Na Groningen gaat onze reis door naar o.a. Hollem, Harlingen, Petten, en Alkmaar.
Hollem
Hollum is een dorp op het Nederlandse waddeneiland Ameland in de provincie Friesland. Hollum ligt aan de Borndiep en is daarmee het meest westelijke van de vier dorpen op Ameland. Met 1.285 inwoners is het ook het grootste dorp van Ameland. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Hollum)
Hollum is één van de vier dorpen die gelegen is op het Friese Waddeneiland Ameland. Dit meest westelijk op Ameland gelegen dorp is een goed voorbeeld van hoe het leven op dit Waddeneiland is. Om in Hollum te komen moet je met de veerboot de oversteek door de Waddenzee maken. Deze veerboot vertrekt meerdere dagen in de week vanaf de pier ter hoogte van het Friese dorp Holwerd richting de Amelandse pier die net ten zuiden van het dorp Nes gelegen is. De vier dorpen op Ameland liggen op één lijn. Hollum is daarvan de meest westelijke. Dan volgen Ballum, Nes en Buren. (https://www.mooistedorpjes.nl/nederland/friesland/hollum/)
In het dorp Hollum stap je letterlijk de levendige geschiedenis van Ameland binnen. In straten als de Burelaan en de Oosterlaan is de rijke Amelander historie nog springlevend. Het beschermde dorpsgezicht omvat de Oosterlaan, de Burenlaan, de Herenweg en een gedeelte van de Westerlaan. Hollum is ook het dorp waar de vuurtoren (55 meter hoog!) van Ameland staat. ... De vele monumentale commandeurswoningen in Hollum weerspiegelen de Amelander welvaart van de 17e en de 18e eeuw. Niet voor niets is het aangezicht van het dorp beschermd dorpsgezicht. De getande randen in de gevels van de schipperswoningen geven aan wat de rang was van de zeevaarder die het huis bewoonde. Hoe meer getande gevelranden hoe hoger de rang. Een ander opvallend bouwwerk is de Nederlands Hervormde kerk, die in de Tachtigjarige Oorlog door watergeuzen werd vernield en pas in 1678 werd herbouwd. Uit onderzoeken is gebleken dat de oudste bouwsporen uit de 11e eeuw dateren. Op de begraafplaats liggen vele Amelander commandeurs begraven. ... De vuurtoren is het meest markante bouwwerk van Ameland. 55 meter hoog en met zijn lichtsterkte van 4,5 miljoen kaars één van de sterkste ter wereld. Overal op het eiland voel je de aanwezigheid van dit hoge zeebaken. Niet alleen zijn 's nachts de lichtstralen tot ver buiten het eiland te zien, maar ook bij daglicht is de toren met zijn karakteristieke rood-witte banen vanaf iedere plek op het eiland te herkennen. (https://www.vvvameland.nl/praktisch/algemeen/dorpen-ameland/hollum/over-hollum)
Brouwerij DIT bier B.V. in Hollum (https://www.bedrijvenpagina.nl/Brouwerij_DIT_bier_B.V./5065877/1143669f/)
Sinds een aantal jaren brouw ik, Doeke Visser, mijn Amelander biertjes. Eerst in ons woonhuis in Ballum en sinds november 2009 in onze boerderij aan de Smitteweg, vlakbij Ballum op Ameland. De boerderij draagt de naam “Doekes hiëm”, naar mijn opa die in 1958 de boerderij heeft gebouwd. De boerderij is altijd in het bezit geweest van onze familie en sinds november 2009 woont er dus weer een Doeke Visser in de boerderij. Sinds 2008 zijn wij een officiële brouwerij, inmiddels bestaan we dus bijna 13 jaar! ... Naast het brouwen zijn wij ook nog buitenshuis werkzaam, Doeke als buschauffeur en Eva als docente op de middelbare school op Ameland. We hebben afgelopen jaar een mooie nieuwe loods gebouwd, waar we inmiddels onze nieuwe brouwinstallatie hebben geplaatst. Geen getreur, want de loods staat gewoon op ons erf en het mooie is: er zijn enorme ramen in gemaakt, zodat iedereen live kan zien hoe we brouwen. (https://www.amelanderbier.nl/)
Wij zijn een kleine, ambachtelijke brouwerij. Dit houdt in dan we vóór en tijdens het brouwproces niet ingrijpen bij brouwen. Het Amelander leidingwater wordt voor het brouwproces ook niet aangepast. Dit heeft als gevolg dat biertjes van verschillende brouwdata wel wat smaakverschil kunnen hebben. Toch streven we ernaar het product zo constant mogelijk te houden qua smaak, geur en kleur. ... sinds november 2020 een 1000 liter brouwinstallatie neergezet hebben achter drie enorm grote ramen. Op die manier kan iedereen de brouwer aan het werk zien en, als hij niet in de brouwerij werkt, de apparaten zien staan. Ook zijn we bezig het terrein nog wat meer aankleden. Zo hebben we afgelopen voorjaar hop aangeplant en kun je ’s zomers onder de hopbellen je biertje drinken. (https://www.amelanderbier.nl/brouwerij/)
Holwerd
Holwerd, een dijk van een dorp! (https://www.holwerd.nl/)
Holwerd (Fries: Holwert) is een dorp in de gemeente Noardeast-Fryslân in de Nederlandse provincie Friesland. Holwerd ligt ten noordwesten van Dokkum en ten zuiden van de Waddenzee, tussen Blija, Waaxens en Ternaard. ... Het dorp is ontstaan op een terp die al enkele eeuwen vóór de christelijke jaartelling bewoond werd. In de 8e, 9e of 10e eeuw werd zuidwaarts van de terp een langgerekte handelsterp aangesloten; daarop is het moderne dorp ontstaan. De Holwerdervaart werd in de 17e eeuw aangelegd. In de eerste helft van de 11e eeuw werd de plaats vermeld als Holeuurt, in 1399 als tot Hoelwerde en Holwerde, in 1486-1487 als to holwert, in 1500 als jn dat holuerde, en in 1505 als Holwerdt. De plaatsnaam duidt waarschijnlijk op het feit dat het een bewoonde hoogte (uurt->werd) was met een kuil of laagte (hol/hole), mogelijk omdat het in een uitholling lag van het land, die al dan niet moerassig was. In 1872 kwam de Dam Holwerd-Ameland gereed. Na stormen in 1881 en 1882 werd de dam niet meer hersteld. De eerste twee kilometer werd gebruikt voor de aanleg van de veerdam.(https://nl.wikipedia.org/wiki/Holwerd)
De Dam Holwerd-Ameland was een dam in de Waddenzee tussen Holwerd en Ameland in de provincie Friesland. Jonkheer Pieter Jan Willem Teding van Berkhout had plannen voor landaanwinning op de Friese wadden. Om de aanslibbing te bevorderen en het slik vast te leggen moest er een dam over het wantij worden aangelegd. In 1870 werd de NV Maatschappij tot Landaanwinning op de Friesche Wadden opgericht. Teding van Berkhout werd de directeur. De dam kwam gereed in 1872. De dam stak maar een halve meter uit boven het hoogtij. In de eerste Bosatlas van 1877 werd de dam naar Ameland ingetekend als een rechte brede lijn. In oktober 1881 sloeg een storm een groot gat in de dam.[1] De dam werd hersteld, maar in april 1882 volgde weer een storm. Er was geen geld meer om de dam opnieuw te herstellen. De restanten van de dam zijn bij laagtij op enkele plaatsen nog te zien. De dam is met wadlopen nog te volgen.Voor de veerdienst tussen Holwerd en Ameland werd voor de veerdam met een lengte van twee kilometer een deel van de oude dam gebruikt. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Dam_Holwerd-Ameland)
Als ik zoek op bier in Holwerd kom ik uit bij een brouwerijhuurder uit Burgum:
De wichter (Latyn: Prunus domestica subspecies insititia) of Wâldprom, is de Fryske foarm fan de saneamde Giele Kroaskesprom. Dy heart dêrom ta de ûndersoarte Kroaskesprom fan de kultuerprom. De beam bloeit al yn april en de fruchten binne ein augustus ryp. De wichters kleurje fan grien nei giel en de wankjes hawwe in blos mei brune spruten. De foarm is rûn en lyts, ek de pitten binne rûn. Der sitte toarnen oan de tûken. De plant fermearderet him troch woartelopslach. Dat de útrinners binne (genetysk) gelyk oan de beam. As in beam dea giet stiet der meast alwer in nijenien klear. De wichter is al tige âld, yn terpfuotten binne oerbliuwsels fan wichters fûn. Benammen De Wâlden hawwe noch wichterbeammen. (Bron: Wikipedy) (http://itlulkewiif.frl/#dewichter)
IT LULKE WIIF (De boze vrouw) Is een bier waarvan het idee is ontstaan in maart 2015. Op een bierproefavond van een vriendenclub, een club die al jaren lief, leed en sterke verhalen deelt. Alle tien mannen hebben een sterke band met de Friese Wouden. Een streek in Noord-Oost Friesland, ook wel het Texas van Friesland genoemd. De mensen uit deze streek, de Wâldpyken spreken een eigen Fries dialect en staan bekend om hun directheid en eerlijkheid. Daarnaast gaan ze een conflict niet uit de weg. ... Van het één komt het ander, het idee werd uitgewerkt! Vanaf het begin was er contact met een kleine ambachtelijke brouwer, Sneeker Stadsbrouwerij Meerpeal waarmee in nauwe samenwerking een recept werd ontwikkeld. Als eerste voor het type, HEECHBLOND, een hoogblond bier. In het recept is de Wichter verwerkt. De Wichter, ook wel de Wâldprûm (woudpruim) is een kleine pruimachtige vrucht die eigenlijk uitsluitend voorkomt in de Friese Wouden. Het blonde bier met een alcoholpersentage van 7% heeft krachtige frisse smaak met een licht fruitige afdronk.... De naam van de onderneming is Brouwerij de Freonskip (Brouwerij de Vriendschap), hierover was weinig discussie. Deze discussie was er eigenlijk ook niet over de naam van het bier. Na de bierproefavond waar het idee ontstond kreeg ieder de opdracht mee om een naam te bedenken. De volgende ochtend vertelden de heren, met een behoorlijke kater, ieder op zijn eigen manier, het idee aan hun vrouwen… De reacties waren helder en duidelijk, zo deed blijken op de eerste officiële bijeenkomst. Zes vrienden kwamen met “IT LULKE WIIF” (de boze vrouw) vijf met een naam die daar sterk op leek en één kwam met een naam die zelfs te grof is om te vermelden op deze website, wij noemen geen namen…(http://itlulkewiif.frl/hollands/#denaam)
Afgelopen zaterdag is de eerste fles ‘Read & Hitsich’ van It Lulke Wiif uitgereikt aan Agatha Miedema van Simmerfruit uit Noardburgum. Simmerfruit teelt en oogst het belangrijkste ingrediënt van dit bier: de braam. Het bramenbier heeft hetzelfde regionale karakter als hun eerste wichterbier ‘Heechblond’. Net als de wichter groeien bramen ook volop in de Wâlden in de elzensingels en houtwallen. It Lulke Wiif is een idee van een vriendenploeg uit De Friese Wouden. Hiervoor hebben ze in 2015 Brouwerij de Freonskip opgericht. Met de braam als ingrediënt valt de “Read & Hitsich” net als de “Heechblond” onder het Wâldpyk keurmerk van stichting Wrâldfrucht. Een keurmerk wat de vrienden met trots uitdragen! Het basisrecept is bedacht door wijlen meesterbrouwer Rein Zwerver, de man waar het hele bieravontuur van de vriendengroep in 2015 mee begon. Het bier wordt momenteel gebrouwen door de Harlinger havenbrouwerij het Brouwdok. Read & Hitsich is net als het nieuwe glas vanaf begin december verkrijgbaar bij alle bekende adressen. (https://www.dewouden.com/it-lulke-wiif-lanceert-bramenbier-read-hitsich-uit-de-walden/)
Brouwerij De Freonskip Brouwerijhuurder... De brouwerij maakt gebruik van de brouwfaciliteiten van Sneeker Stadsbrouwerij Meerpael. (https://www.nederlandsebiercultuur.nl/databank/brouwerij?brouwerij_id=1521&view=brewery&option=com_senb&feba4bc4c5f8c81b98705c0930b08dff=1)
Brouwerij Freonskip is een bierbrouwerij uit Burgum (Nederland) die is opgericht in 2015. .. Brouwerij Freonskip is gelegen in het Friese plaatsje Burgum. De brouwerij laat zijn bieren brouwen bij brouwerij de Meerpeal en werk daar ook mee samen. (https://www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/friesland/burgum/freonskip)
Bergum (officieel, Fries: Burgum) is een dorp in de Nederlandse provincie Friesland. Het is de hoofdplaats van de gemeente Tietjerksteradeel en telt 9.780 inwoners (1 januari 2021). Dit grootste dorp van de gemeente is kleiner dan voor 1930, toen Noordbergum nog onder Bergum viel. Tot 1989 was de officiële naam van het dorp het Nederlandstalige Bergum, maar sindsdien is dat het Friestalige Burgum. Onder het dorp valt ook de buurtschap Noordermeer. Bergum staat bekend als woud- en waterdorp. Bergum ligt op de overgang van de Friese Wouden naar het veengebied van Midden-Friesland. ... Bergum was in 1747 een van de eerste plaatsen in de toenmalige Republiek waar de Pachtersoproer uitbrak. Vanuit Groningen en Friesland verspreidde deze sociale onrust zich naar andere delen van het land.... De Bergumer specialiteit is het wichterbier 'It Lulke Wiif'. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Bergum)
Het pachtersoproer of boerenopstand (in Groningen ook wel Groninger Oproer genoemd) was een opstandige beweging in de achttiende eeuw. De oorsprong van het oproer ligt in de economische malaise in de jaren veertig van de achttiende eeuw. Daarbij was het systeem van de belastingpacht voor de plattelandsbevolking een ernstige grief, gecombineerd met diepe onvrede over de wijze waarop de regenten en de landadel hun macht uitoefenden. ... De oproeren werden vooral veroorzaakt door de hoge belastingtarieven die de pachters vroegen. De overheid in de Republiek haalde namelijk vaak niet zelf belasting op, maar verpachtte het innen ervan aan particulieren. Zo'n belastingpachter betaalde de overheid een van tevoren vastgesteld bedrag, en alles wat hij verder aan belasting inde, was voor hemzelf. Het pachtbedrag was vaak hoog, omdat verschillende pachters tegen elkaar op boden. Veel inwoners van de Republiek ergerden zich aan de relatief hoge belastingsommen die hierdoor op producten werden geheven. De economische neergang na 1740, de Oostenrijkse Successieoorlog in combinatie met de stijgende belastingen leidde tot de eerste opstanden. Ook de ambtenverkoop was een grief. Het oproer begon op 17 maart 1748 in Groningen. Directe aanleiding was wellicht de geboorte van Willem V op 8 maart 1748. Prinsgezinden bliezen de loftrompet, toch nog een mannelijke opvolger. De huizen van de landadel (grietmannen) en de belastingpachters werden aangevallen, vooral diegene die niet overtuigend genoeg hun Oranjegezindheid hadden laten blijken, zoals in Groningen de gehate jonker Evert Joost Lewe, die het ook bij de Boerenopstand van 1718 al moest ontgelden. De pachtershokjes, opsteld bij graanmolens, van waaruit transacties werden gecontroleerd, werden neergehaald of in brand gestoken. De beweging sloeg in mei/juni (met Pinksteren) over naar Bergum en Baarderadeel. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Pachtersoproer)
Harlingen
Harlingen (Westerlauwers Fries: Harns ...) is een stad in de Nederlandse provincie Friesland en de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente. Het ligt ten westen van Franeker en ten noorden van de Afsluitdijk aan de Waddenzee. Harlingen behoort tot de Friese elf steden. .... Het is de op vier na grootste plaats van Friesland. Tot de stad behoren ook de buurtschappen IJslumburen, Koetille, Koningsbuurt, Luidum en Ungabuurt. De haven van Harlingen is de belangrijkste haven van de provincie. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Harlingen_(stad))
Omstreeks 1157 stichtte Eilwardus Ludinga het klooster Ludingakerke in het dorp Almenum. De monniken groeven grachten om de handelsvaart beter mogelijk te maken. Ludingakerk werd hierdoor een van de rijkste kloosters in Friesland. De buurt ten westen van Almenum, Harlingen, werd daardoor zó belangrijk dat deze in 1234 stadsrechten kreeg. Daarmee is Harlingen als stad ouder dan bijvoorbeeld Leeuwarden, Dokkum, Franeker of Amsterdam. Noordwestelijk van Harlingen lag in die tijd nog de stad Griend met poorten, grachten en zelfs een hogeschool.[bron?] In 1287 werd Griend als gevolg van de desastreuze Sint-Luciavloed grotendeels verzwolgen door de zee. Thans is Griend nog slechts een zandplaat in de Waddenzee. De naam Harlingen is vermoedelijk afkomstig van de state Harlinga. In 1311 kwam "Harlingen" voor in Engelse havenregisters. In 1579 ondertekenden afgezanten van de stad de Unie van Utrecht en op 22 december 1634 ontving Harlingen zijn octrooi van de Staten van Friesland voor Groenlandsch- en Straat Daevids-visscherij (walvisvaart). ... Op de middag van 17 mei 1568 werden tot verbazing van de Harlingers 1800 Waalse soldaten aan land gezet, die later in de slag bij Heiligerlee verslagen worden....In 1644 kwam de Friese Admiraliteit van Dokkum naar Harlingen. De Zuiderhaven kreeg het karakter van marinehaven. De vermaarde Tjerk Hiddes de Vries wordt er later luitenant-admiraal. De krijgsvaart bleef echter van minder belang dan de handelsvaart. Talrijke schippers onderhielden beurtvaarten naar de Waddeneilanden, naar alle hoeken van de provincie en naar de Zuiderzeehavens, waarvan Amsterdam de belangrijkste was. De stad kende veel nijverheid. Er waren scheepswerven, bierbrouwerijen, zeep- en zoutziederijen, steen- en pottenbakkerijen, kalkovens, graan- en zaagmolens. Maar zoals dat al eerder het geval was met de Hanzesteden aan de toenmalige Zuiderzee, werd Harlingen in de volgende eeuwen voorbijgestreefd door Amsterdam en Rotterdam. ... De bijnamen van Harlingers zijn "Tobbedansers" en "Ouwe seunen". De eerste bijnaam is te danken aan de productie van Harlinger bont. Deze kledingstof werd gemaakt van wol. Toen veel doopsgezinde Vlamingen vluchtten naar Nederland, belandden er relatief veel in Harlingen. Zij namen de gewoonte van tobbedansen mee: om de wol schoon te maken werd het in grote tobbes met water al trappelend en blootsvoets gereinigd. Vandaar de naam "Tobbedansers". Hieraan heeft ook het onderdeel "Tobbedansen" van het TROS-programma "Te land, ter zee en in de lucht", dat hier voor het eerst werd opgenomen, zijn naam te danken. Harlingers spreken een ieder aan met het woord "seun" (vrij vertaald 'zoon'). "Ouwe seun" is de aanspreekvorm voor geboren Harlingers. Vandaar dat Harlingers in Friesland ook bekendstaan als ouwe seunen. ... Een deel van de verdedigingswerken is nog steeds te zien in het centrum van de stad. Ook de oorspronkelijke grachtengordels zijn nog grotendeels terug te vinden, net als de pakhuizen en de in Hollandse stijl gebouwde huizen. Enkele voormalige pakhuizen zijn: Brittania, De Blauwe Hand, De Hamer, Java en Sumatra. In de stad bevinden zich nog vele steegjes die de verbinding vormen tussen de grachten. Op de smalle straatgedeeltes vond vroeger de handel plaats in de vele goederen die over water werden aangevoerd. In enkele steegjes is die straatfunctie nog herkenbaar. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Harlingen_(stad))
De Slag bij Heiligerlee op 23 mei 1568 eindigde met de eerste overwinning van de opstandelingen in de Tachtigjarige Oorlog. De veldslag vond plaats bij het plaatsje Heiligerlee, nabij Winschoten, in de heerlijkheid Groningen. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_bij_Heiligerlee_(1568))
Het plaatsje is oud- en nieuwbouw dor elkaar. Heel mooi gedaan. De dijk is onopvallend als verhoogd fietspad. We parkeren onze camper en wandelen door het oude centrum met winkelgebied. Bij de VVV informeer ik naar lokaal bier en ze verwijzen me naar de brouwerij. Aan de hand van een plattegrond verteld de vriendelijke dame kordaat en overtuigend waar de brouwerij zit en hoe ik er kom. Ik durf niet te bekennen dat we onze camper er naast hebben geparkeerd en we er vrijwel langst zin gelopen, en ik het niet had gezien. Na een wandeling langs onder andere het geboortehuis van Simon Vestdijk.
Simon Vestdijk (Harlingen, 17 oktober 1898 – Utrecht, 23 maart 1971) was een Nederlands romanschrijver, dichter, essayist, vertaler, muziekcriticus en arts. ... Vestdijk, de zoon en enig kind van Simon Vestdijk en Anne (Anna Margaretha Clazina) Mulder, groeide op in Harlingen, dat in een aantal van zijn boeken terugkomt als Lahringen. De achternaam Vestdijk was in 1830 ontstaan, toen de gelijknamige grootvader van de schrijver te vondeling gelegd werd op de hoek van de Haarlemse Oostvest en Dijkstraat, waaruit de achternaam van de boreling werd samengesteld. Opa Vestdijk leidde later in Haarlem een dansschool. ... Vestdijk studeerde van 1917 tot 1927 geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij lid was van de studentenvereniging Unitas. ... Als scheepsarts maakte hij onder meer een reis naar Indonesië (destijds Nederlands-Indië). Simon Vestdijk debuteerde met poëzie in De Vrije Bladen.... In 1932 gaf hij zijn artsenpraktijk op en wijdde hij zich geheel aan de literatuur. In dat jaar verscheen zijn debuutbundel Verzen. Vestdijks eerste roman Kind tussen vier vrouwen werd door twee uitgevers geweigerd. Het zou te dik (800 bladzijden) en te duur (tien gulden) worden.[2] In 1939 vestigde Vestdijk zich voorgoed in Doorn.... De bundel van kritieken en essays Muiterij tegen het etmaal werd gecensureerd door de Duitse bezetter: stukken over Engelstalige auteurs en Kafka moesten geschrapt worden. Op 4 mei 1942 werd hij door de Duitsers als gijzelaar gevangengezet in Kamp Sint-Michielsgestel. In februari 1943 werd hij naar het 'Oranjehotel', de Polizeigefängnis in Scheveningen overgebracht. Na een maand moest hij terug naar Sint Michielsgestel.[3] Daar gaf hij aan de hand van de roman Het proces van Franz Kafka een analytische vergelijking tussen de fictie van de auteur en de feitelijkheden van de situatie van hemzelf en zijn toehoorders.[4][5] Uiteindelijk kwam hij vrij door zich - formeel - aan te melden als lid van de Kultuurkamer. Na zijn vrijlating raakte hij in een depressie. In 1944 begon hij weer te schrijven. Voor en tijdens de oorlog verschenen enkele van zijn boeken in Duitse vertaling: Das fünfte Siegel (1939, Het vijfde zegel), Die Fahrt nach Jamaica (1941, Rumeiland), Aktaion unter den Sternen (1942, Aktaion onder de sterren) en Irische Nächte (1944, Ierse nachten)..... Vestdijk was auteur van ongeveer 200 boeken en daarmee een van Nederlands productiefste schrijvers. Zijn werk bestaat uit 24 dichtbundels[7], 33 essaybundels, 57 novellen en korte verhalen, 52 romans en 2 nagelaten romanfragmenten, gepubliceerde briefwisselingen en vele vertalingen. Bovendien schreef hij honderden artikelen voor dag- en weekbladen. Hij is niet bij één bepaalde stroming in te delen. Vestdijk zag zichzelf als "een typisch romantische schrijversfiguur"[8] Vanwege deze enorme productie noemde de dichter Adriaan Roland Holst hem "de man die sneller schrijft dan God kan lezen". De omschrijving 'Duivelskunstenaar' is afkomstig van Menno ter Braak. Vestdijk werd lange tijd beschouwd als voornaamste Nederlandse kanshebber op de Nobelprijs voor de Literatuur. Uit het archief met nominaties voor de Nobelprijs voor de Literatuur bij de Zweedse Academie blijkt dat Vestdijk van 1950 tot en met 1964 negen keer genomineerd is geweest voor de Nobelprijs.[9] (https://nl.wikipedia.org/wiki/Simon_Vestdijk)
Brouwdok
Het BrouwDOK is een bierbrouwerij uit Harlingen (Nederland) die is opgericht in 2011. ... rouwDOK is een Friese micro-brouwerij gelegen in Harlingen. Deze onafhankelijke brouwerij is actief sinds 2011. De brouwerij is te bezoeken en naast dat je de bieren kunt proeven is het ook mogelijk om een rondleiding door de brouwerij bij te wonen. Er wordt dagelijks om 14:00 uur een rondleidingen gegeven. (https://www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/friesland/harlingen/brouwdok-het)
Het Brouwdok in Harlingen is een unieke buitendijkse havenbrouwerij aan de rand van het Wad en een proeflokaal met fenomenale vergezichten. Makke yn Fryslân. Een spiksplinternieuwe brouwerij in een karaktervolle jas. Dát is het Brouwdok, ons hoofdkwartier aan de Nieuwe Willemskade in Harlingen. De voormalige Hubert Jans loods ondergaat in 2018/2019 een grootste verbouwing en we kijken er enorm naar uit om daar verder te groeien, te experimenteren en te ontdekken. Met de komst van onze nieuwe brouwerij hebben we daar nóg meer ruimte voor. Ruimte voor meer liters, maar óók voor opwindende avonturen. Onze reis is nog maar net begonnen en er gloren oneindig veel smakelijke droombestemmingen aan de einder. Tsjoch! ... Het Brouwdok Nieuwe Willemskade 8 8862RZ Harlingen (https://www.friesland.nl/nl/locaties/3708970213/het-brouwdok-1, https://www.harlingenwelkomaanzee.nl/nl/locaties/3708970213/het-brouwdok-1)
Buitendijks gebrouwen, zeewaardig bier! Met de voeten op de kade en fenomenale vergezichten over de Waddenzee is deze havenbrouwerij hoofdkwartier en vertrekpunt voor experiment en avontuur. Hier wordt écht ambachtelijk bier gebrouwen. Naast een prachtige brouwerij met een diversiteit aan smaken vind je hier ook het mooiste proeflokaal van Nederland. In de zomermaanden elke dag geopend, met dagelijkse rondleidingen om 14:00. (https://www.visit-harlingen.nl/visit-harlingen-bierbrouwerij-het-brouwdok/)
Sinds 2018 huist de spiksplinternieuwe Havenbrouwerij in de karaktervolle jas van de voormalig Hubert Jans Loods. De oude houtloods is afgelopen jaren flink verbouwd en daarmee gaan we ook komende jaren gestaag door. We houden namelijk van groeien, experimenteren en ontdekken. Onze reis is nog maar net begonnen en er gloren oneindig veel smakelijke droombestemmingen aan de einder. (https://www.hetbrouwdok.nl/het-proefdok/onze-thuishaven/)
Havenbrouwerij het Brouwdok heeft een verhaal dat zich laat lezen als een jongensboek. Johan en Gerard - twee brouwbroerders uit Harlingen hadden een droom: een eigen brouwerij. Op het moment dat de wegen van beide mannen zich kruisten was het een uitgemaakte zaak. Ze bleken even verschillend als gelijkgestemd en hun vriendschap was in één avond beklonken. De weg naar de toekomst ook. Via de zolder, een schuur in de tuin en een proeflokaal in het centrum van Harlingen, en uiteindelijk naar de magische plek van de brouwerij nu: aan de Nieuwe Willemskade in Harlingen. Het varende leven trok Johan weer naar zich toe en in 2019 koos hij voor de zee. Gerard is en blijft de brouwbaas, inmiddels ondersteund door meerdere bemanningsleden. De havenbrouwerij is en blijft thuishaven én vertrekpunt voor experiment en avontuur. Met de voeten stevig op de kade en de blik op zee. Havenbrouwerij het Brouwdok blijft zich ontwikkelen: het zicht op de Waddenzee wordt straks nog grootser vanaf de verdieping die in de brouwerij gebouwd wordt. ‘Met een fikse dosis nieuwsgierigheid, durf én inmiddels een rugzak vol kennis, gooien we de trossen los. En gaan we onze buitengewoon lekkere craftbiertjes verder uitbreiden. Met een grote grijns en in goed gezelschap. Want bier moet je delen. Daar gaat het nóg beter van smaken.’ (https://www.hetbrouwdok.nl/service/about/)
Deze brouwerij had een bak buiten de brouwerij met draf, binnen bleek het de uitstraling van en grand café. Het heeft ook een mooi terras met zicht op zee. Prachtige locatie! Dat was lekker zitten daar.
Baltic Porter De dokwerker (8,5%) is een lekkere stevige porter.
Hefe Weizen Wad Weizen (5,5%) is een hefeweizen die smaakt naar banaan en kauwgum. Het lettertype doet me denken aan het Nieuw-Zeelandse Mac's weizen. Die me destijds zo overweldigde met magnifieke bananensmaak.
Brouwdok Wit De Witte Swaen (5,7%) is een witbier dat duidelijk anders smaakt dan de weizen.
Ecuador
Eerst wat geschiedenis: De Galápagos eilanden en Charles Darwin zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Darwin ontdekte de eilanden niet. Hij arriveerde in 1835, 300 jaar nadat de eilanden in 1535 werden ontdekt toen een schip uit koers raakte. Zijn bezoek van vijf weken resulteerde in zijn evolutietheorie, die hij presenteerde in "The Origin of Species", gepubliceerd in 1859. In dat boek merkte Darwin op dat het mogelijk was om te onderscheiden van welk eiland een schildpad kwam door de vorm van zijn schild, evenals hoe de vinken en kolibries van eiland tot eiland varieerden. Eigen ontdekkingen Onderzoekers van het Expeditieschip deden hun eigen ontdekking. Ze zien dat op elk van de eilanden de bekende biersoort IPA zich verschillend ontwikkelt. De biersoort is aangepast aan de lokale omstandigheden. Op een van de eilanden bijvoorbeeld, waar veel ananas voorhanden is, blijkt de lokale IPA ook een geduchte hoeveelheid ananas te bevatten. Op een naastgelegen eiland, waar de ananas veel minder gedijt, blijkt de IPA zich in een heel andere richting te ontwikkelen. Dit fenomeen kan worden vastgesteld na bijzonder veel vergelijkend onderzoek. Het zet ons team aan het denken: zou het zo kunnen zijn dat in de loop van de tijd biersoorten veranderen en dat de soort die het best is aangepast aan de omstandigheden uiteindelijk het meest succesvol is? En waarlijk, dat lijkt inderdaad zo te zijn. We werken aan deze theorie, die we uiteindelijk in boekvorm zullen publiceren onder de titel 'De oorsprong der biersoorten' maar hebben intussen gemeend de IPA waarmee ons denken zo ingrijpend is veranderd aan u te schenken. (https://www.hetbrouwdok.nl/blogs/expeditie/expeditie-ecuador/)
Ik heb geen ananas ontdekt, noch een IPA erin kunnen herkennen....
Paraguay (5,5%) is gebrouwen met Yerba mate.
Expeditie HET BROUWDOK URUGUAY Zoet en licht bitter Nieuwe kusten. Nieuw avontuur. In Uruguay zagen we hoe belangrijk broederschap is. Kunnen we onderschrijven. Ook wij zien het belang en de waarde van goed gezelschap. Tijdens onze wereldse Expeditie meerden we af in Uruguay, om daar te ontdekken dat yerba mate, gedronken uit een kalebas, een centrale rol speelt in het sociale leven van Uruguayanen. Een legende verhaalt dat Yerba Mate een gift van de goden was, nadat een man de levens van twee godinnen redde. Reden genoeg voor ons om er een bier mee te maken. We brouwden een bitterzoete amber met deze traditionele plant, die een specifiek aroma en smaak meegeeft aan het bier. 5,5 procent alcohol. Proost! (https://www.hetbrouwdok.nl/blogs/expeditie/expeditie-urugauy/)
Zuiderzeemuseum Enkhuizen ... Het museum heeft twee Zuiderzeebieren laten brouwen in samenwerking met twee bierbrouwers rond het IJsselmeer, Het Brouwdok uit Harlingen en Brouwerij Stijl uit Almere. Beide bieren zijn geïnspireerd op de Zuiderzeegeschiedenis. (https://www.youtube.com/watch?v=Ey6RjW1oR_o)
In samenwerking met Foodcurators heeft het museum twee Zuiderzeebieren laten brouwen, geïnspireerd op de Zuiderzeegeschiedenis. Proef de smaken Zeebodem Saison en Suker Surep Dubbel met de bierborrelbox.... Suker surep dubbel bier (33 cl) ... Zeebodem Saison bier (33 cl) ... Het Zuiderzeemuseum wil met dit project microbrouwerijen inspireren tot het ontwikkelen van een uniek Zuiderzeebier. (https://www.zuiderzeemuseum.nl/nl/page/4173/zuiderzeebier)
Zeebodem Saison Brouwerij Stijl uit Almere heeft zich laten inspireren door landbouwproducten uit de Flevopolder, de zeebodem van de voormalige Zuiderzee. In dit saison bier zijn wortelen en bieten verwerkt. Ook maakt het bier slim gebruik van een reststroom; brood dat niet meer verkocht kan worden, wordt gebruikt in dit bier, net zoals het oude Zuiderzeegerecht ‘bakkersverdriet’ ook oud brood gebruikte. Het resulteert in een fris, droog en dorstlessend bier. (https://www.zuiderzeemuseum.nl/nl/page/4173/zuiderzeebier)
Suker Surep Dubbel Het Brouwdok uit Harlingen gebruikte een veelvoorkomend ingrediënt dat in verschillende streekgerechten werd gebruikt om de dagelijkse kost meer smaak te geven: stroop. In combinatie met verschillende specerijen resulteert dit in een kruidig en dorstlessend bier: een moderne versie van een schippersdrankje. (https://www.zuiderzeemuseum.nl/nl/page/4173/zuiderzeebier)
Alkmaar
Alkmaar ... is een stad in de provincie Noord-Holland in Nederland, en de hoofdplaats van de gemeente Alkmaar. ... De stad staat bekend als "de kaasstad". Van begin april tot eind september wordt wekelijks een traditionele kaasmarkt gehouden.[3] Een inwoner van Alkmaar heet een Alkmaarder, maar wordt in de volkstaal kaaskop genoemd.[4] De stad beschikt over twee spoorwegstations: station Alkmaar en station Alkmaar Noord. Alkmaar ligt in de samenwerkingsregio Kennemerland, en deels in West-Friesland. Tevens werkt het samen met omliggende gemeenten in de Regionale bestuurskracht Alkmaar. Het verstedelijkte gebied om Alkmaar neemt in de regio een belangrijke plaats in. Het is min of meer vastgegroeid aan plaatsen als Heerhugowaard, Noord-Scharwoude, Zuid-Scharwoude, Broek op Langedijk, Sint Pancras, Oudkarspel, Obdam, Hensbroek, Bergen, Heiloo, Limmen, Castricum, Akersloot en Uitgeest. De complete agglomeratie, ook wel Groot-Alkmaar genoemd, strekt zich globaal uit van Uitgeest tot en met de dorpen Warmenhuizen en Tuitjenhorn in het zuiden van de gemeente Schagen en van Bergen tot en met Obdam... De naam Alkmaar wordt in verschillende vormen gebruikt sinds de middeleeuwen: Allecmere (tiende eeuw), Alcmere (1063), Alcmare (elfde en twaalfde eeuw), of Alkmare (1132). Mogelijk betekent het laatste deel maar (voorheen mere) "meer", "vijver" of "moeras", terwijl de eerste term alk lijkt te komen uit de Dietse betekenis "moeras" of "tempel".[5] ....Alkmaar is ontstaan op een strandwal, waarover een lange landweg naar het zuiden van Holland liep. Het was van origine een agrarische nederzetting, die gecentreerd was rond de in de 10e eeuw gestichte Sint-Laurenskerk in het westelijke deel van de latere binnenstad. Op de strandwal lagen de akkers. Iets ten oosten daarvan lagen de lagergelegen veen- en kleigronden van de Mient. De Scheteldoekshaven bij Alkmaar bood een mogelijkheid tot handel via de Laat en het oostelijker gelegen Voormeer naar de Rekere in het noorden en het Schermermeer in het zuiden en oosten. Via het Voormeer was de plaats ook verbonden met het Almere (de latere Zuiderzee). ... Toen graaf Dirk VII van Holland in Zeeland oorlog voerde, viel zijn broer Willem van Friesland in november 1195 West-Friesland binnen. Gravin Aleid van Kleef trok daarop ten strijde tegen haar zwager en versloeg hem bij Alkmaar.[7] Op 11 juni 1254 werden aan Alkmaar stadsrechten verleend door Willem II van Holland. De stad deed toen voornamelijk dienst als grensvesting en uitvalsbasis in de strijd tegen de West-Friezen. Daartoe liet de graaf van Holland ten noordwesten van de stad de Torenburg bouwen aan het einde van de Koningsweg. Met het verslaan van de West-Friezen werd de weg geopend voor de aanleg van dijken en wegen ten noorden van de stad en begon een rustigere periode voor de handel. In de loop van de 13e eeuw kon Alkmaar hierdoor en door haar ligging bij het Voormeer uitgroeien tot een internationale handelsstad. ... In de zomer van 1517 hadden stad en omgeving te lijden van plunderingen door de Arumer Zwarte Hoop. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog, werden in juni 1572 door de calvinistische Geuzen onder Diederik Sonoy de Alkmaarse franciscaner priesters en broeders opgepakt en in Enkhuizen op 25 juni 1572 omwille van hun trouw aan het katholieke geloof, na gruwelijke marteling, vermoord. De vermoorde geestelijken staan thans bekend als de martelaren van Alkmaar. In 1573 werd Alkmaar belegerd door de Spanjaarden, die in Oudorp hun kamp hadden opgeslagen. De Alkmaarders hielden hen echter met kokend teer en brandende takkenbossen op afstand. Deze gebeurtenis, die leidde tot de bekende uitdrukking Bij Alkmaar begint de victorie, wordt nog elk jaar gevierd op 8 oktober tijdens Alkmaars Ontzet. In 1876 werd ter herinnering aan deze gebeurtenis het Victoriemonument in het Victoriepark opgericht.... In de Franse tijd werd Noord-Holland omgevormd tot het 'Departement van Texel', waarvan Alkmaar de hoofdstad werd. ... Het Noordhollandsch Kanaal, dat in 1824 geopend werd, liep bij de aanleg precies om Alkmaar heen. Door de groei van Alkmaar loopt het er tegenwoordig dwars doorheen. In 1865 en 1867 werd de infrastructuur nog verder uitgebreid door de opening van de spoorlijnen van Alkmaar naar respectievelijk Den Helder en Uitgeest - Haarlem. In de 20e eeuw ontstonden nieuwe woonwijken rond Alkmaar, en in 1972 werden Oudorp, Koedijk-Zuid en het gedeelte ten zuiden van de spoorlijn Alkmaar - Heerhugowaard van Sint Pancras-Zuid (de buutschap De Nollen) aan het grondgebied van Alkmaar toegevoegd. ... De Alkmaarse kaasmarkt is al meer dan vier eeuwen een traditie, die tegenwoordig jaarlijks door 100.000 mensen wordt bezocht. De 'markt' vindt plaats op het Waagplein, voor het monumentale Waaggebouw. In de 18e eeuw werd vier dagen per week kaasmarkt gehouden, en deze duurde tot 1 uur 's nachts.... Op de kaasmarkt lopen de kaasdragers van het Alkmaarse Kaasdragersgilde in vier verschillende kleuren: geel, rood, blauw en groen. Zo vormen zij groepen die vemen worden genoemd. Alle kaasdragers dragen een wit pak met strooien hoed. De kaasdragers hebben verschillende benamingen. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Alkmaar)
Het Hollands Kaasmuseum is een museum in de Waag van Alkmaar. Het museum is geopend op 21 april 1983 en trekt jaarlijks 35.000 bezoekers.[1] In het museum is onder andere de bereiding van zuivelproducten op de boerderij en in de fabriek te zien en wordt ook de handel en het leven op het platteland tentoongesteld. Het museum bevindt zich aan het Waagplein waar de kaasmarkt wordt gehouden. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Hollands_Kaasmuseum)
De Waag in Alkmaar is een gebouw op het Waagplein dat in gebruik is geweest als kapel en waag. Het Hollands Kaasmuseum en de VVV zijn tegenwoordig in het gebouw gevestigd. Het gebouw heeft een toren met beroemde ruitertjes en een fraai carillon. Het gebouw is in 1969 aangewezen als rijksmonument. Op het Waagplein wordt in de zomer de kaasmarkt gehouden.... De geschiedenis van het waaggebouw gaat terug tot de 14e eeuw. In die periode was het gebouw als kapel van het naastgelegen H. Geestgasthuis in gebruik. In dit gasthuis konden arme reizigers gedurende drie dagen en nachten gratis onderdak krijgen; ook werden er zieken verpleegd door monniken of nonnen. In 1566 gaf de bisschop van Haarlem toestemming om het H. Geestgasthuis in te richten tot waaggebouw. In 1582 besloot men de waag over te brengen naar de grotere H. Geestkapel, die inmiddels niet meer in gebruik was voor de godsdienstige activiteiten. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Waag_(Alkmaar))
Hollandse kaas is beroemd over de hele wereld. Maar wat maakt die kaas nu zo bijzonder? Ontdek de rijke geschiedenis van onze kaas, hoe hij wordt gemaakt en hoe de verschillende smaken ontstaan. Beleef het ware verhaal over kaas in het Hollands Kaasmuseum. (https://www.kaasmuseum.nl/)
Wil je weten hoe je kaas maakt? Dan ben je in het Hollands Kaasmuseum in kaasstad Alkmaar aan het juiste adres. Alles komt aan bod: van koeien melken tot kaasmaken op de boerderij.(https://www.museum.nl/nl/het-hollands-kaasmuseum)
Het Hollands Kaasmuseum in Alkmaar is opgericht in 1983. Ons museum is gevestigd in het historische Waaggebouw, met uitzicht op de Kaasmarkt. In het museum vind je allerlei interessante informatie over kaas: de geschiedenis, de bereidingswijze en de kaashandel. In het Hollands Kaasmuseum ontdek je het ware verhaal over kaas! ... De basis voor het Hollands Kaasmuseum werd gelegd op 23 april 1969 met de oprichting van de Stichting Hollands Zuivelarchief. Het doel van deze stichting is om voorwerpen en werktuigen die betrekking hebben op de geschiedenis en bereiding van zuivel tentoon te stellen. Op 21 april 1983 was het eindelijk zover: het Hollands Kaasmuseum opende zijn deuren. Het museum was vanaf het begin een groot succes. In 2013 ontving het museum zijn 1.000.000e bezoeker en nu komen er jaarlijks 35.000 bezoekers uit de hele wereld. Veel van de tentoongestelde attributen in het Kaasmuseum zijn in bruikleen gekregen van het Zuivelarchief. (https://www.kaasmuseum.nl/over-ons/)
Het Hollands Kaasmuseum bevindt zich in het monumentale Waaggebouw in Alkmaar, met uitzicht op het Waagplein, waar de wereldberoemde kaasmarkt plaatsvindt (op vrijdagen van april tot oktober). Een uitje naar dit museum is leuk en leerzaam voor jong en oud. Gemiddeld duren de bezoeken een uur. De collectie met historische objecten geeft een mooi beeld van de geschiedenis van het kaasmaken. Klassieke schilderijen tonen de kaashandel en het romantische plattelandsleven. Natuurlijk vind je in het museum ook veel informatie over de twee bekendste Hollandse kazen: de Edammer en de Goudse kaas. Dat smaakt naar meer! (https://www.kaasmuseum.nl/wat-is-er-te-doen/)
In het kaasmuseum was ook een toeristische VVV. Daar kochten we een doos 'Alkmaars bier'.
De bieren van Brouwerij de Die vallen allen in de categorie Speciaalbier. Wij brouwen Alkmaarse speciaalbieren met een hint naar het rijke verleden van de stad Alkmaar en haar inwoners. Speciaalbier, Alkmaar en geschiedenis inéén: dat is Brouwerij de Die. (https://www.brouwerijdedie.nl/onze-bieren)
De nederzetting Alcmaer is van oudsher gebouwd op een zandrug, ook wel “Oude duin” genoemd. Dit gebied bestond toendertijd voornamelijk uit veen- en kleigronden waardoor er vele moerassen waren. In die periode stroomden er vele waterlopen die de afvoer van het overbodige water verzorgden. De Oer-IJ liep in het zuidelijke deel van Alcmaer naar Castricum waar het uitmondde in een zeegat. Na het dichtslibben van het veenriviertje ontstonden er in dit gebied poelen die later meren vormden. Deze meren werden verbonden door een waterloop, “de Die”. Dit veenriviertje kwam via de Boekelermeer, Kooimeer en het Achtermeer de stad binnen. En stroomde via de Blekerskade, Baangracht en de Mientgracht naar een ander veenriviertje “de Rekere”. Deze waterloop stond in verbinding met de Noordzee. Inmiddels bestaat de Die in Alkmaar niet meer als riviertje, maar her en der in Noord Holland kom je nog steeds de naam tegen bij diverse waterstromen en meertjes. De Die is eigenlijk ook een verbastering van "Het IJ" Rond 1960 werd de wijk Overdie gebouwd in Alkmaar. Deze wijk ligt aan de andere kant van het veenriviertje “de Die”. Over De Die. In deze mooie, bijzondere volkswijk hebben de oprichters van deze brouwerij hun jeugdelijke jaren mogen beleven. Als eerbetoon aan het veenriviertje “de Die” is de naam van deze brouwerij ontleend: Alcmaersche Bierbrouwerij "de Die" zag op Zondag 5 juli 2015 het levenslicht met als doel ambachtelijke speciaalbieren te produceren met een hang naar het verleden. 17 mei 2017 is een belangrijke dag in de prille geschiedenis van onze brouwerij. Op deze datum werd onze eerste officiële bier gepresenteerd: Dirk Duyvel Blond. Sindsdien is dit bier verkrijgbaar in Alkmaar en omstreken. Zonder verleden is er geen toekomst. Speciaalbier uit Alkmaar is op de weg terug. Proost! (https://www.brouwerijdedie.nl/over-de-die)
Ik was bij de kerk overigens tevergeefs aan het kijken naar het biermuseum van Jopen. Jopen zit natuurlijk in Haarlem!
Jopen Non(netje) IPA (0,3%)
Alcoholarm, 0,3% - 33cl fles Vrij van alle zonden… Deze India Pale Ale bevat slechts 0,3% alcohol. Alcoholarm, erg fruitig met een stevig bittertje. (https://www.jopenbier.nl/product/non-ipa/)
Jopen Nederwit (5,5%)
Wit & Weizen, 5,5% - 33cl fles Neder-wiede-wiede-wheat! Neder Wit is een knipoog naar het nummer van Doe Maar: ‘Nederwiet’. In ons geval is het geen wiet, maar een White IPA met gerst en tarwe (wheat). ... A new beer in the mix! Hoe lekker is een koud glas bier op een warme zonnige dag? Precies! Héél héél lekker. Deze White IPA is een frisse kruising tussen een Weizen en een hoppige IPA. Het blonde biertje combineert de hoppigheid en fruitige tonen van een IPA met de frisheid en aardse tonen van een Weizen. Neder Wit is vol, mild bitter en lichtzuur. Een zachter en verfrissender biertje vind je maar zelden. ... Neder-wiede-wiede-wheat! Neder Wit is een knipoog naar het nummer van Doe Maar: ‘Nederwiet’. (https://www.jopenbier.nl/product/neder-wit/)
Jopen Heavy Cross Tripel IPA (10%)
IPA, 10,0% - 33cl fles Het bier blaast je omver met frisse smaken van citrus, ananas en tropisch fruit. Deze explosie van zomers fruit eindigt met een knal bitterheid. ... heavy Cross is een extra zwaar gehopte IPA. Het bier blaast je omver met frisse smaken van citrus, ananas en tropisch fruit. Deze explosie van zomers fruit eindigt met een knal bitterheid. Triple the fruit, triple the bitterness.... It’s a cruel, cruel world… De naam verwijst naar de hit ‘Heavy Cross’ van Gossip. A Heavy Cross to carry, so you better drink it. (https://www.jopenbier.nl/product/heavy-cross/)
Jopen Heavy Cross is een Tripel IPA met zachte meloenaroma’s afkomstig van de Hüll Melon-hop. De hopsoort Hallertau Blanc zorgt voor een fruitige smaak met tonen van witte druiven en zacht fruit. (https://www.bierista.nl/jopen-heavy-cross)
Deze bieren heb ik dus wel gedronken, maar de brouwerij dus niet bezocht, omdat we in een andere plaats waren.
Er was wel een biermuseum en bierwinkel:
Bierwinkel Alkmaar: Met een uitgebreide selectie van mooie speciaalbieren uit alle delen van de wereld, en dus nu ook Alkmaars speciaalbier van Brouwerij de Die! Bezoek Ludo en zijn winkel aan de Ridderstraat 14a in Alkmaar en laat je verwonderen! (https://www.brouwerijdedie.nl/waar-te-koop)
Het museum is gevestigd in het historische pand van voormalige brouwerij De Boom, vlakbij de beroemde kaasmarkt van Alkmaar. Het is in april 1987 geopend en heeft een officiële museumregistratie. Beheer en organisatie wordt geheel door vrijwilligers verzorgd. (https://www.biermuseum.nl/)
Het Nationaal Biermuseum De Boom is gevestigd in de oude gelijknamige brouwerij en laat 200 jaar bierhistorie aan de hand van gereedschappen en machines zien. Daarnaast hangen natuurlijk veel reclameborden aan de wanden, daar blonken bierbrouwerijen in vroeger tijd al snel in uit. Verder barst het hier van de oude bierflesjes, biervaten en uiteenlopende soorten bierglazen. Pronkstuk in het museum is de uit 1780-1830 stammende bar van de Leidse Studentensociëteit Minerva. Hij is hier weer opgebouwd. Dorst gekregen na een rondje door het museum gelopen te hebben? Dat is op te lossen in het ondergelegen proeflokaal.... Het Nationaal Biermuseum De Boom is te vinden vlakbij het Waagplein waar in de zomer de beroemde kaasmarkt wordt gehouden. Vanaf trein/busstation Alkmaar is het een kwartiertje lopen maar de wandelroute gaat wel dwars door de oude binnenstad en is bepaald niet heel vervelend. Houttil 1 1811 JL Alkmaar https://www.biermuseum.nl ... Over enkele verdiepingen maak je kennis met talloze aspecten van bier. Het begint meteen bij de balie al met vitrines vol bijzondere glazen en bierflesjes, niet in de laatste plaats van voormalig Stoom-Bierbrouwerij De Burg. Al snel daarna kom je in het brouwproces terecht en sta je oog in oog met een blinkende bovenkant van een ketel. Helaas is een en ander niet meer in werking te zien, daarvoor moet je tegenwoordig naar een brouwerij zoals de Texelse bierbrouwerij.... Oude kasboeken en foto’s geven een goed beeld van hoe zo’n 100 jaar geleden in Alkmaar bier werd gebrouwen. Ook de verpakking van bier komt aan bod. Naast natuurlijk de flesjes, waarbij de brouwerijen hun uiterste best doen de vorm en uitstraling zoveel mogelijk te laten aansluiten bij de belevingswereld van de afnemer, zijn ook fusten te zien die meer professioneel worden ingezet maar tegenwoordig toch ook een leuke look-and-feel hebben. Minst romantisch is natuurlijk te weten dat veel bier tegenwoordig met tankauto’s naar de cafe’s gaat en daar in grote tanks wordt opgeslagen. Waar bierbrouwers ook om bekend staan zijn hun grote inspanningen op het gebied van reclame. In het museum zijn de nodige email borden te zien waar de reclamebureaus van weleer waarschijnlijk hun beste beentje voor hebben gezet. Ook fotoreportages van bierbrouwerijen uit allerlei tijdperken fleuren de wanden op. Langs nog heel veel meer verschillende glazen en bierflesjes en uiteindelijk bierblikjes kom je uiteindelijk bij een fraai hoogtepunt van het museum van het museum terecht: de oude bar van de Leidse Studentensociëteit Minerva. Deze stamt uit de eind 18e, begin 19e eeuw. Je ziet de studenten hier nog bijna zitten met kaarslicht en ongetwijfeld ook toen al veel gebral en slechte grappen. (https://isditleuk.nl/musea/nationaal-biermuseum-de-boom-alkmaar/)
Het biermuseum was gesloten.
Thuis ben ik aan de doos begonnen.
Casenbroots Een diep gekoesterde wens van de brouwerij is in vervulling gegaan. Casenbroots ons bokbier zag het levenslicht in augustus 2020. De naam Casenbroots komt van de opstand van het Kaas en Broodvolk die Alkmaar heftig in zijn greep heeft gehouden. Spreek Kaas en Brood maar eens snel uit. Dit ambachtelijke gebrouwen bokbier is met 6,0% echt een bier om de herfst mee door te komen. (https://www.brouwerijdedie.nl/onze-bieren)
Casenbroots bokbier (6%) smaakt goed. Het doet mij denken aan een stout of porter vanwege de gebrande moutsmaak die een beetje aan koffie doet denken. Fijn, want ik ben geen fan van bokbier.
t Swaart van Cabeliau Een sterk najaarsbier met vier mouten, korianderkruid en de passie van de brouwer. Een stevig speciaal bier zoals de naam al doet vermoeden, met complexe smaaktonen. En, net als de voorgaande bieren van Brouwerij de Die, Alkmaars bier met een historisch Alkmaars verhaal erachter. (https://www.brouwerijdedie.nl/onze-bieren)
De 't Swaart Van Cabeliau is een bier gebrouwen door Brouwerij de Die Alkmaar uit Alkmaar. Deze Amerikaanse Red Ale heeft een alcohol percentage van 8%. De bierstijl Amerikaanse Red Ale komt van oorsprong uit Amerika. (https://www.beerinabox.nl/speciaalbier/brouwerij-de-die-alkmaar-t-swaart-van-cabeliau)
Dit koperkleurige bier smaakt kruidig. Het is niet zo donker als de foto op https://www.beerinabox.nl/speciaalbier/brouwerij-de-die-alkmaar-t-swaart-van-cabeliau doet vermoeden.
De 't Cieraedt Van Alkmaar is een bier gebrouwen door Brouwerij de Die Alkmaar uit Alkmaar. Deze Belgisch Blond heeft een alcohol percentage van 5%. De bierstijl Belgisch Blond komt van oorsprong uit België. (https://www.beerinabox.nl/speciaalbier/brouwerij-de-die-alkmaar-t-cieraedt-van-alkmaar)
Dit blonde bier geurt duidelijk en smaakt kruidig. Licht bitter, dus smaakt best goed.
t Witte Fortuin In samenwerking met Kaeskoppenstad hebben wij in 2019 een witbier mogen ontwikkelen en brouwen. Naar aanleiding van een enquête die we in 2018 tijdens dit evenement hebben gehouden was onze opdracht: Witbier - Citrus - niet te hoog in de alcohol. Dit ambachtelijke gebrouwen witbier is met 4,5% een prima bier om in de zon van te genieten. 't Witte Fortuin is vernoemd naar de voormalige bouwerij, het Fortuin, aan de Laat te Alkmaar. De brouwerij heeft tot 1891 dienst gedaan en is later dat jaar afgebroken. (https://www.brouwerijdedie.nl/onze-bieren)
't Witte Fortuin is een Alkmaars ambachtelijk witbier dat is gebrouwen als eerbetoon aan de voormalige bierbrouwerij het Fortuin en de Familie Witte. De Familie Witte hebben twee bekende brouwerijen in Alkmaar gehad. (Brouwerij het Fortuin en Brouwerij de Burg) Van beide brouwerijen zijn nog steeds sporen zichtbaar in de binnenstad van Alkmaar. De afbeelding is een fragment van het officiële briefpapier uit 1881. Het toont de voorgevel van de bouwerij aan de Laat, toen nog als een gracht. De brouwerij is in 1891 gesloten en later dat jaar gesloopt. Met een alcoholpercentage van 4,5% is het een mooie zomers witbier met een licht bittertje. (https://www.brouwerijdedie.nl/onze-bieren/t-witte-fortuin)
Bierbrouwerij Het Fortuin was een bierbrouwerij uit Alkmaar (Nederland).... in 1905 gesloten (220 jaar actief geweest)... Johannes Casparus (Casper) Witte (1766) werd in Duitsland geboren maar vertrok in 1785 op 19 jarige leeftijd vanuit zijn woonplaats Gesmold naar Nederland. Hij legde de reis naar Amsterdam helemaal te voet af. Na meer dan een jaar verpleegd te zijn geweest in het Amsterdamse pesthuis was hij weer voldoende opgeknapt is om in zijn levensonderhoud te gaan voorzien. Na in korte tijd een aantal baantjes te hebben gehad was hij ook twee jaar werkzaam geweest in een voor tijd grote brouwerij in Amsterdam. Casper Witte greep het aanbod aan van de Hoornse brouwer Philp Constant Boon om daar als knecht in Bierbrouwerij het Wapen van West-Friesland te gaan werken. Omdat er voornamelijk, i.v.m. de temperatuur, in het voor- en najaar gebrouwen werd verdiende Casper buiten de brouwperiode wat extra met het repareren van uurwerken. ... In de Oprechte Haarlemse Courant van 28 februari 1797 las Casper Witte, dat er in Alkmaar een brouwerij ter overname aangeboden werd. Hij was toen ongeveer zes jaar in de brouwerij in Hoorn aan het werk. Samen met de Amsterdammer Frans Hendrik Smit werd hij eigenaar van Brouwerij het Fortuin aan de Laat. Met zijn compagnon kon hij 4000 gulden contant op tafel leggen. De rest van de 9500 gulden die de brouwerij moest kosten werd geleend. In 1806 werd het compagnonschap tussen Witte en (de weduwe van) Frans Hendrik Smit beëindigd en kon Witte zich alleen eigenaar van de brouwerij noemen. Zijn halfbroer Johan Conrad Witte was meesterknecht in de brouwerij. Met zijn 46 jaar was Casper Witte al één van de rijkste mensen van Alkmaar. Niet alleen vergaard met het brouwen van bier maar voornamelijk met handel in goederen uit de tropen. Op 1 juni 1831 overlijdt Caspar Witte. Met hem verloor de stad een groot weldoener, hij gaf veel aan goede doelen. Bij oprichting droeg de brouwerij de naam Brouwerij het Zwaard. De naam werd later gewijzigd in Brouwerij het Wapen van Haarlem. Uiteindelijk fuseerde de brouwerij met Brouwerij het Fortuin en bleef deze naam voeren. ... De brouwerij werd enkele jaren later door de weduwe van de zoon van Caspar verkocht aan de heer Wahlen. De brouwerij werd in 1905 gesloten en is inmiddels gesloopt. Het beeld van Vrouwe Fortuna, dat ooit aan de gevel van de brouwerij hing, is wel bewaard gebleven. (https://www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/noord-holland/alkmaar/fortuin-het)
Stoombierbrouwerij de Burg was een bierbrouwerij uit Alkmaar (Nederland).... in 1926 gesloten (80 jaar actief geweest)... In 1846 begint de zoon van Caspar, Coenraad Melchior Witte, Brouwerij de Burg. Hij verkoopt er ook schoon drinkwater en men kan in de brouwerij ook graan en zaad laten drogen. Waarschijnlijk werd de eest voor dit doel gebruikt. De laatste brouwer Franciscus Maria Witte stopte in 1926 met brouwen en begon een garagebedrijf. Dit was het einde van bijna 130 jaar bierbrouwen in Alkmaar door de familie Witte. Van het pand aan de bierkade 10 is alleen de voorgevel blijven staan. Sinds 1992 is er het kachelmuseum te vinden. (https://www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/noord-holland/alkmaar/burg-de)
Op https://haarlemsbier.blogspot.com/2011/08/1824-een-nieuwe-brouwerij-in-alkmaar_25.html staat een verhaal over het verzoek van Hermanus Bergwever en Johannes de Veer uit Alkmaar om in het door hen gekochte pand aan de Bierkade te Alkmaar (wijk C no. 13) een nieuwe brouwerij te mogen stichten (https://haarlemsbier.blogspot.com/2011/08/1824-een-nieuwe-brouwerij-in-alkmaar_25.html)
t Cieraedt van Alkmaar Ter ere van het 500 jarige jubileum van de Grote Kerk Alkmaar maakten wij een bijzonder speciaal bier. Dit blonde jubileumbier is licht moutig en heeft een fris fruitige smaak. Met 5,8% is het een prima terrasbier dat Alkmaarders en bezoekers aan de Grote Kerk zal verrassen. De naam 't Cieraedt van Alkmaar verwijst naar de tekst uit de "Kronyk van Alkmaar" van C. van der Woude. (https://www.brouwerijdedie.nl/onze-bieren)
"Dirk Duyvel Blond" Dirk Duyvel Blond is een volgens Belgische stijl gebrouwen blond speciaalbier met komijn en een vleugje koriander. Beleef Alkmaar en de geschiedenis van het beleg met dit lekkere doordrinkbare bier. Het eerste officiële speciaal bier van Brouwerij de Die is verkrijgbaar vanaf 17 mei 2017 op diverse plaatsen in Alkmaar. 6.3˚ alc. Vol. (https://www.brouwerijdedie.nl/onze-bieren)
Het blonde bier smaakt niet verkeerd, maar geeft mij wel het gevoel dat ik met een anoniem etiketbier te maken heb. Het is niet echt onderscheidend en had net zo goed een Limburgs bier of Flevolands blond bier kunnen zijn.
"8 October Ontzetbier" 8 October Ontzetbier is voor het Alkmaarse feest van het jaar gebrouwen. Gebrouwen met gember, waardoor dit verfrissende bier die kenmerkende zoete smaak krijgt. Dit typische Alkmaarse speciaal bier heeft een alcoholpercentage van 5,5˚ alc. Vol. (https://www.brouwerijdedie.nl/onze-bieren)
Casembroot, Jan van, heer van Bekkerzeel Secretaris en raadsheer van Lamoraal van Egmond, lid van het Verbond der Edelen Ca. 1525 - Vilvoorde, 14 september 1568 ... Jan van Casembroot was heer van de ten westen van Brussel gelegen heerlijkheden Bekkerzeel, Zellik en Kobbegem, van Berchem en van Fenain (tussen Douai en Valenciennes). Vanwege zijn voornaamste bezitting komt hij ook voor als Beckerzeel(e) of Bekkerzeel(e), en als Backerzeel(e) of Bakkerzeel(e). Zijn vader Leonard de Casembroot was burgemeester van Brugge, zijn moeder Maria Reyvaert. Als edelman was hij aanvankelijk verbonden aan het hof van Emanuel Philibert van Savoye, maar hij ging over in dienst van graaf Lamoraal van Egmond als secretaris (geheimschrijver) en raadsheer. Casembroot was een gretig deelnemer aan het Verbond der Edelen, waarin hij een van de actiefste leden was, zelf katholiek, maar tegen de geloofsvervolging gekant. Hij behoorde tot de aanbieders van het Smeekschrift der Edelen. Casembroot was aanwezig bij de bijeenkomsten van de edelen in Sint-Truiden en Duffel. Nadat op 25 oktober 1566 de landvoogdes een akkoord had gesloten met het Verbond der Edelen om de schuldigen aan de Beeldenstorm te straffen, nam ook Casembroot zijn aandeel aan het opsporen en terechtstellen van degenen die aan de Beeldenstorm hadden meegedaan. Egmond benoemde hem tot gouverneur van Oudenaarde, waar Casembroot zich nog gematigd opstelde, maar naderhand in Vlaanderen behoorde hij tot de haviken. Het mocht hem niet baten toen de hertog van Alva het bewind van Margaretha van Parma had overgenomen. Casembroot werd op dezelfde dag gearresteerd als zijn meester, de graaf van Egmond zelf, dus 9 september 1567. Zijn papieren werden geconfisqueerd en anders dan Egmond werd Casembroot op de pijnbank gelegd in de veronderstelling dat hij veel meer kon opbiechten dan hij deed. De Bloedraad veroordeelde hem op 9 augustus 1568 ter dood en op 14 september 1568 werd hij in de gevangenis van Vilvoorde onthoofd. (https://dutchrevolt.leiden.edu/dutch/personen/C/Pages/casembroot.aspx)
In de zomer van 1573 veroverde het Spaanse leger de stad Haarlem. Het leger trok daarna door naar Alkmaar. Om te voorkomen dat de Spanjaarden ook deze stad zouden veroveren, benoemde Willem van Oranje de geuzenaanvoerder Jacob Cabeliau tot bevelhebber van Alkmaar en stuurde hem met een leger geuzen in juli 1573 naar Alkmaar. Waarschijnlijk ontving Cabeliau het zwaard voor deze functie. Maar het stadsbestuur van Alkmaar wilde het geuzenleger eigenlijk niet binnenlaten. Door de val van Haarlem was er verdeeldheid ontstaan in de stad: sommige bestuurders twijfelden of het verstandig was om Willem van Oranje te blijven steunen. Hoe de geuzen uiteindelijk de stad zijn binnengekomen, is niet duidelijk. Er gaan twee verhalen rond. Zo zou volgens sommigen burgemeester Floris van Teijlingen na lang twijfelen de poort hebben opengemaakt. In een andere lezing braken de geuzen zelf de stadspoort open. Op de kling van het zwaard staat de volgende tekst: ‘Dit swaart heeft Gevoert [is gedragen door] Jonkheer Jacus cabellau Gouverneur der Stadt Alckmaar In t Jaar 1573’. De tekst is in de achttiende eeuw op het zwaard aangebracht om de historische betekenis te onderstrepen. Cabeliau heeft niet lang met het zwaard kunnen pronken. Op 22 februari 1574 stierf hij in ’t Hooge Huys in Alkmaar. (https://www.geschiedenislokaalregionaalarchiefalkmaar.nl/bronnen/het-zwaard-van-cabeliau/)
In 1573 werd de stad Alkmaar belegerd door Spaanse troepen. Onder leiding van commandant Cabeljauw kon de aanval worden afgeslagen en de Spanjaarden moesten zich terugtrekken. Cabeljauw werd bevorderd tot militair gouverneur van Alkmaar en kreeg waarschijnlijk dit zwaard als eerbewijs. De tekst op de kling is mogelijk in de 18de eeuw aangebracht om de historische betekenis van het zwaard vast te leggen. Te zien in zaal 0.12 (https://cdn.rijksmuseum.nl/nl/collectie/NG-2002-23-229)
Het verhaal over Cabeliau en zijn zwaard speelt zich af tijdens de succesvolle verdediging van Alkmaar tegen de Spanjaarden in 1573. Na moeizame beginjaren van de Opstand keren de kansen van Willem van Oranje en de gewesten Holland en Zeeland in hun strijd tegen koning Filips II. Jacob Cabeliau (1527-1574), ook wel gespeld als Cabeljauw, Kabeljauw, Cabiliau of Babiliau, heer van Mulhem, was een Zuid-Nederlandse opstandeling in het leger van Willem van Oranje. Een jonkheer en een watergeus, volgens de overlevering een beminnelijke persoonlijkheid, moedig en standvastig, maar ook iemand die niet aarzelde om vrouwen en kinderen als levend schild te gebruiken en priesters terecht te stellen. Zijn daden worden in het Geuzenliedboek bezongen. Tot april 1572 mislukten de acties van Willem van Oranje tegen de Spanjaarden, en in zijn nood zocht hij toenadering tot de watergeuzen. Willem probeerde met de ongeregelde bende afspraken te maken, voor zover dat mogelijk was natuurlijk, want samenhang in de acties van de watergeuzen was nauwelijks te bekennen. De watergeuzen beloofden om te proberen in de zomer van 1572 een Hollandse of Zeeuwse stad te overmeesteren om daarvan een uitvalsbasis te maken. Daadkrachtig als ze waren gingen de watergeuzen vrijwel meteen tot actie over. Bij stormachtig weer voeren ze op 31 maart met een vloot van 26 schepen en 600 man sterk, onder aanvoering van de heer van Lumey en in zijn gevolg Jacob Cabeliau, de Maasmond binnen. Op 1 april gooiden ze bij Den Briel, op zoek naar beschutting, hun ankers uit. Spaanse troepen waren nergens te bekennen; de hertog van Alva had ze uit bezuinigingsoverwegingen teruggetrokken. Het stadsbestuur aarzelde om de watergeuzen toe te laten, waarop dezen de poorten van Den Briel ramden. Ze trokken de stad binnen en sloegen aan het plunderen. Oranjes eerste uitvalsbasis was in zijn naam veroverd, voordat hij daartoe opdracht had gegeven. Omdat Alva een Franse aanval verwachtte, stuurde hij geen troepen om Den Briel te heroveren. Daardoor slaagden de watergeuzen er in het voorjaar van 1572 in stad na stad achter Oranje te krijgen. Vlissingen (22 april), Enkhuizen (21 mei) en Dordrecht (23 juni) werden 'geusgezind' en de grote waterwegen in Holland en Zeeland kwamen onder hun controle: de Maas, de Rijn en ook de Zuiderzee. Veel steden openden de poorten zodra de geuzenvloot verscheen. De stadsbestuurders vreesden om afgezet te worden of durfden de strijd niet aan. Medemblik werd veroverd op 8 juni, en op 18 juni stemde de burgerij van Hoorn voor het binnenlaten van de geuzen. Op 20 juni trok een vijftal geuzenvendels, waaronder dat van Jacob Cabeliau, Alkmaar binnen. Ze bleven niet lang en trokken verder naar Edam en Monnickendam. Willem van Oranje stelde de Antwerpenaar Guillaume Mostart als gouverneur van Alkmaar aan. ... Alva zag de Franse dreiging in augustus 1572 wegvallen. De protestantse hugenoten, potentiële medestanders van de opstandige Nederlanden, werden in de Bartholomeüsnacht als machtsfactor uitgeschakeld, 20.000 van hen vonden de dood. Nu had Alva zijn handen vrij om te reageren op de rebellie in Holland en Zeeland. Hij dirigeerde zijn troepen naar het noorden: Bergen werd bedwongen; Mechelen, waar een bloedbad werd aangericht (oktober) volgde. Ook het noordoostelijk gelegen Zutphen werd, in een orgie van moord en doodslag, gestraft voor zijn opstandigheid. Als de Spanjaarden eraan kwamen, gaven veel steden zich liever meteen over. Maar dat veranderde vanaf de inname van Naarden, op 1 december 1572: deze stad capituleerde, maar toch werden 1100 burgers vermoord. Plundering door de watergeuzen was erg, maar alles was beter dan de Spanjaarden binnen de poorten laten. Een week na de uitmoording van Naarden sloegen de Spanjaarden hun tenten op voor Haarlem. Een zeven maanden durend beleg volgde, waarbij beide partijen qua geweld niet voor elkaar onderdeden. Afgehakte hoofden van katholieke Haarlemmers - Spaanse sympathisanten - stonden op de muren van de stad, terwijl boven de Spaanse belegeringsschansen de afgehakte hoofden getoond werden van Haarlem goedgezinde personen. Haarlem moest zich uiteindelijk gewonnen geven en werd gruwelijk gestraft. De volgende stad op het Spaanse lijstje was Alkmaar, een stad met in die jaren ongeveer 9000 inwoners. Omdat de polders in de zestiende eeuw nog niet drooglagen, was de stad bereikbaar voor zeeschepen en was hij van strategisch belang. De burgers hadden in april 1571 tijdens een korte inkwartiering al kennisgemaakt met de Spanjaarden. Niet tot hun genoegen - uitgevreten waren ze. Na een mislukte poging om Enkhuizen te verrassen besloten de Spanjaarden Alkmaar te belegeren. Willem van Oranje zond op 16 juli 1573 Diederik Sonoy en zijn kapiteins Jacob Cabeliau, Dirck Duyvel en Nicolaas Ruychaver met hun vendels naar Alkmaar. Ze kwamen uit de omgeving van Heiloo en Egmond, steden die in handen van de watergeuzen waren. Met de Spanjaarden in aantocht verzochten Cabeliau en Ruychaver het stadsbestuur van Alkmaar om toelating. Terwijl beide geuzenkapiteins met gouverneur Mostart naar het stadhuis liepen, werd er op ze geschoten - Mostart raakte gewond aan zijn been. Burgemeester Floris van Teylingen, zwager van de lijfarts van Willem van Oranje, hakte de knoop door en opende de Friesche Poort voor de geuzenvendels. Kort daarop luidden de alarmklokken en zocht iedereen een schuilplaats: de Spaanse voorhoede was gearriveerd en viel via de Kennemerpoort Alkmaar binnen. Ruychaver en Cabeliau slaagden erin deze Spaanse soldaten de stad uit te jagen, waarna de burgers de verdedigingswerken van de stad versterkten. Het duurde tot 21 augustus voordat Don Frederik, Alva's zoon, de stad omsingelde. Maar hij kwam wel met veel soldaten, zo'n 6500, terwijl de geuzenvendels slechts 800 soldaten telden en met steun van 1800 burgers en boeren de stad moesten verdedigen. ... Tijdens de eerste schermutselingen vielen er slachtoffers in de stad. Sommige geuzenkapiteins en leden van de vroedschap raakten in paniek. Cabeliau en Van Teylingen bleven echter vastberaden. Cabeliau, geplaagd door hoge koorts, stuurde op 23 augustus een brief aan Sonoy met het verzoek om het land onder water te zetten. Op 12 september wierp Sonoy schansen op, waardoor geen Spaanse soldaten meer konden worden aangevoerd. De vijand groef zich in loopgraven voor de poorten in. In de vroege morgen van 18 september begonnen van daaruit de beschietingen. Via twee speciaal aangelegde bruggen, de een op mest en de ander op wijnvaten gebouwd, werd de aanval ingezet. De inwoners van Alkmaar verdedigden zich met hand en tand. Vrouwen hielpen bij het laden van de geweren en vanaf de muren werden kokend water, gesmolten lood, ongebluste kalk, brandende takken, hoepels van pek en stro, en een enorme hoeveelheid schroot, kogels en stenen naar beneden gegooid. Intussen namen twintig Spaanse kannonen vier uur lang de verdedigingswerken en poorten onder vuur. Het weer zat de Spanjaarden mee. De wind stond gunstig, de rook van het geschut woei richting stad en belemmerde het zicht van de verdedigers. Toch boekten de Spanjaarden weinig succes. Hun kanonskogels sloegen geen bres in de stadsmuur en ze forceerden geen enkele poort. Twee aanvallen werden afgeslagen. Tijdens de derde poging om met ladders en een stormloop de stadsmuur te bestijgen, zette Sonoy de sluizen openen, waardoor de Spaanse legerplaats onder water liep. De stormloop werd afgeblazen. Oranje had intussen aan de burgers van Alkmaar beloofd om op 28 september de dijken door te steken. Deze belofte, geschreven op een briefje dat verborgen zat in een polsstok, werd onderschept door de vijand. Don Frederik raadpleegde Alva. Bij dijkdoorbraken liepen zijn troepen het risico om te verdrinken. Vanaf 25 september zag de burgerij van Alkmaar de Spaanse troepen opbreken. Nog enkele schermutselingen volgden, maar op 8 oktober was de strijd definitief voorbij. Alkmaar had als eerste stad een georganiseerd beleg van de Spanjaarden doorstaan. Van toen af klonk het triomfantelijk: 'Van Alkmaar begint de victorie.' (https://www.historischnieuwsblad.nl/het-zwaard-van-cabeliau/)
Weet je dat een van de helden van Alkmaar Jacobus Cabeliau is? Hij is zelfs zo beroemd dat hij een biertje heeft dat naar hem vernoemd is. Cabeliau was bevelvoerder tijdens het Beleg van Alkmaar in 1573. Maar hoe zit het nou met die kabeljauwen? In de zomer van 1573 veroverde het Spaanse leger Haarlem. Het leger trok daarna door naar onze stad. Om te voorkomen dat ook Alkmaar in handen zou vallen van de Spanjaarden, stelde Willem van Oranje geuzenaanvoerder Jacob Cabeliau aan om de leiding in Alkmaar op zich te nemen. Het werd een vrij bloedige strijd, waarbij aan beide kanten doden vielen te betreuren. ... Het hoogtepunt van de strijd was tijdens de ‘bangste dag’ van het Alkmaars beleg op 18 september 1573. De Spanjaarden vielen meerdere keren aan, maar de Alkmaarders waren sterk en dreven de vijand terug. Op de afbeelding hieronder zie je het gevecht op de stadswallen. Op de voorgrond is leider Cabeliau te zien. Hij leunt op een stok en heeft zijn linkerbeen in het verband. Uiteindelijk werden de Spanjaarden op 8 oktober definitief verdreven.... In het Alkmaarse stadhuis werden in 1879 verschillende gebrandschilderde ramen aangebracht. Daarbij zat ook een wapen waarin Jacob Cabeliau centraal staat. Het ontwerp zie je hieronder. Daarin zie je ook de kabeljauwen terugkomen. Eigenlijk is het verhaal daarachter niet zo heel ingewikkeld: de kabeljauwen in het wapen verwijzen natuurlijk naar de achternaam van deze verzetsheld.... Heb je het speciaalbiertje al eens geproefd dat is vernoemd naar Jacobus Cabeliau? Bij Bierbrouwerij de Die kun je proeven. Het biertje heet officieel ’t Swaart van Cabeliau. Dat verwijst naar een zwaard dat de aanvoerder destijds kreeg aangeboden als dank voor zijn diensten voor Alkmaar. Het zwaard kun je nog altijd terugvinden in het Rijksmuseum in Amsterdam. Wie wil weten wat de kenmerken van het biertje van Cabeliau zijn: het is een ongefilterd bier met vier mouten, oranjeschillen en koriander. Proost op een van de aanvoerders van Alkmaar! (https://indebuurt.nl/alkmaar/genieten-van/mysteries/mysterie-opgelost-dit-betekenen-de-kabeljauwen-op-t-hooge-huys-in-alkmaar~87672/)
‘Van Alkmaar de victorie!’ is een uitspraak die bijna elke Alkmaarder zal kennen. Het verwijst naar het Beleg van Alkmaar van 1573 waarbij de stad en haar inwoners zeven weken lang de belegering van de Spanjaarden wist te doorstaan. Binnen dit thema zijn bronnen verzameld die een beeld geven van het Beleg. De bronnen komen niet alleen uit Alkmaar, maar laten ook zien wat de invloed was van het Beleg in de regio, zoals bijvoorbeeld Egmond en Oudorp. Het Beleg van Alkmaar duurde van 21 augustus tot en met 8 oktober 1573. Tijdens deze zeven weken probeerden de Alkmaarders stand te houden tegen het Spaanse leger. Dit leger stond onder leiding van Don Frederik, de zoon van de hertog van Alva. (https://www.geschiedenislokaalregionaalarchiefalkmaar.nl/themas/het-beleg-van-alkmaar/)
De Tachtigjarige Oorlog was een strijd in de Nederlanden die in 1568 begon en eindigde in 1648, met een tussenliggende wapenstilstand (het Twaalfjarig Bestand) van 1609 tot 1621. De oorlog woedde in een van de rijkste Europese gebieden, de Habsburgse of Spaanse Nederlanden en richtte zich tegen een wereldmacht: het Spaanse Rijk onder leiding van koning Filips II, landsheer der Nederlanden, en zijn opvolgers Filips III en Filips IV. De eerste fase van de oorlog kan gekarakteriseerd worden als een opstand, een burgeroorlog, en staat bekend als de Nederlandse Opstand. Vanaf 1588, na 20 jaar, veranderde het karakter in een geregelde oorlog. Aanvankelijk trokken de Lage Landen of de Zeventien Provinciën gezamenlijk op tegen de Spaanse overheerser. Na 1576 groeiden de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden uit elkaar, doordat de Reformatie in het noorden beter stand hield dan in het zuidelijke deel. De opmars vanuit het zuiden van het leger van de koning (verder 'Spaanse leger' genoemd) leidde in 1585 tot de Val van Antwerpen die de scheiding van noord en zuid markeerde. Na Antwerpen zette het Spaanse leger door tot het grote delen van de in 1588 gevormde Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in handen had. Rond 1590 keerde het tij ten gunste van de Republiek en kwam het noorden en oosten terug in Staatse handen. In 1609 werd de wapenstilstand gesloten, het Twaalfjarig Bestand, hoewel de oorlog indirect werd voortgezet in Duitsland (Dertigjarige Oorlog). Na het hervatten speelde de oorlog zich voornamelijk af in het zuiden van de Republiek. Moegestreden tekenden de strijdende partijen in 1648 de Vrede van Münster. ... De Lage Landen, ongeveer het hedendaagse Nederland, België en Luxemburg, bestonden begin zestiende eeuw uit een verzameling van vorstendommen die reeds voor een groot deel verenigd waren onder het huis van Bourgondië. Er leefden hardnekkige tegenstellingen tussen de poorters en de gilden in de welvarende steden en de adel op het platteland, en tussen steden onderling. Van enige samenhang tussen deze landen, met ieder hun eigen eeuwenoude privileges en instellingen, was nauwelijks sprake, ondanks enkele Bourgondische pogingen om enige lijn te brengen in het bestuur van de Nederlanden. Het lukte keizer Karel V in de loop van de zestiende eeuw om, met uitzondering van prinsbisdom Luik, door vererving, huwelijken en verovering ook het uitgebreide graafschap Gelre, bisdom Utrecht met inbegrip van Overijssel, Drenthe, Friesland en Groningen toe te voegen. De inwoners van deze landen voelden geen enkele binding met andere landen in deze verzameling. Zij identificeerden zich voornamelijk met de eigen stad of streek en ten hoogste met het eigen gewest.[1] Karel V was hoofd van het machtigste imperium en naast landsheer van de Nederlandse vorstendommen ook keizer van het Roomse Rijk en koning van Spanje en al zijn koloniën.... De landsheer wilde van deze onsamenhangende Nederlandse vorstendommen, ook Zeventien Provinciën genoemd, een sterke staat maken die centraal bestuurd zou worden. Doordat de provincies een lange traditie van autonomie kenden, hadden ze allen verschillende gebruiken, privileges en wetgeving. Om meer samenhang te creëren op bestuurlijk en gerechtelijk gebied was een proces gaande om bepaalde bevoegdheden van de provincies in te perken en deze te centraliseren. Dit leidde, zoals in de Bourgondische periode, opnieuw tot felle protesten van de vertegenwoordigende instellingen van steden en standen in de gewesten.[2] Een andere wens van de landsheer was het opleggen van belastingen om elders middelen in te zetten in zijn uitgebreide rijk en oorlogen te voeren. Het opleggen van belastingen kon de landsheer niet zelfstandig aangezien het toekennen van geld ook een privilege was van de landen. Bij het verlenen van geld werden door de landen vaak allerlei eisen gesteld over de besteding ervan. Die eisen konden weer het proces van meer centralisatie in de weg zitten. Door kostbare oorlogen en toenemende bureaucratie zat de landsheer om steeds meer geld verlegen, maar tot het instellen van een centraal opgelegde belasting was hij nog niet in staat geweest.[3] In 1531 installeerde Karel V in Brussel de Collaterale Raden, waaronder de Raad van State als belangrijkste, die ongeveer in deze vorm zouden blijven bestaan als de voornaamste bestuursorganen van de Habsburgse Nederlanden, tot in 1788.[4]... In oktober 1555 trad Karel V af en het enorme rijk dat hij achterliet, werd verdeeld tussen zijn zoon Filips II en zijn broer Ferdinand. Spanje, de Nieuwe Wereld en de Nederlanden gingen naar Filips, Ferdinand kreeg de Oostenrijkse landen en de keizerskroon. Na in juni 1554 met Maria I van Engeland te zijn gehuwd kwam Filips in september 1555 vanuit Engeland naar de Nederlanden. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Tachtigjarige_Oorlog)
De harde aanpak van protestanten, de toenemende centralisatie, bureaucratisering, economische achteruitgang onder delen van de bevolking en de Spaanse staatsbankroetverklaring van 1557 zorgden voor toenemende onvrede in de Zeventien Provinciën. Door de economische malaise in de tweede helft van de zestiende eeuw en de afkeer tegen het katholicisme zorgde voor groei van het calvinisme. Filips II reageerde er op door het nog harder laten aanpakken van deze 'ketters'. Na het sluiten van de vrede van Cateau-Cambrésis tussen koninkrijk Frankrijk en Spanje, keerde Filips in augustus 1559 voorgoed terug naar Spanje en benoemde zijn halfzus Margaretha van Parma tot landvoogdes van de Nederlanden. De landvoogdes liet zich adviseren door een paar vertrouwelingen, waaronder kardinaal Granvelle. De normaal zo invloedrijke hoge edelen uit de Raad van State, zoals Oranje en Egmont, zagen hun macht ingeperkt worden. Zij waren ontevreden over het gevoerde beleid omdat die veel onrust veroorzaakte in de gewesten.... Traditioneel wordt de Slag bij Heiligerlee op 23 mei 1568 gezien als startpunt van de Opstand, maar eigenlijk hadden vanaf 1566 al meerdere gebeurtenissen plaatsgevonden die ook als beginpunt gezien kunnen worden. Vanaf 1588 was het karakter van een opstand veranderd naar een geregelde oorlog.... De ontevredenheid onder de calvinisten kwam tot uitbarsting met de Beeldenstorm. Het geweld begon op 10 augustus 1566 in West-Vlaanderen na aansporing door calvinistische predikanten. In grote delen van de Nederlanden werden hierop vernielingen aangericht in kerken en kloosters door rondtrekkende groepjes. Het vandalisme was gericht tegen de rijkdom van de katholieke kerk en de beeldenverering. Vooral heiligenbeelden, altaren en monstransen moesten het ontgelden. De golf van geweld verspreidde zich door Vlaanderen, Artesië en Brabant naar Holland en Zeeland en Utrecht. Willem van Oranje en zijn medestanders, waaronder de hoge edelen Egmont en Horne veroordeelden het geweld.[11] Zij hadden een gematigd beleid en gewetensvrijheid voor ogen in de Zeventien Provinciën. De steun van de gematigde katholieken voor het idee van gewetensvrijheid kwam door de beeldenstorm in gedrang. Oranje en zijn medestanders beloofden Margaretha van Parma de rust te herstellen in ruil voor het toestaan van het protestantisme in gebieden waar deze voor de Beeldenstorm voorkwam. Margaretha had geen andere mogelijkheden dan instemmen. Hendrik van Brederode, eerder woordvoerder van het Eedverbond der Edelen, zocht steun voor een gewapende oproer in het noorden maar slaagde er niet in. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Tachtigjarige_Oorlog)
Filips II was geschokt en gekwetst toen hij hoorde van de Beeldenstorm. Nu de oorlog met de Turken tot rust gekomen was, zag hij de kans om in de Nederlanden orde op zaken te stellen. De harde lijn moest gevoerd worden. Degene die dit moest uitvoeren was de hertog van Alva die de bijnaam de IJzeren hertog had vanwege zijn brute reputatie. Met een 10.000 man sterk leger uit Lombardije kwam hij na twee maanden op 22 augustus 1567 aan in Brussel. Meteen richtte hij de Raad van Beroerten op, die belast was met het vervolgen en bestraffen van betrokkenen van de onlusten van de afgelopen twee jaar. Onder Alva's bewind werden 8950 personen gearresteerd en veroordeeld.[14] Van Egmont en Horne werden door de raad ter dood veroordeeld voor hoogverraad, omdat zij niet hard genoeg hadden opgetreden en werden terechtgesteld net als 1100 anderen. Aangezien zij ridders van de orde van het gulden vlies waren, waarvoor aparte rechtspraak gold, was deze veroordeling in hun ogen onwettig en leidde tot een verharding. Ook Oranje werd ter dood veroordeeld, bij verstek want hij bevond zich in Duitsland. Wel werden zijn bezittingen in beslag genomen en werd zijn oudste zoon Filips Willem van Oranje ontvoerd en door Alva naar Spanje... Door de dood van Egmont en Horne – Brederode was daarvoor plotseling overleden – was Oranje de onbetwiste leider van de opstand geworden.[17] Oranje wilde in gewapend verzet komen omdat hij geloofde in godsdienstvrijheid voor de Nederlanders en op persoonlijk vlak omdat zijn eer als hoge edelman was aangetast. Hij bedacht een risicovol plan waarmee hij de Nederlanden met hulp van andere edellieden in 1568 vanuit drie kanten binnenviel, Oranjes eerste invasie. In het noorden resulteerde dit in een overwinning met de Slag bij Heiligerlee, maar daarna in een verpletterende nederlaag bij Jemmingen. In het zuiden was het leger van de Franse protestanten, de hugenoten al voortijdig verslagen en in het midden verloren de opstandelingen de Slag bij Dalheim. Ondanks de nederlagen besloot Oranje toch met een omvangrijk leger Brabant binnen te vallen, maar doordat Alva een confrontatie meed, moest Oranjes leger door geldgebrek ontbonden worden. De inval was een mislukking geworden. Oranjes financiën waren uitgeput en de gehoopte volksopstand bleef uit. gezonden. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Tachtigjarige_Oorlog)
De doorbraak zou uit onverwachte hoek komen. De watergeuzen waren een verzameling ballingen bestaande uit lage edelen, zeelieden, vissers, koopmannen en ambachtslieden die in 1567 gevlucht waren voor Alva en uitgeweken naar Engeland en het westen van Duitsland. Vanuit die oorden voeren ze op zee en kaapten schepen om in hun onderhoud te voorzien en Spanje schade aan te richten. Daarbij gingen zij geregeld hun boekje te buiten met piraterij door ook neutrale schepen aan te vallen. Bovendien hielden ze strooptochten op de Nederlandse kust.[18] Na de mislukte inval van 1568, wilde Oranje in de zomer van 1572 opnieuw vanuit meerdere kanten de Nederlanden binnenvallen, Oranjes tweede invasie. De watergeuzen werd gevraagd voor afleiding te zorgen. Een watergeuzenvloot onder leiding van Willem van der Marck strandde op 1 april 1572 bij Den Briel. Het Spaanse garnizoen was uit de stad weggeroepen omdat Alva manschappen nodig had voor de beveiliging van de Franse grens. Daardoor kon de stad makkelijk ingenomen worden. De inname was een toevalstreffer en onverwachts aangezien Oranje nog niet gereed was met zijn legers. Onbedoeld werd Den Briel, geïsoleerd tussen waterwegen gelegen, het steunpunt voor de watergeuzen. De stadhouder Bossu probeerde de watergeuzen te verjagen maar slaagde niet doordat het gebied onderwater was gezet. Vanuit Den Briel werden vervolgens Vlissingen en daarna Veere en Zierikzee voor de opstand gewonnen. In het noorden liep Enkhuizen over naar de opstandelingen en werd zo het zenuwcentrum van de operaties in Noord-Holland. Vier maanden na Den Briel stonden de meeste steden in Holland en Zeeland, vaak onder dwang of dreiging aan de kant van de opstand. Hiermee werden de grote waterwegen als de Maas, Rijn, Schelde en Zuiderzee door de geuzen beheerst. De watergeuzen profiteerden van de onvrede in de steden tegen het Spaanse bewind.[19] Waar de opstandelingen de macht overnamen werd het katholicisme verboden en werd het calvinisme de publieke kerk. Oranje en zijn broer Lodewijk van Nassau moesten door de plotselinge inname van Den Briel nu ook eerder in actie komen. Zij vielen de Nederlanden binnen op drie verschillende plaatsen. Lodewijk viel Henegouwen binnen in het zuiden en kreeg Bergen in handen en in Valenciennes grepen de calvinisten de macht. Willem van den Bergh veroverde Zutphen in Gelderland waarna de meeste steden in Gelderland, Overijssel, Utrecht en Friesland zich ook bij de opstandelingen schaarden. Door de invallen moest Alva zijn legers in het zuiden houden ondanks de benarde situatie in het noorden. Bergen kreeg prioriteit en werd door Alva's zoon Don Frederik als eerst belegerd. Toen een Frans hugenotenleger te hulp kwam werd dit verslagen door Don Frederik. Verdere hulp van de hugenoten was niet meer te verwachten na de Bartholomeusnacht waarbij alle protestantse leiders de dood vonden. Oranje zette daarom zelf met een leger koers naar Bergen in de hoop dat Alva het beleg zou opheffen. Bij de tocht door Brabant sloten steden als Mechelen, Diest, Oudenaarde, Dendermonde, Leuven en Tienen zich aan bij de opstand. Alva verroerde zich echter niet en in september 1572 gaf Bergen zich over. Nu had Alva zijn handen vrij om af te rekenen met de opstandelingen.[20][21] (https://nl.wikipedia.org/wiki/Tachtigjarige_Oorlog)
In 1591 begon Maurits een veldtocht in het oosten van het land. Hij veroverde achtereenvolgens Zutphen, Deventer, Delfzijl, Hulst en Nijmegen. In 1592 werden in het noorden Steenwijk en Coevorden heroverd. In 1593 volgde de inname van het Brabantse Geertruidenberg, in 1594 vond de 'reductie' van het hele gewest Groningen plaats. Albrecht van Oostenrijk arriveerde in 1596 in de Nederlanden als nieuwe landvoogd en veroverde kort na zijn aankomst Calais en Hulst. Engeland en Frankrijk gingen een alliantie aan in 1596 mede door de Spaanse verovering van Calais. Door de korte afstand tot Engeland werd de Spaanse inname gezien als een pistool op de borst van Engeland. De Republiek werd gevraagd zich aan te sluiten en zo ontstond de Triple Alliantie. In de praktijk veranderde er weinig na het sluiten van het verbond. Iedere partij bleef zijn eigen strategie volgen. Toen Albrecht dus in 1597 naar Frankrijk trok om Amiens te belegeren, zagen de Nederlanders kans voor een nieuwe veldtocht in plaats van Frankrijk te hulp te schieten. In het oosten werden Rijnberk, Meurs, Grol (nu Groenlo), Bredevoort, Enschede, Ootmarsum, Oldenzaal en Lingen ingenomen. Maurits' overwinningen betekenden een enorme opsteker voor de Republiek. Het gebied van de Unie van Utrecht was weer in Staatse handen waarmee zogezegd de Tuin van de Republiek was gesloten.... In de periode van 1599 tot 1604 heeft de Republiek getracht de offensieve oorlog voort te zetten, maar het lukte hen niet de kracht van de Spaanse koning te breken. Financieel uitgeput sloten Frankrijk en Spanje de Vrede van Vervins in 1598. Spanje kon zich hierdoor weer volledig richten op de Republiek. Omdat zeventigjarige Filips II zijn eigen einde voelde naderen, bepaalde hij in 1598 dat zijn dochter Isabella zou trouwen met Albrecht om samen als 'soevereine vorsten' over de Nederlanden te regeren. De sluiting van het huwelijk heeft hij niet meer meegemaakt. Op 13 september van datzelfde jaar overleed Filips II en werd opgevolgd door zijn niet al te bekwame zoon Filips III.... pnieuw in 1599 zette Spanje een grote aanval in. Mendoza viel de Bommelerwaard binnen en sloeg het beleg voor Zaltbommel. Weer kon Maurits beschikken over een veel kleiner leger maar wist de stad desondanks succesvol te verdedigen. Het beleg werd afgebroken en kort daarop kreeg het Spaanse leger weer te maken met muiterijen. Johan van Oldenbarnevelt wilde gebruik maken van de muiterijen in het Spaanse leger. Vanuit de Vlaamse kuststeden Nieuwpoort en Duinkerke waren kapers actief die voor veel schade zorgden aan de Nederlandse handelsvloot en visserij. In een gewaagd plan werd Maurits met het leger diep vijandelijk gebied in gestuurd om deze steden aan te vallen. Albrecht kon echter op tijd de muiterij bedwingen en snelde naar Nieuwpoort waar hij Maurits verraste. De Slag bij Nieuwpoort die volgde kon maar net gewonnen worden door Maurits. De overwinning was een keerpunt in de oorlog nu bewezen was dat het Staatse leger zich prima kon meten met het Spaanse leger. Na de slag trok het Nederlandse leger zich terug.... Op zee had de Republiek evenwel nog weinig te vrezen van Spanje. Bijna tegelijkertijd met het sluiten van de tijdelijke wapenstilstand, vernielden op 25 april 1607 Nederlandse oorlogsschepen onder leiding van Jacob van Heemskerck een Spaanse vloot, nog gedeeltelijk in aanbouw in de haven van Cádiz. Deze zeeslag staat bekend als de Zeeslag bij Gibraltar. Een andere winst was het intrekken van de handelsboycot die Spanje had opgelegd tegen Nederlandse handelsschepen. Spanje bleek te veel afhankelijk van de Nederlandse handel. Tot slot was de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) mede opgericht om de Spanjaarden ook in Indië afbreuk te doen. Tijdens de besprekingen kon geen overeenstemming bereikt worden over een definitieve vrede. Wel werd op 9 april 1609 in Antwerpen besloten tot een bestand, dat uiteindelijk twaalf jaar zou duren. ... De Republiek was na het sluiten van het bestand een feitelijk erkende onafhankelijke mogendheid. Binnen de Republiek ontstond tijdens dit Treves, zoals het bestand ook genoemd werd, nieuwe godsdienstige en politieke verdeeldheid. Volgelingen van de geestelijke Jacobus Arminius, de remonstranten, kregen een conflict met de volgelingen van Franciscus Gomarus, de contraremonstranten. Behalve een godsdienstig meningsverschil, speelde er vooral een politiek conflict. De remonstranten waren meer republikeins dan de contraremonstranten, die meer zagen in een sterke positie van het Huis van Oranje. Daarnaast waren de remonstranten voor de wapenstilstand geweest en de contraremonstranten tegen de wapenstilstand. Johan van Oldenbarnevelt stond aan de kant van de remonstranten en Maurits koos partij voor de contraremonstranten. Het conflict escaleerde met het plegen van een staatsgreep door Maurits en zijn leger. Van Oldenbarnevelt werd gearresteerd en veroordeeld wegens hoogverraad. Op 13 mei 1619 werd hij op het Binnenhof in Den Haag onthoofd en was Maurits naast militair leider nu ook de onbetwiste politiek leider van de Republiek. Ondertussen was in Duitsland een oorlog uitgebroken nadat in 1618 protestantse edelen in Bohemen de koning uit het huis Habsburg afzetten. De afgezette koning Ferdinand II, tevens twee jaar later de keizer van het Heilige Roomse Rijk, riep de hulp in van de Spaanse koning Filips III. De protestantse edelen riepen op hun beurt de hulp in van andere Duitse protestantse vorsten boden de Frederik V keurvorst van de Palts de kroon van Bohemen. De Republiek werd bij de oorlog betrokken door het bondgenootschap die zij had met de Duitse protestanten. Zodoende ontaardde een lokale strijd in een Europese oorlog die bekend zou staan als de Dertigjarige Oorlog. Frederik V werd in 1620 verslagen door Ferdinand en ging in ballingschap in Den Haag.`... Op 9 april 1621 liep de wapenstilstand tussen de Republiek en Spanje af en meteen werd de strijd hervat. In Spanje was de zestienjarige Filips IV zijn overleden vader op 31 maart opgevolgd. Hij en zijn nieuwe adviseur Olivares zagen de wapenstilstand als een vernedering voor Spanje en wilden de Spaanse grandeur herstellen met het aangaan van een offensieve strijd. Maurits, die sinds de val van Johan van Oldenbarnevelt praktisch de leiding had in de Republiek, was net als de meerderheid in de Staten-Generaal voor voortzetting van de oorlog. Na het aflopen van het bestand overleed Albrecht van Oostenrijk op 13 juli. Isabella volgde hem op als soeverein van de Zuidelijke Nederlanden, maar omdat hun huwelijk kinderloos was gebleven, kwam de macht bij Spanje te liggen. ... Spinola concentreerde zich na afloop van het bestand op de Duitse gebieden waarvan sommige steden al bezet waren sinds het Twaalfjarig Bestand. In februari 1622 werd Gulik veroverd, waarbij Maurits niet in staat bleek de stad te ontzetten omdat doorgangen van tevoren waren bezet. Het jaar erop verwachtte Maurits een aanval in het oosten of noorden. Onverwachts sloeg Spinola vliegensvlug het Beleg van Bergen op Zoom in Brabant. Het werd een mislukking. De verliezen waren groot en bij het aantreden van Maurits met een leger moest het beleg opgeheven worden.... In augustus 1624 sloeg Spinola het beleg voor Breda. Het was een gewaagde onderneming omdat het al laat in het seizoen was. Spinola verwachtte de stad voor de winter in te kunnen nemen, maar dit was een misrekening: het zou tot juni 1625 duren voor hij Breda innam. ... Spanje ging over op een defensieve landoorlog en de Duitse keizer had zijn handen vol door een Deense inval tijdens de Dertigjarige Oorlog. Dat gaf de Republiek de mogelijkheid in het offensief te gaan. Het was mede mogelijk door verdragen met Frankijk, het subsidieverdrag van 1624 (financiële steun van Frankrijk), en met Engeland, het verdrag van Southampton van 1625, wat hen betrok bij de oorlog met Spanje. Frederik Hendrik en zijn neef Ernst Casimir, die in 1620 zijn overleden broer Willem Lodewijk was opgevolgd, besloten in 1626 tot de verovering van Oldenzaal zodat Twente niet meer gebrandschat kon worden. In het opvolgende jaar werd Groenlo veroverd. Spanje kon dat jaar niet meer aan zijn betalingsverplichtingen voldoen en raakte bankroet. Spinola vertrok in 1628 naar Madrid om te pleiten voor meer geld om het offensief voort te zetten of voor een vrede met Republiek nu de situatie nog redelijk gunstig was. Filips IV en Olivares wezen beide opties af en wilden wachten tot ook de keizer de Republiek zou aanvallen zodat de onderhandelingspositie van Spanje sterker zou zijn. Zover kwam het echter niet. Keizerlijke troepen onder Tilly, bezetten Oost-Friesland aan de grens met de Republiek, nadat ze de Deense koning Christiaan IV hadden verdreven. Maar tot een keizerlijke inval kwam het niet door veranderende prioriteiten en financiële problemen. ... [Spanje werd] op 16 mei 1643 echter vernietigend verslagen in de Slag bij Rocroi. Rocroi was een omkeerpunt in de oorlog. Het gros van de ervaren soldaten uit het Spaanse leger was gevangengenomen of gedood zodat het na 1643 niet meer mogelijk was vanuit de Spaanse Nederlanden een inval in Frankrijk te doen. De goede reputatie van het Spaanse leger lag aan diggelen en het was duidelijk dat Spanje door de problemen met de opstanden van het koninkrijk Portugal en Catalonië militair zeer verzwakt was.[66] Na de slag zette Frankrijk het offensief voort en belegerde succesvol Thionville. Frederik Hendrik trachtte te profiteren van de problemen in het Spaanse leger. Toen hij naar Hulst trok werd hij echter weer geconfronteerd met het gros van het overgebleven Spaanse leger waarna Oranje met het leger weer vertrok.[67] ... In het verleden waren veel pogingen gedaan om een vrede tussen Spanje en de Republiek te sluiten. Steeds lukte het niet op twee punten: de soevereiniteit die Spanje niet wilde opgeven en de positie van de katholieken die Spanje veiliggesteld wilde hebben in de Republiek. Door de nijpende situatie wilde Spanje niet meer zo vasthouden aan deze standpunten. Een vrede met de Republiek moest komen tot elke prijs. Daarom was Spanje bereid tot het doen van grote concessies.[73] In 1644 was een groot vredescongres begonnen in de Westfaalse steden Münster en Osnabruck om de Dertigjarige Oorlog tussen Zweden, Frankrijk, Spanje en de keizer te beëindigen. Het was het eerste grote vredescongres in de West-Europese geschiedenis. Door de alliantie met Frankrijk kon de Republiek ook aanschuiven bij de besprekingen. Daar schoof de Republiek in 1646 bij aan en na een aantal weken van beraad met de Spaanse ambassadeurs was een eerste akkoord al bereikt, een wapenstilstand voor twintig jaar. Krachtens het alliantieverdrag met Frankrijk mocht de Republiek niet zelfstandig een vrede sluiten met Spanje. De Fransen stelden echter hoge eisen aan een vrede. De toegeeflijkheid van Spanje aan de Staatse eisen en het wantrouwen richting de Fransen leidden tot veel discussies in de Republiek, zowel in de regeringscolleges als op straat hoe hiermee moest worden omgegaan. Besloten werd om de Fransen bij een vrede te betrekken, maar mochten zij onredelijke eisen stellen dan zou de Republiek een afzonderlijke vrede sluiten. In de tweede ronde van onderhandelingen werd gestreefd naar een vrede waarvan de voorlopige voorwaarden op 8 januari 1647 ondertekend werden. Met Frankrijk kon geen overeenstemming bereikt worden omdat zij steeds met nieuwe eisen kwamen. De Staten besloten hierop buiten Frankrijk om vrede te sluiten met Spanje. Op 30 januari 1648 werd de definitieve vredestekst vastgesteld. Deze werd ter ondertekening naar Den Haag en Madrid gestuurd. Op 15 mei werd de vrede plechtig bezworen.[74] (https://nl.wikipedia.org/wiki/Tachtigjarige_Oorlog)
De godsdienstige onverdraagzaamheid en de ellende die de oorlog meebracht, leidden tot migratiestromen in de Nederlanden, onder meer die van protestanten richting de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (reeds in de jaren 1578-1588 toen deze formeel nog niet bestond), maar ook richting de andere omringende landen. Omgekeerd gingen de katholieken naar het zuiden. ... . Dankzij de instroom van deze veelal kapitaalkrachtigen en/of intellectuelen ging het economische en militaire overwicht verschuiven van de Zuidelijke naar de Noordelijke Nederlanden. Terwijl in het noorden de Nederlandse 'Gouden Eeuw' aanbrak, waarvan veel uitgeweken zuiderlingen aan de basis lagen, kende het zuiden een Gouden Eeuw van Antwerpen. Zo werd bijvoorbeeld tussen 1611 en 1627 het Rubenshuis in Antwerpen gebouwd, door renovatie van een deels verwoest woonhuis uit 1550. De massale inwijking van vluchtelingen, die in de Republiek een grote demografische verschuiving veroorzaakte, bracht naast economische, culturele en wetenschappelijke verrijking, ook sociale spanningen met zich mee. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Tachtigjarige_Oorlog)
Sinds 1566 was er onrust in de Nederlanden. Er heerste grote ontevredenheid over het beleid van de Spaanse koning Filips II. De inwoners van de Nederlanden gingen gebukt onder de strenge regels die Filips II stelde. Er moest veel belasting betaald worden en er was armoede. Het Spaanse gezag was sterk gecentraliseerd. De edelen die lokaal de macht hadden, moesten een deel daarvan inleveren. Ook was Filips II een verdediger van het katholieke geloof, terwijl een groot deel van de inwoners van de Nederlanden voor hervormingen van de kerk was en tegen de strenge vervolging van ketters. Uiteindelijk leidde de ontevredenheid tot een opstand. Willem van Oranje werd gekozen als leider van de opstand. Tijdens de beeldenstorm in september 1566 werden veel katholieke kerken leeggeroofd en vernield. Filips II stelde daarop Alva aan tot landvoogd om de orde in de Nederlanden te herstellen. Willem van Oranje zag militair verzet als de enige manier om uit de handen van Alva te blijven. Uiteindelijk leidde dit tot de Tachtigjarige Oorlog, van de slag bij Heiligerlee van 1568 tot het tekenen van de vrede van Munster in 1648. In Holland koos een aantal steden in 1572 partij voor de opstand onder leiding van Willem van Oranje. Don Frederik kreeg van Alva de opdracht om de opstand de kop in te drukken en steden te heroveren. In juli 1573 viel de stad Haarlem na een beleg van zeven maanden. Honderden mannen, voornamelijk soldaten, werden door de Spanjaarden om het leven gebracht. Het Spaanse leger trok daarop door naar Alkmaar. Daar zorgden de berichten over de afloop van het Beleg van Haarlem voor onrust. Veel mensen verlieten de stad en vertrokken naar andere plaatsen. Zowel de geuzen als de Spanjaarden stuurden mannen naar Alkmaar. Met de afloop van Haarlem in hun hoofd, twijfelde het stadsbestuur wie zij nu het beste binnen konden laten. De poort bleef voorlopig voor beide groepen gesloten. Uiteindelijk kwam een leger geuzen onder leiding van Jacob Cabeliau de stad binnen. Ondertussen werd er hard gewerkt aan de versterking van Alkmaar. Maar de werkzaamheden waren nog lang niet klaar toen het Spaanse leger voor de poort stond. Al snel was Alkmaar volledig omsingeld en kon de stad niet meer bevoorraad worden. Zonder hulp zouden de inwoners het niet lang volhouden. Een boodschapper vertrok daarop naar Diederik Sonoy, door Willem van Oranje benoemd tot gouverneur over het Noorden van Holland. In brieven verstopt in een polsstok vroegen de Alkmaarders om de sluizen open te zetten en de dijken door te steken, zodat de omgeving onder water zou komen te staan. Het Spaanse leger zou door het hoge water gedwongen worden de strijd op te geven. Op 18 september, de 'bangste dag' van het Beleg, deed het Spaanse leger een grote aanval op de noordkant van de stad. Soldaten probeerden de stad binnen te komen door met stormbruggen de gracht over de steken bij de Friese Poort en de Rode Toren. Het geuzenleger en de inwoners van Alkmaar verweerden zich met alles wat zij maar konden vinden. Natuurlijk met verschillende wapens, maar ook door het gooien van pek, stenen en brandende teertonnen. Bij de verdediging hielpen ook veel vrouwen en zelfs kinderen mee. De bestorming duurde tot ongeveer zeven uur ‘s avonds, maar uiteindelijk droop het Spaanse leger af. Inmiddels was aan het verzoek van de Alkmaarders gehoor gegeven. De sluizen werden geopend en verschillende dijken werden doorgestoken. Het omringende land liep onder water en de zware kanonnen van de Spanjaarden zakten weg in de modder. Op 8 oktober 1573 trok het Spaanse leger definitief weg. Nog ieder jaar wordt op 8 oktober het Alkmaars Ontzet gevierd. Het is een feestdag voor alle inwoners van Alkmaar. De dag staat bekend om de jaarlijkse optochten, kermis en de zuurkoolmaaltijd op het Canadaplein. (https://www.geschiedenislokaalregionaalarchiefalkmaar.nl/themas/het-beleg-van-alkmaar/)