Onlangs met het lekker weer gaan fietsen. Op een terrasje het bierassortiment doorkijken. Met gezin op pad, dus de keuze werd een alcoholvrij witbier. Bavaria heeft een lekker alcoholvrij witbier. Je mist de alcohol niet en de smaak is lekker verfrissend. Lekkerder dan frisdrank wat mij betreft. En volgens mij nog gezonder ook...
Een blog over bier, speciaalbier, wereldbier, bijzondere bier, bierreizen, bierboeken etc.
Translate
Zoeken in deze blog
maandag 30 mei 2022
zondag 29 mei 2022
Ik wilde een witbier?
Laats was ik op restaurant, en de serveerster kwam meteen nadat we waren gaan zitten de drankjes al opnemen. Ik wilde een wit bier bestellen. De kwieke serveerster beantwoorde met een wedervraag: 'welke'? Ik bladerde snel door de menukaart Affligem wit, Brand wit 0,0 en Wieckse Witte?? Ik keek vragend naar de serveerster en beantwoorde haar vraag met een wedervraag mijnerzijds. Want wat hadden ze dan? Mijn verwachting was door de serveersters vraag gewekt, maar werd vervolgens door haar antwoord in een anticlimax gesmoord/ Ze keek me vragend aan en kwam met Aflligem wit en... Affligem blond!? En verder... eigenlijk niet. Ik was vertwijfeld want waarom kreeg ik dan een keuze als die er niet was?
Nou ja, dan doe mij maar Affligem wit als ik een witbier wil... Even later kwam de Affligem op tafel en ik schonk het in... het was opvallend blond. Op het etiket stond tripel!?
Affligem is een Belgisch abdijbier en onderdeel van Heineken. ... Affligem werd oorspronkelijk in de benedictijnenabdij van Affligem gebrouwen. De brouwerij werd voor het eerst vermeld in 1074; de eerste afbeelding dateert van 1570.[1] Tijdens de advent en vastentijd mochten de monniken niet zoveel bier drinken. Daarom werd er tijdelijk een zwaarder bier gemaakt: de tripel. Na de terugkeer van de monniken in 1870 duurde het nog tot 1885 alvorens ze zelf opnieuw bier brouwden. Ze brouwden tot 1917, toen de Duitse bezetter het koperwerk aansloeg. Vanaf 1920 tot het begin van de Tweede Wereldoorlog werd er opnieuw bier gebrouwen. Op 13 maart 1940 werd er de laatste maal in de abdij gebrouwen door broeder Tobias Vergauwen. Op 1 maart 1956 werd een overeenkomst gesloten met brouwerij De Hertog te Deurne en in december van dat jaar werden de eerste kratten Affligem dubbel verkocht. Dit bier werd ontwikkeld door Adrien Floor, technisch directeur van de brouwerij en dom Tobias Vergauwen (brouwer van de abdij). In 1957 kwam de Affligem Tripel op de markt. Vanaf 1966 maakte brouwerij De Hertog deel uit van de Brasserie de Ghlin te Bergen. Op 15 december 1969 legde de Brasserie de Ghlin de boeken neer en uit dit faillissement kochten de gebroeders De Smedt, in overleg met de abdij, de rechten op de merknaam. Vanaf 1970 werd het bier door brouwerij De Smedt uit Opwijk verder geproduceerd. In 2000 nam de Nederlandse brouwerijgroep Heineken een groot belang in de Opwijkse brouwerij en werd deze herdoopt tot Affligem Brouwerij. In 2010 werd het merk Affligem in de portefeuille van Alken-Maes ondergebracht en verdween de vennootschap Affligem Brouwerij. Affligem werd in 2013 en 2014 uitgerold als 'global brand' voor Heineken. De abdij van Affligem blijft echter eigenaar van het merk waardoor de recepten niet zullen veranderen. De inhoud der flesjes daalde wel van 33cl naar 30cl. Affligem is erkend als Vlaams-Brabants streekproduct.[2]... Affligem Blond is een goudblond bier van hoge gisting met een alcoholpercentage van 6,8% en een densiteit van 15,5° Plato. Affligem Dubbel is een donker bier van hoge gisting met een alcoholpercentage van 6,8%. Affligem Tripel is een goudkleurige tripel met een alcoholpercentage van 9%.... Affligem Belgisch Wit, wit bier met een alcoholpercentage van 4,8%, sinds 2020 (https://nl.wikipedia.org/wiki/Affligem_%28bier%29)
Op de menukaart stond toch Wieckse Witte en Grimbergen?
"516 Wieckse Witte (indien voorradig)3,60 517 Grimbergen Dubbel (indien voorradig)"
Grimbergen is een Belgisch abdijbier. Het wordt gebrouwen door Brouwerijen Alken-Maes te Alken. Alken-Maes is sinds 2008 een onderdeel van Heineken, maar bij de overname werd het merk Grimbergen toegewezen aan Brouwerij Carlsberg. Heineken kreeg wel een langdurige licentie op het merk.[6] Voor de Belgische markt maakt Alken-Maes het bier, maar voor het buitenland zorgt Carlsberg zelf voor de productie onder andere bij Brasseries Kronenbourg.[7][8]... In het jaar 1128 bouwde de Heilige Norbertus in de Brabantse gemeente Grimbergen een abdij voor de kloosterorde der Norbertijnen. Naast de religieuze taken legden de paters zich toe op de kunst van het brouwen. Samen met de afschaffing van het klooster tijdens de Franse Revolutie verdween ook de brouwerij. Bij de latere heroprichting van de abdij werd er geen brouwerij meer voorzien. De abdij bestelde haar bier, met name het paasbier Optimo Bruno, bij lokale brouwers. In 1958 nam Brouwerij Maes contact op met de abdij met het voorstel om het bruine bier dat in de brouwerij was ontwikkeld, te commercialiseren onder de naam "Grimbergen." Tot 1978 werden Grimbergen Dubbel en Tripel in de brouwerij te Waarloos gebrouwen. Na die datum verhuisde de productie naar Brouwerij Union in Jumet. Sinds de sluiting van de vestiging in Jumet (2007) is de productie verplaatst naar de Brouwerij van Alken.[9] Een deel van de gebouwen van de Abdij van Grimbergen is sinds 1997 ingericht als abdijbiermuseum.[10] Sinds 2009 wordt Grimbergen ook geprofileerd voor gastronomisch gebruik, als begeleiding van de maaltijd.[11] In deze context werd een 20-centiliter Grimbergenglas geïntroduceerd[12] alsook de Grimbergen Selection in grote 75-centiliter flessen. Etiket en leuze Op het etiket van de bieren van Grimbergen stond altijd een feniks. Eind 2010 werd het etiket grondig vernieuwd: de feniks kwam nog meer op de voorgrond en werd gemoderniseerd.[13] Bovenaan het etiket staat: "Phoenix", met eronder: "Ardet nec consumitur". Dit betekent: "verbrand, maar niet vernietigd". Dit is de leuze van de abdij en verwijst naar de vele malen dat de abdij in brand gestaan heeft, waarna ze toch steeds werd heropgebouwd en overleefde. Ze verrees dus telkens als een feniks. De bierflesjes worden speciaal voor Grimbergen gemaakt. Boven het etiket staat in het glas: "Abdij Grimbergen".... Blond - 6,7% oorspronkelijk 7%. Dit bier is in 1993 op de markt gekomen, aanvankelijk met het oog op de Franse markt.... Dubbel - 6,5%. Grimbergen Dubbel is het eerste bier dat werd gebrouwen in 1958. Tripel - 9%, hergist in de fles, gebrouwen sinds 1962. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Grimbergen_(bier))
Ze hebben geen witbier? Ik ook niet trouwens. Nadat mijn glas leeg is, doe ik een nieuwe bestelpoging. De vraag 'hebben jullie Wieckse Witte?' wordt positief beantwoord en er wordt wat genoteerd en ze geeft aan dat het er zo aankomt.
Wieckse is de merknaam van een serie Nederlandse witbieren die worden gebrouwen door Heineken.... In 1857 werd in Maastricht Brouwerij De Ridder opgericht en dat was tot 1982 een familiebedrijf. In 1982 werd de brouwerij gekocht door Heineken. Brouwerij De Ridder brouwde op dat moment drie verschillende bieren: Ridder Pils, Ridder Oud Bruin en Ridder Maltezer. Heineken besloot eind jaren 80 van de 20e eeuw om twee nieuwe bieren van De Ridder te introduceren: Ridder Bock (1987) en Wieckse Witte (1988), genoemd naar de Maastrichtse wijk Wyck. Al snel bleek met name dit laatste bier een succes, mede door de promotie door de studenten van de Maastrichtse Hogere Hotelschool.[1] De vraag werd groter dan het aanbod. Omdat de brouwerij in Maastricht geen mogelijkheid had tot uitbreiding, werd een deel van de productie (met name voor de export) verplaatst naar een trappistenbrouwerij in Tilburg.[1] Nog steeds bleef de vraag toenemen en daarop besloot Heineken eind 2002 het bier voortaan geheel in de eigen brouwerijen te laten brouwen. Hierdoor kwam De Ridder in december van dat jaar leeg te staan. Wieckse Witte wordt gebrouwen in Zoeterwoude, Den Bosch en Wijlre (enkel fusten). Het is een lichtgeel troebel bier met een alcoholpercentage van 5,0%.... Omdat de vraag naar Wieckse bieren steeds verder terug liep, is besloten om per september 2021 te stoppen met het produceren van alle Wieckse varianten. Dit wordt als volgt omschreven door de brouwerij: "Helaas zal er vanaf september 2021 afscheid genomen worden van het Wieckse merk. We investeren in merken die renderen. Helaas hebben we de vraag naar de Wit- en Rosebieren van Wieckse de laatste jaren zien afnemen en de kosten wegen niet meer op tegen de baten. Dit heeft ons doen besluiten om het Wieckse merk vanaf september helaas niet meer aan te bieden, zowel voor de horeca als voor de supermarkten."[2] Als alternatief wordt Affligem aangeraden.
Even later is ze terug, dat ze het helaas niet hebben, en wat ik dan wil. Tja ik wilde een witbier toch? Dus nogmaals Affligem wit besteld. Deze keer werd het wel geserveerd.
woensdag 18 mei 2022
Is this the way to Amarillo
The version of Neil Sedaka’s song most well-known to British listeners, as well as across Europe where it topped the charts in Spain and Germany. In the UK it originally reached number 18 in November 1971. A little over 33 years later, in 2005, the song finally topped the UK singles chart when it was “covered” by comedian Peter Kay (through miming) for the year’s Comic Relief. (https://genius.com/Tony-christie-is-this-the-way-to-amarillo-lyrics)
maandag 16 mei 2022
Rondje Gelderland
Afgelopen maand was ik in Gelderland. Je hebt er in Nijmegen Nevel, Oersoep en Brouwtoren:
Met de trein kom je zo in CS Nijmegen, vandaar uit een NS-fiets huren en kun je de omgeving te verkennen. Vanaf station de weg uit fietsen. En dan kom je zo bij Brouwtoren. Iets verder het centrum in bij de grote kerktoren van de Sint Stevenskerk vind je brouwerij De Hemel. Dan de Waal volgen naar het oude Honig-complex.
Het grote Brouwtorenavontuur begon in de zomer van 2012 als nieuwe hobby van vier vrienden. Met een klein keteltje en wat plastic emmers probeerden we in de huiskamer van Dimitri ons eigen bier te maken.... In onze brouwerij met proeflokaal kun je terecht voor de beproefde Brouwtoren bieren én nieuwe smaken in ontwikkeling. De brouwers brouwen, jij proeft. Omringd door gisttanks, fusten en zakken mout. ... Brouwtoren heeft vijf beproefde bieren, aangevuld met verschillende bieren 'in ontwikkeling'. De nieuwe smaken in ontwikkeling zijn alleen in het proeflokaal te proeven, onze andere bieren vind je in het proeflokaal én veel horeca in Nijmegen. (https://www.brouwtoren.nl/)
De geboorte van de brouwerij vond plaats in 1983 in Heumen. Hier opende Brouwerij de Raaf als eerste Nederlandse speciaalbier brouwerij haar deuren. Twee verhuizingen, een naamswijziging en 16 jaar later vestigde Brouwerij De Hemel zich in de Commanderie van St. Jan in Nijmegen. Dit 12e -eeuwse klooster is sindsdien onze productielocatie en ook de plek waar het bier al jaren het meest gedronken is. In Brouwerscafé De Hemel zijn de 12 kranen altijd gevuld met verschillende brouwsels van de Hemel. In de kelders van de Commanderie vindt de productie van het bier plaats. Vanaf het begin heeft de nadruk altijd gelegen op het brouwen van speciale bieren. Bieren die afwijken van wat de grote brouwers zoal in de vakken leggen. Ook het lokale en onafhankelijke zijn belangrijke eigenschappen van De Hemel. Wij maken bieren voor Nijmegen en doen dat op de manier die wij willen. Maar in De Hemel gebeurt nog veel meer. In de distilleerderij worden bieren omgetoverd tot likeur, jenever en bierbrand. In de azijnreactor wordt het bier azijn, en van deze azijn wordt de enig echte biermosterd van de Hemel gemaakt. https://brouwerijdehemel.nl/ en https://restaurantdehemel.nl/nl/brouwerscafe/bieren/
INSPIRE THE WORLD WITH THE OERSOEP FLAVOUR As a quirky brewery, we hold the belief than we can excite the world with the flavours we create and love (https://www.oersoepbrouwerij.nl/home)
Oersoep is een craft beer brouwerij met een grote liefde voor droge, zure, hoppige en funky bieren. Creativiteit, ambacht en plezier zijn de kern van Oersoep. De brouwerij is volledig gefinancierd door crowdfunding en vanaf 2019 kun je zelfs mede-eigenaar worden! ... Oersoep is een eigenzinnige brouwerij die de wereld prikkelt met spannende smaken. Het Oersoep smaakprofiel wordt gekenmerkt door tenminste één van de volgende vier eigenschappen: Dorstlessende droogheid Heerlijke hoppigheid Een fris zuur briesje Funky soul De basis bieren zijn de toppers van Oersoep die het hele jaar verkrijgbaar zijn. Daarnaast is er ieder seizoen een passend bier. De voorliefde voor nieuwe en spannende smaken komt tot uiting in de lijn van specials. ... Oersoep is een brouwerij die zich laat inspireren door oude brouwmethoden en tradities, maar geeft hier een eigen draai aan. Oersoep is de enige brouwerij in Nederland die op grote schaal bier van spontane vergisting brouwt. Voor de houtgerijpte bieren staat op de bovenverdieping van de brouwerij een koelschip waarin het bier ’s nachts afkoelt. Hierdoor komen gisten uit de buitenlucht in het bier, wat spannende smaken oplevert.(https://www.oersoepbrouwerij.nl/ons_verhaal/wie_zijn_wij)
Iets buiten Nijmegen vond ik ook wat brouwerijen:
Brouwerij Antonius is een microbrouwerij voor speciaal bieren. De brouwmeester is tevens gediplomeerd bierkenner, distillateur en zytholoog en hij deelt graag zijn passie en kennis met u. Dit kan op de unieke en schitterende locatie van landgoed de Eikenhorst waar de brouwerij is gevestigd (https://www.brouwerij-antonius.nl/Home/)
Of u nu gewoon even aan komt lopen, of uw familiedag/teamuitje af wilt sluiten met lekker eten, De Eikenhorst zorgt er voor!...De basis van Boerderij De Eikenhorst zijn onze melkkoeien. Al sinds het ontstaan van onze boerderij eeuwen geleden, vormen koeien een belangrijk onderdeel van De Eikenhorst. Momenteel zijn er ca 100 melkkoeien en 80 stuks jongvee aanwezig. In het voorjaar gaat een groot gedeelte van deze koppel naar buiten om lekker te kunnen grazen in de weilanden in de directe omgeving van onze boerderij. (https://www.eikenhorstwijchen.nl/)
Aan de andere kant van Nijmegen kwam ik ook bij een brouwerij, maar die was helaas niet te bezoeken:
Brouwerij Stollenberg en Brouwerij Drul (http://brouwerijdendrul.nl/index.php)
Te midden van een glooiend landschap, vlakbij de Duitse grens, ligt Groesbeek, een dorp waar het Bourgondische leven wordt bejubeld. Vanuit ons brouwerij willen wij Groesbeek, Nederland en de rest van de wereld kennis laten maken met het beste wat onze brouwerij te bieden heeft. Daarom hebben wij de afgelopen jaren geïnvesteerd in professioneel brouwmateriaal en kennis. Wijs geworden in de speciaalbierenarena, doen wij ons eigen ding. Wij trekken ons eigen spoor. Geen fratsen, geen buitenkant, maar kwaliteit en vakmanschap. We weten waar we voor staan: een eerlijke, eigenzinnige en stevige brouwerij, waar mooie bieren ontwikkeld en gebrouwen worden. Bij een echt en eerlijk product hoort ook echt en eerlijk ondernemerschap. Goede spullen gebruiken en bewust omgaan met mens en milieu. Maar ook samenwerken met het werkbedrijf van Pluryn, om plek te bieden aan mensen die daarmee een zinvolle dagbesteding vinden. Mooie bieren maken, met passie en gevoel. En die vervolgens optimaal tot hun recht laten komen in ons mooie craftbier glas (http://brouwerijdendrul.nl/index.php/over-de-brouwerij)
Met een omtrekkende beweging rondom Nijmegen kom je in Elden:
‘Ik brouw al bier vanaf 2001. Vanaf 2006 heb ik mede de brouwerij in het Nederlands Openluchtmuseum ontwikkeld. De bieren van het Goeye Goet waren erg populair. Na een aantal mislukte pogingen om een brouwerij op te starten in het centrum van Arnhem heb ik besloten om een kleine brouwerij op te zetten in de achtertuin. Er is een mooie schuur gebouwd waarin kleinschalige brouwactiviteiten plaatsvinden. Ik kan per keer ±100 ltr bier brouwen en het blijft steeds weer een wonder dat je van zulke eenvoudige grondstoffen zulke mooie producten kunt maken. Als er een nieuw bier gebrouwen is moet je er snel bij zijn want de oplages zijn maar klein; OP=OP. Een troost is dat er meestal nog wel andere lekkere bieren verkrijgbaar zijn. (https://brouwhuiselden.nl/, https://brouwhuiselden.nl/over-ons/)
Verder zijn er nog andere brouwerijen, maar die heb ik niet bezocht:
Brouwerij Wijchense Schone wordt sinds 2022 gerund door Lenn Janssen, Pim Tromp en Marijn van Kraaij. We gaan de fantastische bieren van Brouwerij Wijchense Schone op de kaart zetten en vinden smaak en kwaliteit het allerbelangrijkste! Als drietal hebben we elk onze eigen kwaliteiten; zoals smaakbeleving, proceskennis en een enorme nieuwsgierigheid naar nieuwe bieren met bijzondere smaken! (https://wijchenseschone.nl/over-ons/)
Bierbrouwerij Graaf van Heumen ... Opgericht: 2009 Gestopt: 2017 (https://www.nederlandsebiercultuur.nl/databank/brouwerij?brouwerij_id=1098) Deze heb ik enkele jaren geleden eens bezocht. Maar deze keer dus niet.
zondag 15 mei 2022
Kastelen
In Nederland vind je prachtige kastelen en paleizen. Van koninklijke paleizen tot aan eeuwenoude kastelen en burchten. Je zult vast wel een aantal van de bekende paleizen en kastelen hebben bezocht, zoals Paleis Het Loo of het Kasteel Muiderslot. (https://www.dolopreizen.nl/de-mooiste-kastelen-in-nederland-om-te-bezoeken/)
Het woord ‘kasteel’ komt van het Anglo-Normandische Franse woord ‘castel’, dat zelf weer is afgeleid van het Latijnse woord dat ‘fort’ betekent. Een kasteel is een versterkte woning. Met andere woorden, er zijn vele soorten vestingwerken gebouwd ter verdediging, maar een kasteel wordt ook specifiek gebruikt als woning. In de middeleeuwen werden kastelen meestal bewoond door een hooggeboren persoon, zoals een heer, ridder of vorst. (Hier ziet u Bodium Castle, Engeland.) De term ‘paleis’ komt van de Palatijnse heuvel in Rome, waar de rijken en beroemdheden in de Romeinse tijd hun weelderige huizen bouwden. Dus als we ons afvragen wat het verschil is tussen een kasteel en een paleis, is het belangrijkste verschil dat een paleis niet versterkt is. ... Kastelen, zoals wij ze kennen, begonnen te worden gebouwd in de elfde en twaalfde eeuw, hoewel vaak gebaseerd op bestaande vestingwerken. Omdat ze ter verdediging werden gebouwd, zijn kastelen meestal van sterk steen. Ze staan op een plaats waar ze gemakkelijk verdedigd kunnen worden, zoals op een hoge heuvel of beschermd door een rivier om een invasie van de vijand te voorkomen. Ze zijn zo ontworpen dat ze de toegang uiterst moeilijk maken. Kastelen werden vaak omgeven door een gracht om tunnels tijdens een belegering onmogelijk te maken. Er zijn vaak loopbruggen en kantelen op het dak zodat soldaten kunnen patrouilleren, en de ramen zijn smal zodat boogschutters op de vijand kunnen schieten zonder hun eigen veiligheid in gevaar te brengen. De hoofdpoort is sterk verdedigd, vaak met een ophaalbrug en een valhek, met openingen waarin soldaten kokende olie en andere nare afschrikmiddelen over binnenvallende troepen konden gieten. En de hoofdpoort leidde vaak naar een binnenplaats waar de binnenvallende troepen konden worden ingesloten. Spiraalvormige trappen waren speciaal ontworpen om met de klok mee te draaien, zodat verdedigers hun sterke rechterarm vrij konden gebruiken terwijl aanvallers gedwongen werden hun zwakkere linkerarm te gebruiken. En ze hadden vaak ongelijke treden om tegenstanders te laten struikelen. ... Paleizen waren vaak bedoeld om te pronken met de rijkdom en weelde van de bewoners, dus werden ze gebouwd om indruk te maken. Het paleis van Versailles in Frankrijk heeft bijvoorbeeld 2.300 kamers,... Paleizen waren gewoonlijk imposant, en vaak gevuld met onbetaalbare kunstwerken, meubels en andere accessoires die ook de rijkdom van de bewoners benadrukten. Naast het gebouw zelf waren paleizen vaak beroemd om hun prachtige tuinen, waarvan er vele tot op de dag van vandaag bewaard zijn gebleven. (https://organicindiatoday.com/nl/wat-is-het-verschil-tussen-een-kasteel-en-een-paleis/)
Een kasteel is een zelfstandig, versterkt bouwwerk dat onder middeleeuwse omstandigheden te verdedigen was.[1] De benaming kasteel wordt ook wel gebruikt voor jongere bouwwerken die qua vorm aansluiten bij een kasteel.[2] Het kasteel combineerde oorspronkelijk de functies van verdedigbaarheid en bewoonbaarheid aan een beperkte groep mensen, variërend van een adellijke familie tot een militair garnizoen.[3] Een kasteel is als militaire structuur groter dan een toren maar kleiner dan een versterkte stad. Een kasteel kan zich bevinden in een stad, maar moet daarvan kunnen worden afgesneden door het sluiten van een hek of het ophalen van een ophaalbrug.[4] Een sterk kasteel wordt ook wel aangeduid als burcht of slot. Ook al is het woord kasteel voor veel mensen een containerbegrip, het wordt in ieder geval gebruikt om een private, versterkte woonplaats van een heer of edele aan te duiden. Dit ter onderscheid van een paleis, dat niet versterkt is, van een fort dat niet de woonplaats is van de adel en van een ommuurde stad die een collectieve verdediging vormt. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel)
Het woord kasteel is afgeleid van het Latijnse ‘’castellum’’ dat fort of toevluchtsoord betekent. Soms zijn kastelen verrezen op de plek van een castellum. Een voorbeeld hiervan is Pevensey Castle, waar nog twee derde van de Romeinse ommuring aanwezig is. In Groningen wordt een kasteel een borg genoemd, in Friesland een state of stins. In de oostelijke provincies worden veel kastelen havezate genoemd. Een borg, stins of havezate was over het algemeen een kasteel waaraan bestuurlijke voorrechten waren verbonden, een zogenoemde ridderhofstede. ... Een middeleeuws kasteel bezat oorspronkelijk de volgende functies [5]: residentie: het is bewoonbaar en te gebruiken als woning versterkt: het is verdedigbaar om zich te verweren tegen aanvallen privébezit van een adellijke familie machtspositie: het straalt macht en status uit horende bij de rechtspositie van de eigenaars.[6] Na 1600 verandert de functie van het kasteel. Door de opkomst van het buskruit en de artillerie werd het voor particulieren ondoenlijk nog verdedigbare huizen te bouwen. De nieuwe generaties bezitters wilde wel het aanzien van de oude adel behouden. Bestaande en nieuwe kastelen werden verbouwd of gebouwd als lusthoven met grachten, torens en andere kenmerken van de vroegere kastelen, die status en macht uitstralen [6].... Kastelen gaan terug op twee soorten bouwtradities uit de oudheid. De eerste is die van Romeinse militaire bouwwerken, met name de permanente stenen castella voor de stationering van hulptroepen en de tijdelijke houten en aarden castra voor legionairs. De tweede is de Europese volksburcht, bestaande uit aarden wallen en (droge) grachten, die niet werd bewoond, maar waar men zich terugtrok in tijden van nood; ze worden daarom ook wel vluchtburg of vluchtburcht genoemd.[7] In de vroege middeleeuwen volgden de Merovingen en Karolingen grotendeels de Romeinse traditie: grensversterkingen werden gebouwd van hout en aarde; de paleizen (paltsen) en landhuizen waar de adel woonde waren echter open en niet versterkt.[7] In het Saksenland (7e tot 9e eeuw) ontstonden ondertussen (ring)walburchten: een cirkelvormige nederzetting met woningen en bedrijfsgebouwen omringd door een aarden wal, meestal met een houten borstwering erop, met daar omheen een (met water gevulde) beschermende gracht. In tegenstelling tot de antieke vluchtburchten waren dit dus versterkte woonplaatsen.[7] Kastelen werden in de hoge middeleeuwen, meer bepaald ongeveer vanaf het jaar 900, ontwikkeld als verdedigbare woning van een geïsoleerd grootgrondbezitter.[7] Dit kon een versterkte hoeve of huis zijn of een speciaal gebouwde constructie om in tijden van gevaar naar te kunnen vluchten. Aanvankelijk bestond de versterking (soms curtis genoemd) slechts uit houten palissades, later werden stenen muren gebruikt. Met de introductie van het buskruit en artillerie (14e eeuw) verloren kastelen in de late middeleeuwen hun militaire functie, die vanaf de late 15e eeuw werd overgenomen door (niet-bewoonde) forten.[7] De overgebleven kastelen werden vaak omgebouwd tot lusthoven en buitenplaatsen waarin veeleer het wooncomfort werd nagestreefd. Bij sommige kastelen is het militaire aspect uiteindelijk geheel verdwenen. Het Kasteel van Versailles, slot Schönbrunn en kasteel Sanssouci (17e en 18e eeuw) zijn daar in Europa goede voorbeelden van. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel)
Een paleis is een ambtsgebouw dat een openbare of ceremoniële functie heeft. Het is vaak ook een (woon)huis voor een staatshoofd of een bisschop.... Het woord paleis is afgeleid van het Franse palais. Het Latijnse woord voor paleis is regia. Het woord regia werd gebruikt voor de woning van Keizer Augustus op de Palatijn (Latijn: Palatinus), de naam van de heuvel in Rome.[1][2] Een gebouw met een openbare functie is bijvoorbeeld een Justitiepaleis. De aanduiding paleis wordt ook spottend gebruikt voor minder koninklijke gebouwen als: gokpaleis en sportpaleis. Italiaanse herenhuizen en kastelen krijgen vaak de titel "Palazzo", bijvoorbeeld: Palazzo Farnese, Palazzo Vecchio of het Palazzo Vendramin-Calergi. Ook in steden in andere landen vindt men paleizen, zoals de stadspaleizen van Parijs, of in Spanje de zogenaamde Palau's (bijvoorbeeld Palau Güell). Daarnaast zijn de fantasiepaleizen te noemen, ook wel folly's geheten, zoals het bekende Palais idéal van Ferdinand Cheval. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Paleis)
Een burcht of slot is een versterkte woning van een edelman en zijn familie opgericht in de middeleeuwen. Als extra versterking van de (wal)burcht worden burchten meestal omringd door een droge of natte gracht, een aarden wal en/of een zware stenen ommuring. Een van de oudste nog bestaande voorbeelden in Nederland is de Burcht van Leiden. Voor België is het Gravensteen een goed voorbeeld. Vaak werd de burcht uitgebouwd beginnend vanuit een zware stenen toren of donjon, die ook als laatste steunpunt en schuiloord kon worden gebruikt, mocht de rest van de burcht zijn ingenomen. De donjons en andere torens waren bovenaan vaak afgewerkt met kantelen. In vlakke gebieden werden waterburchten opgericht, met diepe grachten langs alle zijden. De toegang van burchten met een gracht kon meestal worden afgesloten met een valbrug. Voor burchten werden natuurlijke verdedigingselementen gebruikt door ze te bouwen op meanders in rivieren en op heuvels. Hoogteburchten werden gebouwd op rotsen of bergtoppen, van waaruit de dreigingen al van ver te zien waren. Burchten zijn er in verschillende groottes. De burchten van koningen en grote heren konden grote afmetingen hebben en waren een militaire basis en administratief centrum. Kleinere burchten of donjons waren woontorens met boven elkaar gelegen kamers, bedoeld als verdediging tegen roversbenden en vijandige heren..... e oorsprong van burcht ligt in het woord burg, analoog aan het Duitse woord Burg en het Zweedse Borg. Dat betekende 'versterkte nederzetting' of 'omwalde plaats', dus stad en geen kasteel. Het oorspronkelijke woord is behouden gebleven in woorden als burger, burgemeester, burggraaf en burgwal, dat bijvoorbeeld in Amsterdam nog in straatnamen voorkomt (bijvoorbeeld de Nieuwezijds Voorburgwal), en daarnaast in een groot aantal plaatsnamen: Middelburg, Domburg, Borgt, Souburg, Burgh-Haamstede, Den Burg (Texel), Leopoldsburg, Luxemburg, Boksburg e.a. Burg behoort tot een groep woorden die later een -t hebben gekregen (andere voorbeelden zijn inkt, dat in het Engels ink heet en rijst, dat aanvankelijk 'rijs' was.). Door deze t is in de spelling de oorspronkelijke g vervolgens in ch veranderd: de spelling burgt komt in oudere teksten voor, in het huidige Nederlands is het burcht. De Groningse variant borg heeft de t niet overgenomen. Bovendien is er een betekenisverschil ontstaan tussen "burg" (omwalling) en "burcht" (versterkt gebouw). Dit Germaanse woord heeft ook - zoals wel meer militaire termen - stand gehouden in het Frans, en wel als bourg, dat in tal van plaatsnamen voorkomt, bijvoorbeeld Mariembourg, Cherbourg, Bourg-en-Bresse e.a. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Burcht_(kasteel))
Slot' is vanaf de 14de eeuw synoniem aan 'burcht'. In de Nederrijnse bronnen komt het in de betekenis van burcht voor het eerst voor in 1339.[1] In de 19de eeuw krijgt slot een romantische betekenis waarbij de weerbaarheid is verdwenen.[2] (https://nl.wikipedia.org/wiki/Burcht_(kasteel))
De algemene term voor een versterkt gebouw in de middeleeuwen is 'huis' dat behalve voor burchten ook gebruikt werd voor adellijke huizen en voor de curtis of hof die voorzien was van een wal en een gracht.[3] Het meest gangbare woord voor burcht is kasteel dat echter eerst aan het einde van de 16de eeuw voor burcht gebruikt werd. Het Nederlandse kasteel is dan ook geen juiste term voor een middeleeuws gebouw.[4] Met de afname van het militaire belang kregen veel burchten na de middeleeuwen uitbreidingen en verbouwingen met meer comfort en ruimte voor de bewoners, en eerder gericht op praal en prestige van de kasteelheer. In veel kastelen met een middeleeuwse oorsprong is er nog een kern met overblijfselen van de oorspronkelijke burcht of donjon zichtbaar aanwezig. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Burcht_(kasteel))
Slot Loevestein is één van de bekendste en mooiste kastelen van Nederland. Het slot ligt in een prachtig gebied in het plaatsje Poederoijen in de provincie Gelderland, op een plek waar de Maas en de Waal samenkomen. Slot Loevestein werd tussen 1357 en 1368 gebouwd en was in de middeleeuwen een strategisch punt tussen de rivieren. Naast de functie van strategisch verdedigingswerk, werd er door Loevestein ook goed verdiend aan het heffen van tol. In de 16e eeuw werd het slot een staatsgevangenis. In de gevangenis vond één van de beroemdste ontsnappingen van Nederland plaats. Namelijk die van Hugo de Groot in 1621. De Rotterdamse geleerde kon niet zonder boeken, daarom kreeg hij toestemming om zijn boeken te ontvangen. Zijn vrouw stuurde de boeken op in een houten boekenkist. Deze werd aan het begin goed gecontroleerd, maar de controle werd later minder. Hugo en zijn vrouw zagen hierin een kans om hem te laten ontsnappen uit de gevangenis: Hugo liet zich in de boekenkist naar buiten smokkelen. Je kunt de boekenkist van Hugo de Groot bekijken in het Rijksmuseum in Amsterdam. Vandaag de dag kun je Slot Loevestein van binnen bewonderen. Je kunt het kasteel zelfstandig verkennen, waarbij je een sleutel krijgt voor toegang tot de gebouwen. Of volg een rondleiding en kom alles te weten over het harde leven van de ridders en de ontsnappingspogingen die in de gevangenis zijn gedaan. (https://www.dolopreizen.nl/de-mooiste-kastelen-in-nederland-om-te-bezoeken/)
Eén van de beroemdste paleizen van Nederland is Paleis Het Loo in Apeldoorn. Het paleis werd in 1685 gebouwd in opdracht van stadhouder Willem III. Hij wilde met zijn nieuwe verblijf indruk maken op de bezoekers door te laten zien hoe rijk en voornaam hij was. Paleis Het Loo heeft eeuwenlang gediend als zomerverblijf van de koninklijke familie. Zo heeft Koningin Wilhelmina na de Tweede Wereldoorlog lang in het paleis gewoond. Ze woonde hier tot aan haar dood in 1962. In 1984 werd het paleis volledig gerenoveerd en werd het opengesteld voor publiek om te bezichtigen. Vandaag de dag kun je er dan ook alles leren over het koningshuis. In het paleis vind je een interessant museum met wisselende tentoonstellingen. Daarnaast kun je in de stallen bij het paleis auto’s en rijtuigen van de koninklijke familie bewonderen. Rondom het paleis ligt een schitterend landgoed met prachtige perken, fonteinen en bomen. Het is heerlijk om door de tuinen te struinen en een wandeling te maken. (https://www.dolopreizen.nl/de-mooiste-kastelen-in-nederland-om-te-bezoeken/)
Willem Hendrik van Oranje werd op 14 november 1650 geboren op het Binnenhof in Den Haag, acht dagen nadat zijn vader Stadhouder Willem II (1626-1650) was overleden aan de pokken.94 Zonder vader en zonder moederliefde van Mary Henrietta Stuart (1631-1660), die zelfs bij orangisten niet geliefd was omdat zij weigerde Nederlands te spreken en zich liet voorstaan op haar titel Princess Royal, kwam de jonge Willem in een politiek geladen voogdijschap terecht. Mary moest de voogdij namelijk delen met Willem’s grootmoeder Amalia van Solms (1602-1675), de weduwe van Frederik Hendrik en met Frederik Wilhelm von Brandenburg (1620-1688) die getrouwd was met een dochter van Frederik Hendrik.95... De spanningen rond de jonge Willem werden nog verergerd doordat zijn moeder vanaf 1654 het grootste deel van haar tijd in het buitenland zou doorbrengen. Na de restauratie van Karel II van Engeland bedacht Johan de Wit (1625-1672) het plan om Willem een opvoeding te laten geven onder leiding van de Staten van Holland, waarmee het ‘Kind van Staat’ was geboren.96 Vanaf 1653 kreeg hij een eigen hofhouding en een opvoedkundig programma, dat vanaf 1666 persoonlijk door Johan de Witt werd uitgevoerd. Willem III zou later over zijn jeugd opmerken: “Ik ben in tegenspoed geboren en opgevoed.”97 Door de invasie van Frankrijk en Münster in het rampjaar 1672 kon Willem, na zijn benoeming tot kapitein-generaal van de Unie en Stadhouder van Holland en Zeeland, een doorslaggevende rol vervullen, zowel op militair als ook op politiek vlak.98 In de komende jaren zou hij zijn streven naar volledige soevereiniteit voorzichtig, maar met groot doorzettingsvermogen, tot stand brengen. Na zijn huwelijk met Princess Mary (1662-1694), de oudste nicht van koning Karel II en tweede in lijn van de Engelse troonopvolging, zag Willem zijn kansen op de Engelse troon stijgen na de benoeming van haar vader James II tot Koning van Engeland. Zijn massale invasie in Engeland in 1688 leidde tot de Glorious Revolution, waarna hem in 1689 samen met Mary de Engelse en Ierse kroon werd aangeboden.99 (https://5dok.net/article/willem-iii-korte-levensschets-snelwegen-koning.y6eowjxo)
Kasteel Het Oude Loo, ook wel Slot ‘t Oude Loo, is een oud jachtslot op het Kroondomein Het Loo te Apeldoorn. Het is tegenwoordig in gebruik als privé-buitenverblijf van koning Willem-Alexander. Het kasteel werd in de vijftiende eeuw gebouwd als jachtslot. De vroegste vermelding van het slot dateert uit 1439. In een document wordt het dan aangemerkt als ‘horig goed’ van ene Udo Talholt, een belangrijke en vermogende raadsman van de Hertog van Gelre, Willem II. Bekend is dat op de plek van het huidige kasteel vroeger een boerenhoeve stond. Waarschijnlijk gaf de raadsman opdracht die hoeve te versterken waardoor de eerste contouren van het huidige kasteel ontstonden. (https://historiek.net/kasteel-het-oude-loo-jachtslot-kroondomein/148132/)
Kasteel Het Oude Loo, ook Slot ‘t Oude Loo, is een jachtslot uit de 15e eeuw dat zich bevindt op het Kroondomein Het Loo te Apeldoorn in de Nederlandse provincie Gelderland, niet ver van Paleis Het Loo. Het is sinds 1968 eigendom van de Staat der Nederlanden en is verhuurd aan koning Willem-Alexander der Nederlanden. Het (Oude) Loo komt voor het eerst voor in 1439, als bezitting van Udo Talholt. Udo Talholt, raad van de hertog van Gelre, was naast een belangrijk man ook een rijk man, hij leende een grote som geld aan de hertog. Mogelijk was hij de bouwer van het slot, waarvan de oudste delen uit de 15e eeuw dateren. Het op het Germaans terug te voeren woord 'loo' betekent 'open plek in het bos'. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel_Het_Oude_Loo)
Het Oude Loo. In het park van paleis Het Loo gelegen laat-middeleeuws omgracht slot. Oostelijke vleugel, 15e eeuw, geflankeerd door ronde hoektorens en versierd door een boogfries tussen de beneden verdieping en de verdieping, doorlopend langs de hoektorens. Onderkelderde zuidelijke vleugel, waarschijnlijk 2e kwart 16e eeuw, blijkens wapensteen met: 1538, verbonden met een 15e eeuwse vierkante hoektoren. Noordelijke vleugel, eveneens waarschijnlijk 16e eeuw. Achthoekige traptoren met wenteltrap in de noordoosthoek van het binnenplein. Over de kelder onder de zuidvleugel ribgewelven op achthoekige pijlers: overigens graat-, straal- en netgewelven. Het in 1904 gerestaureerde kasteel bezit een viertal laat-gotische schouwen, balkenzolderingen, muurschilderingen en gebrandschilderde glazen, 17e eeuw. (https://rijksmonumenten.nl/monument/8175/kasteel-het-oude-loo/apeldoorn/)
Het Kasteel Het oude Loo is net als vele andere Paleizen en Kastelen waarschijnlijk ontstaan uit een boerenhuis. Bekend is dat in het begin van de 15e eeuw op die plaats al een boerenhoeve was verrezen. De edelman Gerrit van Rijswijck slaagde toen erin de Hertogelijke aanspraken van de heer van Gelre uit te schakelen. De edelman had het voornemen om van het geheel een Heerlijkheid te maken, een vrij eigen bezit. Hij was ook de bouwer van de eerste versterkingen die tot de latere grondlegging van het Kasteel zouden leiden. De tweede man die in zicht komt bij deze historie is Udo Talholt, raadsman van dezelfde Hertog van Gelre, Willem II. (https://www.hethuisvanoranje.nl/18%20Vorstelijke%20Verblijven/KasteelHetoudeLoo.html)
In de 16e eeuw behoorde het goed aan de Bentincks, die het kasteeltje omstreeks 1540 vergrootten. Enige tijd was het in handen van het geslacht D'Isendoorn à Blois, die men in die tijd ook op het nabijgelegen Kasteel De Cannenburgh aantreft. In de 15e eeuw zal het huis van zeer geringe omvang geweest zijn; een rechthoekig gebouw – de tegenwoordige voorvleugel – met twee ronde hoektorens. Tegen het midden van de 16e eeuw bouwde men aan de achterzijde de twee vleugels, een binnenplaats omsluitend; alleen de achterhoektoren behoort tot de eerste bouwperiode. Een muur sloot de binnenplaats aan de vierde zijde af. Het kasteel is geheel opgetrokken uit baksteen met hier en daar spaarzaam gebruik van natuursteen. In de 18e eeuw brak er een tijd aan waarin opvolgingskwesties ervoor zorgden dat het slot vaak van eigenaar veranderde. Sommigen zoals prins Willem V waardeerden Het Loo niet, maar om patriottische redenen werd er nog wel een grote menagerie gebouwd. In 1795 vertrok Willem V naar Engeland. De Fransen kwamen en namen de bezittingen van het Oranjehuis in beslag. In Paleis Het Loo en Het Oude Loo werden 3000 Franse soldaten ondergebracht. De troon van de Bataafse Republiek werd in 1806 door Napoleon toegewezen aan zijn broer Lodewijk. 's Zomers nam de koning zijn intrek op Het Loo, een van de eerste dingen die hij hier deed was het dempen van de gracht rond het Oude Loo. Als kind was hem namelijk voorspeld dat hij zou omkomen door verdrinking en hij deed alles om de kans hierop te verkleinen. Koningin Wilhelmina gaf de bekende bouwmeester Pierre Cuypers in 1904 opdracht tot een algehele restauratie. Een belangrijke eerste opdracht was het in ere herstellen van de oude gracht, maar Cuypers ging veel verder. Hij ging erg vrij met de historische gegevens om en was niet bang om ‘in de geest van’ het oorspronkelijke ontwerp te werken en veel aanpassingen te doen. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel_Het_Oude_Loo)
Op 27 november 1684 kocht stadhouder Willem III het huis en de gronden. Tot die tijd bevond zich in het kasteel een rooms-katholieke schuilkerk, ingericht in de grote of ridderzaal. Kort na de koop door de stadhouder werd begonnen met de bouw van paleis Het Loo omdat Het Oude Loo te klein was om de prins en zijn gevolg te huisvesten. ... Het Oude Loo is een rijksmonument en is sinds 1968 eigendom van de Staat der Nederlanden (Rijksgebouwendienst). De Koninklijke Familie, die het kasteel huurt, maakt er nog regelmatig gebruik van. De Koninklijke Familie hecht veel waarde aan het domein Het Loo. Het is een plek waar de familie vaak samenkomt, vooral sinds het afstoten van Paleis Het Loo in 1975. ... Op 21 maart 2022 maakte de Koning bekend dat hij Het Oude Loo ter beschikking stelt voor de huisvesting van Oekrainse vluchtelingen die in verband met de Russische invasie van Oekraïne in 2022 hun land zijn ontvlucht en in Nederland onderdak nodig hebben. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel_Het_Oude_Loo)
Stadhouder Willem III kocht het middeleeuwse kasteel en de omliggende grond in 1684 van Johan van Ulft voor 90.000 carolusguldens. Hij bezat op dat moment al een ander jachthuis, bij Hoog-Soeren. Het Oude Loo was op het moment van aankoop eigenlijk niet geschikt voor bewoning door de stadhouderlijke familie. De koopakte sprak van…“…het Huys Loo geheel vervallen seynde.” Het slot verkeerde niet alleen in vrij slechte staat, het werd door de stadhouder ook als ’te klein’ beschouwd om als verblijfplaats voor zijn gezin en gevolg dienst te doen. Kort na de aankoop van Het Oude Loo werd vlakbij het oude jachtslot daarom een begin gemaakt met de bouw van het veel grotere kasteel Het Loo, dat in de eeuwen hierna door Nederlandse stadhouders en koningen als zomerresidentie werd gebruikt. Begin negentiende eeuw kwamen zowel Het Oude Loo als Paleis Het Loo in bezit van Lodewijk Napoleon, de broer van Napoleon Bonaparte die tot koning van Holland was benoemd. De Franse koning liet de slotgracht van het jachtslot dempen, naar verluidt omdat hem ooit was voorspeld dat hij ooit zou verdrinken. (https://historiek.net/kasteel-het-oude-loo-jachtslot-kroondomein/148132/)
In het jaar 1684 kocht de Stadhouder-Koning Willem III het geheel inclusief de gronden die erbij behoorden. Het oude huis verloor daardoor zijn betekenis een omvang van 200 ha - ook nog een belang in een 3000 HA groot bos te Hoog Soeren dat hij van Johan Carelius van Ulft voor 900.000 carolusguldens kocht. In 1685 gaf de Koning de opdracht om naast het bestaande kasteeltje Oude Loo over te gaan tot de bouw van een groot nieuw jachtslot. Daarin kon Zijne Majesteit beter zijn gevolg huisvesten. Dat werd het latere Paleis Het Loo. Willem III wilde wedijveren met de Franse Tuinen bij het beroemde Palais de Versailles. Dat diende hier ook te komen. (https://www.hethuisvanoranje.nl/18%20Vorstelijke%20Verblijven/KasteelHetoudeLoo.html)
In 1702 stierf Willem III op 8 maart, enkele dagen nadat zijn paard was gestruikeld en hij zijn sleutelbeen had gebroken, aan een longontsteking. Panhuysen schrijft hierover dat hij stierf zoals hij zijn veldslagen had geleverd: zwijgzaam en ongeduldig.102 Bij de obductie reageerden de acht geneesheren verbaasd dat de koning met zo’n zwartgeblakerde inboedel nog zo lang had kunnen functioneren. Met gevoel voor drama schrijft Panhuysen dat diegenen die hem beter kenden minder verbaasd waren. In dit innerlijk had Willems vuur huisgehouden met de energie van een verterende wilskracht. Maar zijn geest was de baas, zijn breekbare lichaam slechts een van de vele soldaten die onder zijn bevel stonden.103In 1702 stierf Willem III op 8 maart, enkele dagen nadat zijn paard was gestruikeld en hij zijn sleutelbeen had gebroken, aan een longontsteking. Panhuysen schrijft hierover dat hij stierf zoals hij zijn veldslagen had geleverd: zwijgzaam en ongeduldig.102 Bij de obductie reageerden de acht geneesheren verbaasd dat de koning met zo’n zwartgeblakerde inboedel nog zo lang had kunnen functioneren. Met gevoel voor drama schrijft Panhuysen dat diegenen die hem beter kenden minder verbaasd waren. In dit innerlijk had Willems vuur huisgehouden met de energie van een verterende wilskracht. Maar zijn geest was de baas, zijn breekbare lichaam slechts een van de vele soldaten die onder zijn bevel stonden.103 (https://5dok.net/article/willem-iii-korte-levensschets-snelwegen-koning.y6eowjxo)
Toen de Stadhouder in 1702 van zijn paard duvelde en overleed, vochten de Koning van Pruisen en Friese Stadhouder Johan Willem Friso om zijn nalatenschap. Na 30 lange jaren van juridische strijd werd Het Loo en de bijbehorende andere eigendommen aan Prins Willem V toe gewezen. In de 18e eeuw kwam er een tijd waarin het gebouw, door opvolgingskwesties en geruzie over erfenissen vaak van eigenaar verwisselde. Sommige Oranjes, zoals Prins Willem V hadden het helemaal niet begrepen op dat slot. Vond hij maar een blok aan zijn been en dat kostte ook nog geld voor personeel en onderhoud. In 1795 vertrok Willem V naar Engeland omdat het hier iets te gevaarlijk werd. De Fransen kwamen opzetten om hun revolutie bij ons nog eens dunnetjes over te doen. De daarop volgende beeldenstorm maakte duidelijk hoe maar ook waarom de Prins de benen nam. Zowel het Paleis Het Loo als het Kasteel Het oude Loo werden als kazerne in beslag genomen. Ruim 300 Franse soldaten kregen hier hun onderkomen. ... Lodewijk Napoleon was voor de Hollanders een goed Koning. Hij deed zijn best en probeerde, met horten en stoten, zelfs onze taal te leren. En dat voor een Fransman. Helaas, de taallessen die hij volgde bij de hoogleraar David Jacob van Lennep en bij de schrijver en hofdichter Willem Bilderdijk om het Nederlands onder de knie te krijgen, lukten niet. Zijn bijnaam 'Lodewijk de Goede' was een compliment van de Hollanders. Toch slaagde hij in de ogen van zijn broer, de Keizer van Frankrijk niet in zijn missie. Teleurgesteld droop deze Koning af. Hij stierf op 67-jarige leeftijd en werd begraven in de dorpskerk van Saint-Leu-la-Forêt. En het kasteel Het oude Loo? Dat brokkelijk langzaam maar zeker, stevig geholpen door moeder Natuur, af. Koning Willem I had niet veel belangstelling voor het slot..... In een spontane opwelling gaf hij zijn kleinzoons Willem en Alexander toestemming om het Kasteel te gebruiken als clublokaal van de door hen in 1839 opgerichte discussie club, The Royal Loo Hawking Club. Van hawking zal niet veel terecht zijn gekomen. Ondanks dat werd het genootschap pas in 1855 opgeheven door de beide heren. (https://www.hethuisvanoranje.nl/18%20Vorstelijke%20Verblijven/KasteelHetoudeLoo.html)
Toen Koningin Wilhelmina in 1904 de bekende bouwmeester Dr. Pierre Kuypers de opdracht gaf tot algehele restauratie van het Kasteel Het oude Loo, kon zij niet bevroeden dat dit zo'n hels en kostbaar karwei zou worden. Een belangrijkste en eerste opdracht die hij kreeg was, het in ere herstellen van de oude gracht. Dat nam Kuypers de Koningin in dank af maar hij ging veel verder dan een algehele restauratie van het geheel. De architect liet zijn geest de vrije loop en kwam tot de conclusie dat hij best vrij, misschien wel te vrij, met historische gegevens om kon gaan. Kuypers was niet bang om 'in de geest van het oorspronkelijke ontwerp' te werken en veel aanpassingen te doen. Men kan de man een sterke mate van drang naar zelfstandigheid hiermede niet ontzeggen. De veranderingen waren heftig en definitief te noemen.... In 1968 begon architect C. W. Royaarts aan een hernieuwde restauratie van Het oude Loo. Met forse hand overigens, want bijna al het 'vrije werk' van de vorige restaurateur werd teniet gedaan. Onder meer werd de torenaanbouw vervangen door een rankere behuizing van hout en werd de zuidwesttoren weer in zijn oorspronkelijk vorm terug gebracht. Helaas, ook hij overleed in 1970, zodat zijn opvolger Ir. J. B. Baron van Asbeck - volgens de originele plannen van Royaarts - de restauratie voltooide. Deze Baron was ook de architect van de aanpassingen van Paleis Het Loo in 1976, maakte het geschikt voor het gebruik als museum en bracht een evocatie van de historische tuinen tot stand. (https://www.hethuisvanoranje.nl/18%20Vorstelijke%20Verblijven/KasteelHetoudeLoo.html)