farmers for use as cattle feed (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Tja, het is wel een beschrijving van het proces, maar hier zal je niet van leren hoe je brouwen moet...Het is allemaal nogal beschrijvend. Zonder in te gaan op de 'best bestaande technieken'.

2.2.16.2 Fermentation
The wort is boiled for for 1 to 1.5 hours in the wort kettle with hops or hop extracts, releasing
bitter substances that are dissolved. The wort is boiled with a boiling intensity of 5 to 8 %
evaporation of casting volume per hour. A coarse coagulum of proteinaceous precipitated
material is separated from the wort. This is known as the hot trub. Synthetic additives, based on
polyester, result in a compact separation of the unpleasant, coarse, and bitter-tasting hot trub.
The wort is clarified in a whirlpool to remove the hops and then cooled to the pitching
temperature. The hot cooling water, of about 75 to 85 ºC, is collected and used as brewing water
and for cleaning. It is possible to produce stronger wort than that corresponding to the original
gravity of the final beer produced and it is possible later, before or after fermentation, to dilute it
with water to the desired extract content. This is called high gravity brewing. Whether dilution
is performed before or after fermentation depends, among other things, on local legislation. A
further aim of wort boiling is the inactivation of all enzymes, sterilisation as well as
concentration of the wort (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Volgens mij is het dat hoe meer volume wort er meer problemen zijn met 'hot trub'. Als kleine brouwer met een paar liter in een grote soeppan zal dit probleem nog niet echt spelen.

The clear hopped wort is aerated to encourage yeast propagation prior to fermentation and
yeasts are added. The particular yeasts strains used are typical for beer production. Yeasts are
divided into two major groups, i.e. top and bottom fermenting yeasts. Yeasts that tend to rise to
the top of the fermentation vessel are typically used for ales and have a fermentation
temperature of about 15 to 25 ºC. Yeasts which tend to settle to the bottom of the vessel toward
the end of fermentation are typically used in lagers, where the fermentation is normally
performed at 8 to 15 ºC. To maintain the desired fermentation temperature, the tanks are cooled.
At the end of fermentation, the yeast is separated from the product. A part of it is used for
another batch, and the remainder is disposed of or considered to be a co-product (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Ook hier is een beschrijvende tekst, zonder adviezen wat nu een goede techniek is of werkmethode.Of zou dat bedrijfsgeheim zijn?

2.2.16.3 Maturation/conditioning
Lagers require conditioning by chilled storage for several weeks before clarification. The beer is
generally clarified in a diatomaceous earth filter, e.g. kieselguhr. After carbonation, the beer
may be subjected to a number of preservation processes, such as flash pasteurisation and aseptic
filling, membrane separation or in-container pasteurisation.
Before bottling, the beer is filtered through a filter cake. Proven materials for this purpose are
mud-free kieselguhr; calcined and screened diatomaceous earth of various particle size
distribution; and perlite from ground and calcined glassy rock of volcanic origin. Activated
carbon may be used to correct a mild off-taste. For example, it is usually used in the treatment
of rest beers. Shortly before filtration, hydro- and xero-silica gels may be added to contribute to
the build-up of the filter cake. Fining, by the addition of, e.g cross-linked polyvinylpyrrolidone
(PVP) and polyvinylpolypyrrolidine (PVPP) is carried out to clarify the beer and, e.g. reduce the
polyphenol concentration.
Cleaning agents and disinfectants are also used (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Het is wel interessant om te lezen hoe het lageren te werk gaat. Bij het filteren worden dus kieselguhr en silica-gels gebruikt om het bier helderder te maken. Actief kool kan gebruikt worden om de smaak te corrigeren.

3.3.11 Brewing
Beer is a fermented drink with a relatively low alcohol content made from various types of malt
and grain. Malted barley predominates but malted wheat, maize or other grains, or sugar and
syrups may also be used. Although there are installations where malt is also produced at the
same premises, consumption and emission levels for malt production are reported in Section 3.2.26.
Breweries use significant amounts of water and energy and produce waste water and solid
residues. Figure 3.17 shows the typical consumption and emission levels for German breweries.
Note that capacity/output of breweries is usually expressed in hectolitres (hl) not in cubic metres
(m3) of beer (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Nu ga ik die afbeelding niet overnemen, want die zijn te vinden in de BREF zelf. Wel is het handig om nog eens te kijken naar die eenheid: een hectoliter is 100 liter, 1 hectoliter = 0,1 kubieke meter (m3) , dus 1 m3 = 10 hl (zie www.allesopeenrij.nl/article.php?aid=500www.omzettennaar.be/hectoliter-naar-kuibiekemeter.htmlwww.unitjuggler.com/convert-volume-from-hl-to-m3.html).

3.3.11.1 Water consumption
Water consumption for modern breweries generally ranges from 0.4 to 1 m3/hl of beer produced. An example Finnish brewery reported an average water consumption of 0.32 m3/hl [199, Finland, 2003]. Water consumptions for individual process stages, as reported for the German brewing industry, are shown in Table 3.72.
Specific water consumption (m3/hl beer produced)
Measured** Literature Department from to from to
Brewhouse 0.174 0.26
Cold storage 0.130 0.236 0.11 0.24
Fermentation cellar 0.032 0.053 0.04 0.08
Storage cellar 0.024 0.067 0.01 0.06
Filtering cellar 0.031 0.109 0.01 0.076
Bottling cellar 0.059 0.163 0.09 0.098
Cask cellar 0.013 0.061 0.01 0.12
Miscellaneous* 0.20 0.204 0.026 0.397
TOTAL PROCESS 0.489 0.893 0.470 1.331
*Estimates
**Measurements by Heidemann, Rosenwinkel and Seyfried (1990 to 1992) or brewery figures
Table 3.72: Water consumption for different brewery processes
[65, Germany, 2002] (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Ik heb al eens gehoord dat waterverbruik een probleem is bij bierbrouwen. Als ik het no goed herinner zou 7 liter water zou nodig zijn voor het produceren van 1 liter bier. Als ik echter deze cijfers zie is het dus 4 tot 10 liter water per 1 liter bier. Dat scheelt nogal.

The water consumption figure varies depending on the type of beer, the number of beer brands,
the size of brews, the existence of a bottle washer, how the beer is packaged and pasteurised, the
age of the installation, the system used for cleaning and the type of equipment used. If an on-site
well is used, the water may require treatment before use, during which losses of up to 30 % may
occur. Bottling consumes more water than kegging. Consumption levels are high for once
through cooling systems and/or losses due to evaporation in hot climates (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Okee, dat is duidelijk. Overal ter wereld kunnen bieren worden gebrouwen, en afhankelijk van  de locatie en het klimaat is waterverbruik navenant. Logisch...

Wat wel opvalt is dat ze stellen dat waterbehandeling wordt gekoppeld aan water uit eigen bron, terwijl ook leidingwater aan behandeling kan worden onderworpen. Afhankelijk van de bierstijl is een bepaalde waterkwaliteit en samenstelling gewenst. De 'treatment' kan overigens ook als schoonmaak zijn bedoeld. Dat is inderdaad iets dat bij (Nederlands) leidingwater niet aan de orde.

3.3.11.2 Waste water
The waste water discharge is equal to the water supply minus the produced beer, the evaporated
water in the brewery and utility plants, and the water present in the by-products and solid waste.
It is reported that in Austria 0.26 – 0.6 m3 of waste water is produced per hectolitre of beer. It is reported that in modern breweries 0.3 – 0.9 m3 of waste water is produced per hectolitre of beer. An example Finnish brewery reported an average waste water production of 0.24 m3/hl [199, Finland, 2003]. Table 3.73 shows waste water production in different brewing processes (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Afvalwater is ook een probleem bij bierbrouwerijen. Bij ons kan het zo door de gootsteen, maar hoe groter de brouwerij, hoe meer afvalwater.....

The waste water is very variable and the pollution load of the different steps do not follow the
volumes throughput, e.g. bottle cleaning produces a high amount of waste water but with only a
low organic load, while waste water from fermentation and filtering account for only about 3 %
of the total waste water volume but 97 % of the BOD load [140, World Bank (IBRD), et al.,
1998]. Organic pollution in waste water mainly comes from the following sources:
• brewers grains
• yeast and surplus yeast
• trub
• weak wort discharge
• emptying and rinsing of water from kettles
• emptying of process tanks
• pre- and after-runs from diatomaceous earth filtration and filling
• chase water from process pipes
• rejected beer in the packaging area
• returned beer
• breakage of bottles in the packaging area
• ancillary materials used in the packaging area
• conveyor lubrication
• label glue.
SS in the waste water originate from the discharge of by-products, diatomaceous earth, e.g.
kieselguhr, and possible label pulp from the bottle cleaner. Nitrogen originates mainly from
detergents used for tank cleaning, from the malt and from additives. Phosphorus may come
from the cleaning agents used. Large variations in pH may occur due to the use of acids and
caustic for the cleaning of process equipment and returnable bottles. Heavy metals are normally
present in very low concentrations. Wear of the machines, especially conveyors in packaging
lines, may be sources of nickel and chromium (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Er zit nogal wat in het afvalwater van een bierbrouwerij. Als ik kijk bij mijn brouwescapades in de keuken dan gaat er heel wat water weg bij het voorreinigen, desinfecteren en schoonmaken achteraf. De tuin wordt gebruikt als dumpplaats voor de drap, draf en dergelijke.

Table 3.74 shows the characteristics of untreated
waste water from breweries. In terms of pollution load, Table 3.75 shows the ranges valid for
modern breweries.
Parameter Unit Range
BOD5 mg/l 1000 – 1500
COD mg/l 1800 – 3000
Suspended solids mg/l 10 – 60
Total nitrogen mg/l 30 – 100
Total phosphorus mg/l 30 – 100
pH – 3 – 13
Table 3.74: Untreated waste water characteristics for breweries
[65, Germany, 2002, 136, CBMC - The Brewers of Europe, 2002, 140, World Bank (IBRD), et al.,
1998] Table 3.74: Untreated waste water characteristics for breweries
[65, Germany, 2002, 136, CBMC - The Brewers of Europe, 2002, 140, World Bank (IBRD), et al.,
1998] Parameter Unit Range
Water consumption hl water/hl beer sold 4 – 10
Waste water generation hl water/hl beer sold less
water consumption 1.3 – 1.8
COD kg/hl beer sold 0.8 – 2.5
COD/BOD5 ratio – 1.5 – 1.7
Total suspended solids kg/hl beer sold 0.2 – 0.4
Table 3.75: Waste water and pollution generated in breweries
[136, CBMC - The Brewers of Europe, 2002] (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Deze cijfers zeggen mij niet zo veel....

3.3.11.3 Air emissions
Apart from the emissions to air from energy generation processes, the main potential emission
sources are dust from material intake and transport of raw materials, i.e. grains, and filtration
aids, i.e. kieselguhr. Ammonia from cooling operations may be accidentally released.
The largest source of odour emissions is the evaporation from wort boiling. Other sources are
waste water treatment, storage and handling of co-products and by-products, oil storage,
ventilation of beer cellars and packaging lines and air emissions from the boiler house (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Luchtemissiebronnen zijn dus:
- stof van graan/mout;
- ammonia van koeling (?) Ik gebruik gewoon koud water...
- wortdamp;
- geur van het afvalwater en de nevenproducten en olie (?);
- geur van ventilatie van de bierkelder en de verpakkingenlijn en het ketelhuis.

Een aantal bronnen lijken mij erg industrieel. Volgens mij is bij een brouwerij vooral de wortdamp een belangrijke geurbron. Tenminste  bij mij in de keuken is dat een opvallend iets dat volgens mij flink hinderlijk wordt als je er dagelijks mee te maken hebt. Ook de geurt van gistend bier kan volgens mij voor de buurman hinderlijk zijn. Nu komt de geur van dat ene gistvaatje bij mij niet verder dan de keuken, maar ik kan me zo voorstellen dat bij de grote brouwers zoals in Lieshout, Zoeterwoude en Enschede dat wel degelijk een rol speelt. Hoe zouden zij die geurhinder eigenlijk tegengaan?

3.3.11.4 Solid output
Solid materials enter the brewery in the form of raw and ancillary materials. Solid materials
leave the brewery as co-products such as brewers grains and surplus yeast, primary and
secondary packaging material, and other solid waste. Generally, only a very small amount of
hazardous waste is produced, e.g. spent laboratory chemicals and batteries. Major co-product,
by-product and solid waste fractions are identified in the example shown in Figure 3.18. The
generation of co-product, by-product and solid waste is quantified for a brewery that produces
one million hectolitres of beer per year. The example installation produces beer bottled mainly
in returnable bottles, and uses plastic crates. The generation of flue-gas and waste water
treatment residuals are not considered (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Wat een open deur is dit. Het afval van een brouwerij is de draf en surplus gist en verpakkingsmateriaal (wie heeft nu geen verpakkingsmateriaalafval?) en overig afval (wat een geweldige categorie). Gevaarlijk afval komt uit het laboratorium en door batterijen (ja, wie heeft nu geen batterijen als afval?). Tja, ook als kleine brouwerij heb ik deze afvalstromen. Laatst nog een batterij van de rookmelder...

3.3.11.5 Energy
Breweries need both electrical and heat energy. Combined heat and power generation is in use
in some facilities. Depending on availability, price and legal requirements, different fuels such
as coal, oil or gas are used. Table 3.76 gives average energy consumption levels for German
breweries with 20 or more employees.
Heat Specific
Coal Oil Gas Total
Electrical
Power
Beer
Year Output Heat Power
(x 106 kWh) (x 106 kWh) (x 106 hl) (kWh/hl) (kWh/hl)
1997 157 929 2992 4078 1199 114.8 35.5 10.4
1998 150 846 2943 3939 1187 111.7 35.3 10.6
1999 162 789 2956 3907 1175 112.8 34.6 10.4
2000 150 683 2809 3642 1163 110.4 33.0 10.5
(x 106 MJ) (MJ/hl)
1997 565 3345 10771 14681 127.9
1998 541 3046 10595 14182 127.0
1999 583 2841 10642 14066 124.7
2000 540 2458 10113 13111 118.7
Table 3.76: Energy consumption of German breweries with more than 20 employees
[65, Germany, 2002]
A brewery without a sophisticated heat recovery system consumes about 27.78 – 55.55 kWh/hl
beer (100 - 200 MJ/hl) [136, CBMC - The Brewers of Europe, 2002]. The main heat consuming
process steps are mashing, wort boiling, generation of hot liquor, CIP, sterilising, bottle/keg
cleaning and pasteurising. Heat consumption for some departments is given in Table 3.77.
Minimum Mean Maximum Literature1 Measured2
figure range
Department/
process
(MJ/hl beer) (MJ/hl beer)
Brewhouse 87 92 121 84 – 113 50 – 80
Bottling
installation
58 86 94 25 – 46 38 – 58
Kegging
installation
8 11 13 8 – 13
Process water 3 4 8 4 – 8
Service water 8 – 17
Miscellaneous 33 – 46 95
Total 156 193 236 162 – 243 183 – 233
(kWh/hl beer) (kWh/hl beer)
Brewhouse 24.17 25.56 33.61 23.33 – 31.39 13.89 – 22.22
Bottling
installation
16.11 23.89 26.11 6.94 – 12.78 10.56 – 16.11
Kegging
installation
2.22 3.06 3.61 2.22 – 3.61
Process water 0.83 1.11 2.22 1.11 – 2.22
Service water 2.22 – 4.72
Miscellaneous 9.17 – 12.78 26.39
Total 43.33 53.62 65.55 44.99 – 67.50 24.44 – 64.72
1) 20000 to 500000 hl beer sold/yr
2) 300000 to 500000 hl beer sold/yr
Table 3.77: Heat consumption for different brewery processes
[65, Germany, 2002] (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Nou dit is een hoop algebra, dat misschien in het BREF zelf logischer lijkt, maar ik heb niet zo veel met cijfers. Eigenlijk zou ik zelf eens moeten meten hoeveel gas ik verbruik bij het maischen en koken van de wort. En hoeveel water zou ik verbruiken? Het verpompen van dat water kost natuurlijk ook energie. Net zoals de verlichting etc...

The major consumers of electrical energy are the packaging area; cooling plant; compressed air
plant; if applied, the carbon dioxide recovery plant; WWTP and air conditioning. Pumps,
ventilators, drives, and electric lighting count for a large part of the electricity consumption,
with about 8 – 12 kWh/hl in a brewery (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Tja elektrische apparaten verbruiken energie, wie had dat gedacht? En de kooldioxideterugwinning en waterzuivering verbruiken energie. Uitzetten dan maar?

3.3.11.6 Noise
The main noise sources are transport within the brewery with lorries and forklifts, condensers
and cooling towers (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Dus bij een kleine brouwerij zonder heftruck, condensors en koeltoren is er geen geluid?

3.3.11.7 Solid output
The majority of solid waste arises from packaging (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Dit lijkt me een herhaling van 3.3.11.4, maar dan korter. Zou je dan meer bulk moeten inkopen? Dan heb je minder verpakkingsafval. Ook zou je verpakkingen kunnen hergebruiken. 

4.5.7.8.3 Brewing
Usually, there are fluctuations in the generation of waste water. The peak flow can be in the
order of 2.5 – 3.5 times the average flow, depending on how close to the production area the
measurement is made. The period of peak flow is normally short. Peak flows occur in the
brewhouse and beer processing area in connection with cleaning operations. In the packaging
area, peak flows occur during closing down of the line as bottle washers and tunnel pasteurisers
are emptied. A third area, where large peaks can occur, is in the waste water treatment area
during backwash of filters (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Tja, aangezien brouwen een batchgewijs proces is, is het afvalwater ook niet constant...

The concentration of organic material will depend on the waste water to beer ratio and the
discharge of organic material into the WWTP. The typical discharge of organic material from a
brewery is normally in the range of 0.8 – 2.5 kg COD/hl beer. Larger discharges can occur and
can be attributed to the discharge of surplus yeast, trub or other concentrated wastes into the
WWTP that could be disposed of in better ways. Production of non-alcoholic beer may result in
very high discharges if the condensed alcohol is discharged into the WWTP (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Dat is interessant: bij alcoholvrij bier wordt alcohol gecondenseerd??? Waarom zou dat in het afvalwater gaan? Het lijkt mij toch dat het afvangen van alcohol een verkoopbaar nevenproduct oplevert.

Normally, the process waste water has a low content of non-biodegradable components.
Brewery waste water normally has a COD/BOD ratio of 1.5 – 1.7 indicating that the waste
water is easily degradable.
During primary treatment, neutralisation (see Section 4.5.2.4) is essential. The dosing capacity
of the neutralisation plant will depend on the operation of the brewery, especially the design and
operation of the discharge of the caustic baths in the bottle washers and CIP tanks. Other
alternatives are using flue-gases from the boiler plant or surplus CO2 from the fermentation to
neutralise caustic in CIP plants or overflow from bottle cleaning facilities. The equipment can
be a scrubber or a simpler system with venting of the gas to a sump (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Zuur van het koolzuur kan gebruikt worden om de basische schoonmaakmiddelen in het afvalwater te neutraliseren?

Secondary treatment can include aerobic (see Section 4.5.3.1) and/or anaerobic (see
Section 4.5.3.2) processes. The most common aerobic method applied for brewery waste water
treatment is the activated sludge process (see Section 4.5.3.1.1). Nevertheless, using an
anaerobic process gives the advantage that less (or no) nutrient is needed for nutrient deficient
brewery waste water. The most commonly used anaerobic techniques are the UASB (see
Section 4.5.3.2.4) and the EGSB (see Section 4.5.3.2.8) reactors.
The excess sludge can be a significant part of the breweries’ solid waste generation and must be
disposed of. The use of sludge in land application has been reported (see Section 4.1.6).
If waste water requirements are more stringent than a BOD of 15 mg/l and an SS of
20 - 30 mg/l, tertiary treatment is necessary (see Section 4.5.4) (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

UASB en EGSB zijn veel toegepaste technieken om afvalwater te zuiveren. Bij een kleine brouwerij is de toevoer en vervuilingsgraad niet constant genoeg om dergelijke zuiveringsmethoden te onderhouden.

SS is volgens mij geen Duitse legereenheid, maar daar worden suspended solids mee bedoeld; onopgeloste deeltjes...

4.5.7.8.4 Water re-cycling in a brewery
Description
At the end of mash separation, the residual, very dilute worts, are allowed to freely drain until
an acceptable level of brewers’ grains moisture is achieved. After grains discharge, the fines
deposited beneath the false floor are removed by a hot water underplate pressure cleaning and
the false floor slots are kept unobstructed by an overhead hot water rinsing. These very dilute
worts are high in SS, lipids and polyphenols and, traditionally, have been considered
unacceptable for process re-use and are consequently sent to the WWTP. This loss is significant
in terms of water, energy and extract (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

SS is volgens mij geen Duitse legereenheid maar suspended solids; onopgeloste deeltjes.
Lipids zijn vet en polyphenols zijn polyfenolen? Wat zijn dat nu weer?

Polyfenolen zijn een groep van chemische verbindingen, die voorkomen in planten. Een molecuul polyfenol bestaat uit meer dan één fenolgroep, Ze worden onderverdeeld in tanninen en fenylpropanoïden zoals ligninen en flavonoïden. Polyfenolen kunnen worden aangetoond met een Fe(III)-chloride-oplossing, omdat ze hiermee een groene tot blauwe verbinding vormen.
De onderverdeling in tanninen, ligninen en flavonoïden is gebaseerd op zowel de polyfenyleenheden afkomstig van de secundaire plantstofwisseling in de shikimaatcyclus als van de klassieke indeling gebaseerd op het relatieve belang van elke basiscomponent bij de verschillende onderzoeksgebieden. Tannine vanwege het belang voor de leerlooierij, ligninen in verband met de structuur van de bodem en de plant en flavonoïden vanwege de secundaire plantenmetabolieten tegen vraat en de bloemkleurvorming (anthocyaninen).
Polyfenolen werken ontstekingsremmend en hebben een anticarcinogene werking. Flavonoïden en anthocyanen beschermen de lichaamscellen tegen vrije radicalen en vertragen de verbranding in de cel. Ook verminderen ze de afzet van vetachtige stoffen in de bloedvaten en zorgen voor een daling van LDL- cholesterol, waardoor minder arteriosclerose optreedt. Verder kwam uit een studie van het Vanderbilt University Medical Center naar voren dat bij het regelmatig drinken van vruchtensap het risico op de ziekte van Alzheimer met 76% werd verlaagd, waarvoor de polyfenolen verantwoordelijk gehouden worden. Polyfenolen hebben ook een bloeddrukverlagend effect (http://nl.wikipedia.org/wiki/Polyfenol) (http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/100120-wat-zijn-polyfenolen.htmlhttp://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/63527-polyfenol-antioxidant-en-bioactieve-stof.html).

BITTER IN DE MOND MAAKT HET HART GEZOND
Een teveel aan polyfenolen uit de mout komt het bier niet ten goede. ....Voor wat betreft polyfenolen is er iets anders aan de hand. Wetenschappers hebben namelijk ontdekt dat polyfenolen een positieve invloed hebben op de menselijke gezondheid. Vooral ter voorkoming van kanker. Dit komt door de antioxidatieve kracht van polyfenolen waardoor de werking van zuurstofradicalen in het bloed wordt opgeheven. Daarnaast is al langer bekend dat een matig alcoholgebruik hart- en vaatziekten tegengaat (www.hobbybrouwen.nl/artikel/Polyfenolen%20anders%20bezien.html).

Voor het beperken van de hoeveelheid polyfenolen bestaan twee redenen. De eerste reden is dat polyfenolen reageren met opgeloste eiwitten en zo zorgen voor troebelingen en een mindere smaakstabiliteit (opgeloste eiwitten dragen in belangrijke mate bij aan de body/volmondigheid van een bier). De schrijvers van het Brauweltartikel komen tot de conclusie dat de stabiliteit van een bier (zowel de helderheid als de smaak) niet in het geding is bij een hoger gehalte aan polyfenolen en zelfs verbetert als het eiwitgehalte beperkt is. Een laag eiwitgehalte krijg je door mout te gebruiken die eiwitarm is en door de eiwitoplossing beperkt te houden (alweer dus reden dus om geen lange eiwitrusten aan te houden!).
De andere reden waarom vaak getracht wordt de hoeveelheid polyfenolen uit mout te beperken is de onaangename bitterheid van moutfenolen en het samentrekkend gevoel in je mond. Ten aanzien van deze effecten wordt in het artikel geen aandacht besteed. Eerlijk gezegd heb ik niet zo veel trek een bittere pil te slikken die misschien wel goed mag zijn voor mijn gezondheid maar er ook voor zorgt dat ik wat minder geniet.
Overigens hoort een zekere hoeveelheid polyfenolen altijd in het bier te zitten. Polyfenolen met hun samentrekkend karakter maken onweersprekelijk onderdeel uit van de smaak van bier. Een bier zonder polyfenolen is laf en zonder karakter (www.hobbybrouwen.nl/artikel/Polyfenolen%20anders%20bezien.html).

Dus polyfenolen komen vanuit de mout in het (afval)water. Dus maar verder met het afvalwater...

Waste water from the lauter tun is a significant contributor to a brewery’s total waste water. The
strength of the lauter tun waste water depends on several factors. In terms of water balance, the
lower the spent grain moisture content, the greater the waste water volume. It is advantageous to
reduce further the volume of dilute wort drainings, but care is needed not to entrain air or extend
the time of wort collection. It is also common practice to apply deep bed raking during the bed
drain down to speed up the draining of the residual dilute worts after completion of the wort
collection to the kettle. The more aggressively this technique is employed, the more fines pass
through to the waste water. A higher level of retained spent grain after discharge, inevitably
results in more fines/COD being entrapped in the false floor plate and removed by the
underplate pressure cleaning and going to the waste water (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Dus de wijze van brouwen heeft gevolgen voor de hoeveelheid afvalwater en de vervuiling hierin...

To enable the re-use of the waste water as process water for mashing, the removal of the very
fine colloidal size particles from the weak worts is necessary. This can be achieved by
centrifugation or two-stage filtration, i.e. coarse filtration followed by ultrafiltration. After the
coarse filtration stage, the waste water is subject to a cross-flow membrane process (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Dus het waswater kan worden gefilterd op diverse manieren om daarna weer gebruikt te worden als proceswater. De hoeveelheid afvalwater zal dan wel afnemen, maar de vervuilingsgraad neemt toe...

Achieved environmental benefits
Reduced levels of SS and COD in the waste water.
Operational data
An example UK brewery developed a pilot plant to deal with a specific high strength waste
water separately from the rest of the waste water. The lauter tun produced approximately 20 %
of the total waste water load of the brewery, as shown in Table 4.80.
Concentration Parameter
Total brewery waste water (mg/l)
Lauter tun waste water (mg/l)
Contribution of the lauter tun to the total load (%)
SS 800 6540 27
COD 2000 13100 22
Table 4.80: Waste water characteristics in a brewery
Before ultrafiltration can commence, it is necessary to remove coarse particles sized greater than
100 a. 70 % of the suspended solids are easily settleable and likely to be removed by coarse
filtration. Different in-line self-cleaning filters were trialled. Various screen sizes were used
with this unit and 30 a mesh was found to be optimal for solids removal with acceptable water
content, i.e. 75 % moisture. These were versatile enough to cope with the variable solids
loadings of the influent and also provided a discharge acceptable for disposal with the normal
brewers’ grains, rather than creating a new solid waste stream for disposal.
After the coarse filtration stage, the waste water is subject to a cross-flow membrane process.
The resultant concentrate is still very liquid at less than 1 % dry solids. If this was added to the
normal wet brewers’ grains at 75 % moisture, the overall moisture content would increase to
78 %. For a worst case scenario, this was assumed to be unacceptable and therefore the
concentrate would have to go to the WWTP. The cross-flow membrane filter retained 99 % of
the SS and 53 % of the COD, allowing for a 5-fold concentration effect.
The permeate post UF has undergone a 99 % reduction in suspended solids, a 45 % reduction in
polyphenols and a 99 % reduction in lipids. This can reportedly be used as a 1 to 3 substitute for
hot mashing water in the process. This results in an increase by 13 mg/l in polyphenols and
l mg/l in lipids (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Als kleine brouwer heb je volgens mij weinig aan zo'n filtratie. Ik heb eigenlijk sowieso niets gezien voor de kleine hobbybrouwer.

Al zou ik als kleine brouwer iets doen met de geur van de wortdamp en het het afvalwater. Afvalwater zou ik mogelijk hergebruiken bij het wateren van de hopplanten en dergelijke. Of zou dat illegaal afvaldumpen zijn? Verpakkingsafval zou ik kunnen hergebruiken als verpakking. al is het misschien weer afvaldumpen bij klanten/afnemers...Bierbostel kan voor brood worden gebruikt...Of zou dat ook niet mogen? Ik blijf met meer vragen dan antwoorden achter na het lezen van deze BREF...