Translate

Zoeken in deze blog

zaterdag 5 maart 2022

Zwarte Ridder

 "Weet je wat jij eens moet proberen? Zwarte Ziel van Jopen. Dat is echt een aanrader." Dus toen ik in de slijter een Zwarte ridder zag dacht ik dit is die. Maar dit bier is echt wat anders.

De Zwarte Ridder is een mysterieus figuur dat de heerschappij heeft over delen van Arranyon, een land in Haldar. Hij wordt verantwoordelijk gehouden voor het enorme, angstaanjagende verval dat het land de afgelopen decennia heeft meegemaakt. (https://avonturen-van-cay.fandom.com/nl/wiki/Zwarte_Ridder)

De Zwarte Ridder was één van de tegenstanders die graalzoekers tijdens hun tocht tegenkwamen[2].... Op een nacht viel De Zwarte Ridder Lancelot aan die net in een bos op zoek naar De Heilige Graal was. Na een hard gevecht wist Lancelot De Zwarte Ridder te doden, waarna hij verder zocht naar de Graal[2]. (https://deroderidder.fandom.com/nl/wiki/De_Zwarte_Ridder)

De ridders Walewein en Lancelot, de beroemdste ridder van de Ronde Tafel, krijgen van koning Arthur de opdracht rode ridder Perchevael terug te halen naar het hof. Op hun tocht komen ze de zwarte ridder Moriaen tegen. Hij is op zoek naar zijn vader Acglavael (Perchevaels broer), die Moriaen en zijn moeder bij de geboorte achterliet om Lanceloet te zoeken. De drie beslissen om samen hun zoektocht voort te zetten. Aan een kruispunt komen ze een kluizenaar tegen. Hij vertelt de drie ridders dat hij twee ridders heeft zien passeren, maar weet niet welke kant ze zijn opgegaan. Daarom beslissen ze elk een andere weg in te gaan. Lanceloet komt terecht in een land dat geteisterd wordt door een wild beest. Walewein doodt op zijn tocht een onhoofse ridder, wiens vader Walewein vervolgens uit wraak in de val lokt. Ondertussen zoekt Moriaen nog steeds informatie over zijn vader. Zonder succes, want iedereen schrikt van zijn zwarte huidskleur. Hij besluit terug te keren naar het kruispunt en bevrijdt Walewein uit zijn hachelijke positie. De volgende dag duikt Waleweins broer Gariet op. Hij meldt dat Arthur ontvoerd werd en dat Acglavael en Perchevael bij hun oom - een kluizenaar - zijn. Gariet en Moriaen gaan ernaartoe en Moriaen wordt herenigd met zijn vader Acglavael. Deze vertelt Moriaen dat hij omwille van een onheilspellende droom zijn belofte niet heeft kunnen houden om terug te keren naar Moriane (Moriaens geboorteland). In deze droom kwam Acglavael een toren tegen met een gouden trap. Hij besloot om de treden te gaan tellen, maar ergens in het midden van de trap vervaagden deze treden, waardoor hij naar beneden viel. Een geestelijke verklaarde hem dat de droom symbool stond voor het niet kunnen heroveren van Moriane én voor de dood van zijn broer Perchevael. Daarom besloot Acglavael om samen met zijn broer te vluchten en onderdak te zoeken bij hun oom, ver weg van Moriane en Arthurs rijk. Moriaen moet afdruipen en gaat terug naar het kruispunt waar hij Lanceloet en Walewein opnieuw tegenkomt. Iedereen trekt nu ten strijde om de koning van Yrlant uit Arthurs rijk te verjagen. Ze slagen erin om de bezetters te overmeesteren en Arthur te bevrijden. Moriaen neemt hierin het voortouw. Arthur prijst hem achteraf voor zijn heldhaftigheid. Samen met Walewein en Lanceloet keert Moriaen terug naar zijn vader. Acglavael erkent Moriaen uiteindelijk als zijn zoon. Ze keren samen terug naar Moriaens geboorteland en verdrijven de bezetters, zodat Moriane wordt hersteld. Wat volgt is een bruiloftsfeest van veertien dagen tussen Acglavael en Moriaens moeder. Eindelijk heeft Moriaen zijn doel bereikt. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Moriaen)

Arpin Lusène is een fictief Frans personage die in sommige Donald Duck verhalen een rol speelt. Zijn naam is een variant op Arsène Lupin, de Franse Sherlock Holmes uit de vroeg-twintigste-eeuwse verhalen van Maurice Leblanc. Zijn alter-ego heet de Zwarte Ridder, en die naam gebruikt hij om zijn criminele praktijken mee uit te voeren. Als de Zwarte Ridder is hij bekend om zijn vingervlugheid. Arpin Lusène heeft tot nu toe in drie verhalen (het laatste is een sequel) een rol gespeeld om Dagobert te bestelen. In het laatste verhaal heeft hij de trofeeën van Dagobert op het oog. Zijn misdaden pleegt de Zwarte Ridder met een zwart harnas waarop een oplosmiddel is aangebracht, waarmee hij alles kan laten oplossen, behalve diamant. Dit oplosmiddel heeft hij samen met een harnas gestolen uit het geldpakhuis van Dagobert Duck. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Arpin_Lus%C3%A8ne)

Arsène Lupin, de gentleman-dief, is een personage uit de verhalen van de Franse schrijver Maurice Leblanc. Lupin werd voor het eerst geïntroduceerd in een feuilleton in het tijdschrift Je sais tout op 15 juli 1905. Omdat hij stal van de rijken en een deel van de buit schonk aan de armen wordt Lupin ook wel de Robin Hood van de Belle époque genoemd.... Arsène Raoul Lupin is een geboren gentleman. Hij werd in 1874 geboren als zoon van Henriette d'Andrésy en Théophraste Lupin. Hij genoot opleidingen in rechtsgeleerdheid en geneeskunde. Naast Latijn en Grieks en spreekt hij vloeiend Engels en verschillende andere moderne talen. Lupin is een meester in de kunst van het vermommen en beheerst verschillende vechtsporten zoals schermen, savate en jiujitsu. Het is moeilijk voor hem om bescheiden te zijn en het kat-en-muisspel met gezagsdragers lijkt voor hem belangrijker te zijn dan persoonlijke rijkdom. Lupins afkeer om te doden en zijn respect voor vrouwen maakten hem sympathiek voor het grote publiek. Hij geeft sommige vrouwen gestolen sieraden terug voor niet meer dan een glimlach. Als gentleman-dief past hij in dezelfde categorie als het in 1890 gecreëerde personage A.J. Raffles uit de reeks Lord Lister. Voor Sherlock Holmes, in de verhalen om auteursrechtelijke redenen "Herlock Sholmes" genoemd, heeft Lupin een zekere mate van bewondering omdat Sholmes hem meer dan eens in het nauw weet te brengen.... Het personage Arsène Lupin is gebaseerd op de Franse anarchist Marius Jacob, wiens rechtszaak in 1905 de krantenkoppen haalde. Het personage heette oorspronkelijk Arsène Lopin, totdat een lokale politicus met dezelfde achternaam hiertegen protesteerde, wat resulteerde in de naamswijziging naar Lupin.[1] (https://nl.wikipedia.org/wiki/Ars%C3%A8ne_Lupin_(personage))

De Zwarte Ridder is een bier gebrouwen door Brouwerij Redbad uit Leeuwarden. Deze heeft een alcohol percentage van 5.0%. De bierstijl komt van oorsprong uit .Niet te koop Dit bier is niet (meer) los verkrijgbaar bij Beer in a Box.  (https://www.beerinabox.nl/speciaalbier/brouwerij-redbad-zwarte-ridder)

Dit is niet het bier wat ik bedoel.

Brouwerij Redbad is een bierbrouwerij uit Leeuwarden (Nederland) die is opgericht in 2015. Deze brouwerij heeft 3 bieren in het assortiment.... RedBad brouwt de bieren zelf met een 50L braumeister en een aantal SS Brewtech vergistingsvaten van 65L. ... Redbad is één van de meest besproken Friesche Koningen. Eind 7e eeuw tot halverwege de 8e eeuw bestond Nederland uit een groot Stammen gebied. Redbad was een Friesche held, een krijgsheer die door alle stammen was uitgeroepen als Koning van Magna Frisia. Een gebied van Noord Duitsland tot aan Noord Frankrijk. Jarenlange oorlogen hebben Redbad gemaakt tot een eigenwijze Koning die zijn volk niet wilde overleveren aan de Franken, die met enige dwang hun geloof oplegden aan allen in het Koninkrijk van Redbad. (https://www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/friesland/leeuwarden/redbad-brouwerij)

Redbad Dunkel Weizen is een Dunkel weizen met 5,8% alcohol. Redbad Dunkel Weizen wordt gebrouwen door Brouwerij Redbad in Leeuwarden.... De Redbad Dunkel Weizen is gebrouwen door brouwerij Redbad uit Leeuwarden. Het bier heet De Zwarte Ridder en is een vol en verfijnde Dunkel Weizen.  (https://www.biernet.nl/bier/merken/redbad-dunkel-weizen)

Nee, dit bedoel ik ook niet.

Maastrichts Oud of Mestreechs Aajt was de bierstijl van Maastricht. Eind jaren ’50 zorgde de sterke opkomst van pils voor het einde van deze biersoort. In 1984 werd het nieuw leven ingeblazen. Van de bierstijl had ik wel vaker gehoord, maar ik had het nog nooit gedronken. Tot ik deze week kennis maakte met de Zwarte Ruiter. Gulpener brouwt al sinds 1825 prachtige bieren. Enkele voorbeelden van hedendaagse bier van Gulpener zijn Chateau Neubourg, Gerardus Blond en Dubbel en één van mijn persoonlijke favorieten, de Gulpener Ut-Hop. Naast dit vaste assortiment brengt de Limburgse brouwer bij tijd en wijle een speciale editie uit. De eerste in de serie was Bier van Verse Hop, gebrouwen met dagverse hop van Gulpeners eigen hopboer uit Reijmerstok. Plato 18.25 was nummer twee, een uiterst smaakvol bier dat verwijst naar het oprichtingsjaar van de familiebrouwerij. Deze week opende ik de speciale editie nummer 3: Zwarte Ruiter.... warte Ruiter is in meedere opzichten een speciaal bier. Het is een blend van twee verschillende bieren. Het eerste bier is  een bier van spontane gisting. Deze wijze van vergisten was vroeger heel normaal, maar tegenwoordig echt een uitzondering. Na de gisting in eikenhouten vaten wordt het bier een jaar lang gelagerd op houten vaten. Als het voldoende gerijpt is wordt het zure bier gefilterd en versneden – gemengd – met een zoeter bier. Hierdoor ontstaat een licht zure – rinzige – smaak met een opmerkelijk frisse afdronk. Dit Maastrichts Oud komt dicht bij het oerbier dat in de Middeleeuwen veel werd gedronken.... Het grote moment is daar; tijd voor een eerste slok. Zuur en zoet spelen een spelletje op mijn tong. Het zuur is verfrissend en het zoet geeft een zachtheid. Bijzonder hoe deze tegengestelde smaken zo met elkaar aan de rol kunnen gaan. Ook in de smaak proef je weer fruit zoals appel, kersen en pruimen. Ik kan zure bieren waarderen. Niet dat ik een uitgesproken fan ben van bijvoorbeeld geuzes, maar op zijn tijd kan ik er wel echt voor gaan zitten. De Zwarte Ruiter heeft me te pakken met zijn zoet en zuur. (https://www.bierista.nl/biernieuws/actueel/zwarte-ruiter-speelt-een-spelletje-met-zuur-en-zoet/)

Nee, ook deze bedoel ik niet.

ZWARTE RUITER WEIZEN Licht moutig en verfrissend alcoholarm bier Deze 0,3% Weizen is er een met smaak! Fruitig en verfrissend met een ronde, zachte afdronk. Rechtstreeks van de oudste brouwfamilie van Nederland. Lekker met lichte vissoorten, kip, bananenbrood, varkensvlees of jong belegen Goudse kaas. *Inclusief 0,10 cent statiegeld Ingrediënten: water, gerstemout en hop GISTING LAAG ALCOHOLPERCENTAGE 0,3% TEMPERATUUR 5-7 GRADEN (https://webshop.gulpener.nl/product/zwarte-ruiter-weizen/)

Gulpener Zwarte Ruiter Weizen is een licht, moutig en verfrissend alcoholarme Weizen. Deze 0,3% Weizen is er een met smaak! Fruitig en verfrissend met een ronde, zachte afdronk. (https://www.vlaamschereus.nl/bier/zwarte-ruiter-weizen/)

Gulpener Zwarte Ruiter Weizen Gulpener Bierbrouwerij (51) Gulpener Zwarte Ruiter Weizen is een licht, moutig en verfrissend alcoholarme Weizen. Deze 0,3% Weizen is er een met smaak! Fruitig en verfrissend met een ronde, zachte afdronk. (https://www.bierista.nl/gulpener-zwarte-ruiter-weizen)

Ja deze bedoel ik! Ik moest bij de ridder op het etiket denken aan De Ridder van Wieckse Witte.

Wieckse Witte is een Wit met 5,0% alcohol. Wieckse Witte wordt gebrouwen door Heineken in Zoeterwoude.... Wieckse Witte heeft een licht frisse en zoete smaak. (https://www.biernet.nl/bier/merken/wieckse-witte)

Dit van oorsprong Limburgs, of beter gezegd Maastrichts biertje van bovengisting wordt nu geproduceerd door Heineken. Meer weten over de geschiedenis van de Wieckse Witte? Benieuwd waar de naam 'Wieckse Witte' vandaan komt? Of de verschillende soorten bieren? Lees dan verder op deze webpagina. En kom alles te weten van het bier dat in het zuiden van het land gebrouwen wordt. Kies jij voor Wieckse Witte of ga jij voor een andere biertje?... In 1857 werd de Maastrichtse brouwerij De Ridder opgericht in het oostelijk stadcentrum. De brouwerij was gevestigd in de wijk 'Wijck'. Hier komt ook de naam vandaan. Als je wijck op z'n limburgs uitspreekt, krijg je het woord 'Wieck'. De mooie wijk waar cafés, terrassen en winkels niet ontbreken, is waar de naam aan te danken is. Het eerste Wieckse Witte biertje werd door Wim van Wijk tegen het zonlicht gehouden. Dit is dan ook de persoon waar het mee begon, de maker van het huidige Wieckse Witte biertje. Tot 1982 was de Maastrichtse brouwerij een familiebedrijf. In dat jaartal kwam daar verandering in. Heineken kwam in het spel, en nam de brouwerij over. Dit had niet veel negatieve gevolgen voor de consument. Het Wieckse Witte biertje bleef hetzelfde. Alleen werd de kracht van Heineken gebruikt om dit biertje bekend te maken in het hele land. De vraag werd al snel groter dan het aanbod. De productie werd deels verplaatst naar de trappistenbrouwerij in Tilburg. Dit gebeurde om de vraag te kunnen voldoen. Ze waren hierna nogsteeds niet van het probleem af, de vraag bleef maar stijgen. Daarom heeft Heineken in 2002 de productie verplaatst naar hun eigen brouwerijen. De Maastrichtse brouwerij komt leeg te staan. Alhoewel het bier niet meer wordt geproduceerd in Maastricht, het draagt nog altijd het Maastrichtse stadwapen op zich. De kenmerkende engel-en-ster symbool is nog op iedere fles Wieckse Witte te zien. (http://www.bieratlas.nl/bier/wieckse-witte.html)

Ridder vindt zijn oorsprong in Retersbeek (samentrekking van ridder en beek) tussen Heerlen en Klimmen. In een pand uit 1825 aan het begin van het dorp werd het eerste Ridderbier gebrouwen. Later, nadat het biermerk rond 1857 aan de brouwersfamilie Van Aubel werd verkocht, kwam er een boerderij in het pand. De waterput is nog altijd in het pand te vinden. Sinds 1857 staat er een nieuwe Stadsbrouwerij tussen Oeverwal en Rechtstraat in Wijck-Maastricht, genaamd De Ridder. Maastricht telde toen nog meer dan veertig brouwerijen. Voor de aanvang van de Eerste Wereldoorlog waren er nog 24. Dit aantal slonk tot nog negen in 1940, waaronder twee kloosterbrouwerijen. Die kloosterbrouwerijen en de brouwers Eberhard, Th. Grein en Eugène Marres stoppen na tweede Wereldoorlog. Over bleven de Sint Servatius Brouwerij (een Heinekendochter, voorheen De Zwarte Ruiter) aan de Annalaan, Brouwerij Marres-Ceulen in de Capucijnenstraat, hoek Grote Gracht, Brouwerij 'De Keizer' N.A. Bosch in de Wijcker Grachtstraat en De Ridder aan de Oeverwal. Als ook nog Bosch sluit In 1971 is alleen De Ridder nog over van de brouwstad van Nederland. Tot 1982 als familiebedrijf, sedertdien onder de Heineken-paraplu. (https://www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/limburg/maastricht/ridder-de)

..in 1988 ziet de Wieckse Witte het levenslicht. Het Maastrichtse witbier is voor de hele Heinekenfamilie bedoeld, niet enkel voor de aan Ridder gebonden cafés. Een geslaagd kindje van oud-brouwmeester Wim van Wijk. Het feit dat het bier zeer evenwichtig is en het feit dat Heineken over een uitstekend distributienet beschikt, zorgen ervoor dat Wieckse Witte tweede wordt op de witbiermarkt, na Hoegaarden. In 1995 bestaat reeds de helft van de productie bij De Ridder uit Wieckse Witte. Omdat de brouwerij om logistieke redenen niet boven de 100.000 hl kan groeien, wordt het voor de export bestemde deel van de Wieckse Witte eerst gebrou­wen door de paters trappisten in Tilburg en inmiddels door de Heinekendochter Fischer in Schiltigheim (F). Als defensieve maatregel tegen de opkomst van de Palm in Nederland introduceert De Ridder in november 1994 de Vos, amber­kleurig bier van hoge gisting, met een klein aandeel suiker. Later komt daar sacharine bij. Het einde De nieuwe Heineken-filosofie leidde er toe dat De Ridder met ingang van 1 maart 2002 stopte met het brouwen van pils, oud bruin en bok. Heineken verzekerde door te gaan met Maltezer, Vos en Wieckse Witte. Het grootste deel van de vrijkomende capaciteit zou hierdoor kunnen worden ingenomen door het populaire witbier. Daarnaast zou De Ridder nieuwe bieren kunnen ontwikkelen en testen. Maar op 31 oktober 2002 gaf het concern te kennen De Ridder eind december 2002 te sluiten. Al was de aangekondigde sluiting van De Ridder voor velen een volkomen verrassing, het bericht kwam niet helemaal uit de lucht vallen. Zo stopte De Ridder in het voorjaar van 2002 met de productie van pils en werd er in de herfst geen bokbier gebrouwen. Voor de goede verstaander waren dat al tekenen aan de wand. Eigenaar Heineken kwam tot de beslissing na een uitgebreid onderzoek naar de kosten, uitbreidingsmogelijkheden en efficiency van De Ridder. De uitkomst bleek negatief en er restte blijkbaar geen andere optie dan de poorten te sluiten. De productie van De Ridder, lees Wiekckse Witte, wordt naar de Heineken Brouwerij in Den Bosch verplaatst. Voor het personeel probeerde Heineken ander werk te vinden. Brouwerij de Maastrichter Maltezer Op de plek waar Brouwerij de Ridder jarenlang was gevestigd is in juni 2018 een nieuwe brouwerij verrezen. Stadsbrouwerij de Maastrichter Maltezer biedt een totaal concept inclusief rondleidingen, een brasserie, een proeflokaal en een bierwinkel.  (https://www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/limburg/maastricht/ridder-de)

Stadsbrouwerij de Maastrichter Maltezer is een bierbrouwerij uit Maastricht (Nederland) die is opgericht in 2018. Deze brouwerij heeft 1 bier in het assortiment.... Stadsbrouwerij de Maastrichter Maltezer, voormalig Stadsbrouwerij de Ridder, kent een rijke geschiedenis. Zo wordt hier de al bekende Ridder Maltezer bier gebrouwen. Nadat Heineken, de brouwerij in 1982 overnam en de deuren weer sloot in 2002, is er sinds juni 2018 weer nieuw leven geblazen in de brouwerij. (https://www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/limburg/maastricht/de-maastrichter-maltezer)

De brouwerij bevindt zich onder het dak van de voormalige Ridderbrouwerij, waar in 1857 voor het eerst bier gebrouwen werd. Na het succes van "Wieckse Witte" sloot de brouwerij in 2001. Sinds 2018 is er weer leven in de brouwerij en wordt er ambachtelijk bier gebrouwen. De Maltezer, een traditioneel Maastrichts bier, wordt weer gebrouwen naar het oude recept uit 1954. Daarnaast worden er verschillende nieuwe bieren gebrouwen met de mooiste combinaties tussen geur, kleur, smaak én kwaliteit! Drink en doe goed! Een deel van de opbrengst doneren wij aan de Maltezer Orde. Deze charitatieve organisatie is actief in 120 landen met ruim 80.000 vrijwilligers. Ze bestrijden armoede en helpen mensen in nood. (https://hollandcraftbeer.nl/brouwerijen/stadsbrouwerij-de-maastrichter-maltezer)

In het hart van Maastricht, aan de voet van de Sint Servaasbrug – Nederlands oudste brug en verbinder van het Centrum met stadsdeel Wyck – ligt Stadsbrouwerij Maastricht. Een plek waar verleden, heden en toekomst samenkomen als een heerlijk aroma. Waar men kan genieten op een prachtig terras met uitzicht over de Maas onder het genot van de heerlijkste bieren. Maar ook dé plek voor rondleidingen en een inkijkje in het rijke bierleven van Maastricht. Een locatie om te vergaderen, om te ervaren, om te genieten. Met ‘Mestreechse’ klasse, gezelligheid en engagement. Een bezoek aan Maastricht is niet compleet zonder een bezoek aan Stadsbrouwerij Maastricht. (https://stadsbrouwerijmaastricht.com/)

Verdrietig om de leegte die het achterlaat, maar met grote dankbaarheid voor wat we samen hebben beleefd, nemen we toch nog vrij plotseling afscheid van… Wieckse Witte. Brouwer Heineken gaat dit bier, zoals ze het zelf noemen, ‘saneren’. Per september 2021 verdwijnt dit witbier van de markt. Het is 31 jaar oud geworden, de uitvaart zal in stilte plaatsvinden. Kortom, tijd voor een kleine terugblik op het leven van een bier dat symbool kan staan voor een specifiek tijdperk in de Nederlandse biergeschiedenis. Speciaalbier brouwen? ‘Het loont niet, ‘ zei Alger Oostra, algemeen directeur van Heineken Nederland in 1985. ‘Mensen drinken één, twee glazen, maar gaan dan weer over op gewone pils.’[1] Het waren de jaren dat meer dan 99% van al het in Nederland gedronken bier pils was. Goudgeel, kristalhelder en het liefst met niet al te veel smaak. In 1980 telde Nederland nog maar 15 brouwerijen die op 20 locaties bier brouwden, en bovenop deze apenrots zat Heineken met een megalomaan marktaandeel van 57%. En toch kreeg Heineken gedurende de jaren tachtig reden om zich zorgen te maken. Het marktaandeel begon af te kalven naar 52%, zodat ze in 1989 het Limburgse Brand moesten overnemen om op peil te blijven. Tegelijkertijd kwamen er allemaal rare biertjes met gekke smaakjes uit het buitenland, die Nederlanders nog lekker bleken te vinden ook: amber bier zoals De Koninck en Palm, trappistenbier, alcoholbommetjes zoals Duvel, en witbier. Bovengistend bier, stel je voor. Heinekens reactie tegen al dat ‘speciaalbier’, zoals het genoemd werd, kreeg aanvankelijk de vorm van Amstel 1870, een ‘extra pittig pils zonder extra alcohol’.[2] Hiermee dachten ze de Nederlandse drinkers wel van al die idiote Belgische biertjes af te krijgen. Maar het hielp niet. Heineken kwam in 1988 met het alcoholvrije biertje Buckler en een jaar later met het ‘extra droge’ Dry 100. Het eerste was nog wel succesvol, totdat cabaretier Youp van Hek het eind 1989 in zijn oudejaarsshow de grond in boorde. Het tweede verdween als een natte scheet in de wind. Kortom, uiteindelijk ging ’s lands grootste brouwer overstag. Er moest een witbier komen. Het grote voorbeeld was Hoegaarden, op dat moment eigendom van het Belgische Interbrew (nu AB InBev). Oorspronkelijk ontwikkeld door eenpitter Pierre Celis (lees hier meer over de ontstaansgeschiedenis van het witbier van Hoegaarden), had Interbrew zich vanaf 1985 in fases over het merk ontfermd. De witbiermarkt in Nederland was omstreeks 1990 met 50.000 hectoliter per jaar niet groot, nog geen half procent van de bierconsumptie. Maar het was groot genoeg om interessant te zijn voor Heineken, zeker omdat deze biersoort duidelijk in de lift zat.[3] Men besloot het nieuwe Heineken-witbier te laten brouwen bij De Ridder, een brouwerij in Maastricht die in 1982 was overgenomen. Hier, pal aan de Maas in het stadsdeel Wyck (spreek uit: ‘Wiek’), ontwikkelde brouwmeester Wim van Wijk het nog naamloze witbier. Dit had nog wel wat voeten in de aarde, omdat bij De Ridder al jaren enkel ondergistend werd gebrouwen. Maar het lukte.[4] Op 19 december 1990 sloeg burgemeester Houben van Maastricht het eerste vat Wieckse Witte aan. Het nieuwe bier was door de afdeling marketing vernoemd naar het al genoemde stadsdeel Wyck, maar om uitspraakverwarring te voorkomen gespeld met ‘ie’. Op het etiket prijkte fier het stadswapen van Maastricht. Dat het volgens een ‘eigen, zorgvuldig bewaard receptuur’ uit de van 1857 daterende brouwerij gemaakt werd, kunnen we met een korrel zout nemen: in de 19e eeuw stond Maastricht bekend om zijn zure, bruine bieren en er werd nog wel eens wat speltbier naar Luiks model gebrouwen, maar eigenlijk nooit witbier.[5] Hoe dan ook, in eerste instantie maakte men Wieckse Witte alleen verkrijgbaar in de horeca in Maastricht, na een paar maanden in de horeca in zeven studentensteden, om pas na nog een paar maanden op fles in de consumentenverkoop te brengen. Een slim en vaker beproefd concept om een bier eerst exclusief te houden en het met niet al te veel bombarie uit te rollen. Het werkte: Wieckse verkocht ‘als een trein.’ Dit betekende ook goed nieuws voor brouwerij De Ridder, waar op dat moment zo’n dertig mensen werkten. In mei 1991 werden er twee extra gisttanks geplaatst om de productiecapaciteit flink te vergroten.[6] De al genoemde wandelende bierlegende Pierre Celis, vader van het biermerk Hoegaarden, kwam ook even kijken en complimenteerde brouwer Wim van Wijk met ‘een uitstekend product.’[7] In juni 1991 werd er zelfs een proef gedaan om Wieckse in Frankrijk te slijten, onder meer in de zuidelijke studentenstad Toulouse. Als merknaam werd daar gekozen voor ‘Yseult’ (de Franse versie van de Middeleeuws aandoende naam ‘Isolde’). Na een tweede poging later dat jaar werd het experiment weer gestaakt.[8] Sowieso vloog in die jaren de vraag naar speciaalbier de pan uit, terwijl de verkoop van pils stagneerde. In 1990 werd er in Nederland 287.000 hectoliter aan ‘bijzondere biertjes’ geschonken, in 1992 was dat al 548.000 hectoliter. In 1994 later lag het marktaandeel van speciaalbier op maarliefst 8%. In dat jaar bedroeg de totale witbierverkoop in Nederland op 130.000 hectoliter. Intussen kon De Ridder de vraag naar Wieckse niet meer aan en moest men nota bene het trappistenklooster van Koningshoeven inschakelen om extra capaciteit te leveren.[9] Dat smaakte naar meer, niet in het minst voor Heineken dat in een paar jaar tijd het ene na het andere nieuwe speciaalbier de markt opslingerde. In oktober 1992 werd het aloude Heineken Bokbier vervangen door Tarwebok, in november 1993 volgde het eindejaarsbier 1994. In januari van het jaar daarop kwam men met Kylian, min of meer op Ierse leest geschoeid maar gebrouwen in Mons-en-Baroeul in Noord-Frankrijk. In juli 1994 volgde het alcoholarme (2%) Lingen’s Blond en in november 1994 mocht de Maastrichtse orkestleider André Rieu bij brouwerij De Ridder het amberkleurige bier Vos ten doop houden. Daarnaast was Heineken importeur van onder meer de Belgische bieren Duvel en De Koninck.[10] Het gebeurde allemaal volgens het beproefde concept van eerst een berg marktonderzoek, dan de brainstormsessies met een wit flipovervel, gelikte etiketten ontwikkelen en dan een reclamebombardement op tv en in de kranten. Immers, Heineken is een marketingmachine waar toevallig ook nog bier wordt gebrouwen. Maar sloot de Nederlandse bierdrinker al die door de marketingmensen van Heineken verzonnen biermerken ook echt in zijn hart? Nauwelijks. Het is misschien een teken aan de wand dat van al die nieuwe biermerken Wieckse Witte het nog het langst heeft uitgezongen: een rechttoe-rechtaan bierstijl, ontwikkeld in een echte kleinschalige brouwerij en naar buiten toe overduidelijk gelinkt aan die plaats. Witbier uit Maastricht, zo simpel was het. Wie of wat was daarentegen die Lingen van Lingen’s Blond? Wat voor bier moest Kylian voorstellen, waar werd het geacht vandaan te komen en waarom moesten we het drinken? Waarom moest er zo nodig tarwe in bokbier en wie zat er precies op Vos te wachten? Achteraf roken al deze merken te sterk naar nep, naar bedacht, naar bier zonder verleden en zonder toekomst. Kylian sneuvelde al in 1999, in 2002 verdween het eindejaarsbier, Vos rond 2004, Lingen’s Blond zong het nog even uit en de Tarwebok ging pas vorig jaar uit roulatie. Het succes van Wieckse Witte kon brouwerij De Ridder echter niet redden. Onder andere het gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden zo midden in de stad deed het bedrijf de das om. Eind december 2002 werden de poorten gesloten, de productie van Wieckse Witte werd in fasen overgeheveld naar de Heineken-vestiging in Den Bosch.[11] Toen de sluiting eenmaal een feit was, voerde men een verfrissingskuur door. Er kwamen in 2003 nieuwe etiketten en ook twee nieuwe varianten: Wieckse Lichte, een light-versie van maar 3,2% alcohol, en Wieckse Brut, een sprankelende ‘optelsom van witbier en champagnegist’. Op dat laatste was wel wat af te dingen: Wieckse Brut bevatte geen korrel tarwe en had dus feitelijk niets met witbier te maken.[12] Beide bieren werden geen succes. Beter ging het met de Wieckse Rosé die in april 2006 op het publiek werd losgelaten. Deze roze, fruitige variant van 4,5% was in feite afgekeken van de succesvolle Wittekerke Rosé van de West-Vlaamse brouwerij De Brabandere. Heineken liet het in België brouwen bij De Smedt, ook wel bekend als Affligem, dat kort daarvoor was overgenomen.[13] En zo bleef men vrolijk de trends volgen: zowel de Wieckse Witte als de Rosé kregen in 2011 een 0.0%-variant, in 2015 fietste men de Radler-rage achterna met een Wieckse Radler, waarvan het jaar erop ook de varianten Ice Tea Green en Rood Fruit het licht zagen. Kenmerkend: het lijkt er de laatste jaren steeds meer op dat grote brouwers als Heineken vooral de frisdrank- en limonademarkt willen bestormen in plaats van gewoon de mensen blij te maken met goed bier. De huidige Heineken 0.0 (waarom eigen ‘punt nul’ en geen ‘komma nul’?) past precies in dat beeld. Al met al werd het langzaam stil rond Wieckse Witte. De populariteit van witbier daalt al jaren, ten faveure van nieuwe sterren aan het firmament zoals IPA en saison. De rek is eruit en dan kwam het corona-gebeuren er ook nog eens overheen. Dit jaar gaat de stekker eruit voor Wieckse Witte, na 31 jaar trouwe dienst. Als vervanger wordt Affligem Wit naar voren geschoven. Het abdijbieren-gamma van Affligem is internationaal bekender (en makkelijker uit te spreken). De biergeschiedenis voltrekt zich voor je ogen: na deze zomer is Wieckse Witte een verloren bier. (https://verlorenbieren.nl/ter-nagedachtenis-aan-wieckse-witte/)

Potverdomme, dat stemt toch wel even droevig. Niet alleen gaat er een voor mij bekend biermerk de vergetelheid in, tevens lees ik mijn eigen kortzichtigheid dat Heineken blijkbaar wel degelijk speciaalbier heeft gebrouwen.Weliswaar klonen en geen eigen verhaal, maar toch. En Kylian was volgens mij zo'n vrouwen/jongerenbier zoals nu ook Kornuit, al is dat natuurlijk mijn beleving.

Als ik de etiketten nazoek, zoals https://bieretiketten.nl/?p=details&t=etiket&e=28392 zie ik dat de ridder eigenlijk wel flink afwijkt van de ridder oip het etiket van mijn bier. Maar als ik kijk op https://bieretiketten.nl/?p=overzicht&t=etiket#brouwerij=Brouwerij+De+Ridder dan tja, de ridder gaat de andere kant op en steigert niet zo stijl, maar het heeft wel dezelfde elementen. Dus ik reken het wel goed, maar ben wel mistroostig vanwege het verdwijnen van Wieckse Witte. Wat staat die site https://verlorenbieren.nl toch vol goede verhalen.















 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten