Translate

Zoeken in deze blog

woensdag 25 maart 2015

Huisbrouwerij Mieghelm

Huisbrouwerij Mieghelm is gevestigd aan de Venkant 17-19, 5271 SP St. Michielsgestel.

Thijs van den Helm werd siersmid. In 1987 besloot Thijs, toen hij een hele verzameling oude gebruiksvoorwerpen en machinerieën bij elkaar had, om een smederijmuseum te openen. Het is niet bij dit ene museum gebleven. In 1988 kon hij de hand leggen op de inventaris van een bakkerij. In 1990 besloot Thijs om een kroeg te openen. Zijn eigen huis was intussen te klein geworden, maar gelukkig kon hij de beschikking krijgen over de boerderij ernaast. Vanaf die tijd speelt hij met de gedachten om ooit een eigen brouwerij te hebben. Die wens werd werkelijkheid op 25 november 1994. Hij noemde de brouwerij de Abraham-brouwerij. Later kreeg de brouwerij zijn huidige naam: Mieghelm Huisbrouwerij (www.cambrinus.nl/brw/MIEGHELM.HTM,
http://home.tiscali.nl/beercollection/brouwerijen/Ned/nMieghelm.htm).



Samen met twee vrienden van hem heeft hij eigenhandig een complete brouwerij gebouwd, geinspireerd door de koperen brouwketels van De Ridder. De twee grote koperen ketels zelf geslagen, alle leidingen handmatig aangelegd en alle gistbakken in elkaar gelast. De brouwkennis heeft hij van zijn twee vrienden over genomen. Omdat hij van brouwen geen verstand had, riep hij de hulp in van een dorpsgenoot die bij Heineken werkte. Die keek zijn ogen uit, was direct enthousiast en sindsdien wordt er elke week gebrouwen. Eerste bier van deze brouwerij, gepresenteerd op 25 november 1994 bij de opening van de brouwerij. Het was oorspronkelijk de bedoeling het bier te presenteren op de 50e verjaardag van de brouwmeester op 10 april 1994.
De naam van de brouwerij is een samenvoeging van zijn woonplaats (Sint-Michielsgestel) en zijn achternaam (www.cambrinus.nl/brw/MIEGHELM.HTM).





Eind 1999 namen negen bedrijven en families in de omgeving van de brouwerij een advocaat in de arm om te protesteren tegen de horecaoverlast van de brouwerij en het ontbreken van een vergunning (www.cambrinus.nl/brw/MIEGHELM.HTM,  www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/noord-brabant/sint-michielsgestel/mieghelm).

Op internet vond ik een uitspraak waarin staat dat er wel een vergunning was, maar dat daarin niet alle onderdelen van het museum waren benoemd:
Hinderwet verleende vergunningen van 25 maart 1991 en 23 augustus 1993...Volgens verweerder ziet de vigerende vergunning slechts op het brouwen van bier, inclusief het gebruik van het proeflokaal, gedurende drie werkdagen per week van 07.00 tot 19.00 uur. De exploitatie van het ambachtencentrum zou zich in strijd met de daarvoor verleende vergunning van 23 augustus 1993 niet tot de bierbrouwerij en het proeflokaal beperken. Tevens is geconstateerd dat de inrichting buiten de periode van drie werkdagen per week van 07.00 tot 19.00 uur in werking is, aldus verweerder. Volgens verweerder is verder bij controles geconstateerd dat, in strijd met de voorschriften 7.0.1 en 7.0.2 van de vergunning van 23 augustus 1993, niet wordt geparkeerd op de binnen de inrichting beschikbare parkeerplaatsen. Verweerder is van mening dat deze illegale situatie moet worden beëindigd, waarbij appellante bij het bestreden besluit een termijn is gegund van zes weken na inwerkingtreding van het besluit op bezwaar.....Appellante betoogt dat verweerder niet in redelijkheid heeft kunnen besluiten haar een last onder dwangsom op te leggen. Zij voert aan dat er concreet zicht op legalisatie bestaat. Daartoe heeft zij ter zitting ten eerste gewezen op de aanvraag van 29 december 1998 welke heeft geleid tot de door de Afdeling bij uitspraak van 20 februari 2002, no. 199902589/1, vernietigde vergunning van 5 juli 1999. ....
De Afdeling overweegt dat met verweerder moet worden gesteld dat de vergunning van 23 augustus 1993 slechts ziet op het exploiteren van een bierbrouwerij en bijbehorend proeflokaal gedurende drie werkdagen per week van 07.00 tot 19.00. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat in het aanvraagformulier voor de vergunning van 23 augustus 1993 bij de doelomschrijving is aangegeven dat binnen de inrichting bier zal worden gebrouwen. Dat als aard van de inrichting is vermeld “expositieruimte van de smederij (bakhuis-smederij)” doet hier niet aan af nu hiermee geen enkel inzicht wordt gegeven in de binnen de inrichting te verrichten activiteiten. Verder staat op de tekening behorende bij de aanvraag vermeld “Hinderwet aanvrage van een bierbrouwerij”. In het aanvraagformulier is voorts aangegeven dat de inrichting gedurende drie werkdagen per week van 07.00 tot 19.00 uur geopend zal zijn. Vaststaat dat de exploitatie van de onderhavige inrichting niet beperkt blijft tot de bierbrouwerij en het proeflokaal. Tevens staat vast dat de inrichting ook buiten de in de aanvraag vermelde werktijden in werking is.
(www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=4608)

Bijzonder verhaal, dus de brouwerij met proeflokaal was 3 dagen in de week toegestaan,maar het museum niet en meer dagen in bedrijf zijn niet?  Ook opmerkelijk om een uitspraak over zo een typisch iets te anonimiseren. Een niet nader te noemen expositieruimte van de smederij (bakhuis-smederij) met brouwerij en proeflokaal in Sint-Michielsgestel? Wie zou dat kunnen zijn?

Bijzonder verhaal. Wat nu? Hoe staat het 10 jaar later met deze brouwerij? In google streetview zie ik niks bijzonders...

woensdag 25 februari 2015

OBM bierbrouwerijen en mouterijen MER,NER, IPPC?

Voor een bierbrouwerij is een 'omgevingsvergunning beperkte milieutoets' (OBM) nodig. Er blijkt sprake van een type B inrichting waarvoor een OBM nodig is.

OBM staat overigens ook voor Ongedierte Bestrijding Maarssen V.O.F.

De Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) is nodig bij bedrijven die onder het Activiteitenbesluit vallen. De OBM geeft aan of een bedrijf wel of niet een milieuvergunning nodig heeft. Op infomil wordt dit helemaal uitgelegd.

Voor bepaalde bedrijfsactiviteiten moet naast een melding onder het Activiteitenbesluit, ook een aanvraag voor een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) worden gedaan.
Het doel van de OBM is dat de overheid vooraf instemt met uw bedrijfsactiviteiten. Een OBM kan nodig zijn als u met uw bedrijf start, of als uw bedrijf wijzigt. Een OBM is enkel een toestemming of een weigering, er worden geen voorschriften aan verbonden. Voor een OBM geldt de reguliere Wabo procedure, dit betekent dat er in beginsel binnen 8 weken een besluit wordt genomen (http://activiteitenbesluitadvies.nl/omgevingsvergunning-beperkte-milieutoets/).

Een OBM kan om diverse redenen nodig zijn:
- MER (milieueffectrapportage)
- Bibob (verklaring omtrent gedrag)
- PM10 (fijnstof)
etc...

Maar wat moet je dan als brouwerij allemaal aanleveren?

Voor een OBM Bierbrouwerij gaat het om de MER (milieueffectrapportage).

Bierbrouwerijen en mouterijen vallen onder: Categorie D37 van de bijlage bij het Besluit milieu-effectrapportage = De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie van een bierbrouwerij (D37.1)of een mouterij (D37.2). (Bor, 2.2a lid 1, onder a) Relatie met Bijlage I Onderdeel B, eerste lid onder b regelt dat een Omgevingsvergunning milieu vereist is indien Wm artikel 7.18 van toepassing is (zie uitzondering: De aanwijzing vervalt indien uit de mer-beoordeling volgt dat een milieueffectrapport opgesteld moet worden, of indien de initiatiefnemer zelf besluit een milieueffectrapport op te stellen (= artikel 7.18 van de Wet milieubeheer van toepassing).)

De OBM is niet vereist indien de activiteit deel uitmaakt van een IPPC-installatie.

Als het bevoegd gezag heeft beslist dat een milieueffectrapport moet worden gemaakt wordt de OBM geweigerd. De brouwerij heeft dan een milieuvergunning nodig.

Uit de formulering volgt dat de OBM nodig is bij wijzigingen of uitbreidingen (in de zin van het Besluit milieueffectrapportage).

Lex silencio is niet van toepassing?
(www.infomil.nl/onderwerpen/integrale/activiteitenbesluit/omgevingsvergunning/obm-categorien/voedingsmiddelen/bierbrouwerijen/)

De Lex Silencio Positivo (LSP) is de van rechtswege verleende vergunning: als een decentrale overheid bij een vergunningaanvraag te laat of niet reageert, dan wordt de vergunning stilzwijgend verleend. Doel van de invoering van de LSP is de regeldruk verminderen en de dienstverlening aan bedrijven en burgers verbeteren (www.europadecentraal.nl/onderwerpen/diensten-richtlijn/vergunningstelsels-en-eisen/lex-silencio-positivo/).

Om de LSP in Nederland te regelen, is via de Dienstenwet paragraaf 4.1.3.3 aan de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegevoegd. Een bestuursorgaan is verplicht om de van rechtswege verleende beschikking binnen twee weken bekend te maken. Hierbij moet worden vermeld dat de beschikking van rechtswege is verleend. Gebeurt dit niet, dan kan de Wet dwangsom worden toegepast (www.europadecentraal.nl/onderwerpen/diensten-richtlijn/vergunningstelsels-en-eisen/lex-silencio-positivo/).

Het betreft de vraag of een MER nodig is en een MER is geen NER. Belsuit MER heeft in de bijlage staan bij D 37:

D 37 van de bijlage bij het Besluit milieu-effectrapportage zegt:
D 37.1 De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie van een bierbrouwerij.
In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een productiecapaciteit van 75 miljoen liter per jaar of meer.
D 37.2 De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie van een mouterij.
In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een productiecapaciteit van 40.000 ton per jaar of meer (http://wetten.overheid.nl/BWBR0006788/Bijlage/geldigheidsdatum_26-12-2013).

Nu brouwen kleine brouwerijen volgens mij niet zo veel...

Wel schieten ze overal uit de grond:

In 2015:
Binderskampweg 29 U31 te Nijmegen: oprichten van de inrichting (kleinschalig brouwen van bier, vermarkten en distribueren van dit bier).

In 2014
Kerkstraat 51, 5411 EA  Zeeland; het veranderen van een gedeelte van de functie van de pastorie en kantoren in een bed & breakfast, restaurant en een educatieve brouwerij met een streekproduktenwinkeltje (ontvangen 11 juni 2014) (www.landerd.nl/over-landerd/bekendmakingen_42075/item/omgevingsvergunning-week-26_65498.html) Dit betreft volgens mij Herberg d'n Brouwer, maar deze is nog niet bekend bij Biernet.

Brouwerij Glassbier Leerdam vraagt een Milieuvergunning Bierbrouwerij Glassbier Leerdam aan voor Het ambachtelijk brouwen van bier, opslag en proeven van bier in Bier Atelier Vijfheerenlanden. Maximale brouwproductie is 3.000 liter bier op jaarbasis. Installatie is een elektrische kookketel van 18 kW en een brouwketel van 30 kW. Brouwketel heeft een bruto inhoud
van 150 liter.
Wat zijn de tijden en dagen, danwel perioden waarop de inrichting of onderdelen daarvan, in bedrijf zijn?
Brouwen, 8 maanden per jaar, alleen als de r is in de maand met een maximum van 3 dagen per maand aanvang 07.00 uur einde 18.00 uur
Welke activiteiten vinden inpandig plaats binnen de inrichting?
Brouwen van ambachtelijk bier, lagering en het afvullen op fles en fust. Het aanbrengen van een etiket op de fles. 3 x per maand wordt er bier gebrouwen. 130 liter bier zal in de fles of fust worden afgevuld na de lagering. Direct na het afvullen worden de etiketjes aangebracht.
Beschrijf kort welke producten uw bedrijf maakt: Bier van hoge gisting
Ze verbruiken 500 kg graan per jaar. Als afvalstof hebben ze per jaar 950 kg bostel (40 kg per brouw) en 12 kg gist (1 kg per brouw).
https://repository.officiele-overheidspublicaties.nl/externebijlagen/exb-2014-13518/1/Bijlage/exb-2014-13518.pdf). Aangezien de productiecapaciteit voor de ambachtelijk bierbrouwerij maximaal 3000 liter is per jaar en daardoor geen verwachting is voor nadelige gevolgen voor het milieu zal hiervoor een vormvrije Mer voldoende zijn.
Deze procedure, met daarbij de benodigde formulieren, zijn voor een brouwerij met een
capaciteit van <75 .000.000="" aan="" brouwerij="" de="" een="" gelijk="" jaar="" liter="" met="" nbsp="" onze="" p="" per="" procedure="" voor="">kleine productie. Wat inhoud dat wij geen enkele of wellicht een zeer geringe milieubelasting
hebben. (0,004%. van de maximale capaciteit) (https://repository.officiele-overheidspublicaties.nl/externebijlagen/exb-2014-13518/1/Bijlage/exb-2014-13518.pdf).


Apeldoornse Bierbrouwerij De Vlijt BV, heeft de sleutel van het Zwitsal Ketelhuis aan de Vlijtseweg in Apeldoorn (www.veluwseschavuyt.nl/nieuws/73-brouwerij-de-vlijt-krijgt-officieel-de-sleutel): Vlijtseweg 116: omgevingsvergunning beperkte milieutoets voor een bierbrouwerij (22 juli 2014) (http://apeldoorn.nl/DATA/TER/docs/nieuws_mededelingen/bekendmakingen/2014/07_juli/bekendmakingen_20140730.pdf)

Bierbrouwerij en museum
Koestraat 20, 5688 AH, Oirschot, voor een (museum) bierbrouwerij met horeca (beperkte milieutoets), verleend op 8 juli 2014 (www.oirschot.nl/actueel/overzicht-bekendmakingen_44705/item/verleende-omgevingsvergunningen-wk-29_69854.html).

Zaagmolenkade 46
Aangevraagde omgevingsverg Zaagmolenkade 46 brouwerij (24-06-14)
Instantie: Gemeente Rotterdam
Uitgegeven: 24 juni 2014
Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Rotterdam maakt bekend dat zij de volgende aanvragen voor omgevingsvergunningen heeft ontvangen (art. 2.1. en 2.2. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) (http://drimble.nl/lokale-overheid/bekendmaking/631600/rotterdam-aangevraagde-omgevingsverg-zaagmolenkade-46-brouwerij-24-06.html)
Zaagmolenkade 117, 3035 KD, omgevingsvergunning beperkte milieutoets tbv bierbrouwerij   

Westerdok 274 1013BH - aanvraag 1142623 - soort: regulier - voor veranderen van de beganegrondverdieping van het gebouw Westerdok 274 met bestemming daarvan tot café/eetcafé en kleinschalige brouwerij.
Westerdok 274 1013BH - aanvraag 1216345 - soort: regulier - voor omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) betreffende het aspect Mer-beoordeling voor het oprichten van de Oedipus Brewpub, een proeflokaal met kleinschalige bierbrouwerij in het gebouwgedeelte Westerdok 274 (www.centrum.amsterdam.nl/actueel/bekendmakingen/index/2014/14-05-2014/).

In 2013:
Brouwerij Oersoep brouwt bijvoorbeeld 1000 liter bier per week, wat neerkomt op 50.000 liter?

De Texelse bierbrouwerij heeft een OBM aangevraagd voor het verplaatsen van een bottelarij en gistruimte ten opzichte van hun milieuvergunning uit 2005. De gemeente toetst de aanvraag aan geur en geluid.

Cornelis Troostplein 21, 1072 JJ: betreft bouw en milieu: voor het bouwen in afwijking van de verleende omgevingsvergunning ( OLO-nummer 781301), waarbij de afwijking bestaat uit het vergroten van de horecavestiging ter hoogte van de begane grond van het gebouw Cornelis Troostplein 21 en het verruimen van het gebruik daarvan met een nevenactiviteit “bierbrouwerij” inclusief een aantal wijzigingen van brandcompartimenten en hoofddraagconstructie, het verrichten van een andere activiteit (kleinschalige bierbrouwerij) binnen horeca IV, vestiging op het adres Cornelis Troostplein 21 (beperkte milieutoets), verzonden d.d. 3 december 2013. OLO-nummer 997105 (Amsterdam Stadsdeel Zuid);

De Tweekoppige phoenix is een museum/horeca bedrijf gesitueerd op de Zaanse Schans. Ze hebben een Ontwerpbesluit omgevingsvergunning - Molenwerf 22E, Uitgeest voor Noord-Hollandse Bierbrouwerij / Distilleerderij De Tweekoppige Phoenix voor het oprichten van een bierbrouwerij en een distilleerderij, gelegen aan de Molenwerf 22E in Uitgeest (www.milieudienst-ijmond.nl/actueel/bekendmakingen/uitgeest/@2174/ontwerpbesluit-2/).

Zeeburgerpad 55, 1019 AC: HZ-WABO-2013-009031, ingediend: 5 juli 2013, verleend: 30 augustus 2013, beperkte milieutoets t.b.v. Brouwerij t IJ (www.oost.amsterdam.nl/actueel/zoeken-bekendmaking/2013/week-29/aanvraag-0/www.oost.amsterdam.nl/actueel/zoeken-bekendmaking/2013/week-37/verleende-(reguliere/).

Speciaalbierbrouwerij Oijen kreeg in november 2011 de toestemming had van B&W om uit te breiden. Vanuit de buurt kwamen meerdere bezwaren op de uitbreidingsplannen. In de zes weken tijd dat de plannen ter inzage bij de gemeente Oss lagen zijn er zes ‘zienswijzen’ ingediend. Vier daarvan zijn door omwonenden of agrariërs ingediend die een perceel hebben dat grenst aan het terrein van de brouwerij en horecagelegenheid. Vervolgens hebben ook de provincie zelf en de eigenaren van de brouwerij een opmerking gemaakt over het bestemmingsplan (http://bier.blog.nl/biernieuws/2012/02/09/uitbreiding-brouwerij-oijen-toch-onzeker).
Bij besluit van 22 november 2012 heeft de raad [van Oss] het bestemmingsplan "Bierbrouwerij - Oijen - 2012" vastgesteld. De raad stelt zich op het standpunt dat de ondergeschiktheid van de horecafunctie gewaarborgd is in de planregels door de hiervoor toegelaten oppervlakte te beperken. De begrotings- en omzetcijfers bevestigen dat de bierbrouwerij de hoofdfunctie is in relatie tot de horecafunctie. Over het aantal parkeerplaatsen stelt de raad zich op het standpunt dat er aansluiting is gezocht bij de parkeer-kencijfers 2008 van het Nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte CROW (hierna: CROW). Er is uitgegaan van een combinatie van de functie café/bar/cafetaria en de functie restaurant.
Ingevolge het bepaalde onder 4.1.2, onder a, wordt onder de functie "bierbrouwerij als hoofdfunctie met ondergeschikte horecafunctie" verstaan:
1. het brouwen van bier;
2. het geven van rondleidingen;
3. het houden van proeverijen;
4. het geven van biercursussen;
5. horeca, al dan niet voor passanten, met een oppervlakte van maximaal 113 m² die onlosmakelijk en als niet-zelfstandig onderdeel verbonden is met de bierbrouwerij.
Niet in geschil is dat de exploitatie van de bierbrouwerij met bijbehorende dagrecreatieve activiteiten, de horeca-activiteiten en de verblijfsrecreatieve activiteiten van invloed zullen zijn op de omgeving. In het akoestisch onderzoek van Ulehake Bouwfysica van 12 juli 2011, dat de raad als uitgangspunt heeft genomen bij zijn beoordeling van het woon- en leefklimaat voor de omgeving, is uitgegaan van streefwaarden die gelden voor een landelijk gebied met een lage geluiddruk. In het akoestisch onderzoek zijn de activiteiten in de inrichting en op het terrein van de inrichting en de indirecte hinder door verkeer van en naar de inrichting op de openbare weg betrokken. In dit onderzoek is ook het terrasgeluid meegenomen. Conclusie van dit akoestisch onderzoek is dat er aan de streefwaarden geldend voor een landelijk gebied met een lage geluiddruk wordt voldaan. [appellant] heeft niet aannemelijk gemaakt dat de uitkomsten van dit onderzoek niet juist zouden zijn en dat hij in onaanvaardbare mate geluidhinder vanwege de inrichting zal ondervinden. Hierbij neemt de Afdeling voorts in aanmerking dat tussen het plangebied en de woning van [appellant] een afstand bestaat van 200 meter. Wat betreft het betoog van [appellant] dat geen onderzoek is gedaan naar alternatieve locaties, overweegt de Afdeling dat het in dit geval gaat om een feitelijk bestaande situatie die past binnen de toeristisch-recreatieve ontwikkelingen langs de Maas. Nu, gelet op het voorgaande, geen grond is gevonden voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening, bestaat geen aanleiding het besluit tot vaststelling van het plan te vernietigen. Het betoog faalt (www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=76269&summary_only=www.bd.nl/regio/regio-oss-en-uden/oss/geen-parkeer-en-horecaproblemen-bij-oijense-brouwerij-1.4064180).

In 2012:
Realiseren van brouwerij Brouwerij De Koperen Kat
Instantie: Gemeente Delft
Uitgegeven: 22 augustus 2012
Adres: Schieweg 15
Type: Omgevingsvergunning
Adres: Aanvraag ontvankelijk
(http://drimble.nl/lokale-overheid/bekendmaking/204935/delft-realiseren-van-brouwerij.html)

vestigen van een micro brouwerij op het adres Hoogedijk 1 Breugemsbrouwerij.
Deze brouwerij komt op de Dam en de doelstelling van de brouwerij is om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een dagbesteding en re-integratie aan te bieden (www.dichtbij.nl/waterland/ondernemersnieuws/artikel/1152614/brouwerij-zoekt-support.aspx). Al ging deze in 2013 weer failliet.

Wat ik vreemd vind is dat er in de stukken die ik lees sprake is van OBM, Activiteitenbesluit en milieuvergunning...Bij hobbybrouwen lees ik dat een brewpub toe kan met enkel een lichte hinderwetvergunning. Al corrigeert Jacques (bekend van de zware blonde van de Brand brouwwedstrijd): Hinderwet is uit de oude doos.
Tegenwoordig heb je voor heel veel bedrijfsmatige activiteiten geen vergunning meer nodig maar moet je als ondernemer voldoen aan de algemene regels van het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling. Eventueel kan de gemeente zogenaamde maatwerkvoorschriften stellen voor bijvoorbeeld het geluid afkomstig uit een horecabedrijf.
Als je een brouwerij begint heb je een zogenaamde omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig. De gemeente moet dan nagaan of de milieugevolgen zodanig zijn dat een milieueffectrapportage opgesteld moet worden. Bij een kleine brouwerij zal dat niet snel het geval zin.
Zie ook http://www.infomil.nl/onderwerpen/integrale/activiteitenbesluit/omgevingsvergunning/obm-categorien/voedingsmiddelen/bierbrouwerijen/ (www.hobbybrouwen.nl/forum/index.php?topic=27130.0).

Rubriek Milieu/natuur/water
Titel Raad van State 17-04-2013
Citeertitel  StAB 2013/68
Uitspraak  ECLI:NL:NL:RVS:BZ7791
Samenvatting Casus Milieuvergunning voor een bierbrouwerij.
Appellant voert aan dat de geluidbelasting van het verkeer onvoldoende is onderzocht nu slechts is uitgegaan van het verkeer van en naar de inrichting. Rechtsvraag Is de geluidbelasting van het verkeer in voldoende mate onderzocht?
Uitspraak Door het college is erkend dat slechts is uitgegaan van de geluidbelasting van het verkeer van en naar de inrichting. Nu niet de binnenshuis optredende geluidbelasting van het totale wegverkeer is berekend, maar slechts die van het verkeer van en naar de inrichting, is niet duidelijk of de geluidbelasting onder de binnengrenswaarde van 35 dB(A) blijft. artikel 8.10 Wm (oud) artikel 8.11 Wm (oud) (www.recht.nl/vakliteratuur/milieurecht/aflevering/21536/stab/2013/3/)

Bij de volgende bijzondere regelingen van §3.3 is een kader toegevoegd over het toepassen van de
bijzondere regeling. Dit gaat over het opstellen van vergunningvoorschriften over geur voor bedrijven met IPPC-installaties en maatwerkvoorschriften over geur voor andere bedrijven:
 - B5 Vleesindustrie
 - B6 Cacaobonen verwerkende industrie
 - B8 Aardappelverwerkende industrie
 - B10 Bierbrouwerijen
(www.sccm.nl/sites/default/files/SCCM_N130801_wijzigingen_wet_en_regelgeving_jan-jun2013.pdf)

Dus gezien voorgaande kan een bierbrouwerij dus Type B zijn, OBM nodig hebben, milieuvergunning, bestemmingsplan en MER en IPPC?

Wat NER (dus niet MER) betreft:
Zeer kleine brouwerijen die minder dan één brouwsel per dagen maken zijn vaak gekoppeld aan een andere activiteit, zoals horeca. De situatie is dan sterk lokaal gebonden en zeer specifiek. Daarom worden hiervoor in dit kader geen algemene regels gegeven. Het onderscheid tussen kleine en grote brouwerijen op basis van een jaarproductie van 200.000 hectoliter is gebaseerd op de accijnswetgeving. De regeling geeft geen eisen voor de afvalwaterzuivering omdat een afvalwaterzuivering die goed is gedimensioneerd en goed wordt bedreven normaal gesproken geen geuroverlast veroorzaakt. Als dat wel het geval is dient het bevoegd gezag in overleg met het bedrijf maatregelen vast te stellen.
Emissies
Er zijn vier relevante bronnen van geuremissie bij het brouwproces. Dit zijn het maischen, het koken van het deelbeslag, het koken van de wort en de diffuse emissies. Diffuse emissies kunnen optreden bij het vergisten, lageren, filtreren en bottelen. Voor het berekenen van de geuremissies zijn de volgende kengetallen vastgesteld.
maischen  20 Mge/ton storting
het koken van het deelbeslag 38
de diffuse bronnen 13
het koken van de wort 530
Kengetallen :

De kengetallen zijn afkomstig uit het geuronderzoek dat de brancheorganisatie heeft laten doen (Bedrijfstakonderzoek geurproblematiek brouwindustrie, Witteveen en Bos, 1995). Deze cijfers zijn bevestigd door de resultaten van recente metingen. De kengetallen en immissiewaarden zijn gebaseerd op het brouwen van pilsener bier. Ze zijn ook toepasbaar op het brouwen van speciaalbier als dit een beperkt aandeel in de totale productie heeft. Als het aandeel speciaalbier meer dan enkele tientallen procenten bedraagt, dan dient het bevoegd gezag na te gaan of het nodig is om afwijkende kengetallen te hanteren voor te bepalen van de geuruitworp. Met name voor het maischen kunnen bij speciaalbier andere waarden nodig zijn. Het kengetal voor de omvang van de diffuse emissies is bepaald op basis van een omslagpercentage van 2,5% op de emissie van het koken van de wort (www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/ner/digitale-ner/3-eisen-en/3-3-bijzondere/b10/).

Wat IPPC betekent:
Een IPPC-installatie is een installatie waarin een of meer van de activiteiten plaatsvinden uit bijlage I van de Europese Richtlijn industriële emissies. Deze bijlage stond eerst in de IPPC-richtlijn.
Richtlijn industriële emissies
De Richtlijn industriële emissies is gericht op preventie en bestrijding van milieuverontreiniging. De richtlijn houdt bepaalde verplichtingen in voor intensieve veehouderijen en grote milieuvervuilende industriële bedrijven. Zij moeten de beste beschikbare technieken (BBT) gebruiken. Hiermee moeten zij hun verontreiniging beperken, zo min mogelijk energie en grondstoffen gebruiken en zo min mogelijk afval produceren. In Nederland is de Richtlijn industriële emissies opgenomen in de Wet milieubeheer, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Waterwet (www.ondernemersplein.nl/regel/ippc/www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/bbt-ippc/ippc-installatie/).

Volgens 6.4 van bijlage 1 van de IPPC-richtlijn: 
Categorie 6.4 b van bijlage I van de Richtlijn industriële emissies heeft betrekking op:
De bewerking en verwerking behalve het uitsluitend verpakken van de volgende grondstoffen, al dan niet eerder bewerkt of onbewerkt, voor de fabricage van levensmiddelen of voeder van:
- uitsluitend dierlijke grondstoffen (andere dan uitsluitend melk) met een productiecapaciteit van meer dan 75 ton per dag eindproducten
- uitsluitend plantaardige grondstoffen met een productiecapaciteit van meer dan 300 ton per dag of 600 ton per dag eindproducten indien de installatie gedurende een periode van niet meer dan 90 dagen opeenvolgende dagen in om het even welk jaar in bedrijf is
- dierlijke en plantaardige grondstoffen, zowel in gecombineerde als in afzonderlijke producten, met een productiecapaciteit in ton per dag van meer dan:
--75 indien A gelijk is aan of hoger dan 10, of
--[ 300-(22,5 x A)] in alle andere gevallen,
--waarin ,,A'' het aandeel dierlijk materiaal is (in gewichtspercentage) van de productiecapaciteit in eindproducten.
De verpakking is niet inbegrepen in het eindgewicht van het product.
De genoemde drempelwaarden geven een indicatie van de potentiële milieubelasting van het productieproces. Omdat het waterverbruik (zoals opgietwater – het water dat bijvoorbeeld aan bonen in glas of blik wordt toegevoegd) direct bijdraagt aan de potentiële milieubelasting van de installatie, telt dit waterverbruik mee bij het bepalen van de productiecapaciteit.
De potentiële milieubelasting van de verpakkingproductie (de fabricage van de glazen potten, de conservenblikken etc.) is niet direct aan de voedingsmiddelenproducent toe te rekenen. Het gewicht van de verpakking telt dan ook niet mee bij bepalen van de productiecapaciteit (www.infomil.nl/onderwerpen/duurzame/bbt-ippc-brefs/dossiers/voedingsmiddellen-0/@84958/bepalen-capaciteit/).

Dus het komt allemaal neer op drempelwaarden:
75 ton per dag of meer = IPPC 
75 miljoen liter per jaar of meer = MER
minder: melding OBM

Maar wat moet je dan aanleveren?

Je schijnt op het OLO (ze zijn bij de overheid wel van de afkortingen?) Maar dat is logisch al je weet dat het betrokken ministerie dat over milieu gaat afgekort wordt tot VROM.

Op https://www.omgevingsloket.nl/ het Omgevingsloket online kunt u:
De vergunning- en meldingplicht checken
Alles in één keer online regelen
De status van aanvragen volgen
Met Omgevingsloket online kunt u één aanvraag opstellen voor een omgevingsvergunning, watervergunning en/of melding. Na indiening wordt de aanvraag indien nodig gesplitst. Hieronder staat per vergunning voor welke werkzaamheden u een aanvraag kunt indienen of melding kunt doen.
Inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen (Milieu)
Oprichting
Revisie
Verandering
Milieuneutraal veranderen (voorheen Melding 8.19 Wm)
Omgevingsvergunning beperkte milieutoets
(www.omgevingsloket.nl/Particulier/particulier/home/wat-is-omgevingsloket?init=true)

Melding AIM
Een melding in het kader van het Activiteitenbesluit doet u nog via de Activiteitenbesluit Internet Module (AIM).
(www.omgevingsloket.nl/Particulier/particulier/home/wat-is-omgevingsloket?init=true)

Bij Omgevingsloket online kunt u inloggen met uw DigiD inlogcode. Dus eerst zo een ding aanvragen en dan daarmee inloggen op het omgevingsloket en dan op de juiste plaatsen een vinkje zetten. Maar wat je moet je dan aanleveren als brouwerij? Volgens mij gaat het om een verhaaltje zoals Bierbrouwerij Glassbier Leerdam of de Speciaalbierbrouwerij Oijen. Zo kan de gemeente kijken of je een milieueffectrapportage moet aanleveren.

De milieueffectrapportage (m.e.r.) is een hulpmiddel bij het nemen van besluiten. Op deze manier krijgt het milieubelang een volwaardige plaats in de besluitvorming. De m.e.r.-procedure is gekoppeld aan de 'moederprocedure'. Dit is de procedure op grond waarvan de besluitvorming plaatsvindt, bijvoorbeeld de bestemmingsplanprocedure, of een omgevingsvergunningsprocedure (www.infomil.nl/onderwerpen/ruimte/mer/).

Milieueffectrapportage (afkorting m.e.r.) behelst het in beeld brengen van de milieugevolgen van een besluit voordat het besluit wordt genomen. De onderzoeksresultaten worden gepubliceerd in het milieueffectrapport (MER). Een MER wordt opgesteld bij activiteiten en projecten die mogelijk belangrijk nadelige gevolgen voor het milieu hebben. Dit kan variëren van een vergunning die aangevraagd wordt voor de bouw van een chemische fabriek tot de aanleg van infrastructuur zoals een hogesnelheidslijn of de uitbreiding van een luchthaven. De overheid die het besluit moet nemen of de vergunning moet verlenen gebruikt het MER bij haar afwegingen.
De opsteller van het milieueffectrapport moet aangeven welk project hij wil gaan ondernemen (voorgenomen activiteit). Belangrijkste onderdeel van het rapport is het hoofdstuk over de alternatieven van de voorgenomen activiteit. Het vergelijken van alternatieven op hun milieugevolgen is eigenlijk de kern van m.e.r. Het rapport moet ook aangeven binnen welk wettelijk kader de voorgenomen activiteit valt (genomen en te nemen besluiten).
In het MER worden de milieugevolgen van de verschillende alternatieven met elkaar vergeleken. Hiervoor wordt eerst de huidige situatie in beeld gebracht (referentiesituatie). Vaak ligt al vast dat de huidige situatie gaat veranderen, omdat over bepaalde zaken al besloten is of activiteiten al in uitvoering zijn. Dit worden "autonome" ontwikkelingen genoemd (want onafhankelijk van de voorgenomen activiteit). Een manier om de alternatieven te vergelijken is met behulp van multicriteria-analyse (http://nl.wikipedia.org/wiki/Milieueffectrapportage).

Dus een verhaaltje over milieueffecten van een bierbrouwerij? Dat kan toch wel worden gemaakt. Eens zien: de keuken wordt vies, de vloer plakkerig, de geur van zoete wort en dan na maïschen een pan met bostel voor in de gft-bak.  En bij het brouwen wordt veel water verbruikt voor het schoonmaken...en bij het maïschen en koken op het fornuis wordt gas verbruikt. Nou met zo'n verhaaltje komen we er wel denk. 

Nu maar weer eens brouwen...

zaterdag 15 november 2014

Wet Vandervelde

De Wet Vandervelde werd ingevoerd in 1919 en regelde het alcoholverbruik in België.
Die wet bepaalde dat er in cafés en andere publieke plaatsen geen sterkedrank mocht worden geschonken. Een andere beperking was dat er enkel sterkedrank mocht verkocht worden in hoeveelheden van minstens twee liter. De achterliggende gedachte was, dat alcoholisten niet zo veel geld ter beschikking hadden. Deze wet ligt waarschijnlijk mede aan de basis van de Belgische biercultuur, men zocht naar bieren met een hoger alcoholgehalte. De wet werd uiteindelijk in 1983 afgeschaft (http://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_Vandervelde) (Denken en weten over de wereld, Leuven University Press, 2008).

De Belgische jurist en politicus Emile Guillaume Vandervelde werd in januari 1866 geboren in Elsene. Tijdens zijn studie werd Emile Vandervelde lid van de Belgische Werkliedenpartij (BWP). Een van zijn eerste opvallende acties in het parlement was zijn wetsvoorstel in 1902 voor een grondwetswijziging voor het algemeen stemrecht. Het voorstel werd door tegenstand van de katholieke regering van Paul de Smet-de Naeyer niet aangenomen. Toen dit nieuws bekend raakte ontstond een betoging van arbeiders, waarbij zes arbeiders door de politie werden doodgeschoten. De commandant en de schutters werden hiervoor later gedecoreerd (www.absolutefacts.nl/politiek/data/vanderveldeemile1866.htm).

De Wet Vandervelde verbood onder meer de verkoop en de consumptie van sterke dranken in alle publiek toegankelijke plaatsen zoals cafés, hotels, stations, enzovoort. Alcohol kon enkel nog in grote hoeveelheden (minstens twee liter) worden verkocht. Bovendien verviervoudigden de accijnzen. Dit was echter niet wat Emile Vandervelde (1866-1938), de socialistische minister wiens naam aan de wet werd gegeven, voor ogen had. Een jaar eerder, op 15 november 1918, was er op zijn initiatief een totale prohibitie ingesteld door de oorlogsregering die op dat moment in Engeland in ballingschap was. Voorafgaand aan de verschijning van de eigenlijke wettekst in het Belgisch Staatsblad had de regering haar stellingname verantwoord ten opzichte van de koning. De bevolking accepteerde de nieuwe wet echter niet en de maatregel werd vlug teruggeschroefd. Er werd uiteindelijk een compromis bereikt op initiatief van toenmalig premier Léon Delacroix. Het oorspronkelijke verbod op fabricatie, export en import werd niet opgenomen in de tweede wettekst. Vandervelde vond dit compromis onvoldoende en was daarom niet opgetogen dat zijn naam aan de wet verbonden werd. De wet onderging in de loop der jaren een aantal kleine aanpassingen, maar het was pas in de jaren 1980 dat ze door het parlement werd ingetrokken doordat ze in onbruik was geraakt (www.consciencebibliotheek.be/
Museum_Erfgoedbibliotheek_NL/ErfgoedbibliotheekNL/Tentoonstellingen-en-activiteiten/Webtentoonstellingen/Koning-Alcohol/Wet-Vandervelde.html). Zie ook Middenstandsbeweging en beleid in België: tussen vrijheid en regulering ... Door Peter Heyrman (Leuven University Press, 1 jan. 1998)

Het jaar 1879 kent de officiële geboorte van het georganiseerde Belgische antialcoholkamp, wanneer de eerste Belgische vereniging tegen alcohol opgericht wordt: de Vaderlandse Bond tegen Alcoholisme. Hiermee wordt het begin ingeluid van een periode waarin de alcoholbestrijders snel in aantallen toenemen en zich steeds sterker verenigen. Het jaar 1879 kent namelijk de officiële geboorte van het georganiseerde Belgische antialcoholkamp, wanneer de eerste Belgische vereniging tegen alcohol opgericht wordt: de Vaderlandse Bond tegen Alcoholisme. Hiermee wordt het begin ingeluid van een periode waarin de alcoholbestrijders snel in aantallen toenemen en zich steeds sterker verenigen. In feite was het alcoholgebruik tussen 1880 en de Eerste Wereldoorlog, op het hoogtepunt van de antialcoholbeweging in België, niet of nauwelijks gestegen en was vergelijkbaar met de consumptie in de omringende landen. Het was de interpretatie en representatie van deze consumptie die veranderde (Het beeld van alcohol, Julie Debrauwere, april 2007).

Als klap op de vuurpijl werden tijdens de eerste wereldoorlog veel stokerijen en brouwerijen door de Duitsers ontmanteld. Zij hadden het koper nodig voor de productie van munitie. De doodsteek volgde in 1919 met de invoering van de wet Van de Velde. Die moest een oplossing brengen voor de problemen als gevolg van het overmatig drankgebruik. Mensen verdronken hun ellende met goedkope jenever. Verbod op het schenken van sterke drank in openbare plaatsen en verkoop enkel op voorwaarde dat men twee liter kocht. Voor de arme bevolking was dit onbetaalbaar en zo werkte deze wet de daling van het verbruik in de hand (http://levenswater.skynetblogs.be/
archive/2009/02/22/geschiedenis-van-het-levenswater-in-belgie.html,
www.jenevermuseum.be/content.php?hmID=1822&smID=1561).

Door het verbod kwam er clandestiene alcoholproductie (op zijn Vlaams: sluikstokerij) en alcoholsmokkel. Hierover verscheen in september 2012 een publicatie onder de titel Tersluiks.



De zogenaamde Wet Vandervelde (1919-1985) en de gevolgen daarvan op het gebied van alcoholsmokkel en sluikstokerij. De gedrochtelijke wet verbiedt het schenken van drank met een alcoholpercentage van 18% of meer in café’s en staat de winkelverkoop van sterke drank aan particulieren slechts toe in hoeveelheden van tenminste 2 liter (om zo een aankoopdrempel op te werpen). Deze door zowel fiscale als sociaal-hygiënische motieven ingegeven wet leidt in de praktijk tot een gedoogcultuur onder de Belgische bevolking ten aanzien van smokkel en sluikstook. Dat bijvoorbeeld in het Nederlandse Sas van Gent in 1920 vijfmaal zoveel gedistilleerd wordt verkocht als het landelijk gemiddelde, komt enkel en alleen door de hoeveelheden jenever en likeur die door particulieren vanuit Sas van Gent de grens worden overgesmokkeld (http://peterzwaal.nl/tersluiks-2012/).



Na de tweede wereldoorlog werd de wet Van de Velde steeds minder strik toegepast. Het ‘witteke’ stond overal onder de toog en ander gedistilleerd deed zijn intrede in België. Jenever had het imago van een arbeidersdrank en wie het zich kon veroorloven dronk liever een cognac of whisky. Iets wat goed was moest wel uit het buitenland komen, want jenever had een heel slechte kwaliteit. De zeldzame jenevers die van een goede kwaliteit waren gingen gebukt onder een slecht imago (http://levenswater.skynetblogs.be/archive/2009/02/22/geschiedenis-van-het-levenswater-in-belgie.html).

De wet Vandervelde is genoemd naar Emile Vandervelde, de toenmalige minister van justitie (http://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_Vandervelde).



Emile Guillaume Vandervelde (Elsene, 25 januari 1866 – aldaar, 27 december 1938) was een Belgisch-Brusselse jurist en politicus. Emile Vandervelde bleef vasthouden aan de marxistische leerstellingen, volgens dewelke de maatschappij in twee noodzakelijk vijandige klassen is ingedeeld, en de organisatie van de partij moest gebeuren "op het terrein van de klassenstrijd". Vandervelde werd professor aan de Vrije Universiteit van Brussel (1895) en behoorde tot de voornaamste politieke leiders in België. Vanaf 1914 was hij minister van Staat, en van 1918 tot 1921 in de Nationale Unie-regeringen minister van Justitie. Hij zorgde voor een Huishuurwet, een Wet inzake het Gebruik van Alcohol, en voor een hervorming van het gevangeniswezen. In 1919 introduceerde Vandevelde samen met de liberaal Paul Hymans en de katholiek Charles de Broqueville het algemeen stemrecht (één man één stem) en leerplicht. In het eerste Rooms-Rode kabinet-Poullet-Vandervelde (1925-1926) was hij minister van Buitenlandse Zaken en behield deze ministerpost tot 1927. Namens België ondertekende hij in 1925 het verdrag van Locarno (http://nl.wikipedia.org/wiki/Emile_Vandervelde). Ook stelde hij een wet op die nationalisering van Duitsers tot Belg verbood (http://www.cegesoma.be/docs/media/chtp_beg/chtp_03/chtp3_007_Demeester.pdf).De zuivering van de natie na de Eerste Wereldoorlog had een etnisch-nationalistisch karakter. De denationalisering was niet gebaseerd op een moreel onderscheid tussen patriot en verrader, tussen ‘goed’ en ‘kwaad’. ‘Vreemdelingen’ die niet met de agressor hadden meegeheuld werden toch even hard aangepakt, louter en alleen omdat ze nu een maal afkomstig waren uit een vijandelijk land (www.cegesoma.be/
docs/media/chtp_beg/chtp_03/chtp3_007_Demeester.pdf).

Het Verdrag van Locarno is een internationaal verdrag dat tot stand kwam na de conferentie van Locarno, die plaatsvond van 5 tot en met 16 oktober 1925, in Locarno in het neutrale Zwitserland. Vooral ging het om de erkenning van grenzen tussen bepaalde landen, die door het Verdrag van Versailles in 1919 waren ontstaan, en de voorbereiding van het toetreden van Duitsland tot de Volkenbond. In tegenstelling tot het Verdrag van Versailles werd het Verdrag van Locarno wél na onderhandelingen met Duitsland getekend. Locarno was mogelijk geworden nadat in 1924 de nationalistische Franse regering van Raymond Poincaré door een nieuwe werd vervangen; in Duitsland stond de regering met minister van Buitenlandse Zaken (1923-1929) Gustav Stresemann beduidend realistischer tegenover de gevolgen van Versailles dan eerdere regeringen (http://nl.wikipedia.org/wiki/Verdrag_van_Locarno).



Daar zullen ze het in het cafë ook wel over gehad hebben. De eerste cafés ontstonden in de 17e eeuw als koffiehuizen. Het woord café is dan ook het Franse woord voor koffie. Geleidelijk aan gingen ook kroegen waar men vooral bier dronk zich café noemen en ontstond een grote variëteit aan cafés. De bekendste soorten cafés zijn het bruine café, het grand café, het eetcafé en de cocktailbar. In de geschiedenis is de naamgeving van het woord koffiehuis en café van betekenis veranderd, van een locatie waar vooral koffie gedronken wordt, naar een plek waar vooral alcoholische drank wordt gebruikt. Dezelfde verandering van betekenis ziet men bij het woord coffeeshop, dit woord duidt geen gelegenheid aan waar vooral koffie gedronken wordt, maar is een plaats waar softdrugs kunnen worden gekocht en gebruikt (http://nl.wikipedia.org/wiki/Caf%C3%A9).

Halverwege de 17e eeuw begon de opmars van koffie in Europa. Dit resulteerde in het ontstaan van koffiehuizen voor de meer welgestelden uit eigen stad. Hiervan is de term café, het Franse woord voor koffie, afkomstig. Hoe elitair de koffiehuizen aanvankelijk waren blijkt uit het feit dat er in 1806 in Amsterdam 25 koffieschenkerijen waren, naast 1763 kroegjes die bier en andere alcohol schonken. Deze zaakjes werden destijds tapperijen of bierhuizen genoemd. Omdat koffiehuis een betere naam had, gingen ook steeds meer kroegen zich zo noemen (http://nl.wikipedia.org/wiki/Caf%C3%A9).

De bruine kroeg ontstond begin 19e eeuw, toen meer en meer mensen als extra kostwinning hun voorkamer inrichtten als plaats waar mensen iets konden drinken. In zulke vaak piepkleine huiskamercafés kon de vrouw dan het inkomen van een geregeld werkloze man aanvullen. In Vlaanderen was op het einde van de 19e eeuw één op de zes huizen zo'n drankhuis. In Nederland mocht nagenoeg iedereen tappen, totdat in 1881 de "Wet tot reguleering van de handel in sterken drank en van de beteugeling van openbare dronkenschap" een tamelijk dure vergunning verplicht stelde. Bovendien mochten daarvan in de grootste steden maximaal 500 worden afgegeven. Dit is het begin van een professionalisering van de horecasector. Vanaf 9 juni 1966 zijn er in Nederland vanuit de rijksoverheid regels gesteld aan de inrichting. Een café moet minimaal een oppervlakte hebben van 35 m², aparte toiletten voor mannen en vrouwen en er worden eisen gesteld onder meer aan de hoogte van de zaak. De kleine "huiskamerkroegen" moesten hierdoor sluiten. Een bekende uitzondering op deze wet is het kleinste café van Nederland, De Moriaan in Maastricht, met een oppervlakte van nog geen 20 m² (http://nl.wikipedia.org/wiki/Caf%C3%A9).

De Belgische Wet Vandervelde uit 1919, die sterkedrank in cafés verbood, moest het alcoholisme onder de verpauperde bevolking tegengaan, maar de bieren kregen wel een hoger alcoholpercentage. De traditionele inrichting van de bruine kroeg, met kleedjes op tafel en lampjes aan de muur, is vaak wel intact gebleven (http://nl.wikipedia.org/wiki/Caf%C3%A9).

Naast de bruine cafés ontstonden in de jaren 1880 naar Duits voorbeeld de "bierhallen", grote zalen met veel marmer en spiegels, die gespecialiseerd waren in een nieuw, licht soort bier afkomstig uit het Boheemse industriestadje Pilsen en dat om die reden pils genoemd werd (http://nl.wikipedia.org/wiki/Caf%C3%A9).

Pils is geen jenever, maar kan wel flink zwaar zijn. Belgische wetgeving heeft dus de rijke biercultuur met zware blonde bieren  gestimuleerd. 

EDIT april 2016
Ook al zou bovenstaande een mooi verhaal zijn, volgens de factcheck is het toch niet helemaal waar...

Het leek zo’n mooi verhaal: Vandervelde wou jenever bestrijden, maar schiep zwaar bier. In werkelijkheid bleven bieren als dubbel en tripel zeldzaamheden en werden ze was na 1950 echt populair. Heeft de Wet-Vandervelde dan niets betekend voor de Belgische biercultuur? Natuurlijk wel. In andere landen, zoals Nederland, daalde de bierconsumptie in de crisisjaren dertig nog veel harder. In België heeft bier ongetwijfeld geprofiteerd van de afwezigheid van gedistilleerd in de kroeg. Maar de bieren werden niet zwaarder, zoals Van den Steen beweert.
Na de Tweede Wereldoorlog werd Belgisch bier natuurlijk wél langzamerhand steeds zwaarder. Maar het zou verkeerd zijn om dat op het conto van de Wet-Vandervelde te schrijven. Zo werden laag-alcoholische tafelbieren er na de oorlog uitgeconcurreerd door de frisdranken die opkwamen, waardoor het gemiddelde alcoholgehalte natuurlijk steeg. De meeste zware Belgische alcoholbommen dateren bovendien pas van de jaren tachtig: La Chouffe, Kwak, Verboden vrucht, Kasteel, Delirium Tremens en alle andere Gulden Draken, Moeder Overstes, Fantômes enzovoort kwamen toen pas opzetten. Maar wat zien we aan de sterkedrankconsumptie in België? Die steeg in die jaren ook! Het idee dat jenever en bier in België een soort communicerende vaten waren is dus onzin.Op 1 januari 1984 werd de Wet-Vandervelde uiteindelijk afgeschaft.
(http://verlorenbieren.nl/factcheck-de-wet-vandervelde/)

donderdag 12 juni 2014

bottelen en een naam verzinnen

In april was het zo ver we brouwden een witbier met koriander volgens het recept en S33. Onze inspiratie haalde we uit Hoogstraten (Biervat). Het werd een aardbei-witbier. Bij het overgieten in het gistvat viel er een hopbel bij.

Na een paar weken van weinig reactie peil ik het soortelijk gewicht: 1.015 (oorspronkelijk was het 1.034), dus ik verwacht het alcohol% op 2,5. In mei goot ik ca. 4 liter van de wort over en deed hier 4 liter water met jam in en nog 10 gram rietsuiker (Biervat). Ik schepte wat gist van de bodem en ik hoopte dat het een vergelijking zou kunnen gaan geven. Een bier met en een bier zonder aardbeienjam (en 4 l water en 10 g suiker). Ik ben heel blij als dit 2e vat borrelt. Na weer enkele weken geduld is het tijd om te bottelen.

Mijn idee is:
1. dunkelweis met koriander zonder aardbei zonder suiker in de fles
2. dunkelweis met koriander zonder aardbei met suiker in de fles
3. dunkelweis met koriander met aardbei met zonder suiker in de fles
4. dunkelweis met koriander met aardbei met suiker in de fles

Nadat we de spullen schoon hebben gemaakt (en een hele hoop flessen gewassen, ontsmet en uitgespoeld) gaat het 2e vat als eerste open. Hoe zal het smaken? Het SG = 1.010. Dat is goed want geeft een alcohol%... onee dat was ik bij dit vat vergeten te bepalen. Zonde. Het bier heeft een onbekend alcoholgehalte. Het heeft ook geen donkere kleur. Het is goudgeel. We vullen 13 flessen met het bier, dat overigens niet verkeerd smaakt. Het heeft geen smaak van aardbei of zoetigheid, maar eerder iets van citroen. Het is verder nog erg plat. In elke fles doen we een 2 gram suiker. Later bedacht ik me mijn plan...te laat.

Voorafgaand aan het bottelen hevelen we eerst over op het lagervat om gistdepot te ontwijken. Het blijkt ook erg moeilijk om de 2,5 cm van de rand aan te houden. Dus we zullen later nog wel gushers tegenkomen vrees ik.

Na vat 2 is het de beurt aan vat 1. Er lag een poederachtige stoflaag op het bier, dat wat leek op meel(?). Het zal het gist wel zijn. Bij het uitschenken in de maatcilinder is het bier goed te zien. Dit bier ziet er veel lichter uit en lijkt ook echt op wit witbier. Het had echter een dunkel moeten worden... Het smaakt niet verkeerd, al is het eveneens erg plat. SG=1.010, dat is dus 3,2%. We doen er 45 gram suiker bij voor extra alcohol en koolzuurprik in het bier. Het smaakt nu erg zoet. Voorafgaand aan het bottelen hevelen we wederom eerst over op het lagervat om het gistdepot te ontwijken. Hierna vullen we 12 en een halve fles. De halve fles wordt 'm niet.

Ook al staat dat binnen een maand na bottelen het al te drinken zal zijn (Biervat) gaan we toch voor de 6 weken, want we hebben er bij het bottelen suiker ingedaan.

We voelen ons enigszins teleurgesteld dat het bier nog niet helemaal je van dat is, maar eerlijk is eerlijk: het smaakt niet vies! Over ons eerder bier (het bockbier en de tripel) verschillen de meningen. Ik had iemand die zei dat het bockbier wel smaakt (al spoot meer dan de helft tijdens de gushing-opening er al uit) en iemand die het niet aandurfde en de fles terug wilde geven 'of mag ik het zelf weggooien?'.  Zelf zijn we er niet blij mee, want het bockbier is geen bockbier en de tripel geen tripel (te zoet). Nu hebben we weer geen dunkel witbier...wat is het wel?

Later waren we op een festival en zagen daar iets wat ons heel blij maakte: een leichte weize!!!

Oettinger:
Alkohol(in vol%) Stamm­würze(in Grad Plato) Brenn­wert pro 100 ml Bitter­ein­heit Bier­farbe
2,8                    7,3                               26 kcal /109 kJ                 12              natur­trüb, hell

Riegele:
Alkohol(in vol%) Stamm­würze(%) Brenn­wert pro 100 ml  Bitter­ein­heit  Bier­farbe
2,9                     8,9              26 kcal /109 kJ           12                leichte fast opale Trübung

Alkohol(in vol%) Stamm­würze(%) Brenn­wert pro 100 ml  Bitter­ein­heit  Bier­farbe
3,3%                   7,8                      ?                                ?                     Hell-honigfarbene

Alkohol(in vol%) Stamm­würze(in Grad Plato) Brenn­wert pro 100 ml  Bitter­ein­heit  Bier­farbe
2,9                                                                40 % weniger Kalorien als unser Hefe-Weißbier Hell






 
Met aardbeien (erdbeeren) is veel te doen. Toch vind ik geen leichte weize met erdbeeren. Ons aardbeiwitbierproject heeft dus een zekere uniekheid!

We hebben een leichte weisse met erbeeren en een leichte weisse ohne erdbeeren. Als naam hebben we Antoon. Nu nog een etiket....want nu hebben we een plakbandje: 'met 2014' en 'zonder 2014'...

zondag 25 mei 2014

Lieveheersbeestjes



Kijk hier komt het van. Ik had het vorig jaar al over beestjes op de hop. En ze zijn terug: lieveheersbeestjes

Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje is niet zo lief als zijn naam doet vermoeden. Het is een roofdier. Net als inheemse lieveheersbeestjes voedt het zich met bladluizen. Deze soort kent veel kleurvariaties, van oranje tot zwart, met allerlei stiptekeningen. Ze lijken vaak op onze eigen lieveheersbeestjes (http://natuurinformatie.nl/nnm.dossiers/natuurdatabase.nl/i006424.html).

Er worden meer dan 120 varieteiten onderscheiden, maar de meest gebruikte indeling is:
Harmonia axyridis succinea oranje/rood met 0-19 zwarte stippen
Harmonia axyridis axyridis zwart met 12 stippen (2+1+2+1)
Harmonia axyridis spectabilis zwart met 4 stippen
Harmonia axyridis conspicua zwart met 2 stippen
(http://stippen.nl/stippen.php?soort=HARAXY)

Het insect werd als biologische bestrijding van bladluizen ingevoerd in België (http://nl.wikipedia.org/wiki/Veelkleurig_Aziatisch_lieveheersbeestje). Ze zijn een exoot.

Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje is een agressieve predator en bij gebrek aan luizen worden ook larven van andere soorten lieveheersbeestjes, rupsen en vlindereitjes opgegeten, waardoor de kever een bedreiging vormt voor de inheemse soorten. De verspreiding wordt wetenschappelijk bestudeerd. Wie er één ziet wordt verzocht dit te melden (http://nl.wikipedia.org/wiki/Veelkleurig_Aziatisch_lieveheersbeestje).

Na de paring kiezen zowel het mannetjes- als het vrouwtjeslieveheersbeestje hun eigen weg. Het vrouwtje zoekt een geschikt plekje om haar eitjes te leggen; een boom of struik vol bladluis (de voornaamste voedselbron voor de larven die later uit het ei kruipen). Hieronder zie je een vrouwtje die bezig is een eipakket neer te leggen (http://stippen.nl/eitotlhb.php).



Na zo'n week komen de eitjes uit. Het ei-pakket dat eerst oranje is, kleurt grijzig terwijl de larven, die er nog totaal niet uitzien als lieveheersbeestjes, eruit kruipen. Ze beginnen direkt te eten; bladluis en de niet-bevruchte eitjes. Je ziet ze bijna groeien! (http://stippen.nl/eitotlhb.php).

Na een tijdje als de zwart met oranje gestreepte beestjes verpoppen en daarna uitkomen worden ze geel.



Welke ik ook vind ik vang ze allemaal en dood ze met een potje water waar ik ze in laat vallen en dan goed schud.

zondag 6 april 2014

Hopbel bij de vergisting?

Zoals al opgemerkt bij het brouwverslag is er hop in het bier gevallen.

De hop is meegekookt. En bij het overgieten in het gistvat is een hopbel in het gistvat gevallen...
Wat het effect op de smaak? Ik zoek wat op internet en vind wat halve flarden, waar ik niet veel wijs uit kan. Ik vermoed dat het witbier er misschien wat hoppiger wordt. Misschien is het wel wat ze drooghoppen/koudhoppen noemen. Dus dat beloofd wat.

Hop is een smaakmaker van bier. De hars uit de vrouwelijke hopbel wordt gebruikt om de zoetheid van de gerst in evenwicht te brengen met een verfrissende bitterheid. Elke bier heeft zijn eigen hopdosering voor de smaak, het aroma, de schuimstabiliteit en de houdbaarheid (www.twentsebierbrouwerij.nl/brouwerij/het-brouwproces/).

Tijdens het koken worden de hop en de eventuele kruiden en andere smaakmakers toegevoegd. De hopoliën zullen praktisch helemaal verdampen, terwijl de hopharsen aanleiding geven tot de typische hopbitterheid. Door het koken wordt het wort gesteriliseerd. Alle enzymen, die tot nu toe zetmeel en eiwitten hebben afgebroken, worden vernietigd (http://home.scarlet.be/pedroalco/
Wijn___Bier/Bier/Brouwen_van_Bier/brouwen_van_bier.html).

Vanaf het moment dat de temperatuur van het wort gezakt is onder de 60°C is het wort zeer bevattelijk voor infecties. We moeten alles in het werk stellen om te zorgen dat het wort niet besmet wordt met ongewenste micro-organismen. Om infecties geen kans te geven dient het afkoelen zo snel mogelijk te verlopen. Zet daarom het vat in een koud bad of gebruik een koelspiraal en dek het vat af (http://home.scarlet.be/pedroalco/Wijn___Bier/Bier/Brouwen_van_Bier/brouwen_van_bier.html).

In een artikel van "hopprofessor" Denis De Keukeleire staat dat de schuimopbouw in een glas bier wordt bevorderd door "allerlei metaalionen". Om de nodige metaalionen vanuit de biervloeistof naar het bovenliggende schuim te transporteren zijn "isohumulonen" nodig. Isohumulonen zijn bittere stoffen die tijdens het koken van het wort met de hop ontstaan uit de niet-bittere humulonen. Indien de concentratie isohumulonen minder dan 20 ppm bedraagt, is het volgens De Keukeleire onmogelijk om een stevige schuimkraag op het bier te houden. Daarnaast is het voor de schuimkraag van belang om enkel met vrouwelijke hopplanten te werken. De mannelijke hopplant is immers rijk aan vetten en vetzuren die het bierschuim verstoren (http://nl.wikipedia.org/wiki/Bier).

De meeste hobbybrouwers koelen hun wort na het koken tot 20 graden en soms zelfs nog hoger bij bovengisters, zaaien hun gist in en laten de boel op zijn beloop. Dit heeft tot gevolg dat de temperatuur van het bier, zeker bij zwaardere bieren, snel oploopt als de vergisting op gang komt en zijn hoogtepunt bereikt. Tijdens deze fase worden dan veel esters en hogere alcoholen aangemaakt. Komt de temperatuur boven de 22 tot 25 graden, dan kan dat een onaangenaam bier opleveren met teveel fruitigheid, scherpe hogere alcoholen, teveel alcoholverwarming en fenolen. Is de felle fase van de hoofdvergisting voorbij, dan loopt de warmteproductie ook terug en kan het bier zo snel afkoelen dat de gist het voor gezien houdt. Als dat gebeurt blijft het bier steken op een te hoge dichtheid. Ook kan het gebeuren dat teveel diacetyl of acetaldehyde achterblijft in het bier. Al met al levert een ongecontroleerde vergisting geen optimaal bier op en soms zelfs een ronduit slecht bier (http://roodetoren.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=34:vergist-gecontroleerd&catid=4:artikelen-over-brouwen&Itemid=42).

Door de vergistingstemperatuur te beheersen kun je de smaak van je bier dan ook in belangrijke mate beïnvloeden (www.besselaer.nl/page11.php).

Een goede beluchting van het wort zorgt voor een vlot verlopende vergisting met een hogere vergistingsgraad. Verder is de vergistingsgraad sterk afhankelijk van de gebruikte gist. Door toevoeging van suiker (bijvoorbeeld kristalsuiker of glucose) aan het wort krijg je bieren met een hoger alcoholgehalte omdat deze suikers volledig vergistbaar zijn (www.hobbybrouwen.nl/artikel/De_smaak_van_bier.htm).

Esters bepalen voor een groot gedeelte de smaak van een bier...Daarnaast is het gehalte aan esters ook sterk afhankelijk van de helderheid van het wort na het filteren van het beslag (een licht troebele wort geeft minder esters dan een kraakheldere wort), de mate van beluchting van het afgekoelde wort na het koken (zowel een zeer matige als een zeer intensieve beluchting geeft meer esters) en de gebruikte gist...Isoamylacetaat is het ester van de hogere alcohol isoamylalcohol en azijnzuur. Dit ester heeft een duidelijk banaanachtige smaak. Er zijn gisten die aanzienlijk veel isoamylacetaat vormen. Een ander banaanester is isobutylacetaat (www.hobbybrouwen.nl/artikel/De_smaak_van_bier.htm).

De bitterheid van een bier dient afkomstig te zijn van de alfazuren van de toegevoegde hop. De bitterheid dient aangenaam te zijn en niet te lang blijven hangen....Door hoge vergistingstemperaturen en snelle vergisting worden meer hopbitterstoffen in de bruine hopharsen die boven op het gistende bier komen liggen afgescheiden. Hierdoor kan de bitterheid van het bier verminderen....door autolyse een aangename harde wrange bitterheid in het bier komen doordat hopbestanddelen die de gist bij leven heeft opgenomen vrijkomen uit de dode gistcellen (www.hobbybrouwen.nl/artikel/De_smaak_van_bier.htm).

Gist voedt zich met suiker en aminozuren en produceert voornamelijk ethylalcohol en koolzuur maar ook hogere alcoholen, organische zuren waaronder vetzuren en vele stofwisselingsprodukten, waaronder een stof die men diacetyl noemt. Een zeer belangrijke nevenreactie is die tussen alcohol en zuren welke esters vormt. Deze esters kunnen verantwoordelijk zijn voor een groot deel van het aroma van het uiteindelijke bier. Zo heeft men fruitige aroma's zoals banaan, peer, appel, rozijn enz. Verder kan men de smaak van noten en zelfs bleekselderij terugvinden. Gist zelf heeft een zacht-zoete smaak (zoals bakkersgist). Gist kan echter een bittere bijsmaak hebben, omdat de bitterstoffen van hop zich erop kunnen vasthechten. Hogere alcoholen hebben ook een uitgesproken aroma. Diacetyl is een stof die naar zachte botermelk of margarine smaakt. Hogere alcoholen, vetzuren en sommige esters, welke grote smaakbepalende stoffen kunnen zijn, zijn schuimnegatieve factoren (http://home.scarlet.be/pedroalco/Wijn___Bier/Bier/Brouwen_van_Bier/brouwen_van_bier.html).

Op het schuim komen tijdens de hoofdgisting bruine plekken (hopharsen), deze kunnen met een steriel gemaakte schuimspaan verwijderd worden. Dit brengt wel risico's van infecties met zich mee. Sommige gistrassen produceren meer hopharsen dan anderen. Het afscheppen wordt door een groot aantal amateur-bierbrouwers uitgevoerd omdat daardoor het er een iets betere bitterheid krijgt. Noodzakelijk is het afscheppen meestal niet. Bij de meeste commerciële brouwerijen worden de hopharsen tegenwoordig niet meer afgeschept (http://home.scarlet.be/pedroalco/Wijn___Bier/
Bier/Brouwen_van_Bier/brouwen_van_bier.html).

Ook hopharsen die tijdens de gisting op het bier komen drijven kunnen het best verwijderd worden deze harsen ontsnappen uit het bier omdat het bier als gevolg van de gisting verzuurd. Met name alfazuur is minder oplosbaar in een zuurder milieu en zal derhalve uit oplossing gaan. Eiwitten die uitzakken bij afkoelen van de wort vormen de zogenaamde koude breuk, die zal uitzakken en samen met uitzakkende gist een dik sediment op de bodem van het hoofdgistingsvat zal vormen (www.triple-w.org/index.php?option=com_content&view=article&id=26:gist&catid=79&Itemid=493&showall=1&limitstart=).

Op het schuim komen tijdens de hoofdgisting bruine plekken (hopharsen). In het verleden werden hopharsen door sommige hobbybrouwers verwijderd met een schuimspaan. Tegenwoordig doen we dat niet meer. Het is gewoon nergens voor nodig. Na de hoofdgisting zakken deze bruine plekken naar beneden en blijven onder in het vat liggen. Een ander gedeelte heeft zich vastgezet aan de rand van het vat en is daar wat lastig te verwijderen (www.hobbybrouwen.nl/brouwko2.html).

Bij lange lagertijden van bier waarin nog veel gist aanwezig is, gebeurt het dat een gedeelte van de gistcellen afsterft. Zij kunnen dan openbarsten en geven stoffen vrij waarvan de geur een zwavelig karakter heeft (men noemt dit autolyse). Autolyse maakt ook stoffen vrij die schuimnegatief werken (http://home.scarlet.be/pedroalco/Wijn___Bier/Bier/Brouwen_van_Bier/brouwen_van_bier.html).

Andere brouwers strooien hopbellen op het nagistende bier (dry-hopping). De hop wordt dus niet gekookt, waardoor de hopoliën door het bier kunnen opgenomen worden. Naast het versterkend effect van de typische hopbitterheid zullen de hopoliën een citrusaroma creëren (Arabier) (http://home.scarlet.be/pedroalco/Wijn___Bier/Bier/Brouwen_van_Bier/brouwen_van_bier.html).


zaterdag 13 juli 2013

Larven van lieveheersbeestjes in de hop

Zoals ik maandag al aangaf zit er luis in de hop. Na de hop een aantal maal met een zeepmengsel te hebben besproeid en bananenschillen op de grond had gelegd, zag ik vandaag het volgende:


Een klein zwart beestje met op z'n achterlijf 2 oranje strepen. Het doet een beetje denken aan een kruising tussen een wesp en een pissebed....

Als ik Google raadpleeg met het zoekwoord 'zwart insect met' wordt dit automatisch aangevuld met 'oranje strepen'. Het wordt dus vaker gezocht. Op een koiforum vind ik onderstaande foto:

Leve google, gezocht op "insect 6 poten zwart met oranje strepen"
En daar was ie al.
Het is de larf van een Harmonia axyridis oftewel Veelkleurig Aziatisch Lieveheersbeestje


Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje (Harmonia axyridis) is een kever uit de familie lieveheersbeestjes (Coccinellidae). Het levensverhaal van dit beestje is hier te lezen. Op http://stippen.nl/stippen.php?soort=HARAXY is meer informatie te vinden over dit insect.

Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje is niet zo lief als zijn naam doet vermoeden. Het is een roofdier. Net als inheemse lieveheersbeestjes voedt het zich met bladluizen. Deze soort kent veel kleurvariaties, van oranje tot zwart, met allerlei stiptekeningen. Ze lijken vaak op onze eigen lieveheersbeestjes (http://natuurinformatie.nl/nnm.dossiers/natuurdatabase.nl/i006424.html).

Het insect werd als biologische bestrijding van bladluizen ingevoerd in België (http://nl.wikipedia.org/wiki/Veelkleurig_Aziatisch_lieveheersbeestje). 

Tussen 1995 en 2005 werd het veelkleurig Aziatisch Lieveheersbeestje veelvuldig uitgezet in België om bladluizen te bestrijden. In het begin twijfeldden men of de soort zich in ons klimaat wel kan voortplanten, maar na een tijd kende deze soort een explosieve uitbreiding, waardoor het nu één van de meest algemene soorten in ons land is geworden (http://plazilla.com/exoten-verdringen-inheemse-soorten-deel-2).

Deze invasieve soort blijkt naast bladluizen zich ook tegoed te doen aan de larven van kevers zoals die van andere lieveheersbeestjes. Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje is inmiddels in Europa ingeburgerd geraakt. Het is in Engeland voor het eerst waargenomen in 2004, en het komt voor in grote delen van Nederland en België. De kever verspreidt zich op het ogenblik noordwaarts. Deze soort heeft veel verschillende mogelijke tekeningen, van vrijwel geheel oranje tot bijna zwart, maar is herkenbaar aan de zwarte 'M'-vormige tekening op het halsschild (pronotum) en het van achteren vaak wat geplooide of gedeukte rugschild (elytrum) (http://nl.wikipedia.org/wiki/Veelkleurig_Aziatisch_lieveheersbeestje).

Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje is een agressieve predator en bij gebrek aan luizen worden ook larven van andere soorten lieveheersbeestjes, rupsen en vlindereitjes opgegeten, waardoor de kever een bedreiging vormt voor de inheemse soorten. De verspreiding wordt wetenschappelijk bestudeerd. Wie er één ziet wordt verzocht dit te melden (http://nl.wikipedia.org/wiki/Veelkleurig_Aziatisch_lieveheersbeestje).

Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje is ingevoerd als biologische bestrijder in de tuinbouw. Het eet bladluizen die gewassen aanvreten. De soort werd zowel in gesloten kassen als bij gewasteelt in de open lucht toegepast. Ontsnapte exemplaren zijn zo in de natuur terecht gekomen. ...Sinds 2002 in de vrije natuur, overal in ons land (http://natuurinformatie.nl/nnm.dossiers/natuurdatabase.nl/i006424.html).

Ook bereiken veelkleurige Aziatische lieveheersbeestjes ons land via België en Duitsland, waar men ze eveneens als biologische bestrijders gebruikt heeft. Sinds 2005 is toepassing zowel in Nederland als in genoemde landen verboden (http://natuurinformatie.nl/nnm.dossiers/natuurdatabase.nl/i006424.html).

Het gebeurt vaker: zo lees ik dat dit in 2011 Hubert61 ook dit beestje in zin hop aantrof (http://vroegevogels.vara.nl/Categorieen.1003.0.html?view=single_thread&cat_uid=3&conf_uid=8&thread_uid=32881).

Dus,  ik hoef waarschijnlijk niet bang te zijn voor luis, maar wel voor het inheemse insectenbestand in onze tuin...

maandag 28 januari 2013

Niels Bohr dronk vast Carlsberg


Niels Bohr (7 oktober 1885 – 18 november 1962) was een Deense natuurkundige die van zich deed spreken door een atoommodel te ontwerpen. Zijn model bestond uit een kern met daaromheen een elektronenwolk, waarin de elektronen in schillen rond de kern cirkelen. Hij vergeleek dit met de kern als zon waarbij de elektronen in een orbit hieromheen draaien. De schillen worden volgens in toenemende afstand tot de kern voorgesteld door: K, L, M, N, O, P en Q. Zijn werk over de atoomkern was instrumenteel ons huidige begrip van de atomaire wereld en de quantum mechanica, maar ook voor het ontwerpen van de atoombom. Hij werkte ook mee met het Manhattanproject, waarbij de Amerikaanse atoombom werd ontwikkeld en was een van de grondleggers van het onderzoekscentrum CERN in 1954.  


Niels Bohr ontving voor zijn grondbrekende werk in 1922 een Nobelprijs.

"Apparently, after he won the Nobel Prize in 1922, the Carlsberg brewery gave him a gift – a house located next to the brewery. And the best perk of the house? It had a direct pipeline to the brewery so that Bohr had free beer on tap whenever he wanted." (http://beerpulse.com/2012/11/carlberg-brewery-once-gave-niels-bohr-a-house-equipped-with-a-pipeline-of-free-beer/www.forbes.com/sites/alexknapp/2012/11/28/for-winning-the-nobel-prize-niels-bohr-got-a-house-with-free-beer/http://nl.wikipedia.org/wiki/Niels_Bohrhttp://en.wikipedia.org/wiki/Carlsberg_Group)

Deze gift was niet de eerste gift van Carlsberg. Nadat Bohr in 1911 was gepromoveerd op elektronentheorie, kreeg hij van de brouwerij een studiebeurs om in het buitenland te gaan studeren.

Bohr ging studeren in Groot Brittanië bij J.J. Thomson, een autoriteit op dit gebied. De samenwerking verliep echter stroef, mede omdat Thomson het werk van Bohr niet zag zitten. Bohr kwam toen in contact met Ernest Rutherford, een Nieuw-Zeelandse natuurkundige die juist de ware aard van het atoommodel had gevonden. Ook J.R. Oppenheimer wilde ook bij Rutherford studeren, maar werd in 1925 aangenomen bij J.J. Thompson. Ook heeft Oppenheimer in de herfst van 1928 nog college gegeven op de universiteit van Leiden.

Gedurende zijn studie had Bohr ook kennisgemaakt met de kwantumtheorie die ontwikkeld was door Albert Einstein en Max Planck. Deze theorie gebruikte hij om zijn eigen theorieën over de atoomstructuur verder uit te werken en de fouten te corrigeren die hij waarnam in Rutherfords model. Tijdens de eerste wereldoorlog heeft hij nog een tijdje les gegeven op de universiteit van Manchester, maar hij werd vervolgens hoogleraar aan de universiteit van Kopenhagen.

De gift van het huis met de bierleiding was ook niet enkel gebaseerd op nationale trots, maar ook vanwege de passie voor wetenschap die bij Carlsberg bestond. Niet voor niets hadden ze op de brouwerij een eigen laboratorium. Hier zijn vele relevante ontdekkingen gedaan. Zo werd in 1875 de Saccharomyces pastorianus (Saccharomyces carlsbergensisontdekt. Deze gistsoort werd gebruikt bij de bereiding van pale lagers. 



De Carlsbergbrouwerij werd in 1847 opgericht door J. C. Jacobsenen op een berg en vernoemd naar zijn zoon Carl. In 1876 werd de Carlsberg Foundation opgericht. Het doel van dit fonds was om het laboratorium draaiende te houden en om de Deense wetenschap te steunen.

In 1882 begon Carl een eigen brouwerij genaamd Valby, later hernoemd in Ny (nieuwe) Carlsberg.  Bij het overlijden van J. C. Jacobsen in 1887 ging het eigendom over in dit fonds voor wetenschappelijk onderzoek. De oude Carlsberg gebruikte een 12-puntige brouwersster, terwijl de nieuwe Carlsbergbrouwerij een ander logo koos: de swastika (www.carlsberggroup.com/Company/heritage/Pages/Labeldesignsdownthroughtheages.aspx). Dit staat symbool voor welvaart en geluk.

De twee brouwerijen gingen later in 1906 weer samen nadat in 1902 de Carslberg Foundation ook Ny Carlsberg had gekocht.  De log's van de 12-puntige ster en de swastika werden gecombineerd. Als bedrijfslogo werd ook een olifant gebruikt met swastika. Zo zijn er in 1901 marmeren olifanten door architect Professor J. L. Dahlerup aan de poort van de brouwerij toegevoegd (www.carlsberggroup.com/Company/heritage/Pages/CarlJacobsen'sarchitectuallandmarksatCarlsberg.aspx).

Het gebruik van de swastika werd in 1940 gestaakt. De moeilijke vader-zoon-relatie van vader en zoon Jacobsen is ook bij Bohr waargenomen door Nick Mitchel op http://beerprole.wordpress.com/2012/05/23/carlsberg-and-the-copenhagen-interpretation-beer-bohr-and-the-bomb/.

In 1921 zette Bohr met steun van Carlsberg het Institute for Theoretical Physics op. Vanaf 1931 woonde hij in de Carlsberg Honorary Residence. Op 18 oktober 1965 (de 80e verjaardag van de geboortedag van Niels Bohr) fuseerden enkele onderzoeksinstituten, waaronder zijn Institute for theoretical physics tot het Niels Bohr instituut. Hier heeft hij de grondbeginselen uitgewerkt van het principe van complementairheid. Dit wordt de Copenhagen interpretation genoemd. Dit komt er op neer dat een quantum mechanisch deeltje alles is totdat we het zien en pas op dat moment iets is (http://science.howstuffworks.com/innovation/science-questions/quantum-suicide4.htmhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Kopenhaagse_interpretatiewww.nndb.com/people/560/000024488/http://nl.wikipedia.org/wiki/Niels_Bohrhttp://beerprole.wordpress.com/2012/05/23/carlsberg-and-the-copenhagen-interpretation-beer-bohr-and-the-bomb/).  Kort samengevat: de waarnemer van een experiment vormt samen met dit experiment een enkel systeem. Samen met onder andere de jonge Werner Heisenberg, die bij hem studeerde, stelde hij in de jaren 20 deze theorie op. Bohrs collega Albert Einstein had ernstige bezwaren tegen deze 'zweverige' theorie en hij voerde met Bohr de rest van zijn leven verhitte debatten over deze kwestie (http://en.wikipedia.org/wiki/Bohr%E2%80%93Einstein_debates).

De Duitse natuurkundige Albert Einstein is wereldberoemd geworden door zijn formulering E = mc2. Hij formuleerde de relativiteistheorie en verwierp de tot dan toe erkende wetten van Newton. Zijn werk over Brownse beweging, relativiteitstheorie en zonlicht. Hij werkte in diverse prestigieuze Duitse instituten en was wereldberoemd. Hij ontving in 1921 de Nobelprijs voor natuurkunde voor zijn werk over het foto-elektrische effect, aangezien de relativiteitstheorie nog wat te controversieel was.

De Duitse natuurkundige Heisenberg was een student van Bohr en was een protegé van hem. Heisenberg is samen met Bohr een van de grondleggers van de kwantummechanica. De bekende onzekerheidsrelatie van Heisenberg is van hem afkomstig. Toen het naziregmie opkwam, verzette hij zich in eerste instantie tegen de politieke inmenging op de universiteiten en onderzoeksinstituten, waaronder het buitenwerken van Joodse wetenschappers. Later paste hij zich aan en deed zelfs gericht onderzoek ten dienste van het regime. Uit later onderzoek is gebleken dat de nazi-inmenging de wetenschappelijke vooruitgang flink heeft verstoord. De Arische wetenschap, waarbij men zich afzette tegen theoretici zoals Einstein, bleek een illusie.

Einstein was in 1933 in Amerika toen Adolf Hitler aan de macht kwam. Einstein was Joods en bleef daarom maar in de Verenigde Staten. Hij heeft op verzoek van andere wetenschappers een brief opgesteld aan president Roosevelt waarin hij waarschuwde dat nazi-Duitsland bezig was met de ontwikkeling van een atoomwapen. Dit leidde tot het Manhattanproject, waarbij een Amerikaans atoomwapen werd ontwikkeld (http://nl.wikipedia.org/wiki/Manhattanproject_(operatie)).

Veel bekende wetenschappers, vooral natuurkundigen en wiskundigen, werkten mee in het team dat de Amerikaanse bom ontwierp, zoals Enrico Fermi, Richard Feynman, Murray Gell-Mann, David Bohm, John von Neumann, Robert Oppenheimer (wetenschappelijk projectleider) en Edward Teller. Een indicatie van de hoeveelheid talent die voor dit project bijeen werd gebracht is het feit dat twintig van de medewerkers aan het project ooit - later of al eerder - een Nobelprijs kregen.

Het Duitse atoomproject faalde (http://en.wikipedia.org/wiki/German_nuclear_energy_projecthttp://nl.wikipedia.org/wiki/Hitlers_bom). De betrokken natuurkundigen verklaarden dat zij "Hitler zouden hebben tegengewerkt en het onderzoek zouden hebben vertraagd om te voorkomen dat Duitsland een kernwapen kreeg". Dit wordt door Rainer Karlsch betwijfeld maar hij kan de bewering niet geheel weerleggen. Er zijn een aantal anekdotes die Karlsch vermoeden ondersteunen.

In september 1941 spraken Bohr en Heisenberg elkaar, waarbij Heisenberg aangaf dat zijn team werkte aan atoomenergie en dat hij dacht dat Duitsland de oorlog zou winnen. Bohr was erg ontzet dat zijn voormalige protegé dit deed en beëindigde het gesprek abrupt.Overigens had Heisenberg in eigen land ook veel te verduren. Hij werd 'een witte Jood' genoemd in een krantje van de SS; geen onbenulligheid aangezien geweld tegen Joden gebruikelijk was (http://en.wikipedia.org/wiki/German_nuclear_energy_project). Zijn moeder ging toen maar eens praten met de moeder van Heinrich Himmler, de leider van de SS, om dit weer recht te zetten.

Uiteindelijk wist Bohr om Kopenhagen te ontvluchten. Een noodzakelijkheid vanwege de nazibezetting, aangezien zijn moeder uit een rijk Joods bankiersgezin kwam en hij Joodse wetenschappers had helpen vluchten. Net voor hij Denemarken verliet hadden twee van zijn collega's, Otto Frisch en Lise Meitner (allebei gevlucht uit Duitsland) hem verteld over hun idee dat de absorptie van een neutron door een uraniumkern soms ertoe leidde dat die kern in twee ongeveer gelijke delen splitste, waarbij enorm veel energie vrijkwam, een proces dat al spoedig 'kernsplijting' werd genoemd. Dit proces komt ook in de natuur voor. In 1972 kwam de Franse natuurkundige Francis Perrin met het idee van natuurlijke kernsplijting. Zijn idee werd sceptisch ontvangen, maar is bevestigd.  Zo zijn bij de Gabonese plaats Oklo verschillende aanwijzingen gevonden dat door natuurlijke omstandigheden kernsplijting is opgetreden.

Toen de oorlog zonder het gebruik van atoomwapens leek te worden beslecht sprak Bohr zich uit om af te zien van deze wapens. Graag wilde hij openheid geven richting de Sovjetunie. Zowel Roosevelt als Winston Churchill waren het hier niet mee eens."It seems to me Bohr ought to be confined or at any rate made to see, that he is very near the edge of mortal crimes." gaf Churchill later aan in een brief (http://en.wikipedia.org/wiki/Niels_Bohr). Ook Oppenheimer werd na de tweede wereldoorlog verdacht van openheid richting de Sovets. In de V.S. werden vermeende communistische sympathisanten buitengesloten. Ook Oppenheimer raakte in 1953 zijn bevoegdheden kwijt.

Tijdens de bevrijding van Europa was een team onder de codenaam Operatie Alsoss (http://en.wikipedia.org/wiki/Operation_Alsos) actief. Kolonel Boris Pash, een voormalige Manhattan Project beveiligingsmedewerker had de leindg, terwijl de wetenschappelijke leiding in haden was van Samuel Goudsmit. Op 3 mei 1945 werd Heisenberg opgepakt door het team van kolonel Pash. Tijdens zijn verblijf in een Britse boerderij hoorde hij samen met andere Duitse wetenschappers dat de Amerikanen een atoombom op Japan hadden gegooid. Hun verbazing leek oprecht, waaruit bleek dat ze geen idee hadden over het werkingsprincipe. Goudsmit verklaarde later over het Duitse atoomprogramma:

It was so obvious the whole German uranium set up was on a ludicrously small scale. Here was the central group of laboratories, and all it amounted to was a little underground cave, a wing of a small textile factory, a few rooms in an old brewery. To be sure, the laboratories were well-equipped, but compared to what we were doing in the United States it was still small-time stuff. Sometimes we wondered if our government had not spent more money on our intelligence mission than the Germans had spent on their whole project...


Deze onbenulligheid was zo knullig dat het wellicht zou kunnen dat er sprake was van opzet (http://holbert.faculty.asu.edu/eee460/anv/Why%20the%20Germans%20Failed.html). Waarom koos Heisenberg voor zwaar water (D2O), terwijl gewoon water (H2O) ook mogelijk was? Het Duitse atoomprogramma werd flink vertraagd toen in 1943 de geallieerden de nazizwaarwaterfabriek in Noorwegen saboteerde.

Bij het slagen van het Amerikaanse atoomproject sprak de leider J.R. Oppenheimer (http://nl.wikipedia.org/wiki/Robert_Oppenheimer) enkele woorden op TV waarbij hij verwees naar de Bhagavad Gita  (www.rjgeib.com/thoughts/shiva/shiva.html):

"If the radiance of a thousand suns were to burst at once into the sky, that would be like the splendor of the mighty one .., I am become Death, the destroyer of worlds".


(http://aspiretoyou.com/2011/03/meditation-on-lord-vishnu/)

Deze woorden uit de Bhagavad Gita zijn toch een vreemde toevalligheid, aangezien in de Hindu-cultuur ook de swastika voorkomt in de betekenis van welvaart en voorspoed. Bij een bezoek aan een Hindu-tempel zijn deze tekens ook dominant aanwezig.

Overigens leidde het onderzoek van het Manhattenproject tot de atoombom. Deze bom werd echter niet meer gebruikt tegen het naziregime, maar tegen Japan. De bom werd niet op militaire doelen, maar op woonsteden (Hirosjima en Nagasaki)) gebruikt. Dus van bier tot de atoombom: Niels Bohr.




Naast al deze militair relevante wetenschappelijke kernfysicagerelateerde beslommeringen was Bohr ook enigszins filosofisch.  Zo schijnt hij het werk van de Deense filosoof Kierkegaard te hebben gewaardeerd. Zo zou Bohr in 1909, zijn broer een boek van Kierkegaard (Stages on Life's Way) als verjaardagscadeau hebben gegeven. In het begeleidende schrijven zegt Bohr: "It is the only thing I have to send home; but I do not believe that it would be very easy to find anything better.... I even think it is one of the most delightful things I have ever read." Hierbij geeft Bohr ook aan dat hij het niet helemaal eens is met de ideeën van Kierkegaard. Kierkegaard (1813-1855) was een existentialist. Deze stroming van het existentialisme kreeg deze naam overigens pas in 1940 en werd pas na de tweede wereldoorlog populair. Het contrasteerde met de filosofie van Hegel en Kant. Naast Kierkegaard waren andere denkers in deze stroming Heidegger, Dostoyevski, Nietzsche en Sartre. Centraal in de stroming staat dat het individu zelf  verantwoordelijk is om het leven betekenis te geven en zinvol te maken. Dit sluit aan bij het absurde:er is geen betekenis in de wereld, anders dan dat wij die eraan geven. Dit staat in contrast met 'karma', waarbij slechte dingen gebeuren bij slechte mensen en wie goed doet, goed ontmoet. Het absurde is juist dat vanalles kan gebeuren bij eenieder. Dit is natuurlijk erg verwarrend.


People understand me so little that they do not even understand when I complain of being misunderstood. —Søren Kierkegaard ,  Journals Feb. 1836 (http://en.wikipedia.org/wiki/Kierkegaard)

Ook Niels Bohr heeft nagedacht over niet enkel de atomaire structuur zelf, de wijze waarop de natuur zich laat zien en hoe dit is te verwoorden.

It is wrong to think that the task of physics is to find out how Nature is. Physics concerns what we say about Nature. (www.brainyquote.com/quotes/authors/n/niels_bohr.html)

We must be clear that when it comes to atoms, language can be used only as in poetry. The poet, too, is not nearly so concerned with describing facts as with creating images and establishing mental connections. (http://en.wikiquote.org/wiki/Niels_Bohr)

Zo is het maar net en deze wijsheden gelden ook voor een bierblog als dit. Dit bierblog is niet bedoeld om voorte schrijven 'wat bier is', maar ik kan wel wat zeggen 'over bier'. Taal is hierbij net zoals poëzie een middel om beelden over te brengen. En de enige die smaak aan een bier kan geven is de proever zelf. Zolang een bier namelijk in de fles in een krat op de plank blijft staan is de smaak nog niet bekend en kan het alles zijn. Er is een smaakevolutie gaande op basis van de omgevingsfactoren, de bewaarduur en de ingrediënten.  Pas op het moment dat de dop eraf gaat en de eerste slok wordt genomen kan pas worden gezegd  dat er nier in zit en hoe dit smaakt. Tot op dat moment is het enkel een volle bierfles en had er net zo goed water in kunnen zitten. Bier is pas bier als je het drinkt!