Translate

Zoeken in deze blog

dinsdag 7 februari 2017

Milieuregelgeving voor microbrouwerijen

Ik heb al vaker aandacht besteed aan (milieu)regelgeving voor microbrouwerijen.
Jacques Bertens schreef er al eerder over in het clubblad van "De Roerstok" van april 1999. en op www.hobbybrouwen.nl/artikel/jurispru.html: een goede locatie voor een ... brouwerij [is] nooit te vinden is op een industrieterrein. Dit betekende tot voor kort altijd trammelant als het gaat over het verkrijgen van een milieuvergunning. De oorzaak daarvan is gelegen in het feit dat overheidsinstanties bij bierbrouwerijen meteen denken aan grote brouwerijen met grote geurproblemen. Degenen die in de buurt van de Heinekenbrouwerij in Den Bosch wonen weten onmiddellijk wat ik bedoel. Uiteraard is de geuroverlast voor de omgeving gerelateerd aan de omvang van de brouwerij, maar omdat hierover weinig informatie bestaat spelen de gemeentelijke milieuambtenaren op zeker. Aan de paar brouwcafé's die Nederland kent zijn dan ook vrij strenge milieueisen gesteld, hoe klein de brouwerij ook is. ... Dat een dergelijke wijze van benadering wel erg rigide is vond ook de Raad van State, het hoogste bestuursrechtelijke college van Nederland. Op 13 oktober 1998 deden de rechters mr. Leyten-Wijkerslooth, mr. Konijnbelt en mr. Korte-van Hemel een uitspraak [waardoor kleine brouwerijen ook zonder milieuvergunning mogen worden opgericht] (www.hobbybrouwen.nl/artikel/jurispru.html). Er is dan wel een milieumelding en (sinds 2013) een OBM nodig. Dit geeft extra werk voor brouwers, die al van veel wetgeving op de hoogte moeten zijn. Er zijn ook adviesbureau's die hierop inspringen. Op de website van Exsin vind ik onderstaand artikel:

Bent u van plan om een eigen kleinschalige bierbrouwerij op te zetten of bent u wellicht onlangs aangevangen en hebt u nog geen duidelijkheid over de milieuregelgeving en ruimtelijke ordening? Exsin kan uw vragen hierover beantwoorden.

Bierbrouwen komt steeds meer op. Het is leuk om de hobby op te schalen, maar welke verschillende wet- en regelgeving komt hierbij kijken? Naast het technische en hygiënische deel is er ook regelgeving op het gebied van milieu en ruimtelijke ordening om een brouwerij te mogen vestigen en te gebruiken. Over het vestigen van een microbrouwerij en het aanvragen van milieutoestemming komen de afgelopen jaren bij onze adviseurs, steeds vaker vragen binnen. In dit artikel gaan we kort in op onze ervaringen (http://exsin.nl/milieu-en-ruimtelijke-regelgeving-voor-microbrouwerijen-niet-eenvoudig-exsin-kan-u-helpen/).

Een geschikte locatie
Het kunnen en mogen brouwen is één aspect, maar vervolgens hiervoor een geschikte locatie zoeken is een heel ander karwei.
Om te beginnen vormt het bestemmingsplan een goed uitgangspunt. Het bestemmingsplan regelt een goede afstemming tussen de verschillende vormen van ruimtegebruik. Op een plankaart zijn de verschillende bestemmingen zoals wonen, recreatie en bedrijvigheid aangegeven. In het bestemmingsplan is ook een lijst opgenomen genaamd ‘Staat van bedrijfsactiviteiten’. In deze lijst staan de bedrijfsactiviteiten die zijn toegestaan en tot welke milieucategorie deze worden gerekend. Deze lijst is gebaseerd op de handreiking ‘Bedrijven en milieuzonering’ van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). In deze handreiking is per bedrijfstype een milieucategorie gegeven afhankelijk van de te verwachten hinderafstand van de gemiddelden in de betrokken branche. Deze hinderafstand is afhankelijk van de milieuaspecten. Een bierbrouwerij valt onder milieucategorie 4.2 en heeft een hinderafstand van 300 meter. Andere bedrijfsactiviteiten binnen deze milieucategorie zijn lampenfabrieken , rangeerterreinen , vuilstortplaatsen, stadions en open-lucht-ijsbanen. Het ligt voor de hand dat dit geen geschikte locatie is voor een microbrouwerij.
Een kleine brouwerij zal minder hinder geven dan een grotere brouwerij, die geldt als gemiddelde in de branche. De vraag is nu waar de grens ligt tussen een kleine en een grotere brouwerij. In de VNG-lijst wordt daar geen onderscheid in gemaakt. Wel zijn er ook andere activiteiten benoemd die kunnen lijken op een kleine brouwerij.
Bij verschillende gemeente is een kleine ambachtelijke brouwerij mogelijk gemaakt met een specifieke aanduiding in het plan, hetzij als ‘horeca met een specifieke vorm brouwerij’ of als ‘bedrijf met een specifieke vorm brouwerij’. Bij kleinschalige microbrouwerijen, zal naast het brouwen ook workshops/proeverijen en arrangementen voor kleine groepen aan de orde kunnen zijn. Of de locatie daarvoor geschikt is en of de activiteiten passen in het bestemmingsplan dient eerst uitgezocht te worden voordat een bedrijfsruimte wordt gekozen. Mogelijk kan met een omgevingsvergunning afgeweken worden van de ruimtelijke regels. Hierbij zijn ook een melding Activiteitenbesluit en Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets nodig (http://exsin.nl/milieu-en-ruimtelijke-regelgeving-voor-microbrouwerijen-niet-eenvoudig-exsin-kan-u-helpen/).

Dit komt overeen met:

Een bierbrouwerij heeft volgens de VNG-lijst een afstand van 100 m (code 1105). Dit is echter van toepassing op grote(re) productiebrouwerijen en niet voor de onderhavige ambachtelijke brouwerij, waarbij het brouwen meer gericht is op workshops/proeverijen en arrangementen voor kleine groepen. Het kleinschalig en ambachtelijk bier brouwen komt voor het geluidsaspect meer overeen met de categorie 1102 tot 1104, 'vervaardiging van wijn, etc.', waarvoor een afstand van 30 meter geldt (www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1700.BPBG2011PH0023-vas1/t_NL.IMRO.1700.BPBG2011PH0023-vas1_5.3.html).

Er kan soms wel discussie over zijn, zo blijk in Bodegraven:

Geachte heer, mevrouw ............,
Brouwerij De Molen is als kleine ambachtelijke microbrouwerij in 2004 gestart in de Molen met een productiecapaciteit van 500 liter per brouwsel. Een microbrouwerij is een brouwerij met een kleine productiecapaciteit van hoogstens een paar duizend hectoliter bier per jaar.
Eind 2011 is Brouwerij De Molen verhuist naar het pand aan de Doortocht, waardoor de productiecapaciteit steeg van 500 naar 5000 liter per brouwsel. Totaal kan er op dit moment meer dan 30.000 hectoliter per jaar worden geproduceerd. Doordat bier voor 90% uit water bestaat, kan op basis van de Oases jaarafrekening 2013 snel worden bepaald hoeveel hectoliter er daadwerkelijk wordt gebrouwen.
Brouwerij De Molen is dus zeker geen kleine ambachtelijke microbrouwerij meer, ondanks het feit dat zij over een vergunning beschikt voor een microbrouwerij in milieucategorie 2. De gebruiksvergunning komt dus niet meer overeen met de huidige bedrijfsactiviteiten van Brouwerij De Molen.
Hoe kan het dan dat Brouwerij De Molen nog steeds produceert op een oude niet geldende milieuvergunning ? (www.digitalebodegraafsekrant.nl/pages/posts/reactie-brouwerij-de-molen-bv-op-ingezonden-brief-14712.php)

Volgens mij is hier het antwoord dat brouwerijen geen milieuvergunning nodig hebben (tenzij een MER is opgesteld voor het voornemen).

Het Activiteitenbesluit
Het Activiteitenbesluit geeft milieuregels voor alle bedrijven in Nederland, op grond van de Wet milieubeheer. Dit betreft zowel kleine als grote bedrijven. Het is wel van belang dat er sprake is van een ‘milieu-inrichting’. Als een brouwerij geen vaste locatie heeft, een beperkte omvang heeft of slechts korte tijd in bedrijf zal er daarvan geen sprake zijn. Als hobbyist val je dus niet onder de inrichtingsdefinitie, zelfs als je in een bedrijfspand zit. Zodra er vaker gebrouwen wordt kom je in een grijs gebied. Het is dus mogelijk dat je in het begin geen inrichting was, maar het gaandeweg wel wordt. De discussie over hobbymatig brouwen is niet erg kansrijk vanwege de zinsnede ‘in een omvang alsof‘ dus zodra er wordt gebrouwen met een grote brouwketel is er vaak al sprake van een inrichting. Ookal wordt het brouwen enkel uitgevoerd als ‘hobby’, door de omvang is het toch bedrijfsmatig. Als er binnen een horeca-inrichting wordt gebrouwen is die definitie niet eens aan de orde. Dan is er al sprake van een inrichting.
Naast hobbymatig, wordt ook vaak gewezen op de term ‘ambachtelijk’. In de milieuwetgeving wordt daarmee gedoeld op het kleinschalig uitvoeren van oude ambachten, zoals in musea. Het moderne brouwen wordt niet gezien als ambachtelijk. Door gebruik van een brouwinstallatie valt het maken van alcoholische dranken door brouwen of destilleren valt onder paragraaf 3.6.3 van het Activiteitenbesluit: ‘industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken’. In voorschrift 3.137 van het Activiteitenbesluit staat dat deze paragraaf niet van toepassing is op ‘de productie van alcohol’, hier wordt de productie van pure alcohol bedoeld.
Melding Activiteitenbesluit
Net zoals voor restaurants en dergelijke is voor brouwerijen een melding Activiteitenbesluit verplicht. De melding kan worden ingediend via de Activiteitenbesluit Internetmodule (AIM) op www.aimonline.nl. Hierbij wordt een vragenboom doorlopen, afhankelijk van de betreffende branche. Hierbij is de vraag of een brouwerij valt onder horeca of voedingsindustrie (of beide?). Er volgen veel vragen omdat de AIM is bedoeld voor alle typen bedrijven in Nederland. Enige kennis en ervaring is daarmee noodzakelijk om de vragenboom vlot te doorlopen. Verder zijn gegevens van de brouwerij nodig. Informatie is onder meer nodig over de stookinstallaties, de eventueel aanwezige gasflessen, het energieverbruik en welke maatregelen of voorzieningen die geurhinder voorkomen zijn getroffen. Ook moet bij de melding een plattegrondtekening met de inrichtingsgrens en de relevante functies zoals brouwinstallatie, opslag, de koelinstallatie, stookinstallatie, eventueel restaurant en dergelijke. Ten slotte kan de melding worden ingediend bij het bevoegde gezag. Daarbij zal de AIM ook aangeven dat een Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets nodig is (http://exsin.nl/milieu-en-ruimtelijke-regelgeving-voor-microbrouwerijen-niet-eenvoudig-exsin-kan-u-helpen/).

Volgens mij is bij een Activiteitenbesluitmelding naast een AIM-formulier en een plattegrondtekening ook een beschrijving van de maatregelen tegen geurhinder nodig.

Bij het nemen van maatregelen geldt in zijn algemeenheid het BBT-principe. Dit betekent dat het bevoegd gezag ook de kosteneffectiviteit van de maatregel meeweegt. Voor de beoordeling van de kosteneffectiviteit van geurhinderbestrijdingsmaatregelen bestaat geen landelijk geaccepteerd beoordelingssysteem (www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/ner/geur-0/handleiding-geur/voorbeelden/kostenafweging-drie/voorbeeld/).

En het kan zelfs nog een stap verder gaan:

Het bevoegd gezag kan binnen vier weken na ontvangst van de melding, bedoeld in het eerste en tweede lid, indien onvoldoende aannemelijk is dat aan artikel 3.5b en artikel 3.5d, respectievelijk artikel 3.140 wordt voldaan, besluiten dat een rapport van een geuronderzoek wordt overgelegd.
5 Een geuronderzoek als bedoeld in het vierde lid wordt uitgevoerd overeenkomstig NTA 9065 (http://wetten.overheid.nl/BWBR0022762/2016-01-01#Hoofdstuk1_Afdeling1.2_Artikel1.17).

De Roever Omgevingsadvies heeft zo een onderzoek uitgevoerd voor een microbrouwerij op 6 juli 2015:
Gebouw 5 op het NRE terrein, FIFTH|NRE, is een samenstel van gebouwen bestaande uit podiumzaal, jazzrestaurant, micro-brouwerij, grandcafé en kantoorruimte. Voor het gebouw met de podiumzaal van FIFTH|NRE is een melding ingediend op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Deze beoordeling voor het aspect geur behoort bij de melding op grond van het Activiteitenbesluit. De melding omvat twee geurbronnen, waarvan de invloed op geurgevoelige locaties in de omgeving moet worden beoordeeld:
- restaurant;
- stadsbrouwerij
...
Voor de beoordeling van de geurhinder door de stadsbrouwerij moet in eerste instantie worden uitgegaan van de bijzondere regeling voor bierbrouwerijen uit de Nederlandse emissierichtlijn lucht (NeR). Deze bijzondere regeling heeft alleen betrekking op grote bierbrouwerijen (IPPC). De beoogde stadsbrouwerij is geen IPPC-inrichting. Deze valt onder het Activiteitenbesluit milieubeheer. Voor kleinere bierbrouwerijen (niet-IPPC) gelden de regels uit de Activiteitenregeling.
Net als bij het restaurant is bij de stadsbrouwerij volgens de Activiteitenregeling (artikel 3.103 lid 1) sprake van ‘bedrijfsmatige voedselbereiding'. Voor het voorkomen of tot een aanvaardbaar niveau beperken van geurhinder moet voldaan worden aan de voorschriften die staan in de Activiteitenregeling. Geur is voor deze activiteit uitputtend geregeld (www.eindhoven.nl/ruimtelijkeplannen/plannen/NL.IMRO.0772.80258-/NL.IMRO.0772.80258-0301/b_NL.IMRO.0772.80258-0301_tb14.pdf).

Bijzonder dat een onderzoek van 2015 verwijst naar de NER terwijl deze regeling voor brouwerijen al niet meer bestaat? Ik had in 2014 al aandacht voor de NER (omdat ik dacht dat het leek op de MER). 

Volgens mij valt een brouwerij onder een andere paragraaf dan een restaurant in het Activiteitenbesluit en zijn er andere kaders. Waar het echter om gaat zijn de maatregelen:

Maatregelen
Voor de beoogde stadsbrouwerij is gekozen voor afzuiging met een hoogte van ten minste twee meter boven de hoogste daklijn van de binnen 25 meter van de uitmonding gelegen bebouwing afgevoerd. De afzuiging is weergegeven op afbeelding 2. Binnen 25 meter van de afzuiging liggen geen andere gebouwen. De afzuiging bevindt zich op een hoogte van 2 meter boven de hoogste daklijn van het eigen gebouw..... Bij kleine brouwerijen moet de geurconcentratie op immissieniveau worden beperkt door het toepassen van maatregelen volgens de stand der techniek die in de hierna genoemde lijst zijn aangegeven, via good housekeeping en het gesloten houden van installaties en productieruimten. De geurconcentratie op immissieniveau kan ook worden beperkt door het verhogen van het emissiepunt van de dampen van de kookketel. Onder de maatregelen volgens de stand der techniek bij kleine brouwerijen wordt het volgende verstaan:
- het sluiten van deuren en ramen van het brouwhuis;
- het afdekken van de bostelbakken;
- het regelmatig reinigen van de bostelsilo;
- het beperken van de uitstoot bij vergisting en lagering door het plaatsen van een wasfles ter absorptie van de reukstoffen uit het koolzuur voordat deze naar buiten wordt afgeblazen;
- de gistopslag (voor hergebruik en afvoer) laten plaatsvinden in gesloten tanks;
- het combifilter (kiezelgoer en sterielplaten) uitvoeren in een gesloten systeem;
- de deksels van de rotapool, de bierketel en de klaringskuip gesloten houden;
- de opslag van verbruikt kiezelgoer afdekken;
- het afwateringssysteem gesloten uitvoeren;
- het dichten van kieren in het brouwhuis.
Als zich woningen bevinden op korte afstand van een kleine brouwerij en er is sprake van geurhinder, dan kunnen maatregelen op het gebied van good housekeeping worden toegepast om de uitworp van geur uit diffuse bronnen te verminderen of een schoorsteen kan dienen om de immissieconcentratie op leefniveau te verlagen.  (www.eindhoven.nl/ruimtelijkeplannen/plannen/NL.IMRO.0772.80258-/NL.IMRO.0772.80258-0301/b_NL.IMRO.0772.80258-0301_tb14.pdf).

De belangrijkste hindercomponent bij een brouwerij is geur. Het is technisch mogelijk om zodanig te brouwen dat er geen sprake is van geuroverlast. In de gemeente ‘s-Hertogenbosch heeft men hierin ervaring. De heer Van Loon neemt maatregelen die voorkomen dat er geurhinder ontstaat. De kookdampen worden gecondenseerd via een condensor die op de pan geplaatst wordt. Hierdoor worden de kookdampen als condenswater afgevoerd via het riool. Deze brouwmethode doet geen
afbreuk aan het ambachtelijke brouwproces waarnaar hier gestreefd wordt en is goed toepasbaar. Daarnaast wordt een koolstoffilter geplaatst om eventueel nog resterende geuren te filteren (www.heusden.nl/risarchief/LoketDocumenten/02_d_1.%20ruimtelijke%20onderbouwing.pdf).

Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets
De Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) is een afweging van het bevoegde gezag om te bepalen of het bevoegd gezag wel of niet instemt met het uitvoeren van die activiteit op een specifieke locatie. De omgevingsvergunning beperkte milieutoets bevat geen voorschriften, het is een ja- of nee-beschikking.
De OBM moet verplicht worden aangevraagd, omdat in categorie D37.1 van de bijlage bij het Besluit milieu-effectrapportage de oprichting, wijziging of uitbreiding van een bierbrouwerij is vermeld. Bij bierbrouwerijen moet dus worden beoordeeld of een milieu-effectrapportage (MER) opgesteld moet worden. Deze toets lijkt overtrokken, omdat het bij kleine brouwerijen vaak niet veel onderscheid is met horeca, maar niet vergeten moet worden dat in de milieuwetgeving er geen onderscheid wordt gemaakt in omvang. Door de OBM heeft het bevoegde gezag de mogelijkheid om onderscheid te maken in grote en kleine brouwerijen. In de aanvraag om OBM kan worden aangegeven hoe kleinschalig de omvang van de brouwerij is.
Het aanvraagformulier voor de OBM is te vinden op het Omgevingsloket Online (OLO) en omvat naast de algemene NAW-gegevens enkel twee hokjes om aan te vinken. Naast het aanvraagformulier moet ook een toelichting worden gevoegd. In deze toelichting moet ingegaan op de aard en omvang van de brouwerij. Hierbij dient aandacht te zijn voor onder meer de aspecten geur, geluid en verkeersaantrekkende werking. Het blijkt dat het opstellen van een melding en het aanvragen van een OBM voor veel brouwers een klus is die veel vragen oproept. Exsin kan u hierbij ondersteunen. Wij kunnen uw vragen beantwoorden of desgewenst voor u een melding Activiteitenbesluit, tezamen met een aanvraag OBM verzorgen (http://exsin.nl/milieu-en-ruimtelijke-regelgeving-voor-microbrouwerijen-niet-eenvoudig-exsin-kan-u-helpen/).

Nu zullen de regels in België anders zijn, maar de technieken zullen vergelijkbaar zijn:
In opdracht van de Vlaamse Regering is bij VITO in 1995 een kenniscentrum voor Beste
Beschikbare Technieken opgericht. Dit BBT-kenniscentrum heeft als taak informatie te verspreiden
over milieuvriendelijke technieken in bedrijven.
...
Voor producenten van mout, alsook brouwerijen, worden stofemissies (droog stof) relevant
geacht. Alle Vlaamse mouterijen passen, naast preventieve maatregelen ter beperking van stofemissies, ook doekfilters toe ter behandeling van de afgezogen lucht. Voor zover bekend, is dit ook het geval voor de meeste Vlaamse brouwerijen.
...
Enkele voorbeelden van BBT ter beperking van het watergebruik in drankenbedrijven zijn: een
CIP-reinigingssysteem zoveel als mogelijk toepassen en optimaliseren, het watergebruik in de
spoelzone van de flessenreinigingsinstallatie optimaliseren bij herbruikbare flessen en het surplus
aan water hergebruiken bij pasteurisatie van dranken in verpakking.
...
Enkele voorbeelden van BBT ter beperking van het energieverbruik in drankenbedrijven zijn:
overmatig energieverbruik in verwarmings- en koelprocessen voorkomen, warmteterugwinning
toepassen en optimaliseren, en biogas valoriseren dat gevormd wordt tijdens de anaerobe zuivering
van afvalwater.
Enkele voorbeelden van BBT ter beperking van afval/nevenstromen in de drankenindustrie zijn:
het afvulproces optimaliseren en uitgaande stromen scheiden ter optimalisatie van gebruik, hergebruik, terugwinning, recyclage en verwijdering.
...
Om concreet inhoud te kunnen geven aan het begrip BBT, dient de algemene definitie van VLAREM
I nader verduidelijkt te worden. Het BBT-kenniscentrum hanteert onderstaande invulling van de drie elementen.
“Beste” betekent “beste voor het milieu als geheel”, waarbij het effect van de beschouwde techniek op de verschillende milieucompartimenten (lucht, water, bodem, afval) wordt afgewogen;
“Beschikbare” duidt op het feit dat het hier gaat over iets dat op de markt verkrijgbaar en redelijk in kostprijs is. Het zijn dus technieken die niet meer in een experimenteel stadium zijn, maar effectief hun waarde in de bedrijfspraktijk bewezen hebben. De kostprijs wordt redelijk geacht indien deze haalbaar is voor een ‘gemiddeld’ bedrijf uit de beschouwde sector én niet buiten verhouding is tegenover het behaalde milieuresultaat;
“Technieken” zijn technologieën én organisatorische maatregelen. Ze hebben zowel te maken met procesaanpassingen, het gebruik van minder vervuilende grondstoffen, end-of-pipe maatregelen, als met goede bedrijfspraktijken. Het is hierbij duidelijk dat wat voor het ene bedrijf een BBT is dat niet voor een ander hoeft te zijn. (zie http://emis.vito.be/sites/emis.vito.be/files/pages/migrated/BBT_dranken_eindrapport.pdf).



Geen opmerkingen:

Een reactie posten