Entering that gable-ended Spouter-Inn, you found yourself in a wide, low, straggling entry with old-fashioned wainscots, reminding one of the bulwarks of some condemned old craft. On one side hung a very large oilpainting so thoroughly besmoked, and every way defaced, that in the unequal crosslights by which you viewed it, it was only by diligent study and a series of systematic visits to it, and careful inquiry of the neighbors, that you could any way arrive at an understanding of its purpose. Such unaccountable masses of shades and shadows, that at first you almost thought some ambitious young artist, in the time of the New England hags, had endeavored to delineate chaos bewitched. But by dint of much and earnest contemplation, and oft repeated ponderings, and especially by throwing open the little window towards the back of the entry, you at last come to the conclusion that such an idea, however wild, might not be altogether unwarranted. (https://www.gutenberg.org/files/2701/2701-h/2701-h.htm)
Een van mijn lievelingsboeken is Moby Dick. Op https://www.gutenberg.org/ebooks/2701 vind je een gratis versie om deze klassieker te lezen.
Moby-Dick; of, de Walvis is een roman van de Amerikaanse schrijver Herman Melville uit 1851, over de jacht op de witte potvis Moby Dick[a] door kapitein Achab van de walvisvaarder Pequod, die in een eerdere confrontatie met het dier zijn been heeft verloren. Deze potvis zou zoveel rampen hebben veroorzaakt voor de walvisvaarders dat het dier uitgroeide tot een mythe. Melville droeg het werk op aan de bevriende schrijver Nathaniel Hawthorne, 'als blijk van mijn bewondering voor zijn begaafdheid'.[b] Hoewel de roman bij verschijning flopte en al snel vergeten was, behoort de openingszin ('Call me Ishmael') thans tot de bekendste openingen uit de hele wereldliteratuur. In de 20e eeuw verwierf Moby-Dick de reputatie een van de belangrijkste Amerikaanse bijdragen aan de literatuur te zijn. Het verhaal is gebaseerd op Melvilles eigen ervaringen als walvisvaarder op de Acushnet in 1841. Het slot van de roman is gebaseerd op het lot van de Essex, die in 1820 door een walvis tot zinken werd gebracht. Moby Dick zelf is gebaseerd op de beruchte ongrijpbare witte potvis Mocha Dick, die in de jaren tussen 1810 en 1840 herhaaldelijk de wateren onveilig maakte. De schrijfstijl kenmerkt zich door een rijke woordenschat, een complexe, barokke zinsbouw, humor, metaforen en symboliek. Tal van registers worden benut, waaronder preken, regionale accenten en hoofdstukken in een stream-of-consciousness stijl. Elk hoofdstuk vormt een afgeronde eenheid; sommige zijn opgebouwd als een anatomische verhandeling of een pseudo-taxonomie van walvissoorten, andere zijn opgezet als de tekst van een toneelstuk of zelfs een ballet of een alleenspraak. Grote invloed ging dan ook uit van de toneelschrijver Shakespeare, wiens stijl en taal het boek doordesemen. De thematiek betreft de aard en betrouwbaarheid van kennis en waarneming, de vrije wil versus predestinatie, sociale status, het concept van goed en kwaad, en de vraag omtrent het wel of niet bestaan van goden. Op het laatste moment veranderde Melville de titel van The Whale naar Moby-Dick. De nieuwe titel kwam te laat voor de Britse editie in drie delen, die eerder dan de Amerikaanse verscheen. In de Britse editie ontbrak de epiloog waarin het overleven van Ishmael beschreven wordt. Dit leidde tot kritiek in de recensies, omdat het nu leek alsof het verhaal verteld werd door een verdronken bemanningslid. Ook werd de Britse editie sterk gecensureerd, met name waar het blasfemische en seksuele passages betrof: zelfs passages over het seksleven van walvissen sneuvelden, terwijl veel blasfemisch opgevatte frasen in feite verwijzingen zijn naar Miltons Paradise Lost. Daarnaast werd alles geschrapt wat maar enigszins als kritiek op de Engelsen kon worden uitgelegd: zo verdween het volledige hoofdstuk 25 over de rol van walvisolie bij de Britse kroningsplechtigheid. De gemengd ontvangen roman werd geen succes in de 19e eeuw. Op de titelpagina's van Melvilles latere boeken staat wel vermeld dat hij de auteur van Typee was, maar niet van Moby-Dick. Na de Eerste Wereldoorlog nam de studie van de Amerikaanse literatuur een aanvang, en in de jaren na de herdenking van Melvilles honderdste geboortedag steeg zijn reputatie gestaag en in het bijzonder die van Moby-Dick. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Moby-Dick_(boek)) Zie ook https://en.wikipedia.org/wiki/Moby-Dick.
Moby Dick De witte potvis waar het verhaal om draait. Hij staat bekend als een uitzonderlijk agressief dier dat al vele schepen heeft aangevallen en onder andere Achabs been heeft afgebeten. Hij wordt vaak gezien als een symbool voor de zee, de natuur, het noodlot en zelfs God. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Moby-Dick_(boek))
Het is niet met zekerheid te zeggen wanneer de conceptie van het boek bij Melville opkwam. Melvilles belevenissen op een walvisvaarder in 1841 vormen de basis van het boek. Een van de door Melville gebruikte bronnen is J. Ross Browne, Etchings of a Whaling Cruise (1846). Melville recenseerde dit boek voor de Literary World van 6 maart 1847. Gewoonlijk beschouwen onderzoekers de lente van 1850 als de periode waarin Melville met het schrijven van het boek begon.[1] In die tijd verwittigde Melville zijn uitgever dat hij in de herfst van dat jaar een avonturenboek over de walvisvaart af zou hebben. Uiteindelijk duurde het een jaar langer. ... De basis voor de roman zijn Melvilles eigen ervaringen op walvisvaarders in 1840-1841 en 1842. Volgens Wilson Heflin, die het meeste onderzoek aangaande Melvilles loopbaan als zeeman heeft verricht, monsterde Melville met Kerstmis 1840 aan op de Acushnet, een toen nieuwe walvisvaarder die aan haar eerste reis begon onder leiding van kapitein Valentine Pease. Volgens de bewaard gebleven lijst van bemanningsleden bestonden deze bij vertrek uit vier gezagvoerders (behalve de kapitein een eerste en tweede officier, en een derde maat), vier specialisten, waaronder een zwarte kok, en zestien manschappen. Onder deze laatste groep bevonden zich Melville zelf en de eveneens 21-jarige Richard T. Greene, die later samen zouden deserteren en het avontuur beleven dat Melville in zijn debuut Typee beschreef. De bemanning telde vijf buitenlanders, waaronder vier Portugezen; de timmerman was een Schot. De rest waren (genaturaliseerde) Amerikanen, waaronder drie zwarten: twee gewone zeelieden en de scheepskok. Een derde van de bemanning had niet eerder op een walvisvaarder gevaren.[2] ... Enkele van de sensationeelste aspecten zijn gebaseerd op historische gebeurtenissen. De witte walvis Moby Dick zelf is tot de naam aan toe geïnspireerd op de beschrijvingen van de witte potvis Mocha Dick.[3] Ook het tot zinken brengen van de Pequod door Moby Dick is geen ongeloofwaardige fantasie, maar gemodelleerd naar het ware verslag van de door een walvis getorpedeerde en tot zinken gebrachte walvisvaarder Essex. Daarnaast gebruikte Melville een reeks van andere walvisboeken om de cetologische hoofdstukken te kunnen schrijven. Toen hij de roman aan het schrijven was, maakte Melville kennis met de auteur Nathaniel Hawthorne. Vijf boeken vormen Melvilles belangrijkste bronnen voor de hoofdstukken over walviskunde: de belangrijkste bron is het destijds gezaghebbende boek van Thomas Beale, Natural History of the Sperm Whale uit 1843. Melville schafte het boek aan op 10 juli 1850. De belangrijkste ontlening is de organisatie van informatie in reeksen van hoofdstukken.[4] Daarna komt Frederick Debell Bennett, A Whaling Voyage Round the Globe, from the Year 1833 to 1836 (1840). Ook aan Bennett ontleende Melville de distributie van informatie in hoofdstukken, zij het in mindere mate dan aan Beale.[5] De derde bron is J. Ross Browne, Etchings of a Whaling Cruise, with Notes of a Sojourn on the Island of Zanzibar. To Which is Appended a Brief History of the Whale Fishery: Its Past and Present Condition (1846). Enkele passages uit dit boeke komen sterk overeen met passages in Moby-Dick. De vierde bron is Henry T. Cheever, The Whale and His Captors uit 1850. Hoewel van veel minder belang dan de eerste drie bronnen, hielp de levendige en dramatische schildering van de walvisvaart Melville op minstens twee plaatsen van zijn eigen werk.[6] Anders dan deze vier handelt de vijfde bron niet over de potvis maar over de Groenlandse walvis: William Scoresby, Jr., An Account of the Arctic Regions with a History and Description of the Northern Whale Fishery uit 1820. Scoresby is een studie van twee boekdelen en werd meteen na publicatie het standaard naslagwerk over de walvisvaart. Melville plunderde het boek, enkele malen in de vorm van satire of parodie, een teken dat zijn oprechte bewondering voor Scoresby niet zonder reserve was. Vincent suggereert dat wellicht het gebrek aan humor van Scoresby was, of de dichtheid aan droge en soms irrelevante gegevens die zijn spotlust opwekten. Maar de meest waarschijnlijke reden is dat Scoresby's Groenlandse walvis de grootste rivaal van de potvis was in de belangstelling van het publiek, zodat Melville zich vanwege zijn campagne om de potvis te verheerlijken verplicht voelde om alles wat betrekking had op Balaena mysticetus uit te lachen. Scoresby, schreef Melville in een drukproef, 'wist niets en zegt niets over de grote potvis, waarmee vergeleken de Groenlandse walvis bijna geen vermelding waard is.'[7] ... De roman vertoont thematische verwantschap met de klassieke en moderne literatuur zoals Oedipus en Dante Alighieri's Divina Commedia en tevens met de Bijbelboeken Jona (over de man die door een walvis werd opgeslokt) en Job (over de man die vragen stelde naar het wezen van de Schepper en de schepping en over de man die als enige een ramp overleefde en kon vertellen wat er gebeurd was). Belangrijk is ook de naamgeving van de hoofdpersoon Achab als verwijzing naar de oudtestamentische koning Achab die zich verzette tegen God. De verteller Ishmael is genoemd naar de zoon van Abraham en de slavin Hagar: zijn naam betekent veelzeggend "God luistert". ... Kort voordat het boek verscheen stond het onderwerp ervan in de belangstelling, doordat een walvis het schip Ann Alexander tot zinken had gebracht. Over dit incident handelt een groot deel van de eerste aflevering van de recensie die in twee delen in de Literary World verscheen, op 15 en 22 november, het tijdschrift dat in 1850 Melvilles essay Hawthorne and His Mosses had gepubliceerd. De anonieme recensie wordt toegeschreven aan Evert Duyckinck, een bekende van Melville. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Moby-Dick_(boek))
Nu is dit geen boekenblog, maar een bierblog. Laat Kompaan nou toevallig een witte IPA hebben uitgebracht met als naam: Moby Dick.
Brouwerij Kompaan is een jonge Haagse bierbrouwerij die sinds 2011 bestaat. De brouwerij is opgericht door de vrienden Jasper Langbroek en Jeroen Ditmarsch. In de beginjaren werd er brouwcapaciteit bij andere brouwerijen ingekocht, maar sinds 2015 beschikt Kompaan over een eigen brouwlocatie in Den Haag. Hier worden bieren met namen als ‘Kameraad’, ‘Vrijbuiter’, ‘Handlanger’ en ‘Bloedbroeder’ gebrouwen. Vooral de Bloedbroeder is een bekend bier van Kompaan, omdat deze imperial stout waaraan een beetje port is toegevoegd, in 2017 de prijs voor het beste bier van Nederland in de wacht sleepte. (https://www.burgbieren.nl/kompaan-bier/)
Bier soort White IPA Bitterhop / Aromahop Rakau, Southern Cross EBC 9.3 IBU 57.5 Herkomst Nederland Inhoud 440 ml Verpakking Blik / Can Alcohol Percentage 6.4% (https://www.sterk.amsterdam/kompaan-moby-dick.html)
BATTLE ROYALE MOBY DICK REVISITED Battle Royale Loaded with citrus and pine, the uniquely American “C”hops varieties are the driving force behind this Moby Dick inspired battle, enforced by Amarillo and Ekuanot to give it a tropical, lemon and piney punch. 6.4 57.8 9.3 HOPS AMARILLO CASCADE CHINOOK COLUMBUS EKUANOT MALTS BARLEY CORN WHEAT (https://kompaanbier.nl/beers/battle-royale-moby-dick-revisited/)
Het bier is troebel lightgeel met wit schuim. Het smaakt tropisch. Is het geen NEIPA? Het ruikt lekker fris en smaakt niet echt bitter. Het doet denken aan zo'n fruitig NEIPA. Wat vinden anderen ervan?
Kompaan Battle Royale Series Moby Dick Revisited is een White IPA. Het bier heeft een alcoholpercentage van 6,4%. ... Smaak zoetmoutig, fris prikkelend/iets scherp, fruitig, iets steenfruit, ananas, citrus-tropisch. iets bloemig-grassig-lekker hoppig met iets een bittertje in de afdronk. iets wrang in de nasmaak. (https://www.bierista.nl/kompaan-battle-royale-series-moby-dick-revisited)
Moby Dick Revisited is een nieuwe editie in de Battle Royale Series van Kompaan. Deze White IPA is gebrouwen met Amerikaanse C' hops, Amarillo en Ekuanot voor een heerlijke tropische smaak. Ook proef je Citrustonen en iets dennen-achtig. Een heerlijk zacht en verfrissend bier! (https://www.acedrinks.nl/producten/kompaan-battle-royal-series-moby-dick-revisited-16235)
Moby Dick Revisited (6,4%) – Een White IPA – Gek genoeg heeft die naam niks te maken met de kleur, maar met de verbastering van “wheat” naar het Nederlands, en weer terug naar Engels. Gebrouwen met ruim 30% tarwe maakt deze bad boy goed doordrinkbaar. De klassieke hopsoorten geven het bier tonen van citrus en dennennaalden. (http://decraftclub.nl/taplijst/)
Euh, wacht even.... 'AMARILLO CASCADE CHINOOK COLUMBUS EKUANOT' , ja Amarillo, Cascade, Chinook en Columbus zijn klassiekers. En Ekuanot?
The Ekuanot hop was developed by the Hop Breeding Company and first released in 2014 as HBC 366... Ekuanot is an aroma hop that is typically used in only late boil additions, including dry hopping. Ekuanot has fruity aromatics such as lemon, lime, pithy orange, tropical fruit, berry, papaya, and sometimes apple. Along with these there may be more herbal notes, such as sage and eucalyptus. (https://beermaverick.com/hop/ekuanot/)
Ekuanot™ (formerly HBC 366) was commercially released in 2014 as “Equinox” by the Hops Breeding Company in Yakima-- and subsequently renamed due to trademark issues. (https://www.barthhaas.com/en/hop-varieties/ekuanot)
Ekuanot® (formerly HBC 366) was commercially released in 2014 as “Equinox” by the Hops Breeding Company in Yakima, and subsequently renamed due to trademark issues. It has intense and unique fruity and citrus notes including melon, berry, citruslime, apple and papaya. Ekuanot® also contains some spicy, green pepper note. This hop brand has high alpha acids content and high essential oil and is known for its vibrant yellow color during its early growth in the spring. Note Formerly HBC 366 and Equinox Aroma/Flavor: Green pepper, papaya, lime, apple blossom Alpha Acids* 14.5 - 15.5 % Beta Acids 4.5 - 5.5 % Cohumulone 32 - 38 % of alpha acids Total Oil 2.5 - 4.5 ml/100g Myrcene 30 - 45 % of total oil Humulene 12 - 20 % of total oil Caryophyllene 8 - 12 % of total oil Farnesene < 1 % of total oil EKUANOT® HOP SUBSTITUTIONS Ekuanot is high in citrus, fruit, and herbs making it a great hop for aroma. El Dorado, Mosaic, and Talus all carry these same flavor keys. Try any of these three hops in your next brew to substitute Ekuanot. (https://yakimavalleyhops.com/products/ekuanot-hop-pellets)
Ekuanot is dus zeker geen klassieker.
Amarillo, Cascade, Chinook en Columbus?
Amarillo
The Amarillo hop was accidentally discovered by Virgil Gamache Farms in 1990 when they found it growing alongside their Liberty hop field. They began cultivating it in 1991, then patented it as a new variety in 2003. It was originally patented under the identifier of VGXP01. It was released to the public shortly after receiving the patent. Amarillo is sometimes referred to as Amarillo Gold. Amarillo is an aroma hop that is typically used in only late boil additions, including dry hopping. Amarillo hops impart a distinct flowery, spicy, tropical, citrus-like flavor and aroma in beer. The citrus has qualities of orange and lemon, like Cascade, but much stronger. Other aroma descriptors include grapefruit, melon, apricot and peach. Amarillo hops offer solid bittering properties in the 9-11% Alpha Acid range. It also packs one of the highest myrcene oil contents (60-70% of total oils) of any hop. This extremely high Myrcene content gives it a very sweet citrus flavor and aroma that is closer to oranges than grapefruit. (https://beermaverick.com/hop/amarillo/)
AMARILLO® VGXP01 c.v. is one of those legendary varieties and is now in the top 10 most widely used hops. It was developed by Virgil Gamache Farms in the Yakima Valley and was originally named VGXP01 cv. Amarillo® offers solid bittering properties in the 9-11% Alpha Acid range and it packs one of the highest myrcene oil contents (60-70% of total oils) of any hop. This gives it a very sweet citrus flavor and aroma that is closer to oranges than grapefruit. The citrus character is backed by some light floral notes as well as melon and peaches. AMARILLO® VGXP01 c.v. tends to have lower yields, but is extremely resistant to downy and powdery mildew. (https://yakimavalleyhops.com/products/amarillo-hop-pellets)
Cascade
Cascade is the hop that started a revolution. Developed by the USDA at Oregon State University for release in 1972, Cascade boasts a myrcene content of 45-60% of its total oil composition—this is the pungent aroma compound in thyme, marijuana, and yes—hops. Though you may not have known what it was called, you've definitely tasted it. (https://www.seriouseats.com/how-to-indentify-hops-in-beer-centennial-columbus-cascade-tastes-like)
Chinook
The Chinook hop is a cross between a Petham Golding and a USDA-selected male with high alpha-acids and good storage properties.... Chinook is a dual-purpose hop that can be used in all hop additions throughout the brewing process. Chinook can be slightly spicy and have a smoky earthiness quality. It has an impressive pine and resin character, with distinct spice and grapefruit. Use sparingly in the boil as it can add a harsh bitterness if overused. (https://beermaverick.com/hop/chinook/)
Chinook hops are suitable for any stage of the boil. They’re not only a natural for American-style Pale Ales and IPAs, but they also find their way into seasonal ales, barley wine and some porters and stouts. The variety is a cross between Petham Golding and a USDA male and features a pine-like, spicy bouquet with robust flavors of grapefruit. (https://www.hopslist.com/hops/dual-purpose-hops/chinook/)
Chinook hops are a product of the USDA breeding program in Washington State. It was originally bred as a bittering hop back in 1985, but has recently been recognized as a dual-purpose hop that is well rounded and suited for many different styles. It has predominately spicy and piney characteristics that transfer through into the flavor and aroma. Chinook also contributes bright grapefruit notes that accentuate its clean bitterness. Chinook hops are noted for their higher Geraniol content, which is biotransformed by yeast into Citronellol a highly-sought-after aroma compound in fruit-forward IPAs. Aroma: Fruity, Piney, Spicy, and similar to cascade. Alpha Acid: 12.5 to 14.0% Typical Usage: Dual purpose. (https://yakimavalleyhops.com/products/chinook-hop-pellets)
Colombus
Columbus, thankfully, is more distinctive. Also known as Tomahawk, Zeus, or CTZ (Columbus, Tomahawk and Zeus, appropriately), Columbus is treasured for its high oil content, which yields an especially potent aroma. It smells something like earth, herbs, or marijuana, and often takes a supporting role providing depth and complexity to brighter hop bills containing citrusy top notes from Cascade, Centennial, or other hops. Though much of the beer community prefers to avoid using the word "dank" to describe beer, the resinous Columbus is often a driving force behind that description. (https://www.seriouseats.com/how-to-indentify-hops-in-beer-centennial-columbus-cascade-tastes-like)
Columbus has an unknown origin. It is often referred to as CTZ (Columbus / Tomahawk / Zeus) due to Hopunion and YCH attempting to register the same hop with different names. After an agreement was reached between the two names, both names were registered. They are technically the same hop however. It is genetically distinct from Zeus hops, but has a very similar profile. The exact lineage of Columbus is unknown, however it is widely assumed that Brewer’s Gold and several undisclosed American varieties played significant parenting roles. It was developed in the 1980s by Charles Zimmerman who had worked for the U.S. Department of Agriculture until 1979 and who subsequently held positions with various private hop-processing and trading companies. (https://beermaverick.com/hop/columbus/)
Columbus, or CTZ (Columbus, Tomahawk, and Zeus), is a high alpha varietal with a neutral bitterness and intense aroma. A true dual-purpose hop that works very well for bittering, but shines just as easily as a late addition. CTZ hops have an earthy, spicy character that is great for bittering. But when used as an aroma addition, you'll find more floral and citrus notes come out that can be very pungent. Columbus is a perfect choice for IPAs, Pales, Imperial Ales, Hazys, Stouts, and Lagers. (https://www.morebeer.com/products/columbus-hops-pellets.html)
Although genetically different, Zeus, Columbus and Tomahawk are often referred to as part of CTZ. CTZ however is not a specific hop, but instead a name given to a trio of similar hops. The exact lineage of CTZ is unknown, however it is widely assumed that Brewer’s Gold and several undisclosed American varieties played significant parenting roles. It was developed in the 1980s by Charles Zimmerman who had worked for the U.S. Department of Agriculture until 1979 and who subsequently held positions with various private hop-processing and trading companies. (https://beermaverick.com/hop/ctz/)
Okee, die C hops in het bier zijn legendes, net zoals de roman Moby Dick.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten