Translate

Zoeken in deze blog

Posts tonen met het label bock. Alle posts tonen
Posts tonen met het label bock. Alle posts tonen

maandag 7 oktober 2024

Texels Jutters Bock Bier

Als het onstuimige herfstseizoen is aangebroken trekken de Texelse jutters naar het strand om te jutten. Na de koude en gure jut geniet men van een goed glas Texels Jutters Bock. Texels Jutters Bock heeft een dieprode kleur en een typische karamelsmaak. Proost, op de Texelse traditie van het jutten met een heerlijk glas Texels Bock, maar nu in een nieuw jasje. - Categorie: Bockbier- Smaak: Aangenaam bitter met typische karamelsmaak - Alcoholpercentage: 7.0% (https://www.jumbo.com/producten/texels-jutters-bock-bier-fles-300ml-162794FLS)

Texels Jutters Bock Speciaalbier Herfstbock met een dieprode kleur. Aangenaam bittertje gecombineerd met karamelsmaak (alcohol 7,0%). ... Texels Jutters Bock is al verschillende keren verkozen tot lekkerste en beste bockbier van Nederland. Als het onstuimige herfstseizoen is aangebroken op Texel biedt dit bijzondere speciaalbier een welkom moment van rust. Texels Jutters Bock heeft een dieprode kleur en typische karamelsmaak omdat de brouwers gebruik maken van geroosterd gerstemout. De speciale hopsoorten geven een aangenaam ‘bittertje’ in de afdronk. Texels Jutters Bock komt het beste tot zijn recht bij een drinktemperatuur van 8 graden Celsius. ... Tijdens de verkiezing ‘Lekkerste Bockbier van Nederland 2018’ werd Texels Jutters Bock beloond met een eervolle tweede plaats. Dit is niet de eerste keer geweest, al eerder gooide Texels Jutters Bock hoge ogen tijdens de verkiezingen voor Lekkerste en beste Bockbier van Nederland. (https://www.texels.nl/bieren/texels-bock-speciaalbier)

 Ingrediënten: Water, gerstemout, suiker, hop, gist Alcoholpercentage: 7 Vol. % (https://www.texels.nl/texels-bock-productinformatie)

Schenktemperatuur 8°C Alcoholpercentage 7% Stamwortgehalte 16.4 Kleur Dieprood EBU 22 (https://www.nederlandsebiercultuur.nl/databank/bier/5769-juttersbock-texelsbock)

Jutters Bock Namen: (1999-2023) Texels Bock (2023-) Jutters Bock Biertype: Bo(c)kbier Smaakcategorie: Donker & Rijk Biertypering(en): Seizoensbier In productie: Ja Vast assortiment: Ja (https://www.nederlandsebiercultuur.nl/databank/bier/5769-juttersbock-texelsbock)

Texels Bock is een ongefilterd herfstbier van hoge gisting. Het heeft een dieprode kleur en typische karamelsmaak doordat de brouwers gebruik maken van geroosterd gerstemout. De speciale hopsoorten geven een aangenaam ‘bittertje’ in de afdronk. Het kleine beetje gist onderin de fles maakt het bier extra romig. Texels Bock is een prijswinnend herfstbier. In 2019 mochten de Texelse brouwers tijdens het PINT bockbier festival de tweede prijs bij de verkiezing 'Beste Bockbier' in ontvangst nemen. Deze prijs wordt toegekend door een vakjury. Eerder viel Texels Bock ook al in de prijzen bij zowel verkiezingen door een vakjury als door consumentenpanels: - Beste bockbierverkiezing van Nederland in 2010 1e prijs, 2011 1e prijs, 2013 2e prijs en 2019 2e prijs. - Lekkerste bockbierverkiezing van Nederland in 2011 1e prijs, 2012 1e prijs, 2015 3e prijs en 2018 2e prijs. In 2023 wordt de naam gewijzigd in Jutters Bock. Er zijn echter problemen met de etiketten, waardoor er ook nog flessen in de handel komen met de oude naam. (https://www.nederlandsebiercultuur.nl/databank/bier/5769-juttersbock-texelsbock)

Texels Bock is een krachtig en smaakvol bier dat je de herfst doorhelpt. Het bier heeft de kleuren van de herfst, zoete tonen en een licht bitter karakter. Texels Bock is zo gebalanceerd en rijk aan smaak dat het vele prijzen heeft gewonnen. Texels Bock is verkozen tot Lekkerste Bockbier van Nederland in 2009, 2010 en 2011. Het werd verkozen tot Beste Bockbier van Nederland in 2010 en 2011. De Texels Bock won in 2015 zilver tijdens de Dutch Beer Challenge en goud tijdens de Brussels Beer Challenge. Als dit geen goed bockbier is (https://www.bierista.nl/texels-bock)

Het bier ruikt en ziet eruit als een bockbier. Dat past mooi bij de maand, Mondgevoel is prettig met een lekkere tongval van het koolzuur. De smaken zijn zoals je van een bockbier mag verwachten. Dus het is niet een superbijzonder bockbier, maar wel een degelijk bockbier. Een lekker bockbier.

Maar wat vinden anderen?

Op https://untappd.com/b/texelse-bierbrouwerij-jutters-bock/8288 zie ik vooral foto's, maar weinig tot geen smaakbeschrijvingen. Ik zie niet echt de waarde van die site. Zou er ook niet een site moeten komen over groenten? Dat elke keer als je een andere groente eet je er een foto van maakt en upload, bijvoorbeeld pompoensoep,  gebakken ui, enz...

Zicht Donkerbruin van kleur. Donkere schuimkraag 7,5 Neus Tonen van zoet, karamel. Moutig 8,0 Smaak Fijne zoete smaak. Tikkeltje bitter... Sandra de Ridder (https://www.bierista.nl/texels-bock)

Zicht Bruin troebel dunne schuimkraag 7,2 Neus Mout, karamel 7,3 Smaak Zoet, prikkelend, licht bittere nasmaak  Gerard Jan Fens (https://www.bierista.nl/texels-bock)

Donker, zoet, prikkelend, licht bittere nasmaak. Ja dat past. Zeker in deze maand. 


donderdag 1 december 2022

Bockenreyder '21

Dit blog, dit blog, het is een hel gelijk.... met dat verhaal wordt je in de Efteling binnengeleid. 

https://www.youtube.com/watch?v=HwPlMt3Y6j8

In de achttiende eeuw trokken de Bokkenrijders plunderend en brandstichtend door het platteland. Leider van dit boevenpak, Hugo van den Loonsche Duynen, belandde na een lange tocht bij de Abdij van Postel. Wat hij daar zag, vervulde zijn hebzucht. Nergens waar ook ter wereld kon hij nog vrede vinden. Zelfs niet in zijn eigen statige huis. Treed binnen voor een duizelingwekkende rit in dit draaiende huis. (https://www.efteling.com/nl/park/attracties/villa-volta). 

De legende van de Bokkenrijders gaat over een dievenbende die aan het eind van de 18de eeuw actief was in het zuiden van Limburg en in Brabantse/Belgische Kempen. De bende aasde vooral op boeren en kerken. ... De naam Bokkenrijders is door mensen bedacht. Vroeger dacht men dat de duiver eruit zag als een bok. De leden van de roversbenden zouden knechten zijn van de duivel en daarom op bokken door de lucht rijden. De bende verplaatste zich supersnel waardoor mensen dachten dat ze wel moesten vliegen. Tegenwoordig denken onderzoekers dat er meerdere bendes actief waren die niets met elkaar te makken hadden. ... Niet iedereen kon niet zomaar een bokkenrijder worden. Eerst moest je een eed afleggen. Je moest God afzweren door op een kruis te spugen. Daarna moest je beloven een knecht van de duivel te worden. Je mocht ook niemand van de bende verraden. Ook niet als je gevangen of gemarteld werd. Je gestolen buit moest je afstaan aan de leider van de bokkenrijders die het eerlijk zou verdelen....Er werd enorm veel geplunderd door de Bokkenrijders, maar ze kwamen er niet allemaal mee weg. Als een Bokkenrijder werd opgepakt, werd hij voorgeleidt aan de schepenen (rechters). Zij onderzochten of de gevangene schuldig was of niet. De vervolging van de Bokkenrijders was heel erg streng omdat ze een pakt zouden hebben gesloten met de Duivel. Een groot deel van de beschuldigde mensen werd veroordeeld. Meer dan 90% daarvan kreeg de doodstraf. ... Vandaag de dag denken onderzoekers dat de meeste van de veroordeelde mensen onschuldig waren. De bekentenis die ze aflegde, werden vaak gedaan nadat de mensen gemarteld waren. Om de pijn te laten stoppen, riepen ze dan wat de martelaars wilde horen. (https://willemwever.kro-ncrv.nl/vraag_antwoord/geschiedenis/waarom-heeft-amsterdam-zoveel-grachten)

Bokkenrijders waren volgens het volksgeloof personen of geesten, die op bokken door de lucht reden. In de 18e eeuw was dit de naam die gegeven werd aan een bende dieven, afpersers en plegers van gewelddadige berovingen in de Landen van Overmaas en het voormalige graafschap Loon. De bokkenrijdersbendes waren met onderbrekingen actief in de periode tussen 1740 en 1798 in het tegenwoordige Nederlands Zuid-Limburg en Midden-Limburg, Belgisch-Limburg en de Belgische en Nederlandse Kempen, de Belgische Voerstreek, het Land van Herve, de streek rond Luik en enkele gebieden vlak over de Duitse grens nabij Herzogenrath. De strooptochten en afpersingen waren over het algemeen gericht tegen boerderijen en pastorieën op het platteland. Later kregen de bokkenrijders bij sommigen een Robin Hood-achtige status. Tegenwoordig denkt men dat er sprake was van diverse criminele bendes en individuen, die geen connecties met elkaar hadden. Ook acht men een groot deel van de circa 1.200 beschuldigden en circa 500 veroordeelden onschuldig, omdat de meeste bekentenissen werden afgedwongen door middel van martelingen. Bokkenrijders behoren thans tot het immaterieel cultureel erfgoed van Limburg.... Zowel het aanbidden van als het rijden op een bok wordt al eeuwenlang geassocieerd met de heksensabbat en andere duivelse praktijken. Volgens oude volksverhalen bewogen mensen die een pact met de duivel hadden gesloten zich 's nachts voort op bokken. Daarbij werd de volgende toverspreuk uitgesproken: "Over huis, over tuin, over staak, en dat tot Keulen in de wijnkelder!" Eenmaal per jaar reden de bokkenrijders naar de Mookerheide, naar hun meester, de duivel.[1] De naam 'bokkenrijders' wordt in verband met de Limburgse roversbendes voor het eerst gebruikt in het proces van 1774 in Wellen (Haspengouw).[2] Volgens dat proces had de beschuldigde, ene Johan van Muysen, een zogenaamde brandbrief onder de deur van de landbouwer Wouters in Ulbeek geschoven. Diens huis zou worden platgebrand als hij geen geld zou geven. In de brief stelde Van Muysen zich voor als lid van de 'bokkenrijders', waarbij hij drie keer het woord duivel gebruikte. In het Wellense proces werd de naam bokkenrijders daarna meerdere keren gebruikt en later ook in het Antwerpse proces tegen Philip Mertens, een brandbrieflegger uit Ophoven-Geistingen. Waarschijnlijk werd deze naam gekozen om de bevolking te beangstigen.[3] In de Overmase processen wordt de term 'bokkenrijders' eerst laat genoemd, waarschijnlijk onder invloed van het proces in Wellen. Wel duikt het woord 'geitenbok' hier in 1773 in een proces op. Mathijs Smeets uit Beek beweerde in dat proces 's nachts met 42 anderen plaatsgenomen te hebben op één grote geitenbok en door de lucht naar Venlo te zijn gevlogen om daar een misdaad te plegen.[4] De eerste vermelding van de term 'bokkenrijders' (bockereyders) in een historiografisch geschrift, staat in het boekwerkje Oorzaeke, bewys en ondekkinge van een goddelooze, bezwoorne bende nagtdieven en knevelaers binnen de Landen van Overmaeze en aenpalende landstreeken, geschreven in 1779 door S.J.P. Sleinada, een pseudoniem van pastoor A. Daniels (lees de naam van achter naar voren). Daniels was pastoor van de parochie Schaesberg, nabij Heerlen. Hij kende verschillende veroordeelde bendeleden persoonlijk en leek goed op de hoogte van de procesvoering.[5] De processen tegen de bokkenrijders onderscheidden zich van 'gewone' criminele procedures, doordat er in veel gevallen een zogenaamde 'goddeloze eed' in voorkwam ("Ik zweer god af en de duivel aan"). Deze goddeloze eed, in de overlevering typerend voor bokkenrijders, zou ontstaan zijn in de Landen van Overmaas (volgens het proces tegen Hendrik Becx in Nieuwstadt in 1743) en waaide daarna over naar Loon.[6] Het veroordelen van mensen omwille van een goddeloze eed of hun vermeende verbond met de duivel, kan vergeleken worden met de heksenprocessen in Europa tussen 1450 en 1750. De vervolging was meedogenloos, zelfs naar de normen van die tijd. De meeste bekentenissen werden verkregen door marteling of de dreiging daarmee. Bijna de helft van de aangeklaagden bekende schuld en werd veroordeeld. Meer dan 90% van de veroordeelden kreeg de doodstraf. In het 18e-eeuwse Overmaas en Loon zijn zeven vervolgingsperiodes te onderscheiden. De eerste processen vonden plaats van 1743 tot 1745, de laatste van 1793 tot 1794.[4].... In de geschiedschrijving ontstaan twee tegenovergestelde waarnemingen over de bokkenrijders: De bokkenrijders zouden bestaan uit een grote, goddeloze bende. Ofwel het zou gaan om een (gedeeltelijke) hersenschim van de toenmalige justitie. De eerste opvatting vinden we bij hen die geloven dat de bokkenrijders werkelijk een grote bende hebben gevormd en nog niet hard genoeg zijn gestraft. Kritische historici echter, die de martelverklaringen niet zomaar accepteren, beschouwen de bestraffing als overdreven. De pionier van die strekking, procureur-generaal Gaspard de Limpens, schreef in 1774 over de veroordeelden: "Hun verklaringen staan bol van tegenstrijdigheden, variërende versies en inbreuken op de logica en de wetten van de zwaartekracht." "Ze zijn te hard gestraft en het merendeel is onschuldig." "De tortuur doet de ondervraagden bekennen wat justitie wil horen."[4] Als naar de historische gebeurtenissen rond de bokkenrijders wordt gekeken, namelijk dat mensen omwille van een goddeloze eed of een verbond met de duivel worden veroordeeld, kan gesproken worden van een overeenkomst met heksenprocessen. Het fenomeen ‘bokkenrijders in Limburg’ is een naspel in een reeks schijnprocessen in de Europese geschiedenis: de tempeliers, de ketters, de heksen en tot slot de bokkenrijders. Limburg had de bedenkelijke eer de laatste Europese regio te zijn waar dergelijke bijgelovige, juridische excessen zich massaal afspeelden.[7] De heksen uit de volksgedachte (zij die op een bezem door de lucht vlogen) hebben niet bestaan, maar heksenprocessen zijn er wel geweest. In de ogen van justitie waren heksen een realiteit, werden ze op die basis veroordeeld en betaalden ze dat met hun leven. Bokkenrijders hebben niet bestaan in de zin dat ze op bokken door de lucht vlogen en krachten van de duivel kregen. De meeste misdaden die ze moesten bekennen, hebben ze niet zelf bedreven. Dat hadden anderen gedaan, maar zij werden ervoor veroordeeld. Hoewel er geen bokkenrijders – geen grote bende, geen duivelsrituelen - zijn geweest, waren er zeven bokkenrijdersprocessen. In het proces Wellen-Haspengouw is er in de processtukken zwart op wit sprake van. Een geijkte vraag daar is: “Zijt gij niet lid van de bende van over de Maas, de zogenaamde bokkenrijders?” Daarom spreekt men wel over bokkenrijders in de zin dat het verdachten en veroordeelden zijn van in die zin gevoerde monsterprocessen.... In de 19e eeuw ontstond onder invloed van de romantiek een vloedgolf aan verhalen over bokkenrijders, met als pionier de Sittardse auteur Pieter Ecrevisse. Anno 2015 zijn er meer dan 1300 titels over het onderwerp verschenen. In het bokkenrijdersverhaal wordt misdaad aan magie gekoppeld. Die populaire thema’s zorgden voor een bonte verzameling volksverhalen, waarbij het onderwerp steeds verder van de historische feiten is komen te staan.[4] In Valkenburg vinden elk jaar in oktober de bokkenweken plaats met verschillende activiteiten waaronder de bokkemért (bokkenmarkt) en herinnert de Heksenkeuken nog aan de roversbende. In Klimmen vindt het bokkenrijdersfestival plaats. In Sint Joost (gemeente Echt-Susteren) en Heerlerheide heet de lokale carnavalsvereniging De Bôkkeriejers. ... De attractie Villa Volta in de Efteling is een huis (madhouse) dat door de 'bokkenrijder' Hugo van den Loonsche Duynen bewoond zou zijn geweest. Het betreft hier een door de Efteling bedachte sage. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Bokkenrijders)

De legende van de bokkenrijders vertelt het verhaal van een roversbende aan het eind van de 18e eeuw (1700-1800). De roversbende was vooral actief in het zuiden van Limburg en in de Belgische Kempen. Ze roofden en stalen van rijke mensen, zoals landheren en kerken. De naam bokkenrijders is door mensen bedacht omdat ze dachten dat de duivel eruitzag als een bok. De bendeleden waren knechten van de duivel en daarom dachten mensen dat ze op bokken door de lucht vlogen. Dit werd gedacht omdat de rovers zich heel snel konden verplaatsen van dorp naar dorp. De rovers konden nooit zo snel lopen, dus moesten ze wel kunnen vliegen. In één nacht konden meerdere dorpen worden beroofd... Stelen van de rijken en daarna de buit verdelen onder de arme mensen. Dat was waarschijnlijk het idee waarmee de bokkenrijders zijn begonnen. De arme mensen wilden ook graag krijgen wat ze verdienden na het harde werk dat ze gedaan hadden. Veel arme mensen sloten zich aan bij de bokkenrijders. Zij gingen 's nachts mee op rooftocht. Alles wat ze deden moest natuurlijk geheim blijven. Daarom deden ze overdag gewoon hun werk, maar ze keken wel goed rond of ze misschien bij een rijke boer een volle voorraadkamer zagen of iemand hoorden praten over dure spullen. Dat vertelden ze aan de kapitein, de leider van de bende. Zo konden ze de overvallen goed voorbereiden. In het begin overvielen de bokkenrijders alleen rijke boeren, maar later bedachten ze andere plannen. Ze gaven de kerk de schuld van alle ellende en de armoede en beroofden daarom ook kerken. Daar werden veel kostbare spullen bewaard, zoals kandelaars en beelden.... Niet iedereen mocht zomaar bokkenrijder worden. Je moest eerst een eed afleggen. Je moest beloven dat je niet meer in God zou geloven en je een knecht van de duivel werd. Om dat te laten zien, moest je op een kruis spugen. Het kruis was het heilige teken van de kerk. Daarnaast moest je beloven dat je niemand van de bende zou verraden, ook niet als je in de gevangenis kwam of gemarteld werd. Je mocht ook niet gaan roven voor jezelf. De buit moest je aan de leider afgeven en hij zou het eerlijk verdelen. Ook moest je overdag gewoon je werk doen zodat het niet opviel dat je lid was van de bende van de bokkenrijders.... De bendeleden van de bokkenrijders kregen zware straffen als ze opgepakt werden na een overval. De schepenen bepaalden welke straffen ze precies kregen. Vroeger werden de rechters schepenen genoemd. Het waren erg belangrijke mannen. Zij konden lezen en schrijven en kwamen uit rijke families. Ze onderzochten of de gevangene schuldig was en welke straf hij dan moest krijgen. In die tijd was het heel normaal om lijfstraffen te geven. Dat betekende dat een gevangene veel pijn moest lijden, bijvoorbeeld met duimschroeven die steeds strakker werden aangedraaid. De meeste bokkenrijders kregen uiteindelijk de doodstraf, maar eerst wilden de schepenen meer namen horen van andere leden van de bende. Dan konden ook die leden van de bende opgepakt worden.... Er is een attractie in de Efteling die over de bokkenrijders gaat, Villa Volta. Het verhaal dat vooraf verteld wordt, gaat over Hugo van den Loonsche Duynen. Het huis waar Hugo woonde is vervloekt doordat hij samen met de bende van de bokkenrijders een kerk binnenviel en alle spullen roofde. Hij zou nergens in zijn eigen huis of waar dan ook ter wereld rust vinden. (https://wikikids.nl/Bokkenrijders)

De Bokkenrijders waren een beruchte dievenbende die in de achttiende eeuw actief was in Nederlands- en Belgisch Limburg. Ze jaagden de bevolking zoveel angst aan dat er allerlei mythes over de bende ontstonden. Zo zouden ze kunnen zien in het donker en zouden ze - gezeten op hun bokken - kunnen vliegen. De dievenbende maakte op zijn beurt weer gebruik van deze reputatie. Ton van de Ven heeft de legende van de Bokkenrijders als basis genomen voor Villa Volta. Deze attractie verhaalt over een vervloekte Bokkenrijders-voorman, de fictieve Hugo van den Loonsche Duynen. Ter promotie van Villa Volta produceerde de Efteling in 1996 de korte film Hugo, over de legende van de bokkenrijders en het verhaal rond Hugo. De Legende van de Bokkerijders vormde tevens de basis voor een televisieserie in 1994. De serie was een Nederlandse, Belgische en Duitse co-productie en was gebaseerd op de boeken van Ton van Reen over de legendarische bende. Het is mogelijk dat deze, wellicht onbewust, een inspiratie vormde voor het thema van de attractie. In een interview bekent Van de Ven waarom hij de legende van de Bokkenrijders koos als het achtergrondverhaal en thema voor de attractie: En het verhaal vond ik wel leuk om dat zo te verzinnen dat het in de buurt van de Efteling ontstond. Maar de bokkenrijders en de geschriften die over dit verhaal gingen die meldden dat het een Kempen-gebeuren was. In de Kempen vonden de Bokkenrijders hun oorsprong. Maar ik dacht, ik trek ze er gewoon bij de sprookjes in de Efteling. En ik denk ik verzin een vent die uit Loon op Zand komt en die vent heet Lodewijk, naderhand werd het Hugo. En ik vertelde toen maar mijn eigen sprookje. En, kijk, je moet altijd goed oppassen in je leven, braaf zijn en geen rotzooi uithalen. En wat kan je ze dan beter laten doen dan ze een Abdij te laten overvallen. En omdat Postel voor ons Brabanders een bekende plaats was dacht ik, ik ga daar in de grensstreek iets bruikbaars zoeken. En zo kun je dat hele verhaaltje zijn eigen gang laten gaan en alles eraan vast plakken wat te gebruiken is. Eigenlijk heel simpel.[1] (https://www.eftepedia.nl/lemma/Bokkenrijders)

Bockenreyder Stijl : Speculaas Bock Alc. Vol. : 7.0% IBU : - EBC : -Beschikbaarheid : Begin september 2022 In de basis is dit een goed gebalanceerde vier granen bock. We zorgen met de juiste hoeveelheid vanille en onze speculaas kruiden voor de uitgesproken smaak van dit bier. De lichte hoeveelheid witte peper geeft een subtiele tinteling in de afdronk. (https://www.bigbellybrewing.nl/seasonals/)

Het bier gushte bijna, maar net niet. Het was erg fel bier. Het zag er robijnrood uit, met schuim dat snel verdween. De geur doet denken aan kersen. Mondgevoel is niet zo dik, maar wel prikkelig vanwege de koolzuur. De smaak doet denken aan speculaaskruiden  en niet zo subtiel ook. Het is haast dat je de kruiden tussen je tanden voelt knarsen. De smaak is er duidelijk. Het tintelt ook echt, waardoor dit bier een extra dimensie heeft. 

Het wordt gebrouwen door Big Belly Brewing Company:

Big Belly Brewery ... 33 W Church St, Orlando, FL 32801-3301 (https://www.tripadvisor.com/Attraction_Review-g34515-d3399099-Reviews-Big_Belly_Brewery-Orlando_Florida.html) Okee, dat is de verkeerde brouwerij.

BIG BELLY BREWING COMPANY Big Belly is jouw herinnering dat dit moment die “goede ouwe tijd” is. Wij zijn er om van jou een van de levensgenieters te maken die iedere situatie tot iets moois maakt, de mensen die hard feesten en nog harder ontspannen. Wij weten dat je een strever bent en shit gedaan wil krijgen in je leven, maar dat telt alleen maar als je de dagelijkse sleur kan ontsnappen en in staat bent om keihard te genieten. Cheers, De boys van Big Belly Tom, Willem and Remco (https://www.bigbellybrewing.nl/about-us/)

Ze maken ook de liquid dessertsbieren, zie https://www.bigbellybrewing.nl/liquid-desserts/. 

Big Belly Brewing Company Breda, Noord-Brabant Netherlands Contractbrouwerij ... We create sexy beers with big flavors. Based in Breda, the Netherlands.... (https://untappd.com/BigBellyBrewingNL)

Big Belly Brewing We create sexy beers with big flavors. WE ARE MORE. Based in Breda, the Netherlands. Food & Beverages Breda 64 followers... There's a new brewery in Breda! We brew craft beers with big flavors. Because we test-brew everything at least 3 times, we can honestly say that we love every beer that we sell. We brew our beers @ brouwerij Frontaal. The story: Tom's dislike for Lager-style beers let him to ordering ale's like "Hoegaarden" and "Weihenstephaner" since he can remember (and was of legal drinking age of course...). After being fed up with everyone proclaiming they liked this tasteless Pilsner better than that Pilsner he decided it was time for a blind tasting. This tasting let to a group of beer geeks (no, that's not a fancy word for alcoholic). Because Tom wanted to learn more about brewing he started in his kitchen, like so many before him. After 1,5y of decent experimentations it was time to add someone who could take it to the next level. Remco has been a food, whisky and beer fanatic like Tom's so they started brewing together. A year and a half later they where so hyped by the enthusiastic reactions of their friends that they knocked on the doors of Brouwerij Frontaal where we currently brew our beers. We're excited to see where this story goes and hope you are too! (https://www.linkedin.com/company/big-belly-brewing/about/)

There's a new brewery in Breda! We brew craft beers with big flavors. Because we test-brew everything at least 3 times, we can honestly say that we love every beer that we sell. We brew our beers @ brouwerij Frontaal. The story: Tom's dislike for Lager-style beers let him to ordering ale's like "Hoegaarden" and "Weihenstephaner" since he can remember (and was of legal drinking age of course...). After being fed up with everyone proclaiming they liked this tasteless Pilsner better than that Pilsner he decided it was time for a blind tasting. This tasting let to a group of beer geeks (no, that's not a fancy word for alcoholic). Because Tom wanted to learn more about brewing he started in his kitchen, like so many before him. After 1,5y of decent experimentations it was time to add someone who could take it to the next level. Remco has been a food, whisky and beer fanatic like Tom's so they started brewing together. A year and a half later they where so hyped by the enthusiastic reactions of their friends that they knocked on the doors of Brouwerij Frontaal where we currently brew our beers. We're excited to see where this story goes and hope you are too! (https://rocketreach.co/big-belly-brewing-profile_b460dec2fc5c1f7c)



woensdag 16 november 2022

Einbecker Ainpöckisch Bier 1378

Einbecker Ainpöckisch Bier 1378 van Einbecker Brauhaus ... De Einbecker Ainpöckisch Bier 1378 is een bier gebrouwen door Einbecker Brauhaus uit Einbeck. Deze Meibock heeft een alcohol percentage van 6.0%. De bierstijl Meibock komt van oorsprong uit Duitsland. (https://www.beerinabox.nl/speciaalbier/einbecker-brauhaus-einbecker-ainpockisch-bier-1378)

Meibock? Ik kocht deze begin november? De smaak viel me tegen. Zeker in vergelijking met de IJsselbock die ik eerder proefde.

Wat is Ainpöckisch Bier 1378 Ur-Bock?

Ainpöckisch Bier, urkundlich belegt seit 1378, ist die naturtrübe Bockbier-Spezialität aus der Heimat des Bock-Bieres. Gebraut nach traditioneller Rezeptur, unfiltriert und hopfenbetont. Zu Zeiten der Hanse war Ainpöckisch Bier im gesamten Hanseraum begehrt und selbst Martin Luther lobte 1521: „Der beste Trank, den einer kennt, wird Ainpöckisch Bier genennt.“ Karamell, Brot, Nüsse, Zitronengras und Orange – die Aromavielfalt entsteht durch vorherrschend noblen Hopfen gepaart mit Malzaroma und kräftiger Hefe, die zugleich die honiggelbe Farbe aufhellt. Weich, spritzig und mit ausgeprägtem Bockbier-Charakter ist das Ainpöckisch ein Genuss für besondere Anlässe. EMPFEHLUNG: Das Ainpöckisch passt zu raffinierten Speisen mit ebenso reicher Aromenvielfalt, zum Beispiel Wildbraten, Gulasch, Gemüse-Eintopf und Bratkartoffeln mit oder ohne Speck. Angabe zur Lebensmittelinformationsverordnung: Alkoholgehalt in %: 6,7 % vol Lebensmittelhersteller/- vertreiber: Einbecker Brauhaus AG, Papenstr. 4-7, 37574 Einbeck Zutatenverzeichnis: Brauwasser, Gerstenmalz, Hopfen, Hefe Allergene: Gerstenmalz Nettofüllmenge: 0,33 Liter Mindestens haltbar bis: 3 Monate ab Zustellung Verkauf erst ab 18 Jahren!  (https://www.einbecker.de/genuss/ainpoeckisch-bier-1378-box-23-x-033l-ur-bock-stutzen.html)

When Duke Erich handed Martin Luther a mug of Einbecker Beer at the Worms Reichstag in the year 1521 Martin Luther called out “the best drink known to man is called Ainpöckisch Beer.” His love to Katharina von Bora and to Ainpöckisch Beer was also shown at his wedding in Wittenberg when the council of the town of Wittenberg presented him a barrel of Einbecker as a gift. Already after his disputation in Leipzig in the year 1519 the council of the town of Wittenberg did welcome him by a jar of Einbecker Beer. (https://www.einbecker.de/bock-beers.html)

The oldest available receipt for the sale of 2 tons of Einbecker beer to the city of Celle is dated April 28, 1378. (https://www.einbecker.de/history.html)

‘Einbecker’ was in de Middeleeuwen het bier van de stad Einbeck. Dat was een van de befaamde Saksische brouwsteden (Saksen was ongeveer het noorden van het huidige Duitsland). (https://waarkomtbockbiervandaan.jouwweb.nl/1-einbecker-bier)

In the Early Middle Ages a number of villages existed along the river Ilme in the middle Leine valley before Einbeck was founded. On January 1, 1158 Einbeck was first mentioned in a deed of Friedrich Barbarossa, which mentioned … in loco qui Einbike vocatur ….[4] and related to a transfer of an estate in the 11th century. Count Udo of Katlenburg owned an estate on the bank of a brook, the Krummes Wasser (crooked water). His grandson founded the stift Sankt Alexandri, that subsequently developed into an important sanctuary. On the other side of this brook a market town developed at the end of the 12th century, mainly due to convenient access for traffic. A church was built there as well, the market church (St. Jacob). The floodplain between market and stift was filled in and covered with buildings. The market and stift were walled in and a moat was built. In 1252 Einbeck received a town charter and a town council was established. In 1279 the town received through its sovereign, Heinrich Mirabilis, an extension of its town charter. Einbeck was topographically extended and a town wall is mentioned that enclosed the market church St. Jacob and the stift St. Alexandri. St Jacob was (and is) located in the center of the city around the ‘old market’, St. Alexandri was built only some hundred meters away. Extensions were called the ‘new market’, first mentioned 1389 as was the ‘new town’. The new town received its own church, St. Mary, first mentioned 1318.[5] ... The city gained importance during the reign of the dukes of Grubenhagen. Smaller villages as Oldendorf or Tiedexen were deserted and inhabitants moved inside the city walls. Written evidence about the export of Einbecker beer dates back to 1351. The beer was brewed in larger houses that had the entitlement to brew. These houses are still easily identified through their arched wide doors, necessary to move in the brewing kettle, called a brewing pan. The organization of the process and the marketing of the beer was led by the city council. Einbeck joined the Hanse in 1368 thus broadening the distribution area which now reached from Antwerp in the west to Riga in the east and from Stockholm in the north to Munich in the south. In Munich the name Einbeck was mispronounced as "ein bock" (a billy goat), and when the ducal brewhouse copied the taste, Bock style beer was born. (https://en.wikipedia.org/wiki/Einbeck)

De eerste informatieve getuigenis over Einbecker is waarschijnlijk afkomstig uit Holland! In een document uit 1340 werden de rechten van Delftse brouwers voor het betrekken van hun hop geregeld (https://waarkomtbockbiervandaan.jouwweb.nl/1-einbecker-bier)

April 17, 1521 Martin Luther received a mug of Einbecker beer from Duke Erich at the Worms Reichstag and praised it with the words: “The best drink known to man is called Einbecker Beer.” (https://www.einbecker.de/history.html)

Einbecker was een luxebier en een van de duurste uit deze streek. Het werd grootschalig geëxporteerd, tot in ver weg gelegen oorden als Utrecht, Stockholm en München. De jaarlijkse ‘Einbecker Biertreck’, een dagenlange tocht per paard en wagen, maakte het begeerde Einbecker daar nog wat duurder. Desondanks was en bleef het geliefd. Maarten Luther (die van de Reformatie) hield ervan. Hij zou in 1521 hebben gezegd dat Einbecker ‘der beste Trank, den einer kennt' was. Uit diverse 16e-eeuwse getuigenissen is op te maken waaróm het destijds zo populair was. In 1555 bijvoorbeeld schreef de Zweedse geleerde en diplomaat Olaus Magnus over dit ‘opmerkelijke’ bier. Het was volgens hem ‘tamelijk bitter door overvloedig hopkarakter’ en ‘’s zomers goed tegen de dorst’. Ook de dichter Heinrich Knaust rekende Einbecker in zijn boek over het bierbrouwen uit 1575 tot de ‘zomerse lichte’ bieren.  (https://waarkomtbockbiervandaan.jouwweb.nl/1-einbecker-bier)

1612 An Einbecker master brewer is lured to Munich in order to brew the famous “Ainpöckische Bier” there. The name of the beer changed to the Bavarian accent and was called “Oanpock” and later “Bockbier” (bock beer) in this region: One could say that the city of Einbeck gave Bockbier its name. “Ain’t no Bock Beer without Einbeck!”. (https://www.einbecker.de/history.html)

De stad München kocht graag Einbecker bier, of 'ainpeckhisch' zoals het in een bestelling uit 1553 stond. De hertogen van Beieren behoorden tot de geïnteresseerden. Maximiliaan I liet in München al bruin en wit bier brouwen in het in 1589 opgerichte Hofbräuhaus. Aan dat assortiment wilde hij begin 17e eeuw ook Einbecker toevoegen. Dat zou dan altijd ter plaatse kunnen worden gedronken. In het voorjaar van 1614 kwam er inderdaad ‘Münchener Einbecker’ uit de brouwketels. Er bestaat een verhaal dat Maximiliaan hiervoor een brouwmeester uit Einbeck heeft aangetrokken, Elias Pichler. Deze is in 1614 inderdaad brouwmeester geworden in het Hofbräuhaus, maar werkte er daarvóór ook al. In 1614 volgde hij de toenmalige brouwmeester Heimeran Pongraz op. Waar Pichler vandaan kwam, is onbekend. Het verhaal van zijn afkomst uit Einbeck wordt door sommige historici naar het rijk der fabelen verwezen. Volgens een andere lezing is er in elk geval een brouwer uit Einbeck gekomen, die toen ook eigen gist heeft meegenomen. Overigens mochten andere Beierse brouwerijen ook Einbecker produceren, maar zagen die daarvan af. Door de hoge belastingen op grondstoffen was het voor hen (te) duur om zo’n zwaar bier te maken. Er was één uitzondering: het brouwhuis van de jezuïeten. ... Het Einbecker werd populair in München. De naam zou in het lokale dialect vervolgens verbasterd zijn, valt vaak te lezen . Via ‘einbeckisch’ zou het ‘einpöckisch’ of 'ainpöckisch' en uiteindelijk ‘ein Bock’ zijn geworden. Zo ging het net niet.  Het werd eerder al als 'ampekhisch' aangeduid, en uit juni 1630 is een volgende verbastering overgeleverd. Op twee rekeningen van het brouwhuis der jezuïeten staat ‘ampokhisch’ of ‘anpokhisch’ bier vermeld. Inmiddels werd het in het voorjaar gebrouwen; later dan in Einbeck dus. Het was nagenoeg alleen in mei en juni verkrijgbaar; daarna was het gewoon op. Het werd dus iets eerder gedronken dan het oorspronkelijke Einbecker, dat een zomerbier was.... De naam van het bier is langzaam blijven veranderen. 'Ampokhisch' is vermoedelijk 'Aimbock' geworden, wat dan weer erg lijkt op 'Oambock'. En 'oam' is in Beieren zoals 'ein' wordt uitgesproken. Op den duur heette het bier ook zo: 'Einbock'.  De arts, econoom en wetenschapper Johann Joachim Becher vermeldde in een boek een waar arsenaal van biersoorten. Hij noemde bieren uit de toenmalige Nederlanden (Delfts, Rotterdams, Bredaas, Haarlems, Gronings, Nijmeegs, Utrechts en Antwerps) – én Einbock. Opvallend: het oorspronkelijke Einbecker kwam niet voor in Bechers overzicht. Dat was inmiddels nog slechts een kleine, lokale biersoort. (https://waarkomtbockbiervandaan.jouwweb.nl/2-muenchen-van-einbecker-naar-ainbock)

Maar hoe kwam het van München naar Nederland?

Een Hertog van Beieren was verzot op bier uit de stad Einbeck dat hij een lokale brouwmeester ‘kocht’. Diens bier werd in Beiers dialect ‘Ainpökisches Bier’ genoemd. Dat zou zijn verbasterd tot ‘bockbier’. Belangrijker: in München, de hoofdstad van Beieren, brouwde men ’s winters ondergistend, stevig donker bier dat bekend stond als bockbier: dat kwam naar Nederland, en inspireerde hier lokale brouwers die er de herfstvariant van schiepen. (https://www.bierenco.nl/zeven-wetenswaardigheden-over-bockbier/)

Net als Einbecker zou bock succesvol en geëxporteerd worden. In de jaren dertig kwamen al de eerste 'gewone' Beierse bieren naar Nederland (vooral uit Erlangen en Kitzingen), maar bock volgde niet lang daarna.1853 De Groningse brouwer W. Alingh Bulthuis kwam met zijn nieuwe bierbrouwerij als eerste in Nederland met een eigen bock naar Beiers voorbeeld. Zijn bedrijf heette in 1854 De Struisvogel en bood ook toen bock aan. Daarna viel daar niets meer over te vernemen. 1868 De Koninklijke Nederlandsche Beijersch-Bierbrouwerij te Amsterdam was de eerste speciaal voor ondergisting gebouwde brouwerij van Nederland. Het bedrijf had met zijn gewone 'Beijersch' in 1867 direct succes. In maart 1868 bracht de (reeds lang verdwenen) KNBB ook een ‘uitmuntend bockbier’ op de markt. Het was de eerste Nederlandse bock die jaarlijks zou verschijnen. 1872 De Amstelbrouwerij kwam in april 1872 eveneens met een bock die ‘menigvuldigen bijval’ oogstte. Heineken volgde in februari 1874.... De Beierse traditie van een meibier namen de Nederlandse bockbrouwers niet over. Wel werd het ook hier een seizoensbier. Vanaf de introductie verscheen de Nederlandse bock vroeger in het voorjaar dan in Beieren en op den duur zelfs in de winter. Elke brouwerij bepaalde zijn eigen tijdstip; er waren bocken aan te treffen van november tot maart. Meestal ging het om een eenmalige release, maar een enkeling kwam twee keer in een winter met een voorraad bock. Pas in 1928 besloten de brouwers tot een gezamenlijk en vast introductietijdstip: de tweede donderdag van december. Dat ging soms gepaard met feestelijke optochten of bockbieravonden.... Tijdens de Tweede Wereldoorlog zaten de Nederlandse bierdrinkers zonder bock, door een tekort aan grondstoffen. Pas in december 1948 was hij weer terug. Eind jaren zestig van de 20e eeuw werd het winterse karakter van de bock losgelaten. De brouwers namen weer meer vrijheid bij het op de markt brengen van hun bock. Het was al in november en op den duur oktober te koop. Zo werd het steeds meer het herfstbier dat we tegenwoordig kennen. De grote brouwers (vroeger verbonden in het Centraal Brouwerij Kantoor, tegenwoordig in Nederlandse Brouwers) kwamen op den duur overeen de bock jaarlijks bij het begin van de herfst en later op de eerste maandag van oktober te introduceren. Van die traditie resteert inmiddels niets meer. In de praktijk laten brouwerijen tegenwoordig zelfs al voor de herfst officieel begint (21 september) bocken los in de winkels en cafés.(https://waarkomtbockbiervandaan.jouwweb.nl/5-bock-in-nederland)

Wanneer de eerste bock er was, is niet precies vast te stellen. Een Münchner Bock-Blatt uit 1839 had het terugblikkend al over de Bockzeit van 1805, compleet met Bockwurst. Enkele bladen van buiten München vermeldden het nieuwe 'Starkbier' of 'Doppelbier' in 1815 en 1820. In diverse publicaties kwam overigens ook 'Einbock' of 'Ainbock' nog voor. Dat lijkt op de nieuwe bock te duiden, maar zeker is dat niet altijd. Het oude bovengistende bier en de nieuwe ondergistende bock hebben zeer waarschijnlijk naast elkaar bestaan. Alleen het Hofbräuhaus brouwde in de eerste decennia van de 19e eeuw al bock, dus de andere brouwerijen zullen nog Ainbock hebben geproduceerd.. Misschien is die ondergistende bock van het Hofbräuhaus er al veel langer geweest. De Duitse onderzoeker Franz Meußdörffer† heeft achterhaald dat er rond 1600 al op grote schaal zowel boven- als ondergistend werd gebrouwen in het Hofbräuhaus. Vervolgonderzoek heeft zelfs een hybride gistcultuur gedetecteerd – een giststam die de voordelen van de oorspronkelijke Einbecker en Beierse gisten verenigt. Beide stonden bekend als zeer krachtig. Deze hybride gistcultuur is de hedendaagse ondergistcultuur geworden. Genetische ‘berekeningen’ duiden er ook op dat de hybridisering rond 1600 heeft plaatsgevonden. Het kan zomaar betekenen dat het Münchener Einbecker al veel eerder een ondergistend bier is geworden. (https://waarkomtbockbiervandaan.jouwweb.nl/3-geboorte-en-jeugd-van-de-bock)

Het is de Amstel Bierbrouwerij geweest die in 1872 als eerste adverteert met ‘bockbier’. Het heeft daarna nog honderd jaar geduurd voordat het in flessen werd afgevuld – bijna een eeuw was bockbier louter van tap verkrijgbaar! (https://www.bierenco.nl/zeven-wetenswaardigheden-over-bockbier/)

In 1982 kwam het eerste bovengistende bokbier op de markt, gebrouwen door de Arcense Bierbrouwerij. In 1983 was Amstel Bokbier het eerste bokbier dat op vat verkrijgbaar was. Tegenwoordig zijn er meer dan 50 bokbieren op de markt. (https://bokbier.nl/geschiedenis)

Bock lijkt op het eerste gezicht een duidelijke, herkenbare biersoort. Voor veel liefhebbers is dat misschien ook wel zo, maar er is eigenlijk weinig over afgesproken of vastgelegd. In het Warenwetbesluit Gereserveerde Aanduidingen, van kracht sinds 2015, staat maar een voorwaarde: het stamwortgehalte (de in het wort opgeloste suikers) moet hoger dan 15% zijn. (In de bierwereld spreekt men dan overigens liever van graden Plato.) NB Daar is iets in veranderd. Nog niet zo lang geleden was dit 15,5%... De toedracht hiervan werd ontrafeld door bierblogger Rick Kempen.... Maar waar moet een bock volgens hen dan aan voldoen?  (https://waarkomtbockbiervandaan.jouwweb.nl/5-bock-in-nederland)

Oorspronkelijk was bokbier een bier van lage gisting van rond de 6,5% alcohol, robijnrood van kleur en met een moutige en wat karamelachtige smaak. Tegenwoordig wordt daar niet meer streng op gelet en is feitelijk alles mogelijk. De enige eis die in de bierverordening aan bokbier wordt gesteld is dat het een stamwortgehalte van minimaal 15,5 Plato heeft. Er zijn tegenwoordig zwaardere bokbieren (meer dan 6,5% alcohol) en met verschillende grondstoffen, zoals tarwe. (https://bokbier.nl/wat-is-bokbier)

Ainbock was in enkele decennia dus donkerder van kleur geworden - van 'wit' (bleek, licht), zoals het aloude Einbecker, naar bruin. Naar de reden daarvoor valt alleen te gissen. Misschien ging de voorkeur van bierdrinkers inmiddels uit naar donkerder bier. (https://waarkomtbockbiervandaan.jouwweb.nl/2-muenchen-van-einbecker-naar-ainbock)

Tussen 1800 en 1840, terwijl de revolutie van de ondergisting zich in Beieren voltrok, was daar een nieuw bier ontstaan. Ainbock, de bovengistende opvolger van Einbecker, werd daarna niet langer gebrouwen en was zelf opgevolgd door bock. Het verschil tussen die nieuwe bock en het oude Einbecker kon bijna niet groter zijn: Einbecker was een bovengistend, goudgeel, hoppig, verfrissend en licht bitter tarwebier geweest, en bock was ondergistend, lichtbruin, zwaar, met een derde meer mout dan het gewone lagerbier en uit 100% gerstemout gebrouwen. Het moest minstens vier maanden rijpen. Er was nog één overeenkomst overgebleven: bock was net als het vroegere Einbecker een sterk bier. (https://waarkomtbockbiervandaan.jouwweb.nl/4-bock-het-bier)

Dit zijn de criteria die de Dutch Beer Challenge in 2018 hanteerde: 'Bovengistend en ondergistend. Amber tot koper/bruin. De geur is moutig, iets roosterig, noten en karamel. De smaak is moutig, karamel, iets roosterig, soms iets fruitig met een medium tot vol mondgevoel. Hopbitterheid van traditionele Europese aromavariëteiten is laag tot medium. Hopsmaak en -geur zijn laag. Geen kruiden, rookmout of diacetyl.' En als feitelijke richtlijnen: 6 tot 8,5% alcohol, 20 tot 35 EBU (bitterheid) en 30 tot 60 EBC (de kleur). ... En is het nou bock of bok? Over het Duitse woord kan geen misverstand bestaan: bock. De Duitse taal kent niet of nauwelijks woorden die eindigen op -ok. Nederland nam 'bock' in de 19e eeuw natuurlijk over, maar al snel werd hier ook 'bokbier' geschreven (https://waarkomtbockbiervandaan.jouwweb.nl/5-bock-in-nederland)

Kortom: de echte originele bock was en is een meibock! Is, want bock is in zijn geboortestad nog altijd in de eerste plaats een meibock. De Maibockanstich is een bijeenkomst vol bier en satire, die in het buitenland veel minder bekend is dan het Oktoberfest, maar in München zelf een belangrijke dag op de jaarkalender is. Ook de traditie rond (mei)bock is er springlevend! (https://waarkomtbockbiervandaan.jouwweb.nl/4-bock-het-bier)

Hoe verging het Einbeck? In 1749 waren daar nog 404 brouwgerechtigden, van wie slechts 66 hun recht gebruikten. In 1843-1844 besloot het stadsbestuur een einde te maken aan deze aloude praktijk. Het ‘confisqueerde’ alle brouwrechten en richtte zelf de Städtische Dampfbierbrauerei op - die overigens snel succesvol werd. In 1889 verkocht de stad haar aandelen in het bedrijf en werd dat een naamloze vennootschap, de Einbecker Brauerei AG. Die bestaat nog altijd – en, het moet gezegd, brouwt uitstekende bocken. In Einbeck wil men ook graag doen geloven dat dit de ‘Ur-Bocken’ zijn, maar dat is een verkeerde voorstelling van zaken. München heeft bijna twee eeuwen Einbecker gebrouwen (een periode waarin dat al van karakter en naam veranderde), maar begin 19e eeuw is het daar verdwenen. Toen maakte het plaats voor bock; een andere biersoort, uitgedokterd in München zelf door lokale brouwers. Kortom, bock is een Münchener bierstijl. Het bier zelf is daar in plaats van het plaatselijke Einbecker (Einbock, Ainbock) gekomen. Alleen de naam en de sterkte herinneren nog aan Einbecker. Ook de bocken die tegenwoordig uit het Einbecker Brauhaus komen zijn naar de Münchener bierstijl gebrouwen. Het is dus precies andersom dan zoals men het daar voorstelt: Einbeck borduurt voort op München, in plaats van München op Einbeck... Revival van het 'Ainpöckisch' ? In 2016 lanceerde het Einbecker Brauhaus het Ainpöckisch Bier 1378. Dat zou zoveel mogelijk teruggaan op het oorspronkelijke oer-bockbier. De historici van het Einbecker Brauhaus gaven zelf toe dat dit inhoudelijk niet veel voorstelde: ‘We kunnen echter niet stellen dat het naar een origineel recept is gebrouwen.’ Dat bestond volgens hen namelijk niet. Waarom het dan toch 'oorspronkelijk' zou zijn, is onduidelijk. Het was louter met gerstemout gebrouwen. Om het 'authentiek' te doen voorkomen, was het niet gefilterd. Terwijl het oorspronkelijke Einbecker juist helder moest zijn! Dat en andere gegevens over de samenstelling, de brouwwijze en het karakter van het Einbecker staan gewoon in een boek - Geschichte der Stadt Einbeck van H.L. Harland uit 1854 (fotomechanisch herdrukt in 1978-1979). In Einbeck zelf lijkt men dat echter niet te weten. Een gemiste kans op een glas ‘echt’ Einbecker dus.. (https://waarkomtbockbiervandaan.jouwweb.nl/4-bock-het-bier)

En wederom een biermythe ontzenuwt.... Bock komt uit München in plaats van Einbeck? 

Bockbier of bokbier? Beide schrijfwijzen zijn ‘goed’: bock is het origineel, het vernederlandste bok levert vooral verwarring op. De geitenbok is een vergissing Hier kunnen we kort over zijn: die bok slaat nergens op. Gewoon een grapje van een vroegere bier marketeer. (https://www.bierenco.nl/zeven-wetenswaardigheden-over-bockbier/)

Bockbier is de enige, echte, Nederlandse biertraditie Ja, dat kunnen we eigenlijk wel zeggen. Alle biersoorten die ooit verdwenen (en wie weet weer terugkeren, zoals Princessebier) zijn weg – en bockbier is al sinds 1872 een jaarlijkse vaste waarde. Het is daarmee ‘ouder’ dan al onze pilsener bieren! (https://www.bierenco.nl/zeven-wetenswaardigheden-over-bockbier/)

Tja, als de conclusie is dat de bockbiertraditie aan het wegebben is, is dat een teloorgang van een biertraditie. Maar afgelopen maand heb ik een aantal bijzondere bockbieren kunnen proeven, waardoor ik toch behoorlijk wat bieren heb gezien. genoeg om van een traditie te spreken denk ik.