Orval is een van de trappisten, net zoals Westvleteren en Westmalle en La Trappe. Het bier dat ik open is een gusher. Het troepele oranje bier met wit schuim heeft flink wat koolzuur. De smaak is niet echt zuur zoals citrus, maar ook niet hopbitter. Het is qua smaak wat wrang te noemen. De droge afdronk valt op. Het bier heeft fruitigheid in zich.
Orval is een trappistenbier dat in de abdij Notre-Dame d'Orval in de Belgische provincie Luxemburg wordt gebrouwen. Het bier is een buitenbeentje binnen de familie van de trappistenbieren, en van de Belgische bieren in het algemeen: er is slechts één variant algemeen verkrijgbaar, een relatief licht bier dat herinnert aan een Engelse ale. https://nl.wikipedia.org/wiki/Orval_(bier)
Orval is een vreemde eend in de bijt onder de trappistenbieren door het gebruik van Brettanomyces-gist. Orval wordt sinds 1932 gebrouwen in het Belgische Orval, bij adbij Notre-Dame d'Orval.... Orval is een bier met nagisting op de fles. Bij het afvullen wordt Brettanomyces-gist (brett) samen met vloeibare kandij toegevoegd aan het bier waardoor deze opnieuw gaat vergisten in de fles. Dat zorgt voor een smaakevolutie van de Orval. De Orval die je gister dronk bij het ene café, zal nooit de Orval zijn die je morgen drinkt bij het andere café. Op het flesje staat een alcoholpercentage van 6.2%, dit is echter een indicatie. Vaak valt het alcoholpercentage hoger uit omdat de restsuikers vergisten en omgezet worden in alcohol. ... Een jonge Orval zal hoppig, fruitig en verfrissend smaken. Orval wordt gedryhopt. Hierbij worden zakken aromahop in de lagertank gedaan wat een hoppige (maar geen bitter) aroma aan het bier zal geven. Na 4-5 maanden zal de fruitigheid van een jonge Orval plaats maken voor zuurtje en de restsuikers verdwijnen waardoor het bier een drogere afdronk krijgt. Een Orval van een jaar oud zal een droge bitterheid bevatten. Wanneer hop veroudert verliest het zijn smaak en daardoor neemt de hoppige frisheid van het bier steeds meer af. Door de nagisting zal een Orval wel steeds intenser van smaak wordt.... Doordat een Orval nooit hetzelfde smaak is het erg leuk om een proeverij te doen met bieren van verschillende leeftijden. https://www.burgbieren.nl/brouwerij-abdij-notre-dame-dorval/orval/
Orval is een erkend Trappistenbier. Dat is bijzonder, omdat er wereldwijd maar een handjevol erkende trappistenbrouwerijen zijn. Een trappistenbrouwerij word je alleen door onder strenge voorwaarden te brouwen en het bier te vermarkten. Eén van die voorwaarden is dat de opbrengst van de verkoop wordt besteed om het klooster in stand te houden. ... Laten we eens beginnen bij het begin: de naam Orval. Het is de samenvoeging van Or en Val, dat staat voor gouden vallei. Aan de ontstaansgeschiedenis van de abdij zit een prachtig verhaal, waarvan je de tekenen terugvindt op het etiket. Het etiket, dat een zeer bescheiden formaat heeft, is bovenaan de bijzondere fles met weelderige ronde vormen geplakt. De afwijkende fles is een ontwerp van de architect die ook de abdij ontwierp. https://www.beerwulf.com/nl/artikelen-over-speciaalbier/orval-legendarisch-trappistenbier
De Abdij van Orval is zonder twijfel de bekendste abdij van de Ardennen. De Abdij staat natuurlijk bekend om het heerlijke Orval abdij bier en de bijzondere kazen die er worden gemaakt. Tijdens een vakantie in de Ardennen moet u echt de Abdij van Orval bezoeken en hier zeker een dag voor uittrekken want er is van alles te zien en te doen. Zo kunt u een bezoek brengen aan het Kloostermuseum dat is gevestigd in de 18de-eeuwse kelders. De collectie bestaat uit voorwerpen die de geschiedenis van de Abdij vertellen waaronder een groot aantal maquettes. Ook kunt u diverse ijzeren voorwerpen bewonderen die in de ijzersmelterijen van Villers-devant-Orval werden vervaardigd. Ook aardig is het Apotheekmuseum waar de collectie bestaat uit voorwerpen die werden gebruikt bij het maken van de geneesmiddelen. https://ardennen.nl/attracties/abdij-van-orval/
Het Museum Abraham zal vooral de bierliefhebbers aanspreken want in dit enige gebouw dat nog van de vroegere abdij is overgebleven, wordt de uitleg gegeven over het brouwen van het bier van Orval. Aansluitend kunt u doorlopen naar de Kruidentuin welke pas in 1774 werd aangelegd. In de tuin staan talloze planten en kruiden met geneeskrachtige werkingen. Zo zijn er kruiden die de spijsvertering en de ademhaling kunnen stimuleren. In de leuke abdijwinkel kunt u terecht voor het wereldberoemde bier van Orval en diverse kaasproducten van het klooster. U kunt er echter ook diverse boeken kopen en diverse souvenirs. Na het shoppen kunt u nog gaan genieten van de schitterende groene omgeving van de Abdij. U kunt een uitgestippelde wandeling maken langs de weiden van Orval. https://ardennen.nl/attracties/abdij-van-orval/
Museum Abraham bijgebouwen Interactieve presentatie van het erfgoed van Orval om te ontdekken https://www.orval.be/nl/news/534-abraham-bijgebouwen
De oorsprong van de Abdij begint in 1070 toen in de vallei van Orval de eerste monniken uit Zuid-Italië arriveerden. Graaf Arnold van Chiny gaf hun grond om een abdij te bouwen maar na de voltooiing vertrokken de monniken. Een halve eeuw later kwam er een nieuwe groep en deze namen hun intrek in het klooster en toen, in 1124, kon bisschop Winton van Verdun de kerk inwijden. https://ardennen.nl/attracties/abdij-van-orval/
Door de eeuwen heen is de Abdij een groot aantal keren geplunderd. In 1723 telde het klooster 130 monniken, waarmee het één van de grootste abdijen van Frankrijk moet zijn geweest. Maar in 1793 werd de Abdij van Orval door de revolutionaire troepen onder het bevel van generaal Loison geheel vernield. In 1926 kwamen de puinhopen in handen van een nieuwe kloostergemeenschap met monniken uit Anlier. Architect Henri Vaes ontwierp een nieuwe abdij en vandaag de kan iedereen genieten van het ontwerp. https://ardennen.nl/attracties/abdij-van-orval/
De abdij bestaat uit vier gedeelten: het eigenlijke klooster, dat grenst aan de centraal gelegen basiliek en dat alleen voor monniken toegankelijk is; de brouwerij die grotendeels draait met extern personeel; de binnenplaats met het gastenverblijf, en het gedeelte dat toegankelijk is voor toeristen met de ruïnes van de oude kerk, de fontein, de kruidentuin, de filmzaal en de abdijwinkel. Achter de abdijgebouwen liggen grote vijvers, landbouw- en tuingronden en een bos. Vanwege zijn uitzonderlijke schoonheid en bijzondere architectuur wordt het klooster van Orval ook wel het 'Versailles onder de kloosters' genoemd. ... De meeste trappistenabdijen beschikken over afzonderlijke verblijven voor gasten die voor gebed, meditatie, studie of rust zich een tijdje willen terugtrekken uit hun dagelijkse omgeving. Dat kan ook in Orval. Bezoekers zijn er welkom, mits ze zich aan enkele regels houden, zoals het gezamenlijk gebruiken van de maaltijden zonder daarbij te converseren. Het abdijbier dat men er net als de trappisten kan drinken, is overigens met een alcoholpercentage van 3,5 aanzienlijk lichter dan het commerciële Orval-bier (6,2 %). Er bestaat geen verplichting tot het bijwonen van de vaste gebedstijden, zoals de Metten, lauden enz. De kerk, die volgens de regel van Benedictus zeer sober ingericht is, staat altijd voor de gasten open. De gasten verblijven in het gedeelte van de abdij aan de binnenkoer, waar de dagtoeristen niet kunnen komen. De gasten kunnen gebruikmaken van een bibliotheek, van een refter en voor wandelingen van een deel van de bossen die tot het domein van de abdij behoren. Een gastenpater waakt over de gasten. Voor biecht, een gesprek of geestelijke bijstand is er altijd wel een monnik beschikbaar. https://nl.wikipedia.org/wiki/Abdij_Notre-Dame_d%27Orval
De brouwerij van Orval, die binnen de abdij gevestigd is, werd in 1931 opgericht om de grootscheepse werken voor de heropbouw van Orval te financieren. Van in het begin werft de brouwerij leken als werkkrachten aan, onder wie de eerste meester-brouwer Pappenheimer, aan wie het recept toe te schrijven is. Het commercieel beleid van de brouwerij wordt aangepast aan de waarden die de kloostergemeenschap hanteert. De inkomsten van het merk worden besteed aan sociaal hulpbetoon en aan het onderhoud van de gebouwen. EEN BIER MET EEN UNIEKE SMAAK Met zijn bitter-fruitige smaak is het Orval-bier uitgegroeid tot een sterke referentie in de zeer gewaardeerde wereld van de authentieke trappistenbieren. Orval is een bier van hoge gisting en lange lagering. Op die manier krijgt het zijn complex-fruitige karakter en die subtiele harmonie tussen volrond en bitter. Sinds 1931 dankt het bier van Orval zijn onvergelijkbare smaak vooral aan de kwaliteit van het water, de hop en de gisten die gebruikt worden Het bier wordt gebrouwen met bepaalde, sterk aromatische hopvariëteiten, die geselecteerd werden door de allereerste meester-brouwer van Orval, die uit Beieren afkomstig was. En de zogenaamde Engelse drooghopmethode zorgt voor een verscheidenheid aan aroma’s met tegelijk behoud van een zekere bitterheid. De verschillende gistingsstadia – gecombineerde gisting, met de originele gist en met een wilde gist, gevolgd door hergisting op fles – vereisen een lange lagerduur en heel veel kwaliteitscontroles. EEN AUTHENTIEKE TRAPPIST De ontwikkeling van de activiteiten van de Brouwerij van Orval houdt gelijke tred met wat leeft in de monnikengemeenschap. Een deel van de opbrengsten uit de verkoop van producten gaat naar goede werken. Die ethische dimensie is trouwens één van de drie criteria van het Authentic Trappist Product label. Om dat label te mogen voeren, moet een product binnen een trappistenabdij worden geproduceerd, moet de monnikengemeenschap rechtstreeks betrokken zijn bij het beheer van de activiteiten en moeten de opbrengsten grotendeels naar sociale werken gaan. Maak kennis met de leden van de internationale vereniging Trappist : podcast U herkent de trappisten producten aan dit teken. Er zijn wereldwijd maar tien trappistenbieren met label Authentic trappist Product : www.trappist.be EEN WELOVERWOGEN PRODUCTIE Enerzijds is er de steeds grotere vraag naar Orval-bier en anderzijds houdt de Brouwerij van Orval sterk aan haar kennis en waarden, met een productie waarin kwaliteit en de eigen productiemethodes al meer dan 80 jaar voorop staan. Net als elk ander trappistenbier dat het "Authentic Trappist Product" label voert, moet het bier van Orval zich aan erg strenge productievoorschriften houden. De verankering van het bier aan de ligging van de abdij en van de Mathildebron, is lokaal en zal dat altijd blijven. Alle stappen in het brouwproces staan borg voor kwaliteit en voor een respectvolle naleving van de oorspronkelijke brouwmethodes. Deze manier van werken vereist beheersing en geleidelijkheid inzake groei, en kent zijn grenzen. De Brouwerij van Orval is voorstander van een gematigde productie, die niettemin echt wel aanzienlijk is: jaarlijks verlaten 22 miljoen flessen de brouwerij, waarvan ruim 85% voor de Belgische markt bestemd is. Sinds de oprichting van de Brouwerij is de monnikengemeenschap, daarin begeleid door haar meester-brouwers, altijd blijven sleutelen aan haar brouwapparaat. De brouwerij voert een beleid waarbij doorlopend geïnvesteerd wordt met de bedoeling de productie steeds beter, gecontroleerder en regelmatiger te maken. Op die manier slaagt zij erin om zo veel mogelijk tegemoet te komen aan de vraag en om de trouw van de Orval-liefhebbers optimaal te honoreren. Brasserie d’Orval s.a. Orval, n° 2, B-6823 Villers-devant-Orval ... De brouwerij kan enkel bezocht worden tijdens de jaarlijkse opendeurdagen. https://www.orval.be/nl/page/447-untitled-page-447
De Abdij Notre-Dame d'Orval is een cisterciënzerabdij in het Belgische dorp Villers-devant-Orval, een deelgemeente van Florenville in de provincie Luxemburg. De abdij werd in 1132 gevestigd in de Gaumestreek. Het klooster is bekend om zijn geschiedenis en geestelijk leven, maar ook om zijn trappistenbier (zie Orval bier) en typische abdijkaas. https://nl.wikipedia.org/wiki/Abdij_Notre-Dame_d%27Orval
In 1070 vestigden zich Italiaanse monniken in het graafschap Chiny in België. De bouw van een kerk en een klein dorpje was kort daarvoor begonnen. Tien jaar later hervormden de oorspronkelijke monniken hun gemeenschap naar de regel van de kartuizers. In 1132 kwamen de kartuizers om verschillende redenen in problemen. Graaf Albert van Chiny vroeg aan Bernardus van Clairvaux de stichting over te nemen. Deze stuurde zeven monniken, afkomstig van de abdij van Trois-Fontaines. De reeds aanwezige kanunniken voegden de nieuwkomers in de orde van de cisterciënzers in. Rond 1252 werd het klooster vernield door een brand. De heropbouw nam ongeveer 100 jaar in beslag. Tijdens de 15e en de 16e eeuw vonden verscheidene oorlogen plaats tussen Frankrijk en naburige regio's, Bourgondië en Spanje, wat voor Orval gevolgen had. In 1637 werd de abdij verwoest, maar ook weer opgebouwd. Vanaf 1759 werd begonnen met de volledige vernieuwing van de abdij onder abt dom Menne Effleur. Architect Laurent-Benoît Dewez tekende de grootse plannen, waarvan slechts een deel werd gerealiseerd.[1] In 1793 werd de abdij definitief verwoest door de Franse revolutionaire troepen. De site werd verkocht als nationaal goed en diende een eeuw lang als steengroeve. ... In 1926 schonken de toenmalige eigenaars de site aan de nieuwe vzw l'abbaye de Notre Dame d'Orval, met de bedoeling er een nieuw trappistenklooster op te richten als dochterafdeling van La Grande Trappe. De eerste monniken waren echter niet afkomstig van La Grande Trappe, maar van de Abdij van Sept-Fons. Zij keerden terug naar Europa na een mislukte poging tot kloosterstichting in Brazilië. Gedurende 22 jaar, van 1926 tot 1948, werd een geheel nieuwe abdij opgebouwd naar ontwerp van architect Henri Vaes. Dit was vooral het werk van de Gentenaar dom Albert-Marie Van der Cruyssen, die in 1936 de eerste abt werd. Op 20 augustus 1929 werd de eerste steen gelegd in aanwezigheid van prins Leopold en kardinaal Van Roey. In 1948 was de nieuwe abdij afgewerkt. Op 5 juni 1939 wordt de abdijkerk gewijd en verheven tot Basilica minor door paus Pius XII. Op 8 september 1948 wordt de abdijkerk en het afgewerkte klooster plechtig geconsecreerd door kardinaal Micara, die van 1923 tot 1946 apostolisch nuntius van België was, en vervolgens prefect van de Congregatie voor de Riten was geworden. Om de grote bouwwerken, die toen al meerdere tientallen miljoenen Belgische frank bedroegen,[2] te kunnen bekostigen werden verschillende inzamelingsactiviteiten opgezet. Er werden bijvoorbeeld speciale postzegels met toeslag door de Belgische overheid uitgegeven. De kaasmakerij (1931) en de brouwerij (1932) werden opgericht om de nodige financiële middelen te genereren, en vanaf het begin werden leken ingezet. Na het einde van de bouwwerken werden deze inkomsten gebruikt voor sociale en liefdadige doeleinden. https://nl.wikipedia.org/wiki/Abdij_Notre-Dame_d%27Orval
De Cisterciënzerabdij van Orval ("Gouden Dal") was in 1132 opgericht, na de Franse revolutie vernield en van 1926 tot 1948 weer opgebouwd door de Trappisten. De oprichting van de brouwerij maakte deel uit van de initiatieven die de bouw van de nieuwe abdij moesten bekostigen. Dit in tegenstelling tot andere trappistenbieren, waar het er oorspronkelijk om ging door de arbeid van de monniken in de eigen behoeften te voorzien. De brouwerij vormt een aparte rechtspersoon: de société anonyme Brasserie d'Orval. De aandelen hiervan waren in het bezit van niet-kloosterlingen, die de abdij echter gunstig gezind waren. In de loop der tijden verkochten of schonken ze de aandelen aan de vzw van de abdij. Het duurde tot 1932 voor het eerste bier gebrouwen werd. Leken participeerden niet enkel in het kapitaal, maar werden ook ingeschakeld in het productieproces. De opeenvolgende brouwmeesters zetten hun eigen stempel op het zich ontwikkelende bier. Zo wordt het "Engelse" karakter toegeschreven aan Jan Van Huele, die aan de kust bieren in Britse stijl produceerde. De stijl van het Orval-bier werd verder ontwikkeld door de Duitse brouwmeester Hans Pappenheimer, die verbood de bierstein uit de tanks te verwijderen. In de jaren vijftig gingen twee monniken, broeder Dominique en broeder Raphael, de brouwstiel aanleren bij de confraters van Scourmont en kwamen zo in aanraking met bierprofessor Jean De Clerck. Op zijn advies werd de brouwerij heringericht en werden de gistingstanks grondig gereinigd. Het bier verloor hierna echter zijn typische karakter dat het verkreeg door de Brettanomyces-gisten in de aanslag in de tanks. Broeder Dominique moest met monnikengeduld in de brouwerij op zoek om deze wilde gisten te recupereren. In 1994 wees een audit uit dat de productie moest worden opgedreven om de abdij leefbaar te houden. De gemakkelijkste oplossing hiertoe was de productie te verhuizen naar een andere site, maar de monniken vonden dat de brouwerij binnen de muren van de abdij moest blijven. Door investeringen werd de productiecapaciteit opgedreven van 34.000 hectoliter in 1994, over 45.000 hectoliter in 2002, tot 68.000 hectoliter heden. In oktober 2013 gaf brouwmeester Jean-Marie Rock de roerstok door aan Anne-Françoise Pypaert.[1] ... Het brouwwater komt uit de eigen Mathildebron. Dit wordt gedemineraliseerd door omgekeerde osmose, waarna de aan het water onttrokken mineralen weer worden toegevoegd. De zuurtegraad (pH) wordt hierbij verlaagd tot 5,3 à 5,5. Mout, hoofdzakelijk bleekmout en een weinig karamelmout, wordt nat geschroot met water van 65° Celsius. Deze werkwijze leunt aan bij de Engelse infusiemethode. Het beslag hoeft niet naar een beslagkuip, maar wordt onmiddellijk in een filterkuip geleid, waar de temperatuur wordt opgedreven tot 72° C voor het maischen. Na de hoofdgisting van vier of vijf dagen krijgt het jonge bier gedurende twee tot drie weken een nagisting in lagertanks op een temperatuur van 15° Celsius. In deze tanks worden zakken met aromatische hoppen neergelaten: dit is het drooghoppen, een andere Engelse invloed. Daarnaast wordt er nieuwe gist toegevoegd, van het geslacht Brettanomyces. Deze gist is niet meer "wild", maar wordt nauwgezet in het laboratorium opgekweekt. Bij de botteling wordt deze gist, samen met vloeibare kandij toegevoegd, voor de nagisting op fles. Na nog drie tot vijf weken is het bier klaar voor verkoop.... Er wordt slechts één variant algemeen verkocht. Het wordt gebotteld in 33-cl flesjes die nog zijn ontworpen door Henri Vaes, de architect van de abdij. De geëtiketteerde 6,2% alcohol is een gemiddelde: in het verleden werd de sterkte al eens onderschat, terwijl de nagisting op fles soms voor hogere alcoholpercentages zorgt. Het wordt aanbevolen het bier op een temperatuur van om en bij de 15° Celsius te bewaren én te serveren, wil het bier helder uitgeschonken worden. Indien het bier te koud is, zal het troebel zien. Jonge Orval, net uit de brouwerij, heeft een hoppig en verfrissend aroma en smaak, naast fruitige toetsen. Op een leeftijd van vier tot vijf maanden krijgt het een enorme schuimkraag. De fruitigheid ruimt plaats voor een zurigheid; bijna alle restsuikers zijn verdwenen. Vanaf zes maanden krijgt het door het samenspel van de gisten "wilde" (Brettanomyces-)karakteristieken en hints van melkzuur en citroenzeste. Wanneer het bier een jaar oud is, heeft het een droge bitterheid. Het bier kan hierna nog lang gehouden worden, maar zal aan hoppige frisheid verliezen. Het wordt aanbevolen het bezinksel met de gist apart te serveren. ... Orval Vert, ook Petit Orval genoemd, is een minder sterke, met water aangelengde, versie van Orval. Tot 2013 had deze een alcoholgehalte van 3,5%, sindsdien een 4,2%.[2] Dit bier wordt in de abdij in gebottelde versie geserveerd aan de monniken en de gasten, en in het abdijcafé kan men het van het vat drinken. De kleurcodering zou te maken hebben met de groene flesjes, en de lagere sterkte, waar men in de Tweede Wereldoorlog noodgedwongen moest op overschakelen. De naam groene Orval is na de oorlog gebleven om het minder sterke refterbier aan te duiden. ... Tot eind jaren negentig werd jaarlijks zo'n 38.000 hectoliter bier gebrouwen. De productiecapaciteit van de brouwerij is sinds 2008 door investeringen opgevoerd tot 77.000 hectoliter. Tegelijk met deze productietoename nam echter de vraag toe, waardoor er soms tekorten worden opgetekend.[3] De brouwerij probeert de 85% van de productie die op de Belgische markt wordt verkocht, zo gelijkmatig mogelijk over het grondgebied en over de verschillende distributiekanalen te verdelen. In deze context besliste zij om niet langer de oranje bierkratten via de supermarkten te verdelen, om te vermijden dat deze in het groot zouden worden opgekocht.[4] ... Op het etiket staat een forel met een gouden ring in de bek. Het etiket is de illustratie van de legende over de stichting van de abdij van Orval. Gravin Mathilde van Toscane, weduwe van de hertog van Neder-Lotharingen, had per ongeluk haar trouwring in de bron van het dal laten vallen. Ze smeekte God om hulp en het duurde niet lang of er kwam een forel boven water met in zijn bek de kostbare ring. Mathilde riep toen uit "Dit is echt een gouden dal!" (Orval, "val d'or" betekent "gouden dal") en ze besloot uit dankbaarheid op deze gezegende plaats een klooster te stichten. ... In 2011 werd Orval door Test-Aankoop na een test van 210 speciaalbieren uitgeroepen als behorende tot de 18 beste bieren (bieren waarover de 30 proevers unaniem lovend waren).[5] https://nl.wikipedia.org/wiki/Orval_(bier)
Aan de abdij van Orval is de legende verbonden van gravin Mathilde van Toscane. Zij zou omstreeks 1076[3] gerust hebben bij de bron in het dal. Terwijl zij met haar handen door het water gleed, verloor ze haar trouwring. De ring was een aandenken aan haar overleden echtgenoot, Godfried met de Bult, en ze smeekte en bad tot God om hulp. Na haar gebeden keerde ze terug naar de bron. Een forel kwam boven met de trouwring in de bek. Daarop riep zij uit: "Dit is werkelijk een gouden dal!" (Latijn: aurea vallis, vandaar Orval). Uit dankbaarheid besloot ze op deze gezegende plaats een klooster te stichten. De bron heet tegenwoordig de Mathildebron. De plaatselijke traditie wil dat elk meisje dat een geldstuk in de bron werpt, binnen het jaar zal trouwen. De forel met de ring in de bek staat afgebeeld op het etiket van de flesjes, de glazen en reclamepanelen van het Orval-bier. https://nl.wikipedia.org/wiki/Abdij_Notre-Dame_d%27Orval
Het verhaal begint bij de knappe gravin Mathilde van Toscane, die aan de oever van het meer bij het dorpje Villers-devant-Orval haar overleden echtgenoot beweende. Ze huilde tranen met tuiten vanwege dit grote verlies. In al haar emoties liet ze de gouden trouwring uit haar vingers glippen. Het sieraad was zo ongeveer het enige tastbare dat nog herinnerde aan haar geliefde. De gravin was nu helemaal ontroostbaar; zo veel pech. In haar verdriet wendde ze zich tot hogere machten en smeekte om toch in ieder geval de ring toch weer terug te mogen hebben. “Oh heer, als ik de ring terugkrijg, bouw ik een klooster ter ere van U.” Geloof het of niet, maar ze was nog niet uitgesproken of een grote forel dook op uit het water mét de gouden ring in zijn bek. Mathilde hield zich aan haar belofte en liet een klooster bouwen, dat we nu kennen als de abdij Notre Dame d’Orval. De forel met de gouden ring vinden we nog steeds terug op het etiket. ... Over een Orval raak je nooit uitgesproken. Je raakt nooit uitgeproefd. Telkens wanneer ik dit bier drink ontdek ik iets nieuws. Dat is niet gek, want Orval is een levend bier dat zich met de tijd in smaakt ontwikkelt. Ook jaren nadat het bier gebotteld is, sta je nog versteld van de fantastische smaak van dit legendarische trappistenbier uit België. ... Orval is ook bijzonder omdat deze brouwerij maar één bier op de markt brengt. De meeste andere trappistenbrouwerijen hebben meerdere bieren in het portfolio. Er wordt wel een ander bier gebrouwen: Orval Vert, ook wel Petit Orval genoemd. Het is een aangelengde versie met 4,2% alcohol. Dit bier wordt uitsluitend geschonken in de abdij en het abdijcafé. Orval is een bovengistend bier met 6,2% alcohol. Na de hoofdvergisting volgt de navergisting in de lagertanks. In die tanks worden ook aromatische hoppen toegevoegd. Dit zogenoemde dryhoppen geeft frisse hoparoma’s. De flessen worden afgevuld met vloeibare kandijsuiker en Brettanomyces-gist, die zorgt voor de zo kenmerkende smaak van Orval. ... Een jonge Orval verschilt duidelijk van een Orval van enkele maanden oud. Een jonge Orval heeft frisse hoppige aroma’s. Na een maand of vier, vijf zijn deze aroma’s grotendeels verdwenen en vormen zich de typische wat zurige wilde gistaroma’s, die vaak geassocieerd worden met paardenstal of paardendeken. Na zo’n twaalf maanden heeft het bier een droge bitterheid. Een Orval is tot vele jaren na botteling uitstekend drinkbaar. Bewaard onder de juiste condities kan een Orval uitgroeien tot een collector’s item. Wanneer je een Orval het best kunt drinken hangt sterk van de persoonlijke smaak af. Een verse Orval heeft hoppige en fruitige aroma’s. Vaak wordt aangeraden een Orval niet jonger te drinken dan vier maanden. Dan heeft de gist veel van de restsuikers omgezet, wordt de smaak wat droger en krijgt het bronskleurige bier een nog vollere schuimkraag. Een Orval is dus in veel opzichten een bijzonder bier. Een avontuur dat iedere bierdrinker minimaal eens beleefd moet hebben. https://www.beerwulf.com/nl/artikelen-over-speciaalbier/orval-legendarisch-trappistenbier
Geen opmerkingen:
Een reactie posten