Translate

Zoeken in deze blog

dinsdag 4 juni 2019

Gilze (dorp in de gemeente Gilze en Rijen)

Gilze, Gilze, koeien in de wei!


Gilze is een dorp in de gemeente Gilze en Rijen ten zuidwesten van Tilburg, in de provincie Noord-Brabant. Op 4 augustus 2017 had het dorp 7.880 inwoners (CBS)[2]. Gilze is een van de oudste plaatsen in het land van Breda. Ten westen, zuiden en oosten van Gilze liggen uitgestrekte landbouwgebieden, vooral aan de zuidzijde begrensd door boscomplexen; Prinsenbos, Annabos en de Ulvenhoutse Bossen. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Gilze)

Toponymie
De precieze oorsprong van de naam Gilze is onzeker. Een mogelijke verklaring is de combinatie van gil (scheur; vergelijk geul) en isa (stromend water); een andere verklaring is gislo, een samentrekking van gisil (twijg) en lo (bos). (https://nl.wikipedia.org/wiki/Gilze)


Gilze is ontstaan uit het domeinakkerdorp, dat ‘Villa Gillesa cum appendiciis’ werd genoemd. Hilsondis, gravin van Strijen, zou het domein in 992 aan de abdij van Thorn hebben geschonken, waarvan ze zelf de stichteres was. In de schenkingsakte duikt de naam Gilze voor het eerst op. Huidige historici beschouwen de akte echter als vals. Toch moet de schenking in ieder geval voor het begin van de 12e eeuw gedaan zijn. Daarmee is Gilze één van de oudste plaatsen in het land van Breda.
De abdis van Thorn regelde het bestuur en de rechtspraak in deze streken, nog voordat de Baronie van Breda zich had gevormd. De door haar opgerichte rechtbank ‘Den Ouden hof van Gilze’ bleef bestaan tot aan de secularisatie van de abdij in 1795. Later kwam Gilze in het bezit van de Heer of Baron van Breda. Maar de abdis behield tot aan de Franse Revolutie belangrijke rechten en bezittingen.
...
Op 23 mei 1584 vielen regeringssoldaten uit Herentals, Vilvoorde en Wouw midden in de nacht het dorp Gilze binnen. Zij roofden het vee en andere goederen en staken de kerk, de hoeven en huizen in brand. Dat wat de dorpelingen nog konden redden, werd kort daarna door ruiters uit Antwerpen en Bergen op Zoom geroofd. Ook vermoordden ze verschillende inwoners. Het dorp verkeerde in een rampzalige toestand. De verzwaarde oorlogslasten maakten de situatie nog erger. Inwoners moesten verplicht hooi en haver aan de troepen leveren en wagendiensten verlenen voor het vervoer van levensmiddelen en munitie naar het Spaanse legerkamp bij Antwerpen. Veel inwoners verlieten hun dorp. Doopboeken in Breda laten zien, dat kinderen uit Gilze in 1585 in Breda werden gedoopt. Herhaaldelijk kreeg het dorp inkwartiering van troepen. En ook dat was steeds een zware last voor de bevolking. Toen Spinola in 1624 Breda belegerde, streken soldaten neer in een kamp in Gilze. In 2000 werden er in de buurtschap Verhoven uit die periode enkele skeletten van soldaten van het Spaanse leger opgegraven.
Ook toen er een eind kwam aan de Tachtigjarige Oorlog betekende dat nog geen verlichting voor Gilze en Rijen. Plaatsen in de Generaliteitslanden kregen zware belastingen opgelegd en de oude stedelijke voorrechten bleven gehandhaafd. In 1762 trof Gilze nog een ramp. Een brandstichter stak de nieuw gebouwde schuurkerk in brand. Overslaande vlammen legden in het dorp veel huizen in de as. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Gilze)

De aanleiding om in 1910 in de gemeente Gilze-Rijen een vliegveld te realiseren, was een gevolg van een evenement een jaar daarvoor. Op 27 juni 1909 vloog in Etten-Leur het eerste vliegtuig in Nederland. Door de stuwende kracht van de Hr. Heerma van Voss en veel geld, vloog de Franse graaf De Lambert met zijn Wright Koolhoven Fk.51 (Dhr. W. v.d. Hout)daar een rondje van drie minuten. De Hr. Heerma van Voss en andere zakenlieden uit Brabant richtten in 1910 de “Eerste Nederlandse Vlieg Vereniging” op. Ze kochten een stuk heidegrond tussen de dorpen Gilze en Rijen en bouwden een vliegveld met een hangaar voor reparatie. In augustus 1910 werd de eerste vliegdemonstratie gehouden op de Molenheide. In 1911 werd de Molenheide een etappe plaats van een grote Europese rondvlucht. Er waren 68 vliegtuigen aangemeld maar slechts 12 vliegtuigen kwamen op de Molenheide aan. Veel piloten haalden op de Molenheide hun brevet. Militaire vliegers van Soesterberg namen de Molenheide in gebruik als hulpvliegveld. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de Molenheide intensief gebruikt voor grensbewaking met België. Ieder jaar werden er ook rondvluchten georganiseerd, maar verder was het rustig op de Molenheide. In de dertiger jaren werd ten oosten van de Molenheide een begin gemaakt met de aanleg van nog een vliegveld, Nerhoven. Nerhoven is als vliegveld nooit als zodanig in gebruik geweest. (https://www.gras-spotters.nl/vliegbasis-gilze-rijen/historie)


De Tweede Wereldoorlog had een grote invloed op de gemeente Gilze-Rijen, zowel letterlijk als figuurlijk. De Duitsers bouwden de Molenheide en Nerhoven uit tot één vliegveld met alles erop en eraan. Honderden hectaren grond en huizen werden gevorderd voor de bouw van “Fliegerhorst Gilze-Rijen”. Startbanen, opstelplaatsen en vele gebouwen werden uit de grond gestampt. In september 1940 stegen de eerste Duitse vliegtuigen op vanaf Gilze-Rijen met als bestemming Engeland. Dat ging zo door tot oktober 1944, ook met rustige periodes, maar altijd hebben er tientallen Duitse vliegtuigen vanaf het vliegveld gevlogen. Maar een vliegveld in oorlogstijd had ook een keerzijde. Verschillende keren werd het vliegveld door de geallieerden gebombardeerd. Vaak werd alleen het doel geraakt en werd er veel schade op het vliegveld aangericht. Maar een paar keer vielen de bommen buiten het vliegveld, met als gevolg veel schade bij de burgerbevolking en menselijk leed. Tientallen onschuldige burgers werden gewond en velen vonden de dood in dit inferno als gevolg van de bommen. Voor veel inwoners van de dorpen een reden om te vluchten naar een rustiger oord. Maar in oktober 1944 kwamen de geallieerden vanuit Alphen aan en bevrijdden de gemeente Gilze-Rijen van de Duitsers. (https://www.gras-spotters.nl/vliegbasis-gilze-rijen/historie)

(http://www.casaspider.com/live/data/pics2010/
Vliegveld_Gilze_Rijen_100_Jaar_20100331_800_01.jpg)

De gemeente kreeg het heel zwaar te verduren tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Duitsers voegden de reeds bestaande vliegvelden Molenheide en Nerhoven samen tot Fliegerhorst Gilze-Rijen, de latere Vliegbasis Gilze-Rijen. Ze breidden dit vliegveld uit tot één der grootste vliegvelden van het continent, met als gevolg heel veel beschietingen en bombardementen. Vooral Gilze en Hulten hadden vaak zwaar te lijden onder luchtaanvallen, omdat de Duitsers militaire opslagplaatsen en hangars dicht bij hun bebouwde kommen hadden neergezet.
Na Dolle Dinsdag (5 september 1944) ging de bezetter zich nog eens te buiten aan zinloze vernielingen. Ze bliezen het raadhuis, molens en de watertoren in Gilze op. Op Bevrijdingsdag volgde ook nog de kerk, kort voordat de Poolse troepen onder leiding van General Stanisław Maczek het dorp binnentrokken. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Gilze)



Vliegbasis Gilze-Rijen is een militair vliegveld dat gebruikt wordt door de Koninklijke Luchtmacht. Het vliegveld is gelegen tussen de dorpen Gilze en Rijen in de gemeente Gilze en Rijen, ten noorden van de snelweg A58 tussen Breda en Tilburg. Het vliegveld is een belangrijke werkgever in de regio, er zijn circa 1500 mensen (militair en burger) werkzaam. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Vliegbasis_Gilze-Rijen)

De vliegbasis is gelegen op de voormalige Molenschotse Heide. Hier stond vanouds een standerdmolen die echter in 1888 afbrandde. Er liep een oude weg van noord naar zuid over deze heide. Het militaire gebruik ervan begon in 1831 toen Koning Willem I de heide gebruikte als verzamelplaats voor zijn troepen ter voorbereiding op de Tiendaagse Veldtocht. Van toen af aan heette het gebied: Kamp te Rijen en het werd incidenteel voor militaire oefeningen gebruikt.
Ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van suikerfabriek Van Breda, Dolk en Van Voss te Etten-Leur wilde de directeur ervan, Heerma van Voss, iets speciaals organiseren en wel ene vliegmachine-opstijging, in die tijd iets heel bijzonders en een primeur voor Nederland. Men liet de Fransman Graaf De Lambert overkomen met zijn Wright Flyer, om op zondag 27 juni 1909 op te stijgen van de Klappenbergse Heide, en tegen de avond lukte dat op deze winderige dag. Dit evenement inspireerde tot de oprichting der Eerste Nederlandsche Vliegvereeniging en in 1910 kon vliegveld Molenheide met de bijbehorende vliegschool beginnen.[1] Gilze-Rijen was hiermee het eerste vliegveld van Nederland. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Vliegbasis_Gilze-Rijen)

Honderd jaar is best een lange tijd, niet veel mensen worden honderd. Op 11 maart 2010 heeft vliegveld Gilze-Rijen deze gedenkwaardige leeftijd bereikt, als eerste vliegveld van heel Nederland. Gilze-Rijen is niet zomaar een gemeente, dat is nu wel duidelijk.
Hoe is het allemaal begonnen? In 1909 vloog het eerste vliegtuig in Nederland, de vlucht ging over het plaatsje Leur met een Wright Flyer. Zakenlieden uit Breda en de Langstraat namen hierna het initiatief tot oprichting van de Eerste Nederlandsche Vliegvereeniging, afgekort ENV. Op 11 maart 1910 werd de oprichting bij Koninklijk Besluit goedgekeurd en was vliegveld Molenheide een feit.
In 1914 namen militairen van de Luchtvaartafdeling, voorloper van de Koninklijke Luchtmacht, het vliegterrein over en in 1933 legt men vliegveld Nerhoven aan, iets verder naar het oosten. In de jaren '70 en '80 vliegen er voornamelijk NF5's en in de jaren '90 ook de F16.
Sinds de tweede helft van de negentiger jaren is Gilze-Rijen de hoofdzetel van het Defensie Helikopter Commando, afgekort DMC. Hier staan de Apache AH64D's, de Chinook CH47D's en de Cougar AS532U2's. Als ze staan hoor je ze nauwelijks, in de lucht is dat een ander verhaal. Er komen heel wat klachten binnen over geluidsoverlast, ik heb daar eerlijk gezegd nooit last van. (http://www.casaspider.com/live/2010/03/gilze_rijen_luchtmachtbasis_vliegveld_honderd_jaar_1910_2010_molenheide_nerhoven.html)

Het vliegveld was aanvankelijk vooral bedoeld voor civiel gebruik maar ook de militaire luchtvaart, vanaf 1913 in Nederland aanwezig, maakte er gebruik van, hoewel Vliegbasis Soesterberg het belangrijkste militaire vliegveld was. Sinds de Eerste Wereldoorlog kwam er meer militair gebruik, en de burgerluchtvaart richtte eind jaren 30 van de 20e eeuw het Vliegveld Nerhoven in, dat iets verder naar het oosten lag. Tijdens de mobilisatie in 1939 moest ook dit aan de militairen worden afgestaan, en deze maakten het onklaar om te verhinderen dat de Duitsers er zouden landen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de vliegbasis door de Duitsers omgebouwd tot een van de grootste van Europa. De regio rond de vliegbasis heeft ook veel te verduren gehad van bombardementen van de geallieerden. In de nabijheid van Gilze-Rijen zijn als gevolg hiervan begin 21e eeuw nog veel kraters zichtbaar. De plaatselijke bevolking werd gedwongen om deze kraters te dichten, wat levensgevaarlijk was gezien mogelijke blindgangers en nieuwe bombardementen.
De bezetter richtte ook nog een schijnvliegveld in, wat De Kiek heette maar wat de Duitsers met Kamerun aanduidden. Het lag tussen Alphen en Riel. Hiervan is nog een bunker aanwezig. Het terrein staat beter bekend als het Riels Hoefke, dat onder beheer staat van het Brabants Landschap.
...
Eén van de merkwaardigste overblijfselen uit de Tweede Wereldoorlog is de Flugzeug Kompass Kompensier Scheibe, een grote draaischijf die in een bassin is gelegen en waarop vliegtuigen werden geplaatst om het kompas te ijken. De kompas-compenseerschijf is door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangewezen als beschermd monument[2]. De installatie, die in vrij slechte staat verkeert, is niet uniek in zijn soort. Ook de Vliegbasis Deelen bezit nog een intact Duits exemplaar. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Vliegbasis_Gilze-Rijen)

In 1946 werd de basis een opleidingsbasis van het toenmalige Commando Luchtvaart Opleidingen (CLO) en werden er vliegers en verkeersleiders opgeleid. In 1962 verdween de vliegopleiding en bleef de basis als reserveveld voor het Commando Tactische Luchtstrijdkrachten (CTL) in gebruik. Ook werd er een logistiek onderdeel gevestigd; het Depot Vliegtuig Materieel (DVM).
Een jaar later werden ook de Elementaire Vlieger Opleiding (EVO) en de opleiding voor lichte vliegtuigen (LVO) op de basis ondergebracht.
In 1972 verdwenen alle vliegopleidingen weer en werd een van de twee squadrons die met de Northrop NF-5 vanaf Eindhoven opereerden (316 Sqn) op Gilze Rijen geplaatst. De basis kreeg in die periode een nieuwe baan, verkeerstoren en betonnen vliegtuigshelters. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Vliegbasis_Gilze-Rijen)

In de zestiger en zeventiger jaren draait de koude oorlog nog op volle toeren en het Russische overwicht op het gebied van conventionele strijdkrachten - troepen, tanks, pantserwagens en vliegtuigen - is enorm. Dit baart de NAVO en vooral de VS ernstige zorgen en er worden dan ook plannen gemaakt om de inadequaat geachte Europese defensie ten tijde van een crisis snel te kunnen versterken. Het idee is dat eenheden van de Amerikaanse Luchtmacht snel de Atlantische Oceaan over moeten steken om binnen korte tijd vanaf vooruitgeschoven bases in West-Europa operationeel te kunnen zijn. In 1968 begon de USAF al met de Coronet oefeningen en in 1969 kwamen daar de Crested Cap deployments bij die in het kader van REFORGER (REdloyment FORces to GERmany) op USAF bases in West-Duitsland plaats vonden. Men wil dit echter sterk uit gaan breiden en daaraan zijn twee voorwaarden verbonden: Er moeten geschikte bases zijn met voldoende faciliteiten en er moet uiteraard geoefend kunnen worden. Gilze-Rijen wordt aangewezen als zo'n Collocated Operating Base (COB) en er worden, in een willekeurig patroon, 17 grote versterkte betonnen shelters gebouwd aan de zuidzijde van de hoofdbaan. In augustus 1977 is de bouw van deze onderkomens voltooid en het oefenen kan beginnen. ... Op 6 september 1977 begon het eerste USAF deployment op de vliegbasis Gilze-Rijen met de aankomst van achttien A-7D Corsairs van de Air National Guard. De toestellen waren afkomstig van 140 TFW uit Colorado en 150 TFG uit New Mexico. De commandant van de Amerikanen brigadegeneraal John L. France, in het dagelijkse leven advocaat, werd na een non-stop vlucht van bijna acht uur verwelkomd door de CoCTL generaal D. Boks en basiscommandant kolonel B. van der Spek. ... Het volgende deployment stond aanvankelijk gepland voor 1980 maar werd twee jaar uitgesteld. Wellicht waren de perikelen rondom de invoering van de F-15, in het bijzonder de "engine-stall" problematiek, hier debet aan. Op 17 mei 1982 kwamen dan toch twaalf F-15A's van de 1st Tactical Fighter Wing te Langley aan op de Brabantse basis. De eerste spotters en andere belangstellenden waren 's morgens al rond acht uur aanwezig maar het geduld werd danig op de proef gesteld want pas om half acht 's avonds kwam de eerste wave van zes binnen, na een half uurtje gevolgd door de rest. Alle toestellen waren van 27 TFS en het squadron stond onder commando van Vietnamveteraan kolonel Jim Hardenbrook.
De taak van het 27ste was dit keer anders dan die van hun voorgangers, de Corsairs. De bedoeling was dat de Eagles fungeerden als cover voor de NF-5's van 316 wanneer deze op weg waren naar het operationele gebied, de Noordduitse laagvlakte, om het eerste legerkorps te ondersteunen aan het front. (https://www.gras-spotters.nl/vliegbasis-gilze-rijen/historie-deployments)

In 1983 werden de Vliegbasis Eindhoven en Vliegbasis Gilze-Rijen op papier samengevoegd i.v.m. bezuinigingen. In 1988 werd 314 Sqn gestationeerd op Gilze-Rijen en kwam 316 Sqn van Gilze-Rijen naar Eindhoven. Beide squadrons gingen van de NF-5 over op de F-16.
Wegens verdere bezuinigingen in het begin van de jaren 90 werd de basis opnieuw gereorganiseerd. LOKS (inmiddels LUOS) en DVM verhuisden naar de Vliegbasis Woensdrecht waar alle opleidingen en de logistiek werden geconcentreerd.
In 1995 werd de samenvoeging van Gilze Rijen en Eindhoven ongedaan gemaakt en werd 314 Sqn opgeheven. Daarna werd de Tactische Helikopter Groep Koninklijke Luchtmacht (THGKLu) op de basis geplaatst. ... Vliegbasis Gilze-Rijen is de thuisbasis van het Defensie Helikopter Commando (DHC). Op 4 juli 2008 werd het DHC met een ceremonie op Vliegbasis Gilze-Rijen opgericht en werd Commodore ten Haaf als Commandant DHC door de Commandant Luchtstrijdkrachten, Luitenant-generaal Jansen, geïnstalleerd. Hierbij kreeg Commodore ten Haaf de nieuwe vlag van het DHC uitgereikt. ... Het DHC omvat alle toestellen van de voormalige Tactische Helikopter Groep van de luchtmacht en de voormalige Groep Maritieme Helikopters van de marine en is onder verantwoordelijkheid van de Commandant der Strijdkrachten ondergebracht in het Commando Luchtstrijdkrachten.
Het DHC bestaat uit alle eenheden van de voormalige vliegbasis Soesterberg, Maritiem Vliegkamp De Kooy, Militair Luchtvaartterrein Deelen, 303 SAR Squadron vliegbasis Leeuwarden en Vliegbasis Gilze-Rijen. ... Begin 2009 vond vanwege de lopende bezuiniging en reorganisatie wederom een verhuizing plaats. Alle vliegende eenheden van de Vliegbasis Soesterberg werden overgeplaatst en geïntegreerd in de Vliegbasis Gilze-Rijen; de overige eenheden werden opgeheven.(https://nl.wikipedia.org/wiki/Vliegbasis_Gilze-Rijen)

Op 27 mei 1986 was het dan eindelijk weer zover; twaalf F-15A's streken tussen half acht en half negen 's avonds neer op het Gilzer beton voor Coronet Mescalero. Opnieuw Eagles dus - we zouden ze nog vaker zien in de daarop volgende jaren - dit keer afkomstig van de 49th TFW gebaseerd te Holloman in New Mexico. Alle toestellen waren van het 7th TFS en stonden onder commando van luitenant-kolonel Mike Guth.... Eén jaar na Mescalero, stond de volgende Amerikaanse verplaatsing naar Gilze-Rijen alweer op het programma in de vorm van Coronet Scout. Bij de aankomst van de F-15's voor dit deployment werd van de spotters wederom wat geduld gevraagd. Die aankomst stond namelijk gepland op 27 mei maar omdat er op het laatste moment onvoldoende tankers beschikbaar waren om het squadron te begeleiden werd de oversteek twee dagen uitgesteld. Het gevolg hiervan was dat op woensdag 27 mei honderden spotters en andere belangstellenden een vruchteloze dag doorbrachten in de bermen van de Langenbergseweg. Toen het twee dagen later eindelijk zover was trad er nog eens een vertraging van enkele uren op vanwege slecht weer in de Verenigde Staten maar uiteindelijk op vrijdagmiddag om half vijf zette de squadroncommandant luitenant-kolonel Jerry Coy dan toch als eerste zijn toestel neer op baan 28. Leuk detail: Op de binnenkant van de fors bemeten remklep van Coy's arend stond de tekst "Big Daddy Sheep"! Dit had ongetwijfeld te maken met het feit dat het 8ste in de tweede wereldoorlog al bij de 49th Fighter Group vloog en als bijnaam "Black Sheep" had....  Het programma bestond niet meer alleen uit het escorteren van de jagerbommenwerpers naar en van het front maar uit een meer omvattende air defense taak. Luitenant-kolonel Coy formuleerde het op een typisch Amerikaanse maar wel zeer treffende wijze: "Our objective is to sterilize the sky!"... In 1990 werd opnieuw een deel van de 49th TFW tijdelijk overgeplaatst naar Gilze-Rijen en dit keer ging het maar liefst om een dubbel deployment. Het 7th TFS kwam op 12 juni aan voor Coronet Bullet en twee dagen later bracht het 8th TFS haar Eagles over voor Coronet Shooter. De aankomst op 12 juni verliep overigens niet helemaal vlekkeloos. Eén van de F-15's had tijdens de overtocht hydraulische problemen gekregen wat bij de landing op Gilze resulteerde in een klapband waardoor het toestel gedeeltelijk naast de baan tot stilstand kwam. Als gevolg hiervan moesten de vier Eagles die op dat moment nog op approach zaten uitwijken naar Soesterberg en konden zich pas een dag later bij de rest van het squadron voegen. Gelukkig was de baan van Gilze-Rijen dit keer volledig operationeel en waren er in de periode van deze deployments maar liefst veertien verschillende Starlifters te zien....  Op 8 juni 1993 heerste er een totale chaos op de Langenbergseweg. Naar schatting 10.000 mensen hadden bezit genomen van dit eenvoudige provinciale verbindingsweggetje tussen twee dorpjes. Aanvankelijk trachtte de politie het verkeer nog in enigszins acceptabele banen te leiden maar deze even dappere als vruchteloze pogingen werden al snel opgegeven en de weg werd afgesloten voor alle verkeer om pas laat in de avond weer vrijgegeven te kunnen worden. De reden voor deze overweldigende belangstelling was elke luchtvaartliefhebber duidelijk: De 49th TFW kwam weer naar Gilze-Rijen, alleen was de wing inmiddels omgedoopt tot 49 FW en de F-15's hadden plaats moeten maken voor de sinistere en dreigende F-117's die tot voor kort nog ultra geheim waren en die slechts één keer eerder buiten de VS - in Korea - op oefening waren geweest. Het wachten en rondhangen van de nog nooit eerder vertoonde menigte werd tegen acht uur 's avonds beloond toen de eerste groep van vier vleermuizen zichtbaar werd aan de hemel ten westen van het veld. In totaal landden er die gedenkwaardige avond acht toestellen van het 415th FS onder commando van overste J. Philips om voor een maand vanaf Gilze te opereren in het kader van de oefening Coronet Havoc.
De doelstelling van Coronet Havoc was niet alleen om de Wing te laten oefenen in het verplaatsen naar en opereren vanuit een onbekend gebied maar ook om de NAVO planners van luchtoperaties te leren hoe ze de F-117 op konden nemen in het totaal van Combined Air Operations. Uiteraard opereren de Black Jets vrijwel uitsluitend bij nacht en dat hield in dat de start van de missies meestal pas 's avonds na zes uur viel en de laatste toestellen pas rond middernacht weer aan de grond gezet werden.
Ook de KLu Open Dag van dit jaar op Eindhoven profiteerde van dit deployment want zowel op de static als in het vliegprogramma  was een exemplaar van de F-117 te bewonderen. Op 7 juli vertrokken de "Stealths" in alle vroegte weer vanaf Gilze-Rijen. Niet naar huis maar voor een verplaatsing naar Saoedie Arabië, die ongetwijfeld te maken had met de situatie in Irak maar waar de Amerikanen zelf verder niets over kwijt wilden. (https://www.gras-spotters.nl/vliegbasis-gilze-rijen/historie-deployments)

Op de vliegbasis Gilze-Rijen zijn een aantal wrecks & relics verzameld. Onder wrecks & relics verstaan we vliegtuigen en helikopters die niet meer operationeel in dienst zijn. Er zijn enkele categorieen te bedenken waarin deze toestellen zijn in te delen. De meest bekende zijn wel monumenten en/of poortwachters, oefenobjecten (voor instructie van vliegers, monteurs, technisch specialisten, brandweer e.d.), decoys ("lokvogels") en opgeslagen toestellen in afwachting van (her)indienststelling, verkoop, sloop, tentoonstellen, etc. (https://www.gras-spotters.nl/vliegbasis-gilze-rijen/wrecks-relics)

Tijdens carnaval wordt Gilze omgedoopt tot Dringersgat . Het Dringersgatse carnaval staat vol van de tradities. Zo vindt drie weken voor carnaval het Bont Sauwelspektakel plaats. Het Gils sauwelen is een afgeleide vorm van tonpraten dat in veel Brabantse kernen wordt gedaan voorafgaand carnaval. Tijdens dit 4-daagse evenement dat georganiseerd wordt door de Leuttappers, probeert men (meestal lokale mannen) de titel Oppersauwelaar te verdienen.
In het carnavalsweekend zelf staat het Dringersgat bol van amusement en vertier. Zo was er jaren een boerenbruiloft op de zaterdag middag. Nu is er 's avonds een Carnavalsmis in de Kerk. Op zondag vindt de Grote Optocht (op zijn Gils de Groote Opstoet) plaats. Op maandag is er een Toeterkesoptocht (optocht voor de kleintjes) en dinsdag vindt het wijvesjouwen plaats. Tijdens het wijvesjouwen worden vrouwen (of meestal mannen verkleed als vrouw) in een kruiwagen of andersoortig eenassig voertuig door de straten van Gilze vervoerd, waarbij ze bij elk café een opdracht moeten uitvoeren. Ieder jaar wordt een koppel benoemd tot oppersjouwer. Ook heeft het Dringersgat een eigen carnavalskapel, de Leutefleuters.
Dinsdagavond wordt het carnaval traditioneel afgesloten met de symboolverbranding op het Bisschop De Vetplein.  (https://nl.wikipedia.org/wiki/Gilze)

Bierbrouwerijen lijst
Op basis van je huidige kaartweergave en filters zijn er geen brouwerijen zichtbaar.
Het aantal gesloten brouwerijen in Gilze is 5. (https://www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/noord-brabant/gilze?center=51.5442814,4.941387200000008&zoom=12&filters=brouwerij,brouwerij_huurder)

Brouwerij De Sleutel (Gilze)
Brouwerij
Opgericht: 1660
Gesloten: 1954
Provincie: Noord-Brabant
Etiketten:  Bieretiketten.nl
Vestiging Brouwerij De Sleutel (Gilze)
Bezoekadres:
Raadhuisstraat 435
Gilze (gemeente Gilze en Rijen)
Geschiedenis
Waarschijnlijk was Damis Janszoon Meermans de grondlegger van de brpouwerij aan de Raadhuisstraat in Gilze. Hij komt op de "Lijst van Brouwerijen in Ghilse en de Rijen" uit 1672 voor als enige coopbrouwer in Gilze. In 1698 werd hij opgevolgd door Peeter Princen en in 1736 door Nicolaas van de Corput. De familie van de Corput bleef eigenaar tot Arnoldus Nicolaas in 1766 overleed. Zijn weduwe Elisabeth hertrouwde met Jan Baptist Brouwers. De brouwerij is sindsdien altijd in het bezit van de familie Brouwers gebleven.
De brouwerij was geen op zichzelf staand bedrijf maar was onderdeel van een boerderij/herberg. Rond 1800, toen de graanprijzen hoog waren en de vraag naar bier laag, kon de brouwerij daarom voor enige tijd worden stilgelegd. In 1849 werd voor het eerst melding gemaakt van de Herberge van Adriaan Brouwers in den gekroonde Sleutel. Het is niet bekend hoelang die naam toen al aan de herberg met brouwerij was verbonden. Waarschijnlijk verwijst de naam naar Sint Petrus die met sleutel in het gemeentewapen van Gilze is afgebeeld.
Vanaf 1922 werd de brouwerij, onder leiding van Jos Brouwers, uitgebreid met een bottelarij en een ijsmachine waardoor het mogelijk werd om ondergistend bier te brouwen. In 1932 kreeg de brouwerij vergunning om ook limonade te produceren. Na de Tweede Wereldoorlog was de vraag naar bier gering en de concurrentie groot. In 1954 werd gestopt met brouwen. Als drankenhandel betrok de Sleutel bier van De Drie Hoefijzers. Limonade bleef men nog zelf maken onder het merk Capitano.
(https://www.nederlandsebiercultuur.nl/databank/brouwerij?brouwerij_id=376)

Brouwerij De Sleu[t]el
Gegevens brouwerij
Land Nederland
Provincie Noord Brabant
Actieve brouwerij Nee (65 jaar geleden gestopt)
Opgericht in 1660
Gestopt in1954 (294 jaar actief geweest)
...
Achtergrond informatie
Hoewel er in 1660 nog geen sprake was van Brouwerij De Sleutel was Damis Janszoon Meermans waarschijnlijk de eerste brouwer. In de "Lijst van Brouwerijen in Ghilse en de Rijen" uit 1672 staat Meermans als enige coopbrouwer te boek in kom van Gilze. Destijds werd er onderscheid gemaakt en brouwde een huijsbrouwer voor eigen gebruik en een coopbrouwer leverde ook bier aan andere herbergiers.
Soldaten
Tussen 1671 en 1677 komt de naam van Meermans nog meerdere keren in oude dorpsrekeningen voor van soldaten die het dorp aandeden en moesten worden voorzien van brood en bier en haver voor de paarden. Schepenen (vergelijkbaar met de huidige wethouders) gaven daar opdracht voor en de brouwer of waard mochten de rekening dan bij het gemeentebestuur indienen. Je kon maar beter vriend en vijand tevreden houden moet men gedacht hebben. Zo moest Damis Meermans volgens één van die oude bewaarde rekeningen in 1674 "een halff vatbier, vijff loopen (is een oude maat, met een inhoud van 24,54 liter) ende quartier (51/4) haver, elff pont broot ende vijff kanne bier" leveren. Kosten hiervoor niet bekent.
Brouwer en tavernier
In de lijst van brouwers uit 1698 komt de naam van Meermans niet meer voor. Bij de toen genoemde brouwer, Peeter Princen, werd een ketelinhoud van 5,5 tonnen gemeten, bepalend voor de afdracht aan belasting. Hij had een behoorlijke omzet want in 1714 betaalde hij aan impost (accijns) een bedrag van 39 gulden en 9 stuivers. Peeter Princen was niet alleen coopbrouwer, maar ook tavernier (herbergier) en zo sneed het mes aan twee kanten want het bier uit de eigen brouwerij werd hier uiteraard ook verkocht. Omdat het brouwen niet het ganse jaar mogelijk was bezat Peeter, maar ook Damis, een boerderij. In december 1736 overleed Princen. Zijn vrouw was hem al tien jaar eerder voorgegaan.
Gruit
De volgende eigenaar was Nicolaas van de Corput die de brouwerij vermoedelijk kocht voor zijn kinderen omdat alleen hun op de lijst van bierbrouwers voorkomen. Zelf was hij tavernier. De brouwerij van de kinderen van den Corput komt ook voor in het Resolutieboek uit 1756. Daarin zijn ze één van de acht brouwers die moeten betalen voor het gebruik van gruit, dat bij het brouwen van bier wordt gebruikt om de houdbaarheid van bier te bevorderen. Ook toen de gruit al was vervangen door hop bleef de heffing bestaan.
Jan Baptist Brouwers
In 1765 werd Arnoldus Nicolaas van den Corput, een zoon van, eigenaar van de brouwer. Hij trouwde met Elisabeth Peeter Anssems uit Hulten. Toen Arnoldus al in 1766 overleed bleef zijn weduwe achter met haar zoontje Nicolaas die later priester is geworden en in 1821 als pastoor in Zundert is overleden. Na het overlijden van haar man kwam zwager Ferdinant bij haar inwonen om het werk in de brouwerij voort te zetten terwijl Elisabeth zelf de herberg bleef runnen. In 1769 hertrouwde Elisabeth met weduwnaar Jan Baptist Brouwers en verhuisde naar Goirle waar hij boer is. Ferdinant van den Corput had inmiddels een compagnon gekregen van Willem Hoefmans die samen de brouwerij nog steeds huurde van Elisabeth. In 1774 kwam Jan Baptist Brouwers met vrouw en kinderen naar Gilze. Hier ging hij brouwen in het bedrijf van zijn echtgenote. De eerste jaren werd hij bijgestaan door Fredinant van den Corput die volgens de omslaglijst bieren van 1775 beide voor de helft eigenaar zijn.
De Sleutel
Toen in 1806 het patentrecht (belasting) werd ingevoerd had Jan Baptist Brouwers een patent voor bierbrouwer en herbergier. De toestand van de brouwerijen was in die tijd niet erg rooskleurig. Van bierbrouwerijen allen kon men geen bestaan meer opbouwen, daarom hadden velen daarnaast nog een landbouwbedrijf. J.P. Brouwers overleed in 1819 op 95 jarige leeftijd. Voor die tijd een zeer respectabele leeftijd. Zijn derde zoon Adriaan was hem al eerder opgevolgd als brouwer en was ook niet alleen brouwer, maar ook herbergier en landbouwer. De herberg werd niet alleen gebruikt voor de zondags borrel maar ook voor vergaderingen en bierverkopen. In 1848 duikt voor het eerst als naam De Sleutel op.
Automatisering
Adriaan Brouwers had drie dochters en vier zonen. Johannes (bierbrouwer in Rijen), Petrus Josephus (bierbrouwersknecht), Alouisius Jacobus (herbergier in Raamsdonk) en Adrianus Gomaris (akkerbouwer). Adriaan overleedt in 1866 op 88-jarige leeftijd en Petrus en Adrianus werden eigenaar van de brouwerij. Omdat ze beide vrijgezel waren werd er tijdig naar een opvolger gezocht die gevonden werd in neef Adrianus Henricus uit Raamsdonk. Hij kwam in 1869 naar Gilze om bij zijn ooms te gaan werken. Na zijn huwelijk met Martina Lucia Malles uit Tilburg in 1879 kocht hij het bedrijf van zijn ooms. Hij kreeg in 1910 van de gemeente toestemming om een bierkelder aan te leggen en voor het plaatsen van een benzinemotor. In 1922 werden zijn zoons Adrianus Henricus en Josephus Adrinus beiden eigenaar van huis, schuur, brouwerij en tuin. Om bij de tijd te blijven moest men investeren in het plaatsen van twee elektromotoren. en uitbreiding van de brouwerij en bottelarij. Ook kwam er een zogenaamde zuiggasmotor voor het aandrijven van een ijs- en koelmachine.
Limonade
In 1932 is men ook, zoals veel brouwerijen om te overleven, limonade gaan produceren. In 1948 werd Josephus (Sjefke Brouwers of den brouwer uit 't durp) alleen eigenaar van de brouwerij. Zijn twee zonen Thom en Jantje Brouwers behoorden tot de laatste generatie die in de brouwerij gewerkt heeft. In 1954 is gestopt met brouwen en werd bier afgenomen van De Drie Hoefijzers in Breda. Limonade bleef men nog zelf maken onder de naam Capitano. Het bedrijf werd omgezet in een drankhandel met slijterij tot deze in 1992 ook sloot. (https://www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/noord-brabant/gilze/sleutel-de)

Brouwerij de Prins
Gegevens brouwerij
Land Nederland
Provincie Noord Brabant
Oude locatie brouwerijnerhoven 10
Plaats Gilze
Actieve brouwerij Nee (79 jaar geleden gestopt)
Opgericht in 1664
Gestopt in1940 (276 jaar actief geweest)
Biermerken van Brouwerij de Prins
Geen biermerk bekend van Brouwerij de Prins.
Achtergrond informatie
De brouwerij aan in Nerhoven, een buurtschap van Gilze, komt in 1664 in de archieven voor. Bastiaen Wijnants was brouwer "op de Nerven onder Gils" met een voorraad bier van "twee kannekens met een half vat vol, nog een half vat vol en twee vaten steerten". Een halfvat en een kanneke zijn oude maten en steerten zijn restanten. Een vat is ongeveer 160 liter.
Oprichtingsdatum
Vanaf 1668 is de familie Beckers eigenaar van de brouwerij. Sebastiaen als eerste, hij werd opgevolgd door Cornelis Bastiaen Beckers. Hij had in 1698 een brouwketel met een inhoud van twaalf tonnen. Toen Cornelis overleedt, erfden Antony, Leendert, Bastiaen en de andere kinderen een "brouwhuijsken met eene Coolhoff" (moestuin). De brouwerij-herberg bleef gezamenlijk bezit. Dochter Johanna Cornelis Beckers woonde vanaf 1724 met haar man Pieter (Peeter) Princen in de ouderlijke woning in Nerhoven. Pieter was een zoon van een brouwer in het dorp. Hij overleedt in 1735. Zoon Cornelis Pieter trouwde in 1749 met Maria Hoevenaars, een brouwersdochter uit Gilze. Volgens een archiefstuk, waarin de oprichtingsjaren van zeven brouwerijen staan, werd de brouwerij in Nerhoven rond 1750 opgericht. Dat zou kunnen betekenen dat er niet meer of weinig gebrouwen werd en Cornelis in 1749 de brouwerij weer (volledig) in bedrijf nam. Het kan ook zijn dat vanaf 1749 de naam Brouwerij de Prins werd gebruikt. Princen betaalde in de jaren 1757 en 1791 aan impost jaarlijks tussen de 35 en 40 gulden, wat erop wijst dat er sprake was van een behoorlijke omzet.
Dysenterie
Cornelis en Barbara hadden één dochter: Barbara, die getrouwd was met Gerard Nicolaas van den Corput. Die stierf in september 1780 zeer plotseling en nog geen jaar later stierven in enkele dagen tijd haar vier kinderen aan de "roode loop", een besmettelijke dysenterie. Barbara hertrouwde met Jan van Alphen. Na het overlijden van haar vader in 1801 erfden Barbara de zaak. Barbara overleed in 1806. Jan van Alphen bleef brouwer in Nerhoven en overleed in 1821.
Familie van Poppel
Vanaf 1822 kwam de familie van Poppel aan het roer. Gerard van Poppel was brouwer en ook herbergier en liet, op eigen kosten, een weg aanleggen om het zijn klanten zo gemakkelijk mogelijk te maken om zijn herberg annex brouwerij te kunnen bereiken. In een proces-verbaal komt men voor het eerst de naam van de brouwerij tegen: De Prins van G. van Poppel. Toen in 1833 de vijf brouwers in de gemeente hun aantal biervaten moesten opgeven bleek hij na Houtepen in Rijen de grootste brouwerij in de gemeente. Van Poppel was tevens mouter voor zijn brouwerij. Na het overlijden van haar man, in 1849, werd zijn echtgenote Cornelia Schenkers brouweresse en werd haar zoon Cornelis van Poppel in 1880 brouwer op De Prins.
Naar Etten
In 1897 kwam de brouwerij in handen van Gerardus Jacobus van Poppel. Hij kreeg in 1916 toestemming om de brouwerij te vergroten. Naast bier werden er ook limonadegazeusen en champagnepils gemaakt. Gerardus had twee zonen, Cornelis en Piet, die ook in de zaak kwamen. Toen Cornelis in 1940 directeur werd van de Cambrinus Brouwerij in Etten werd gestopt met brouwen in Gilze en werd er alleen nog maar bier uit Etten verkocht. De limonade-fabriek bleef nog tot ongeveer 1947 onder de naam De Prins in bedrijf.
Heb je aanvullende informatie over deze brouwerij of een interessante foto, contact ons. (https://www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/noord-brabant/gilze/prins-de)

De geschiedenis van
BROUWERIJ D'N DWARSLIGGER
ANNO 2017
Brouwerij D'n Dwarsligger te Gilze is een hobbybrouwerij op een non profit basis. Alle kosten die gemaakt zijn, zitten in de bierprijs en met de verdiensten worden nieuwe bieren ontwikkelt of apparatuur vervangen dat versleten raakt. De brouwerij is opgestart in 2017 na het uiteenvallen van de Drie Musketiers waarmee ik 5 jaar met plezier heb gebrouwen. (https://www.dundwarsligger.nl/brouwerij/)

Gretig
Dit is een mooie blonde en vooral niet te zwaar. Door het gebruik van verschillende gisten is het een bijzonder bier geworden dat makkelijk doordrinkbaar is. Kijk dus uit dat je dus niet te Gretig wordt, ook al heb je veel dorst. Met 6,5% is dit een allemansvriend.
Type Bier: Blond
Alcohol: 6,5%
Advies Temp.: 6°C
Fles: 30cl
Kenmerk: DD001A
Prijs: € 1,80
Beschikbaar: Nee (https://www.dundwarsligger.nl/de-bieren/)

Ginneen
Dit een Stoute jongen met een knipoog naar een bekend Iers biermerk. Deze Stout heeft de mooie tonen van koffie en een verfijnde schuimkraag. Het bittertje blijft lang hangen. Echt iets voor de liefhebber van Ierse tradities. Met 4% blijft het gewoon binnen de perken om lekker te genieten.
Type Bier: Stout
Alcohol: 4%
Advies Temp.: 5°C
Fles: 30cl
Kenmerk: DD005A
Prijs: € 1,80
Beschikbaar: Nee  (https://www.dundwarsligger.nl/de-bieren/)

Ulleke-Dulleke
Een aparte Radler met een ode naar mijn vader. Hij hield erg van rode rozen, vandaar dat de Radler is gemengd met de Gretig, Roosvicee en mineraal water. Vlak wegleggen in de koelkast en compleet uitschenken voor het juiste mengsel. Als je hem open maakt dan meteen inschenken. Let op ! Hij bevat 3,5% alcohol.
Type Bier: Radler
Alcohol: 3,5%
Advies Temp.: 5°C
Fles: 30cl
Kenmerk: DD012A
Prijs: € 1,80
Beschikbaar: Nee (https://www.dundwarsligger.nl/de-bieren/)

Sinds 2013 bouwen de brouwers van Brouwerij De Kat aan een assortiment authentiek Helmonds bier. Ons bier wordt gemaakt door onze eigen brouwers met liefde voor het product. Onze brouwers houden van het ambacht dat gepaard gaat met ons brouwproces. Onze stad hebben onze brouwers na aan het hart liggen, en profileren zich dus trots als brouwers van authentiek Helmonds bier. Naast een vast assortiment is bij Brouwerij De Kat regelmatig iets bijzonders te verkrijgen.
...
Een stukje Helmondse biergeschiedenis; Uit het heerlijk Hemelrijk Door stadshistoricus Giel van Hooff
Stadsbrouwerij De Kat heeft sinds 2016 een tripel onder de naam Hemelrijk. Zoals alle bieren van De Kat, een naam met een verhaal. Het verwijst naar een voormalige brouwerij ter plaatse die ook deze naam voerde. Veel is er niet bekend, laat staan bewaard van deze brouwerij. Maar een korte schets is hier op zijn plaats. De brouwerij dankt zijn naam aan de gelijknamige woonwijk waar zij gevestigd was. Blijkbaar spreekt de naam Hemelrijk tot de verbeelding; op vele plaatsen vindt men buurtschappen met deze of een soortgelijke naam. Zo ook dus te Helmond. Sinds wanneer er een wijk met deze naam is, is niet precies bekend.
Op- en neergang
Helmond groeide in de 19e eeuw fors en daarbij stroomde aardig wat bier door het toenemend aantal Helmondse kelen. Lange tijd was dat grotendeels eigen, lokaal brouwsel. Er bestond rond 1850 zelfs een soort “export”. Zo heet het in 1859: ’’Het Helmondsch bier blijft als vanouds vermaard en wordt thans een groot gedeelte daarvan naar Holland verzonden, alwaar het toenemend den aftrek vindt”. Aan deze bloeiperiode van de Helmondse brouwnering kwam een paar jaar later een einde; Vanaf midden jaren 1860 is de lokale markt de hoofdzaak.
Helmond groeide rond 1900 verder tot een flinke industriestad. Het debiet nam dus toe, tenminste het aantal potentiële klanten. Het bierverbruik steeg zelfs explosief, van circa 5 liter per hoofd van de bevolking in 1881 tot zo’n 14 liter in 1904. Maar toch beduidend minder dan landelijk, ruim 43 liter rond 1900. In Helmond werden veel meer borrels gedronken. Wethouder Willem Berings, broer van de brouwer Berings (over wie verderop meer) én tevens voorzitter van het Algemeen Armbestuur meldde in 1892 dat er ‘tegenwoordig veel meer borrels gedronken worden dan bier’. In de kleine kroegen (een pest in de ogen van Berings) kost een grote borrel dan vijf cent. Berings wist dit uit ervaring, mede opgedaan in de herbergen van zijn broer en zus.
De concurrentie op biergebied werd ondertussen groter. De Helmondse brouwerijen konden of wilden niet mee. Enkele sloten de poorten, sommige werden vertegenwoordiger van het nieuwe pilsener. Een enkele brouwerij als Berings moderniseerde en ging over tot het brouwen van pils.
De start, bij Swinkels
Midden 19e eeuw telde Helmond een heuse Swinkels als brouwer (jawel, familie van..). De brouwerij van Embertus Swinkels kwam in 1857, na zijn overlijden, in handen van (Johanna) Maria van Mierlo, weduwe van Jan Hendrik Berings, die dit deed namens zoon Johannes Petrus Hubertus Berings (1829-1913). Deze had via familie van zijn moederskant al de nodige ervaring in de brouwerijbranche. Hij was onder meer in de leer geweest te Hal bij Brussel, te Heijthuizen en Breyell (Duitsland). In december 1857 keerde hij terug In Helmond en vestigde zich met zijn echtgenote Maria Veulens uit Heythuysen (daar was hij kennelijk niet alleen maar in de leer geweest) in het brouwershuis tevens brouwerij aan het Binderseind. In een bijbouw van zijn brouwerij was – zoals gebruikelijk – een tapperij gevestigd. Brouwerij en vermoedelijk ook de tapperij werden gedreven onder de naam Het Hemelrijk.
Een laatste stuiptrekking
Begin 20ste eeuw nam een aantal Helmondse brouwerijen de uitdaging aan om te concurreren met het heerlijk, helder gerstenat. Bij de brouwerij van Berings was er echter niemand om de zaak naar de ‘eischen des tijds’ aan te passen. Vader Berings was de 65 ruim gepasseerd toen zijn vrouw, in 1901, overleed. Hij en zijn kinderen lieten de huizen en de brouwerij vervolgens openbaar verkopen. Maar blijkbaar leverde dit geen of een onvoldoend bod op. Een boedelscheiding en verdeling volgde in 1902 waarbij zoon Hubertus Berings (1866-19..) de nieuwe eigenaar werd. Maar de exploitatie van brouwerij en herberg liet hij aan derden over. Vermoedelijk waren dezen verantwoordelijk voor de mechanisering en modernisering van het bedrijf. In 1905 werd A. van der Zee exploitant, Hubertus wordt van bierbrouwer kantoorbediende, wellicht gezien de latere ontwikkelingen een verstandige, in ieder geval veiligere keus. Ook de exploitatie van de bijbehorende herberg werd overgedragen aan een derde, een zetkastelein. Als eerste kwam in 1906 de koetsier en herbergier A. Verbaandert in de herberg het oude brouwhuis, in 1909 L. Noten en vanaf 1911 Karel Geeris. Al deze huurders hadden dus ook nog een andere baan of beroep/kostwinning, gezinsgenoten en familie waren in de regel belast met het dagelijks beheer.
Wat de brouwerij betreft: Van der Zee hield het zo’n tien jaren voor gezien. Als opvolger én laatste laatste exploitant nam Corn. Franc. Brouwers (jawel) vanuit Gilze begin 1914 de zaken over. Het huurcontract van Brouwers geeft een globale omschrijving van de inventaris, waaronder vier geilkuipen, drie koperen handketels en vier persfusten. Het vaatwerk omvat 20 hele tonnen, 55 halve tonnen, 30 kwarttonnen en 6 achtste tonnen, naast drie strekken van 600 liter. Eind 1916 werd het laatste vat getapt, vervolgens vertrokBrouwers naar Geldrop. Daar werd hij exploitant van de stoombierbrouwerij Cambrinus en verder onder meer gemeenteraadslid. Ook deze lokale brouwerij werd trouwens slachtoffer van de schaalvergroting en fusie. De NV Werthabrouwerij te Weert nam het bedrijf in 1924 over, Brouwers werd vennoot.
Hoe was het in het Hemelrijk?
Hoe kwam een Helmondse brouwerij als het Hemelrijk nu aan zijn ingrediënten als hop, gerst en water? Hierover is vrijwel geen informatie voorhanden. Of het oppervlaktewater dat begin 19e eeuw gebruikt werd, een eeuw later nog toepassing vond, lijkt twijfelachtig. In een boedelbeschrijving van Berings uit 1914 is sprake van een koperen waterpomp, maar onduidelijk is of deze diende om water op te pompen of te verpompen. Wellicht was het bedrijf toen al op de waterleiding, die Helmond eind 19e eeuw kreeg, aangesloten.
De inventaris van het Hemelrijk
Midden oktober 1912 kwam de brouwerij en de inventaris van de brouwerij van Berings aan het Binderseind in publieke veiling. De omschrijving in de notariële akte geeft een goed beeld van de aard en inrichting van de brouwerij op dat moment.
De vaste inventaris omvatte allereerst uiteraard een bier- en een waterketel, beide van koper met 41 respectievelijk 30 hl inhoud. Ook waren vanzelfsprekend een roerkuip (van ijzer, 17½ hl, met een Schots kruis) en een (koperen) lekbak (van 10½ hl) aanwezig, naast een reservoir. De brouwinstallatie omvatte verder een wortpomp, de nodige koperen leidingen, twee grote waterpompen en ook een koelapparaat met toebehoren. De mouterij bevatte naast de eest een moutmolen en een poetsmolen (koelbak?). Daarnaast was er nog het klein gereedschap als roerrieken. Het grootste deel van de verkoop betrof het vaatwerk: 48 hele, 95 halve, 25 kwart en 13 achtste tonnen en 7 okshoofden, naast 3 grotere vaten en 2 kuipen. Voor het transport waren er een vierwielige en een tweewielige bierwagen, naast een kruiwagen en een steekwagen. Een zevenjarig vospaard, een dubbele pony, leverden de nodige pk’s. (http://www.brouwerijdekat.nl/)

Brouwerijen in 1816
bron: Brugmans - Statistieken van de Nederlandse nijverheid uit de eerste helft der 19e eeuw
Gilze en Rijen: 7 brouwerijen met 7 werklieden.
Voormalige staat: Redelijk.
Huidige staat: Redelijk.
Consumptie: In de gemeente en omliggende plaatsen. (http://www.brabantsbier.eu/gilzerij.html)

Brouwerijen vanaf 1900 (Gilze)
bron: Friedrich - Brauereiverzeichnis Niederlande (1997)
1a. A.H. Brouwers, bierbrouwerij De Sleutel 1915
1b. J.A. Brouwers, bierbrouwerij en limonadefabriek De Sleutel 1954
2a. S.J.J. Brouwers 1905
2b. J. Brouwers 1915
3. G. van Poppel, bierbrouwerij De Prins 1920 (http://www.brabantsbier.eu/gilzerij.html)

Brouwerijen in Gilze (1): Gratis bier anders wordt er geplunderd
Kees van Kuilenburg
Verschenen in: BAV Journaal, tijdschrift van Bier en Verzamelaarsvereniging BAV, Leiderdorp
2004 - nummer 5
Brouwerijen in Gilze (2): Van brouwerij tot metaalwarenfabriek
Kees van Kuilenburg
Verschenen in: BAV Journaal, tijdschrift van Bier en Verzamelaarsvereniging BAV, Leiderdorp
2004 - nummer 6
Brouwerijen in Gilze (3): "Hij ziet rood, maar ik heb hem nog roder gemaakt"
Kees van Kuilenburg
Verschenen in: BAV Journaal, tijdschrift van Bier en Verzamelaarsvereniging BAV, Leiderdorp
2005 - nummer 3
Brouwerijen in Gilze (4): "Ferdinant van den Corput was half brouwer, half borger"
Kees van Kuilenburg
Verschenen in: BAV Journaal, tijdschrift van Bier en Verzamelaarsvereniging BAV, Leiderdorp
2005 - nummer 2
Brouwerijen in Gilze (5): Brouwerij De Vijf Eijken in Rijen
Kees van Kuilenburg
Verschenen in: BAV Journaal, tijdschrift van Bier en Verzamelaarsvereniging BAV, Leiderdorp
2005 - nummer 3
Brouwerijen in Gilze (6): Twee brouwerijen voor zestig inwoners
Kees van Kuilenburg
Verschenen in: BAV Journaal, tijdschrift van Bier en Verzamelaarsvereniging BAV, Leiderdorp
2005 - nummer 4
Brouwerijen in Gilze (7): Brouwerij 't Molentje heeft ruim zestig jaar bestaan
Kees van Kuilenburg
Verschenen in: BAV Journaal, tijdschrift van Bier en Verzamelaarsvereniging BAV, Leiderdorp
2005 - nummer 5
Brouwerijen in Gilze (slot): Weduwe Hoevenaars werd brouweresse en herbergierster
Kees van Kuilenburg
Verschenen in: BAV Journaal, tijdschrift van Bier en Verzamelaarsvereniging BAV, Leiderdorp
2005 - nummer 6 (http://www.brabantsbier.eu/gilzerij.html)

Geschiedenis Oude Hof
Veel oudere mensen in Gilze herinneren zich het pand Raadhuisstraat 11 het best als Smolders' Koekfabriek. Dat kwam natuurlijk omdat er altijd die typisch zoete peperkoekgeur hing en omdat de fabriek vlakbij de scholen stond. Je werd er dus met je neus bovenop gedrukt.
Belangrijke gebeurtenissen
Omdat snoepgoed en ander lekkers in die tijd nog schaars waren, bedelden de kinderen bij de arbeiders vaak om restjes koek die anders toch maar werden weggegooid. .... De familie Smolders behoorde in die tijd tot de aanzienlijken van Gilze. Rond 1970 na bijna honderd jaar, ging de onderneming failliet. Alle leden van de familie hebben toen het dorp verlaten. Ze werden bij hun overlijden wel weer bijgezet in een familiegraf in Gilze. Mensen van wat jongere leeftijd kennen de plek als de Bregil. Hennie Vermeij uit Breda kocht het pand en begon er stalen meubels te vervaardigen. Hij bouwde een nieuwe productiehal achter in de tuin. Vermeij had al een bedrijf in Breda en door samentrekking van de twee lokatienamen kreeg het bedrijf de naam Bregil. Voor de schooljeugd was daar niet veel meer te beleven, laat staan te halen. Bovendien waren de lui die het daar voor het zeggen hadden geen Gilse mensen en woonden ze hier ook niet. Daardoor bleef het bedrijf min of meer 'alien' in de Gilse samenleving.
...
Voor 1800: Familie van Pelt heeft hier boerderij, brouwerij en herberg. De oude hove van Gilze houdt hier tweemaal 's jaars zitting.
1800: Verkoop aan Cornelis Hoefmans-Hoevenaars. Voortzetting van de activiteiten.
1804: Verkoop aan dr. Christiaan Janssens. Sluiting brouwerij en herberg.
1834: Weduwe Antonia Janssen de Swart hertrouwt met Johan Houben. Voortzetting boerenbedrijf.
1840-1845: Aardappeljeneverstokerij in voormalige brouwerij. (http://gilzerijen-plus.nl/oude_hof_01/page%201.html)

Dus nu zit er geen brouwerij in deze Brabantse plaats...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten