Montecristo is een klein Italiaans eiland in de Tyrreense Zee. Het ligt voor de kust van Toscane, halverwege het eiland Corsica, en is het meest zuidelijke eiland van de provincie Livorno. De grootste doorsnede bedraagt ruim 4 kilometer. Montecristo is onderdeel van de Toscaanse Archipel. Het eiland is in 1970 door de Italiaanse regering aangewezen als natuurgebied en mag niet zonder toestemming worden betreden. Het is dan ook onbewoond en de enige bebouwing bestaat uit de ruïne van een 13e-eeuws klooster dat in 1553 door zeerovers werd verwoest. Montecristo is bekend van het boek De graaf van Monte-Cristo door Alexandre Dumas. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Montecristo_(eiland))
Alexandre Davy de La Pailleterie Dumas, beter bekend als Alexandre Dumas père (Villers-Cotterêts (Aisne), 24 juli 1802 – Puys (nabij Dieppe, Seine-Maritime), 5 december 1870) was een Frans dramaturg en schrijver van hoofdzakelijk historische romans. Hij schreef ook artikelen voor kranten en tijdschriften en liet een uitgebreide briefwisseling na. Hij is de vader van Alexandre Dumas fils, die eveneens schrijver was, onder andere van het beroemde werk La Dame aux camélias.... Alexandre Dumas was een telg van een Normandisch adellijk geslacht. Zijn vader, de Franse generaal Thomas Alexandre Dumas (1762-1806), was de zoon van Antoine Alexandre Davy, marquis de La Pailleterie. Dumas’ grootvader diende de Franse regering als Général commissaire in de Franse kolonie San Domingo (het hedendaagse Haïti). Hij had vier kinderen met een zwarte slavin, Marie-Césette Dumas, die in 1762 het leven schonk aan Dumas’ vader. Om de terugreis naar Frankrijk te betalen verkocht deze zijn kinderen en hun moeder als slaaf. Een zoon, Dumas' vader, nam hij mee als slaaf met optie om zichzelf vrij te kopen. Daarvan zou deze later ook gebruik maken. Ook kocht hij zijn moeder - die niet gestorven was in 1772 zoals aanvankelijk aangenomen - en broers terug. In 1780 keerden de markies en zijn achttienjarige zoon terug naar Normandië. Door zijn gemengde afkomst had Dumas’ vader het moeilijk om zich als mulat staande te houden in een samenleving waarin slavernij nog steeds bestond. Thomas Alexandre was gefascineerd door de jacht en de oorlog en ging, tegen de wil van zijn vader, in 1786 in krijgsdienst. Om de reputatie van de familie van zijn vader te vrijwaren, schreef hij zich in onder zijn moeders geboortenaam. Bij het uitbreken van de Franse Revolutie, waarbij de markies zijn domeinen verloor, was Thomas Alexandre nog maar een gewoon soldaat, maar hij steeg snel in de rangen en kreeg de generaalsrang in 1793. Hij was getuige van de revolutie en de opkomst van Napoleon Bonaparte en diens krijgstochten. Thomas Alexandre kwam echter al snel met de nieuwe keizer in conflict omwille van zijn republikeinse sympathieën en werd gedwongen ontslag te nemen. Hij trok zich terug in het provinciestadje Villers-Cotterêts (Aisne) om er een renteniersbestaan te leiden. Hij huwde er Marie-Louise-Elisabeth Labouret, die op 24 juli 1802 beviel van Alexandre Dumas. Niet lang daarna, in 1806, stierf Thomas Alexandre Dumas aan een maagkwaal.... Dumas werd begraven op het kerkhof van Villers-Cotterêts, zijn geboorteplaats. Daar rustte hij tot 30 november 2002. President Jacques Chirac had toestemming gegeven tot het overbrengen van Dumas’ resten naar het Panthéon, rustplaats van vele grote Fransen. Het was een postuum eerbetoon aan een van Frankrijks meest gelezen schrijvers. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Alexandre_Dumas_p%C3%A8re)
Zijn literaire werk bestond in het begin hoofdzakelijk uit vaudevillestukken en melodrama’s, die hij schreef in samenwerking met zijn vriend Adolphe de Leuven, de zoon van een verbannen Zweedse edelman. Hun eerste stuk, La Chasse et l’Amour, werd vertoond in 1825. Hij had ook de hand in een ander vaudevillestuk, getiteld La noce et l’enterrement. In eerste instantie oogstte Dumas weinig succes. Zijn eerste grote succes kwam er in 1829 met het toneelstuk Henri III et sa cour, dat kan worden beschouwd als het eerste grote succes van het romantisch drama. Door het stuk werd Dumas ook opgemerkt door de groten van de romantische beweging zoals Victor Hugo en Alfred de Vigny. Ook de hertog van Orléans, die de voorstelling had bijgewoond, was onder de indruk en nam Dumas in dienst als bibliothecaris in het Palais Royal. Dumas’ eerste succes werd gevolgd door nog een succesvol toneelstuk, Christine (1830), over Christina van Zweden. Het stuk dateerde van voor Henri III et sa cour, maar Dumas had ten tijde van de repetities besloten om het stuk toch niet op te voeren omwille van allerlei problemen, onder andere met de actrice Mlle Mars. Door deze successen was het voor Dumas mogelijk om van zijn pen te leven en zijn baan op te geven.... De aandacht voor geschiedenis vindt men ruimschoots terug in Dumas’ bekendste romans. Via zijn vriend, de dichter Gérard de Nerval, maakte Dumas in 1839 kennis met de geschiedenisleraar Auguste Maquet (1813-1888). Beide mannen sloten een overeenkomst tot samenwerking, waarbij Maquet de nodige stof voor de romans zou leveren en Dumas de feiten op zijn levenskrachtige manier in de vorm van een roman zou gieten. Het eerste product van de samenwerking was de grootse roman Les Trois Mousquetaires (De drie musketiers) (8 delen, 1844), gebaseerd op de memoires van d’Artagnan geschreven door Gatien de Courtilz de Sandras. De roman vertelt de avonturen van d’Artagnan, Athos, Porthos en Aramis, die het samen opnemen voor Anna van Oostenrijk tegen kardinaal de Richelieu. De bewonderaars van deze roman werden verblijd met twee vervolgen, Vingt Ans Après in 1845 (Twintig jaar later) en Le Vicomte de Bragelonne ou Dix ans plus tard uit 1848 (De burggraaf van Bragelonne of tien jaar later), waarvan het derde en laatste deel, De man in het ijzeren masker, het meest bekende is. Het succes van De drie musketiers was overweldigend, zozeer zelfs dat men Dumas vroeg of het ook op toneel mocht worden vertoond. Dumas stond er eerst weigerachtig tegenover door verscheidene toneelmislukkingen die hij geleden had. Uiteindelijk gaf hij toch toe, grotendeels onder impuls van geldgewin. Meteen na De drie musketiers, in 1844-45, publiceerde Dumas een ander succesvol werk: Le Comte de Monte-Cristo (ook gespeld als Monte-Christo). In het Nederlands heette het De graaf van Monte-Cristo (12 delen). Tijdens het schrijven van deze roman had Dumas een nieuwe bevlieging: hij moest en zou een kasteel hebben dat de naam Monte-Cristo zou dragen. Aldus geschiedde: het kasteel verrees in Le Port-Marly (departement Yvelines). (https://nl.wikipedia.org/wiki/Alexandre_Dumas_p%C3%A8re)
De drie musketiers (Frans: Les trois mousquetaires) is een roman, geschreven door de Franse schrijver Alexandre Dumas. Het boek werd voor het eerst gepubliceerd in 1844. Daarvoor schreef Dumas voor een Parijse krant regelmatig stukjes van het verhaal. Dumas liet zich inspireren door bestaande verhalen, grotendeels waargebeurd, die gebundeld waren in een boek dat in de bibliotheek van Marseille stond. Hij heeft het boek daar geleend, mee naar Parijs genomen en nooit meer teruggebracht[bron?]. In dit boek stonden de heldendaden beschreven van diverse legendarische musketiers uit de zeventiende eeuw. De roman speelt zich af rond 1627, ten tijde van kardinaal Richelieu en koning Lodewijk XIII. De drie musketiers (een soort van eregarde voor de Franse koning in de 17e eeuw) zijn Aramis, Athos en Porthos. Hoewel ze bekendstaan als de drie musketiers spelen hun avonturen zich af met vier personen. De vierde musketier is waarschijnlijk zelfs de bekendste: D'Artagnan. Hun beroemde motto was: “Eén voor allen en allen voor één”. (https://nl.wikipedia.org/wiki/De_drie_musketiers)
De graaf van Monte-Cristo (originele Franse titel: Le Comte de Monte-Cristo) is een roman van Alexandre Dumas uit 1844. Centraal staan de lotgevallen van Edmond Dantès die, na eerst veertien jaar onschuldig opgesloten te hebben gezeten op grond van een valse verdachtmaking, een verborgen fortuin vindt op het eiland Montecristo waarna hij met zijn verworven rijkdom wraak neemt op degenen die hem dit leed hebben aangedaan. Het verhaal begint ten tijde van de Honderd Dagen. Het bestaat uit zes afzonderlijke delen die in onderlinge samenhang dienen te worden gelezen. De rode draad door het hele verhaal heen is de gevangenneming van Dantès, gevolgd door zijn jarenlange verblijf in een kerker van het Château d'If, zijn ontsnapping en ten slotte de wraakneming. Daarnaast zijn er allerlei min of meer onderling samenhangende secundaire verhaallijnen met betrekking tot de overige personages. Het verhaal is los gebaseerd op een waargebeurd verhaal over de lotgevallen van de Franse schoenmaker Pierre Picaud.[1] (https://nl.wikipedia.org/wiki/De_graaf_van_Monte-Cristo)
De Honderd Dagen (Frans: Cent-Jours) bestrijkt de periode vanaf Napoleons ontsnapping van Elba en terugkeer naar Frankrijk in februari 1815 tot zijn nederlaag in de Slag bij Waterloo en aftreden als keizer in juni van dat jaar. Deze periode staat ook bekend als de Zevende Coalitieoorlog. De oorlog werd voornamelijk uitgevochten in de Zuidelijke Nederlanden: Napoleons Waterlooveldtocht, ook wel Belgische Veldtocht genoemd. Ondertussen werd in Italië een afzonderlijk conflict uitgevochten. Deze Napolitaanse Oorlog tussen Oostenrijk en het koninkrijk Napels van Napoleons zwager Joachim Murat eindigde met een beslissende Oostenrijkse overwinning in de Slag bij Tolentino op 2-3 mei 1815 en het herstel van Ferdinand I op de troon van Napels-Sicilië.... Met de Brits-Nederlandse troepen van Wellington in terugtrekking richting Brussel, zette Napoleon de achtervolging in. Wellington nam defensieve posities in bij het dorpje Waterloo, langs de weg naar Brussel. Hier vond op 18 juni de beslissende veldslag van de Honderd Dagen plaats, de Slag bij Waterloo. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Honderd_Dagen_(1815))
he Count of Monte Cristo kan verwijzen naar: De Engelstalige titel van de roman De graaf van Monte-Cristo Enkele verfilmingen van dit boek: The Count of Monte Cristo (1908), een stomme film The Count of Monte Cristo (1913), met in de hoofdrol James O'Neill The Count of Monte Cristo (1929), geregisseerd door Henri Fescourt The Count of Monte Cristo (1934), met Robert Donat The Count of Monte Cristo (1943), met Pierre Richard-Willm The Count of Monte Cristo (1955), met Jean Marais en Lia Amanda The Count of Monte Cristo (1961), met Louis Jourdan The Count of Monte Cristo (1968) (ook bekend als Under the sign of Monte Cristo), met Paul Barge, Claude Jade en Pierre Brasseur The Count of Monte Cristo (1975), met Richard Chamberlain, Kate Nelligan en Tony Curtis The Count of Monte Cristo (2002), met James Caviezel, Dagmara Dominczyk en Guy Pearce Televisieseries: The Count of Monte Cristo (televisieserie ITC), een televisieserie uit 1956 van ITC Entertainment The Count of Monte Cristo (televisieserie BBC), een televisieserie van de BBC, met Alan Badel en Natasha Parry The Count of Monte Cristo (miniserie), een miniserie met Jacques Weber, Carla Romanelli Muziek: The Count of Monte Cristo (Noisettes), een lied van Noisettes afkomstig van hun album What's the Time Mr. Wolf? (https://nl.wikipedia.org/wiki/The_Count_of_Monte_Cristo)
Avant la Monte Cristo, Bosteels brassait 3 bières. Nous avons déjà parlé de la Kwak (sublîme bière ambrée, de fermentation haute, à l'histoire atypique et au story telling léché) et de la Triple Karmeliet (fameuse bière blonde au col de mousse crémeux, et dont chaque verre est gravé à la main). Il nous faut dire un mot sur la troisième, plus confidentielle : la Deus, une bière blonde qui emprunte une partie de son processus de production à la méthode traditionnelle champenoise (en fait, une bière à qui l'ont applique une champagnisation). Avec ce trio, la brasserie Bosteels avait déjà de sérieux atouts à faire valoir sur tous les marchés du monde. Cependant, ils ne possédaient pas de bières sombres. Celles-ci (sans jeux de mots malheureux) sortent de l'ombre et séduisent désormais un publique plus large que les initiés d'hier. Il y avait donc un coup à jouer pour une petite brasserie aux produits très (a)typiques comme Bosteels. ... L'originalité de la Monte Cristo c'est que ces fameux copeaux de chêne sont auparavant imbibés de sherry (un vin muté espagnol). De quoi offrir à la Monte Cristo un caractère tout à fait unique. Riche idée. La Monte Cristo fait appel à un blend de 4 malts (dont l'orge et le blé). Sa couleur rubiconde et foncée donne un première aperçu de sa profondeur. Au nez, les effluves de vins commencent à se faire sentir quand la Monte Cristo roule au fond de son verre (en cristal et dont la forme fait appel aux codes des spiritueux, en rappelant notamment les célébrissimes Glencairns, chers aux amateurs de whisky). En bouche, c'est l'explosion. Le sherry lui donne cette texture toute veloutée, ainsi que des accents de fruits rouges compotés et d'épices. Les céréales sont torréfiées et donnent des notes cacaotées et caramélisées. La Monte Cristo fond en bouche et réchauffe tout l'être. C'est un régale. La bonne nouvelle : malgré son taux d'alcool (elle titre à 11° tout de même !), sa sucrosité est bien maitrisée. Même si elle est vineuse à souhait, la Monte Cristo demeure une véritable bière. ... Alors, autant le dire tout de suite : la Monte Cristo n'est pas une bière de soif mais une véritable bière de dégustation. Ronde, profonde et complexe, elle accompagnera bien plus facilement les fins de dîner que l'apéritif. Elle s'accorde par exemple à merveille avec un dessert chocolaté, dont les touches de fruits rouges très murs viendront forcement compléter l'amertume du cacao. Avec la Monte Cristo, la brasserie Bosteels vient enrichir sa gamme d'une nouvelle bière atypique (c'est décidément une marque de fabrique) qui a peu d'équivalent ailleurs : une bière gastronomique. (https://www.eventail.be/passion-plaisir/gastronomie/4738-monte-cristo-biere-gastronomique-bosteels#)
Wat zo veel betekent als:
Voor Monte Cristo brouwde Bosteels 3 bieren. (Kwak (sublîem amber bier, van hoge gisting, met dat mooie verhaal), Triple Karmeliet (beroemd blond bier met een romige schuimhals, waarvan elk glas met de hand is gegraveerd) en Deus (een blond bier dat een deel van zijn productieproces ontleent aan de traditionele Champagne-methode (in feite een bier waarop het een champagnisatie heeft toegepast)). Met dit trio had brouwerij Bosteels al serieuze troeven om te laten zien in alle markten over de hele wereld. Ze bezaten echter geen donkere bieren. Deze (no pun intended) komen uit de schaduw en spreken nu een breder publiek aan dan de insiders van gisteren. Zo was er een kans om te spelen voor een kleine brouwerij met zeer (a)typische producten als Bosteels.... Monte Cristo is op eikenhouten chips gerijpt die eerder zijn gedrenkt in sherry (een Spaanse wijn). Genoeg om Monte Cristo een zeer uniek karakter te bieden. Monte Cristo gebruikt een blend van 4 mouten (waaronder gerst en tarwe). De robijnrode donkere kleur geeft een eerste glimp van de diepte. Op de neus begint de geur van wijnen voelbaar te worden wanneer de Monte Cristo op de bodem van het glas rolt. In de mond is het de explosie. De sherry geeft het deze fluweelzachte textuur, evenals accenten van gestoofd rood fruit en kruiden. De granen worden geroosterd en geven cacao en gekarameliseerde tonen.... Monte Cristo smelt in de mond en verwarmt het hele wezen. Het is een traktatie. Het goede nieuws: ondanks het alcoholgehalte (het is toch 11 ° !), is de zoetheid goed onder controle. Zelfs als het naar believen wijnachtig is, blijft Monte Cristo een echt bier.... We kunnen het dus net zo goed meteen zeggen: Monte Cristo is geen doordrinkbier maar een echt degustatiebier. Rond, diep en complex, het zal het einde van het diner veel gemakkelijker begeleiden dan het aperitief. Het past bijvoorbeeld perfect bij een chocoladedessert, waarvan de toetsen van zeer rijp rood fruit noodzakelijkerwijs de bitterheid van cacao aanvullen. Met Monte Cristo verrijkt brouwerij Bosteels haar assortiment met een nieuw atypisch bier (het is absoluut een handelsmerk) dat elders weinig equivalent heeft: een gastronomisch bier
Dat is een tekst die je niet snel ziet bij die bieren van andere brouwerijen, met van die progressieve innovatieve NEIPA Imperial pastry stout sours.
Als ik het etiket beter bekijk is het wel balen want het zit op het glas. Gelukkig is er een misdruk of iets dergelijks want er zit een sticker op. De ingrediënten zijn wel opvallend want er zit wijn en sherry in? Het is dus geen gebrouwen bier, maar een biermix. Dat schept mogelijkheden voor het mengen van bier met wijn om dergelijke complexe bieren te krijgen met je Schültenbrau.
Sherry (ook: xeres of xereswijn) is een Spaanse versterkte wijn die door middel van het solera-systeem wordt opgevoed. Sherry is afkomstig uit de streek van Jerez de la Frontera, Sanlúcar de Barrameda en El Puerto de Santa María in Andalusië. Alleen wijn gerijpt in een van deze steden mag zich sherry noemen. Sherry is de Engelse verbastering van Jerez. .. Reeds in de tijd van de Feniciërs, toen Jerez nog Xeres heette, werden er sherrywijnen in die regio gemaakt. De Romeinen veranderden de naam Xeres in Ceritium en ook toen werd er wijn gemaakt. Toen de Moren in de 8ste eeuw waren binnengetrokken, werd de productie doorgezet, hoewel de Moren moslim waren en de wijn zelf niet mochten drinken. Ze lieten het druivensap gisten en maakten er alcohol van. Dit maakte het voor de Hollandse handelaars interessant omdat in Holland allerlei likeur gemaakt werd. De naam Ceritium was inmiddels veranderd in Sheris. In 1492 vertrokken de Moren. Toen ontstond de naam Jerez de la Frontera. Jerez werd een welvarende stad en de handel over zee trok piraten aan. Een van hen was Francis Drake. In 1587 trok hij de haven van Cádiz binnen en roofde 3000 tonnen sherry. De drank werd erg populair in Engeland en nog steeds wordt in Engeland het meeste sherry gedronken per persoon. Nederland staat op de tweede plaats. In de 17de en vooral 18de eeuw vestigden zich Engelse handelaars in Jerez zoals Osborne en Sandeman. Overproductie In de tweede helft van de 20ste eeuw groeide de belangstelling voor sherry zodanig dat er duizenden hectaren met wijnstokken werden geplant, ook waar het kalkgehalte niet voldoende hoog was. De kwaliteit ging hierdoor achteruit, bovendien werd de sherry te jong verkocht. De handelaars hebben hun les geleerd en alle wijnstokken uit die periode zijn weer gerooid. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Sherry)
Het solera-systeem is een methode om door middel van oversteken (=overhevelen met behulp van flexibele slangen) wijn of een andere vloeistof op te voeden dan wel van gelijke van smaak en kwaliteit te krijgen. Het systeem is in Spanje ontstaan toen men van een bepaald type wijn de vele verschillende vaten - elk vat had zijn ‘eigen’ wijn - tot één standaard ging maken. Het systeem is vooral bekend van de sherry nabij het Zuid-Spaanse Jerez de la Frontera. Het principe van het solera-systeem werd aan het eind van de 18e eeuw ontwikkeld in Sanlúcar de Barrameda. Osborne onderhoudt nog enkele solera's uit 1790 en 1792[1] Er zijn meer producten die gebruikmaken van een soortgelijk systeem. Zoals bij de likeurwijn Pedro Ximénez, Balsamico, Gletsjerwijn, Madeira, Marsala, Mavrodafni, Port, bepaalde Spaanse muskaat-wijnen, brandy's, rums, ratafia en Schotse whisky. .... Vaten met het product worden in liggende positie in rijen gestapeld. In de bovenste rij zit het jongste, in de onderste rij het oudste product. De werkwijze is: Gedurende het jaar wordt er uit de onderste vaten een deel afgetapt om te worden gebotteld. Het afgetapte deel wordt nu bijgevuld uit de rij vaten die hier bovenop ligt. Vervolgens wordt deze rij weer aangevuld uit de rij die daar weer bovenop ligt, enzovoort. De bovenste rij wordt tot slot bijgevuld met nieuw product. In moderne varianten van het solera-systeem wordt gebruikgemaakt van rvs-tanks, waarbij de wijn met pompen van de ene tank naar de andere wordt gebracht. Doordat het resultaat een mengvloeistof van vele jaren kan zijn, wordt de smaak en het karakter van het eindproduct heel constant gehouden. De leeftijden kunnen uiteenlopen van gemiddeld drie jaar tot meerdere decennia. Hoe meer mengstadia er in een systeem zitten, hoe ouder en complexer het (gemiddelde) product zal zijn. Een jaartal op een fles zal om marketingredenen geplaatst kunnen zijn met de bedoeling een gemiddelde leeftijd of het oudste (solera-)vat aan te duiden. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Solera-systeem)
Vroeger was sherry iets voor huismoeders – vader dronk een borreltje en moeder dronk gezellig een glaasje sherry mee. Je kocht het in de supermarkt en het was goedkoop. Dat was geen toeval, maar marketing: jarenlang is sherry in de markt gezet als een goedkope borrel voor de huisvrouw. Onvoorstelbaar eigenlijk, en doodzonde, want sherry kent een rijke en eeuwenoude traditie en verdient beter dan het stoffige imago. Gelukkig is met het verdwijnen van de huisvrouw ook sherry aan een nieuw leven begonnen. Steeds meer mensen waarderen de smaak van een fijn glas sherry. (https://www.foodiesmagazine.nl/inspiratie/keukenhacks/wat-is-sherry/)
Net als bijvoorbeeld port hoort sherry tot de versterkte wijnen, waarbij tijdens het productieproces extra alcohol aan de wijn wordt toegevoegd. Daardoor stopt de vergisting. Het resultaat is een wijn met 16 tot wel 20% alcohol met vaak nog wat restsuiker omdat niet alle suiker in alcohol omgezet is. Deze drank komt uit het gebied rond Jerez de la Frontera in het Andalusië, in Spanje. De naam sherry is een Engelse verbastering van Jerez. De wijn wordt gemaakt volgens het ingenieuze ‘solera-systeem’ waarbij de wijnen telkens van vat worden overgeheveld om een constante kwaliteit te waarborgen. Omdat op die manier er verschillende jaargangen in een vat terechtkomen, staat er nooit een jaartal op een sherryfles – op z’n hoogst een indicatieve leeftijd. (https://www.foodiesmagazine.nl/inspiratie/keukenhacks/wat-is-sherry/)
Net als port kan sherry als aperitief en digestief gedronken worden. Voor elke gelegenheid is er wel een gepaste sherrysoort te vinden. Van kruidig en droog tot vol zoet en aromatisch. We zetten de belangrijkste soorten voor je op een rij:
Fino: een lichte, droge sherry met tonen van amandel. Wordt jong gedronken. Laat deze sherry niet te lang open staan want dan verliest ie z’n smaak.
Manzanilla: een kruidige, ziltige variatie op Fino. De wijn is gerijpt in Sanlucar de Barrameda. Manzanilla is trouwens het Spaanse woord voor kamille. Dat proef je ook terug in deze sherry.
Oloroso: een sherry soort die donkerder en sterker van smaak is dan de meeste sherry’s. Deze sherry rijpt ‘oxidatief’. Dat betekent dat de wijn veel in aanraking is gekomen met zuurstof. Hierdoor krijgt hij een ander type smaak, meer notig, en een donkere kleur.
Amontillado: een aromatische sherry met een hazelnotensmaak.
Medium sweet: een zoetige sherry met notensmaak. Deze sherry ruikt ook heerlijk! Het is bijna altijd een mix van Amontillado en Pedro Ximenénez.
Pedro Ximénez: volle en stevige sherry die erg zoet is. Heel donker van kleur en licht stroperig.
Cream sherry: een zoete variant en meestal een blend van verschillende soorten. De smaak is zacht met tonen van noten en rozijnen. (https://www.gall.nl/wijn/sherry/)
Op een sherryfles vind je dus geen jaartallen omdat de drank een mix is van verschillende jaartallen. Er zijn maar 2 categorieën die de tijd aanduiden bij deze drank.
V.O.S. (Very Old Sherry): minimaal 20 jaar
V.O.R.S. (Very Old Rare Sherry): minimaal 30 jaar (https://www.gall.nl/wijn/sherry/)
Er zijn verschillende soorten, zowel droog als zoet, van licht tot zwaar. Het voert te ver om hier alle soorten op te sommen. Het smaakverschil tussen een lichte en droge (bijvoorbeeld manzanilla) of een zware en zoete sherry (bijvoorbeeld PX) is enorm. De kenmerkende smaak is over het algemeen licht notig en een beetje gistig. (https://www.foodiesmagazine.nl/inspiratie/keukenhacks/wat-is-sherry/)
Ik merk in Monte Cristo geen gist of noten op. Maar het is wel een lekker bier, dat wellicht kan dienen als een soort 'opstapje' naar sherry, port of cognac of iets dergelijks.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten