Sinds de inwerkingtreding van de Wet op de accijns in 1992 heeft Nederland één wettelijke regeling voor alle accijnsgoederen. Die goederen zijn thans bier, wijn, overige alcoholhoudende producten, minerale oliën en de meeste tabaksproducten. De belasting op alcoholvrije dranken en op enkele tabaksproducten is sinds 1993 geregeld in de afzonderlijke Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten, omdat deze producten buiten de geharmoniseerde EG-regelgeving voor accijnsgoederen vallen (
www.managementboek.nl/boek/9789013042603/accijnswetgeving-f.r.l.-hemelsoet).
Vanaf 1992 werd het mogelijk om, als amateur bierbrouwer, voor jezelf en je gezin bier te brouwen zonder dat je er accijns voor hoeft te betalen. Er is geregeld dat je ongeveer 100 liter per maand mag brouwen, je mag dit zelfgebrouwen bier echter niet verkopen (
www.scholieren.com/praktische-opdracht/32083).
(
www.bier-brouwer.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=51&Itemid=154)
Was in het verleden zelfbrouwen strafbaar, in 1983 kreeg PINT van het Ministerie van Financiën een voorlopige beschikking los, die op het volgende neer kwam: "
Het brouwen van bier buiten een goedgekeurde brouwerij is strafbaar. Er zal niet worden opgetreden tegen het zelfbrouwen, als dat bier alleen in de huiselijke kring wordt gedronken. Ook zal in dat geval geen accijns worden geheven. Men hoeft dus geen individuele ontheffingen meer aan te vragen." (
www.cambrinus.nl/bier/naderbekeken/thuisbr.htm)
Productie van bier en wijn kan eenieder in feite in zijn achtertuin of kelder doen. Er zijn zelfs speciale bierpakketten verkrijgbaar (ook via internet!) waarmee het mogelijk is om je eigen bier te brouwen. Ook eigen wijn maken van druiven is goed mogelijk. Heb je het een beetje onder de knie, dan kun je overigens een prima eindproduct verkrijgen.
Voor de thuisproductie van bier en wijn, is geen vergunning nodig, zolang je de alcoholische dranken maar voor eigen gebruik produceert. Dat wil zeggen: voor jezelf, je familieleden en gasten.
Het brouwen van je eigen bier was tot voor kort verboden in Nederland en België. Het is sinds 1992 in België en sinds 1991(?) in Nederland, onder Europese druk, wel mogelijk voor particulieren om voor eigen gebruik bier te brouwen. Voor die tijd werd het (in Nederland) oogluikend toegestaan.
In Nederlandse wet staat:
Wet van 31 oktober 1991, houdende vereenvoudiging en uniformering van de accijnswetgeving
....
Artikel 1
1.Onder de naam accijns wordt een belasting geheven van:
a. bier;
b. wijn;
c. tussenprodukten;
etc...
....
Artikel 5
1. Het is niet toegestaan:
a. een accijnsgoed te vervaardigen buiten een accijnsgoederenplaats die voor dat soort accijnsgoed als zodanig is aangewezen;
b. een accijnsgoed voorhanden te hebben dat niet overeenkomstig de bepalingen van deze wet in de heffing is betrokken.
....
3. Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen wordt ontheffing verleend van de in het eerste lid bedoelde verboden voor:
a. ...
b. ...
c. het thuis vervaardigen van bier en wijn door particulieren, voor zover die goederen worden aangewend voor eigen gebruik;
etc...
....
In artkel 6 en 7 staat meer informatie m.b.t. de accijnswetgeving op bier; zie voor complete uitleg: Wet op de accijns (23-01-2010)- overheid.nl (
www.bierwoordenboek.com/thuisbrouwer.ashx)
Accijns, beleidsregels accijnswetgeving
Geldend op 19-03-2010 [Regeling vervalt per 01-04-2010]
...
AGP: Accijnsgoederenplaats als bedoeld in artikel 1a, eerste lid, onderdeel d, van de wet;
....
Tankauto’s en schepen als onderdeel van de AGP
Een AGP is, gelet op artikel 42 van de wet, een geografisch vastgestelde locatie die in de vergunning is omschreven. Het is daarom in beginsel niet mogelijk een schip of vrachtauto als AGP aan te wijzen.
Bij de levering van minerale oliën aan tankstations en schepen is er op het tijdstip van de uitslag nog niet bekend hoeveel minerale olie zal worden uitgeslagen. Dit speelt ook bij bier dat vanuit de AGP met tankauto’s wordt afgeleverd bij horecaondernemers. De geleverde hoeveelheid staat pas vast bij de daadwerkelijke aflevering aan het tankstation, aan het schip of aan de horecaondernemer. Mede ter voorkoming van administratieve handelingen bestaat er daarom behoefte om voor deze leveringen een uitzondering te maken.
Goedkeuring
Ik keur goed dat tankauto’s die bier aan horecaondernemingen afleveren, tankauto’s die minerale olie aan tankstations afleveren en leurschepen die minerale olie met vrijstelling van accijns afleveren aan schepen geacht worden deel uit te maken van de AGP waaruit wordt afgeleverd. Deze goedkeuring moet worden opgenomen in de vergunning voor de AGP waaruit wordt afgeleverd.
De goedkeuring is van toepassing onder de volgende voorwaarden:
– de afleveringen van de minerale oliën en het bier moeten plaatsvinden via op de tankauto's aanwezige geijkte meters;
– voor de berekening van de verschuldigde accijns inzake lichte olie, halfzware olie en gasolie mogen de op de tankstations afgeleverde actuele liters worden omgerekend naar liters ad 15° C. op basis van de soortelijke massa van de betreffende minerale olie en de temperatuur op het moment van belading van de tankauto;
– voor de berekening van de verschuldigde accijns inzake vloeibaar gemaakt petroleumgas mogen de op de tankstations afgeleverde actuele liters worden omgerekend naar kilogrammen op basis van een soortelijke massa van 0,54;
– tijdens het vervoer van de minerale olie of het bier moet de herkomst worden aangetoond met een bescheid als bedoeld in artikel 54 van de regeling.
... (
http://wetten.overheid.nl/BWBR0026806/geldigheidsdatum_19-03-2010)
Accijns, beleidsregels accijnswetgeving
Geldend op 03-01-2013
Accijns, beleidsregels accijnswetgeving
De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit is een actualisering van het beleidsbesluit van 16 mei 2012, nr. BLKB2012/540M, Stcrt. 2012, 10435 , dat hiermee wordt ingetrokken. Naast enige aanpassingen van redactionele aard zijn de volgende beleidsregels vervallen of gewijzigd:
....
3.2. Tankauto’s en schepen als onderdeel van de AGP
Een AGP is, gelet op artikel 42 van de wet, een geografisch vastgestelde locatie die in de vergunning is omschreven. Het is daarom in beginsel niet mogelijk een schip of vrachtauto als AGP aan te wijzen.
Bij de levering van minerale oliën aan tankstations en schepen is het op het tijdstip van de uitslag tot verbruik nog niet bekend hoeveel minerale olie daadwerkelijk zal worden afgeleverd. Dit speelt ook bij bier dat vanuit de AGP met tankauto’s wordt afgeleverd bij horecaondernemers. De geleverde hoeveelheid staat pas vast bij de daadwerkelijke aflevering aan het tankstation, aan het schip of aan de horecaondernemer. Mede ter voorkoming van extra administratieve handelingen bestaat er daarom behoefte om voor deze leveringen een uitzondering te maken op vorenbedoeld vereiste met betrekking tot de locatie van een AGP.
Goedkeuring
Ik keur goed dat tankauto’s die bier aan horecaondernemingen afleveren, tankauto’s die minerale olie aan tankstations afleveren en leurschepen die minerale olie met vrijstelling van accijns afleveren aan schepen geacht worden deel uit te maken van de AGP waaruit wordt afgeleverd. Deze goedkeuring moet worden opgenomen in de vergunning voor de AGP waaruit wordt afgeleverd.
De goedkeuring is van toepassing onder de volgende voorwaarden:
– de afleveringen van de minerale oliën en het bier moeten plaatsvinden via op de tankauto's aanwezige geijkte meters;
– voor de berekening van de verschuldigde accijns inzake lichte olie, halfzware olie en gasolie mogen de op de tankstations afgeleverde actuele liters worden omgerekend naar liters ad 15° C. op basis van de soortelijke massa van de betreffende minerale olie en de temperatuur op het moment van belading van de tankauto;
– voor de berekening van de verschuldigde accijns inzake vloeibaar gemaakt petroleumgas mogen de op de tankstations afgeleverde actuele liters worden omgerekend naar kilogrammen op basis van een soortelijke massa van 0,54;
– tijdens het vervoer van de minerale olie of het bier moet de herkomst worden aangetoond met een bescheid als bedoeld in artikel 54 van de regeling.
...(
http://wetten.overheid.nl/BWBR0032474/geldigheidsdatum_03-01-2013)
Het is een onduidelijk verhaal....
Zo vind ik een anekdote van een wijngaard:
E
en leuk detail is, dat ik onlangs (16-09-05) van de belastingdienst een schrijven heb mogen ontvangen waarin een uiteenzetting is gegeven over de plichten van wijngaard eigenaren in zake de AGP en IVV vergunning. Als ik wijn of druivensap produceer en deze aan anderen ga leveren, `dan zal dit gevolgen hebben` zo schrijft de inspecteur der belastingen met een opgeheven typisch Hollands vingertje. Dit schrijven, gericht aan Wijngaard de wijnhoek, is voor mij voldoende bewijs dat de ambtenaren bij de belastingdienst ook van een wijntje houden want ik sta met mijn druiven hobby voor eigen genot nergens anders geregistreerd dan op mijn eigen website. Leuker kunnen ze het waarschijnlijk niet maken maar wel makkelijker...... het blijven per slot van rekening ambtenaren en wetgeving is wetgeving … toch? (
www.dewijnhoek.nl/database/accijns.html)
Als ik zoek bij
de belastingdienst op: 'bier brouwen' vind ik:
Zelf accijnsgoederen maken
U mag bier en wijn voor eigen gebruik maken. Maar u mag bier en wijn niet verkopen.
Wilt u andere accijnsgoederen dan bier en/of wijn maken? Of wilt u zelfgemaakt bier en zelfgemaakte wijn verkopen? Dan moet u zich inschrijven als ondernemer bij:
de Kamer van Koophandel en
de Belastingdienst
In sommige gevallen kunt u zich bij de Kamer van Koophandel ook inschrijven voor de Belastingdienst.
Daarna moet u bij Belastingdienst/Douane een vergunning aanvragen voor het zelf maken van accijnsgoederen. Zo'n vergunning heet een Vergunning accijnsgoederenplaats. Meer informatie hierover vindt u bij
Accijnsgoederen of verbruiksbelastinggoederen maken.
(
www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/aangifte_doen/andere_belastingen/accijnsgoederen_of_verbruiksbelastinggoederen_maken_in_nederland_2/zelf_accijnsgoederen_maken)
Accijnsgoederen of verbruiksbelastinggoederen vervaardigen
Voordat u accijnsgoederen en/of verbruiksbelastinggoederen in Nederland vervaardigt moet u altijd hebben: een Vergunning vervaardiging in een accijnsgoederenplaats en/of een Vergunning inrichting voor de vervaardiging van verbruiksbelastinggoederen.
De vervaardigde accijnsgoederen of verbruiksbelastinggoederen liggen:
onder schorsing van accijns in uw accijnsgoederenplaats
onder schorsing van verbruiksbelasting in uw inrichting voor verbruiksbelastinggoederen.
U moet de accijns of verbruiksbelasting pas betalen als u de goederen uit uw accijnsgoederenplaats of uw inrichting voor verbruiksbelastinggoederen uitslaat tot verbruik. U betaalt accijns of verbruiksbelasting periodiek achteraf.
In de vergunning staat onder andere op welke locatie u welke accijnsgoederen of verbruiksbelastinggoederen mag vervaardigen en opslaan. (Een woonhuis komt niet in aanmerking als locatie.)....Met een Vergunning vervaardiging in een accijnsgoederenplaats of Vergunning inrichting voor de vervaardiging van verbruiksbelastinggoederen moet u periodiek elektronisch aangifte doen van de te betalen accijns of verbruiksbelasting (
www.belastingdienst.nl/wps/wcm/
connect/bldcontentnl/belastingdienst/douane_voor_bedrijven/accijns_en_verbruiksbelasting/inleiding_accijns_verbruiksbelastingen/accijnsgoederen_verbruiksbelastinggoed_maken/accijnsgoederen_of_verbruiksbelastinggoederen_vervaardigen).
Bier
Het extractgehalte van bier bepaalt hoeveel accijns u moet betalen. Het extractgehalte wordt uitgedrukt in percenten Plato.
Bier gemengd met een alcoholvrije drank noemen we limonade als in het mengsel 0,5% of minder alcohol zit. Voor limonade betaalt u verbruiksbelasting, geen accijns.
Voor bier gebrouwen door kleine brouwerijen kan een verlaagd accijnstarief gelden. U kunt dat aanvragen als u kunt bewijzen dat uw brouwerij:
- zelfstandig is
- economisch onafhankelijk is van andere bierbrouwerijen
- geen bier onder licentie produceert
- in het vorig kalenderjaar niet meer hebt gebrouwen dan 200.000 hectoliter
- installaties gebruikt die fysiek losstaan van die van andere bierbrouwerijen
(
www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/douane_voor_bedrijven/accijns_en_verbruiksbelasting/inleiding_accijns_verbruiksbelastingen/bijzonderheden_per_accijnsproduct/bijzonderheden_per_accijnsproduct#Bier)
Huisvlijt wordt niet gewaardeerd door de Nederlandse overheid (hoe anders was dat niet in China, waar bijvoorbeeld staaloventjes in de achtertuin werden aangemoedigd). Hoewel het afhankelijk is van het alcoholpercentage van de drank die je produceert, zou je bijvoorbeeld voor wijn al snel bijna een euro per liter aan accijnzen moeten betalen. Bier is aanzienlijk goedkoper met (afhankelijk van het alcoholpercentage) nog geen 8 cent per liter tot een halve euro per liter. Lukt het je om zelf een mousserende wijn (‘bubbels’) te maken, dan betaal je zo’n 2,50 euro per liter aan accijnzen.
Het verkopen van alcoholhoudende drank, mag enkel wanneer je een horeca- of slijtersvergunning hebt volgens de Drank- en Horecawet (er zijn enkele uitzonderingen, zoals winkels die voornamelijk in levensmiddelen handelen, reden waarom de Albert Heijn lichtalcoholhoudende drank mag verkopen) (
http://blog.wetrecht.nl/zelf-alcohol-maken-mag-dat/).
Invoeringswet Wet op de accijns
Geldend op 23-03-2015
Artikel XVII
De accijns van bier wordt geheven ter zake van het hier te lande vervaardigen en van de invoer van bier.
Artikel XVIII
1.De accijns waaraan het hier te lande vervaardigde bier is onderworpen, wordt berekend naar het aantal hectolitergraden wort van het brouwsel en bedraagt per hectolitergraad wort:
a. voor de eerste 800 000 hectolitergraden f 9,19;
b. voor de hectolitergraden boven 800 000 f 10,28.
2.Indien aan het eind van het kalenderjaar blijkt dat het aantal hectolitergraden wort in dat jaar een hoeveelheid van 90 000 niet heeft overschreden, bedraagt de accijns in afwijking van het eerste lid, per hectolitergraad wort f 8,69 en vindt herrekening plaats. De inspecteur stelt het aan de brouwer terug te geven bedrag bij beschikking vast.
3.Bij ministeriële regeling kan, onder daarbij te stellen voorwaarden en beperkingen, worden bepaald dat het in het tweede lid vermelde tarief reeds bij de aanvang van het kalenderjaar toepassing vindt.
4.Het aantal hectolitergraden wort is het produkt van de hoeveelheid wort bij een temperatuur van 17,5 °C en het verschil tussen de dichtheid van het wort en de dichtheid van zuiver water, beide bij die temperatuur. De hoeveelheid wordt uitgedrukt in hectoliters, met verwaarlozing van gedeelten van een hectoliter. Het verschil in dichtheid wordt uitgedrukt in graden in tienden nauwkeurig, met verwaarlozing van gedeelten van een tiende graad. Iedere graad vertegenwoordigt een honderdste gedeelte van de dichtheid van zuiver water bij een temperatuur van 17,5 °C.
5.Het aantal hectolitergraden wort wordt uitgedrukt in een geheel getal, met verwaarlozing van gedeelten van een hectolitergraad.
6.Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt in aanmerking genomen het aantal hectolitergraden wort van de brouwsels die in dezelfde brouwerij in een kalenderjaar zijn vervaardigd.
7.Indien de vergunninghouder van een accijnsgoederenplaats voor bier de brouwerij slechts gedurende een gedeelte van een kalenderjaar in werking heeft gehad, wordt het in het eerste en tweede lid vermelde aantal hectolitergraden wort voor dat jaar naar evenredigheid verminderd.
Artikel XIX
1.De accijns waaraan het bier dat wordt ingevoerd is onderworpen, wordt berekend naar het aantal hectolitergraden bier.
2.De accijns voor bier dat wordt ingevoerd op fles bedraagt per hectolitergraad bier f 10,50.
3.In afwijking van het tweede lid bedraagt de accijns voor bier op fles, dat afkomstig is van een brouwerij waarvan in het voorafgaande kalenderjaar niet meer dan 950 000 hectolitergraden bier is ingevoerd anders dan met vrijstelling, f 10,21 per hectolitergraad bier.
4.De accijns voor bier dat wordt ingevoerd anders dan op fles bedraagt per hectolitergraad bier f 9,90.
5.In afwijking van het vierde lid bedraagt de accijns voor bier anders dan op fles, dat afkomstig is van een brouwerij waarvan in het voorafgaande kalenderjaar niet meer dan 950 000 hectolitergraden bier is ingevoerd anders dan met vrijstelling, f 9,67 per hectolitergraad bier.
6.In afwijking van het tweede tot en met het vijfde lid bedraagt de accijns voor bier dat afkomstig is van een brouwerij die in het voorafgaande kalenderjaar een totale jaarproduktie had van niet meer dan 90 000 hectolitergraden wort:
a. voor bier op fles f 9,65 per hectolitergraad bier;
b. voor bier anders dan op fles f 9,14 per hectolitergraad bier.
7.Het aantal hectolitergraden bier is het produkt van de hoeveelheid ingevoerd bier en het verschil tussen de dichtheid van het wort waaruit dat bier is vervaardigd en de dichtheid van zuiver water, beide bij een temperatuur van 17,5 °C. De hoeveelheid wordt uitgedrukt in hectoliters in honderdsten nauwkeurig, met verwaarlozing van gedeelten van een honderdste hectoliter. Het verschil in dichtheid wordt uitgedrukt in graden in tienden nauwkeurig, met verwaarlozing van gedeelten van een tiende graad. Iedere graad vertegenwoordigt een honderdste gedeelte van de dichtheid van zuiver water bij een temperatuur van 17,5 °C.
8.Het aantal hectolitergraden bier wordt uitgedrukt in een geheel getal, met verwaarlozing van gedeelten van een hectolitergraad.
9.Het bepaalde in artikel XVIII, vierde, vijfde, zesde en zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
10.Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter zake van de uitvoering.
Artikel XX
1.De accijns van bier dat hier te lande wordt vervaardigd, wordt verschuldigd op het tijdstip gelegen direct na het koken van het wort.
2.De vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats voor bier doet, in afwijking van artikel 19 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, voor het einde van de maand aangifte van het in de voorafgaande maand vervaardigde aantal hectolitergraden wort en van het aantal hectolitergraden wort dat is gebezigd voor de bereiding van het bier dat in die maand is afgeleverd met vrijstelling van accijns, is uitgevoerd en is teloorgegaan.
3.Op de over een maand verschuldigde accijns wordt in mindering gebracht de accijns over het bier dat in dezelfde maand met vrijstelling van accijns is afgeleverd, is uitgevoerd en is teloorgegaan.
4.Het op grond van het derde lid verkregen bedrag wordt, in afwijking van artikel 19 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, voldaan uiterlijk de twintigste dag van de derde maand volgende op de maand waarop de aangifte betrekking heeft.
5.Bij ministeriële regeling worden regels gesteld voor de berekening van het aantal hectolitergraden wort dat is gebezigd voor de bereiding van het bier dat is afgeleverd met vrijstelling van accijns, is uitgevoerd en is teloorgegaan (
http://wetten.overheid.nl/BWBR0005346/geldigheidsdatum_23-03-2015).
Wet op de accijns
Geldend op 23-03-2015
Wet van 31 oktober 1991, houdende vereenvoudiging en uniformering van de accijnswetgeving
...
Artikel 1
1. Onder de naam accijns wordt een belasting geheven van:
a. bier;
...
Artikel 5
1. Het is niet toegestaan:
a. een accijnsgoed te vervaardigen buiten een accijnsgoederenplaats die voor dat soort accijnsgoed als zodanig is aangewezen;
b. een accijnsgoed voorhanden te hebben dat niet overeenkomstig de bepalingen van deze wet in de heffing is betrokken.
2. Het verbod als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing indien het vervaardigen geschiedt overeenkomstig de wettelijke bepalingen, bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.
3. Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen wordt ontheffing verleend van de in het eerste lid bedoelde verboden voor:
a. het vervaardigen van accijnsgoederen uit andere accijnsgoederen, waarbij het accijnsbedrag dat de eerstbedoelde accijnsgoederen vertegenwoordigen niet hoger is dan het accijnsbedrag dat de accijnsgoederen vertegenwoordigen waaruit zij zijn vervaardigd;
b. het vervaardigen van accijnsgoederen waarvoor een vrijstelling van accijns geldt op de voet van artikel 65;
c. het thuis vervaardigen van bier en wijn door particulieren, voor zover die goederen worden aangewend voor eigen gebruik;
...
Afdeling 1. Bier
Artikel 6
Onder bier wordt verstaan:
a. elk produkt van GN-code 2203; en
b. elk produkt van GN-code 2206 dat een mengsel van bier als bedoeld in onderdeel a en niet-alcoholhoudende dranken bevat;
voor zover deze produkten een alcoholgehalte hebben van meer dan 0,5%vol.
Artikel 7
1. De accijns bedraagt per hectoliter voor bier met een extractgehalte, uitgedrukt in percenten Plato, van:
a. minder dan 7 € 7,59;
b. 7 tot 11 € 28,49;
c. 11 tot 15 € 37,96;
d. 15 en meer € 47,48.
2. Met betrekking tot bier als bedoeld in artikel 6, onderdeel b, met een alcoholgehalte van niet meer dan 1,2%vol wordt het tarief van het eerste lid, onderdeel a, toegepast.
3. In afwijking in zoverre van het eerste lid bedraagt de accijns voor bier dat is vervaardigd in een accijnsgoedereplaats waar in het voorafgaande kalenderjaar niet meer dan 200 000 hl bier is vervaardigd 92,5/100 deel van de in de onderdelen b, c en d vermelde bedragen.
4. Het derde lid vindt slechts toepassing met betrekking tot een accijnsgoederenplaats die:
a. juridisch en economisch onafhankelijk is van een andere accijnsgoederenplaats waar bier wordt vervaardigd;
b. gebruik maakt van installaties die in fysiek opzicht losstaan van die van een andere accijnsgoederenplaats waar bier wordt vervaardigd; en
c. geen bier vervaardigt onder licentie, tenzij het onder licentie vervaardigde bier slechts een klein gedeelte van de totale produktie betreft, met dien verstande dat het derde lid geen toepassing vindt met betrekking tot het onder licentie vervaardigde bier.
5. Voor de toepassing van het derde en vierde lid wordt een samenwerkingsverband van twee of meer accijnsgoederenplaatsen waar gezamenlijk in het voorafgaande kalenderjaar niet meer dan 200 000 hl bier is vervaardigd, aangemerkt als één accijnsgoederenplaats.
6. Onder extractgehalte wordt verstaan het gehalte van de in de stamwort opgeloste niet-vluchtige stoffen, vermeerderd met het gehalte van de na de gisting aan het bier toegevoegde stoffen.
7. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de toepassing van het derde en vierde lid.
8. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot het bepalen van het extractgehalte.
9. Voor de toepassing van het eerste en het tweede lid wordt, met inachtneming van bij ministeriële regeling te stellen regels, het volume van bier in geconcentreerde vorm herleid tot het volume van voor gebruik gereed bier.
10. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op bier dat afkomstig is uit een brouwerij buiten Nederland.
...
Artikel 104
Deze wet kan worden aangehaald als Wet op de accijns.
(
http://wetten.overheid.nl/BWBR0005251/geldigheidsdatum_23-03-2015)
(
http://gebruikstarief.douane.nl/lijsten-overzichten,
http://gebruikstarief.douane.nl/about)
Maar wat zijn die codes?
Over het gebruikstarief
Het 'gebruikstarief' is een verzameling van communautaire en nationale wettelijke bepalingen en voorschriften die bij de in- en (weder)uitvoer van goederen van toepassing zijn. Deze verzameling bezit op zich geen wettelijke kracht, maar is samengesteld om het gebruik makkelijker te maken.
In geval van twijfel omtrent de juistheid van de maatregelen, zoals die in het gebruikstarief zijn weergegeven, moet de oorspronkelijke wettelijke tekst worden geraadpleegd De informatie in het gebruikstarief wordt dagelijks aangepast aan de actuele situatie en bevat alle gegevens welke bij in- en (weder)uitvoer van toepassing zijn. Het wordt dagelijks gepubliceerd en is te raadplegen via Intranet en Internet.
Het gebruikstarief is gebaseerd op het geïntegreerde tarief van de Europese Gemeenschap (
Taric) en de maatregelen die voortkomen uit de nationale wet- en voorschriftgeving zijn hieraan toegevoegd. Deze communautaire- en nationale maatregelen zijn geïntegreerd in de
Gecombineerde Nomenclatuur (
GN). Dat wil zeggen dat de afzonderlijke naamlijsten van goederen, waarop de maatregelen betrekking hebben, tot één geheel zijn samengevoegd waarbij aan elke goederenomschrijving een z.g.
Taric-code is toegekend (10-cijferniveau).... (
http://gebruikstarief.douane.nl/about).
De GN is gebaseerd op het wereldwijd Geharmoniseerde Systeem (“GS”) inzake de
omschrijving en de codering van goederen, dat is opgesteld door de Internationale
Douaneraad (“IDR”), thans de Werelddouaneorganisatie (“WDO”), en ingevoerd bij
het Internationaal Verdrag van Brussel van 14 juni 1983 (“Verdrag betreffende het
GS”) (
G. Danilović 2010/2011, blz. 5).
De gecombineerde nomenclatuur (GN) wordt jaarlijks in de vorm van een verordening tot wijziging van de verordening (EEG) 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur, het gemeenschappelijk douanetarief en de eventuele daarop volgende verdere verordeningen met wijzigingen daarop, gepubliceerd.
De afzonderlijke publicatie van de GN in het gebruikstarief behelst naast de relevante verordeningen van het voorafgaande jaar, een reeks publicaties met betrekking tot het huidige jaar en voorzover als mogelijk de publicaties voor het aankomende jaar (
http://gebruikstarief.douane.nl/about#idp73307864).
Soms wijzigen de codes en de bijbehorende tarieven dus. Zo was er in de jaren negentig een wijziging zo lees ik:
De wijzigingen in de GN per 1 januari 1998 betreffen zowel een wijziging van de nomenclatuur van de goederen als een verlaging van bepaalde rechten.
a) Wijzigingen in de nomenclatuur
De in de nomenclatuur aangebrachte wijzigingen zijn een gevolg van de jaarlijkse communautaire wijzigingen in verband met de eisen van de statistiek en de handelspolitiek. Zij betreffen een aanvullende aantekening en een aanzienlijk aantal onderverdelingen en codenummers.
Een groot deel van de wijziging van de onderverdelingen en codenummers houdt verband met de integratie van:
- maatregelen die zijn overeengekomen in het kader van het Information Technology Agreement (ITA) die op 1 juli 1997 in werking zijn getreden (Verordening (EG) nr. 1153/97 - PbEG L 168) of
- de door de Gemeenschap met ingang van 1 november 1997 door middel van autonome schorsingen toegepaste versnelde afbraak van de douanerechten voor bepaalde producten uit de ITA en voor bepaalde producten die worden gebruikt bij de vervaardiging en bij het testen van halfgeleiders (Verordening (EG) nr. 2216/97 - PbEG L 305).
Vorenstaande maatregelen zijn in 1997 door middel van Taric-onderverdelingen geïntegreerd en worden per 1 januari 1998 omgezet in GN-onderverdelingen.
b)Verlaging van de douanerechten
De verlagingen zijn het gevolg van de in het kader van de Uruguay-Ronde (UR) overeengekomen gefaseerde afbraak van rechten. Het betreft de vierde etappe verlaging van de rechten voor:
- bepaalde visserijproducten (ex hoofdstuk 3, de codes ex 1604, ex 1605 en 1902 2010, van de GN);
- tomaten, komkommers, artisjokken en courgettes (ex hoofdstuk 7 van de GN);
- citrusvruchten, druiven, appels, peren abrikozen, kersen, perziken (nectarines daaronder begrepen) en pruimen (ex hoofdstuk 8 van de GN);
- druivensap en druivensap (ex codes 2009 en 2204 van de GN) en
- het merendeel van de producten vallende onder de hoofdstukken 25 t/m 96 van de gecombineerde nomenclatuur (GN).
De verlagingen zijn ook van invloed op de rechten die van toepassing zijn in het kader van de algemene tariefpreferenties (APS) en in het kader van preferentiële overeenkomsten, indien het preferentiële recht gelijk is aan een bepaald percentage van het algemeen geldende recht (
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-1997-247-p67-SC11974.html).
Maar hoe zit het nu:
Hyperlink GN jaar: 2015:
Publicatie 1 Vo 1101/2014 Publicatieblad LL312/2014
(
http://gebruikstarief.douane.nl/about#idp73307864) (
http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32014R1101&qid=1415711617639&from=NL). In deze lijst zijn voor zo een beetje elke drank een eigen code nummer verzonnen:
2203 00 Bier van mout:
– in verpakkingen inhoudende niet meer dan 10 l:
2203 00 01 – – verpakt in flessen . . . . . . . . . . . vrij l
2203 00 09 – – ander . . . ...................... . . . . . . vrij l
2203 00 10 – in verpakkingen inhoudende meer dan 10 l . . . . . . . . . . . . vrij l
(
http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32014R1101&qid=1415711617639&from=NL)
2206 00 andere gegiste dranken (bijvoorbeeld appelwijn, perenwijn, honingdrank);
mengsels van gegiste dranken en mengsels van gegiste dranken met
alcoholvrije dranken, elders genoemd noch elders onder begrepen:
2206 00 10 – piquette . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1,3 €/% vol/hl MIN 7,2 €/hl l
– andere:
– – mousserend:
2206 00 31 – – – appelwijn en perenwijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19,2 €/hl l
2206 00 39 – – – andere . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19,2 €/hl l
– – niet mousserend, in verpakkingen inhoudende:
– – – niet meer dan 2 l:
2206 00 51 – – – – appelwijn en perenwijn . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . 7,7 €/hl l
2206 00 59 – – – – andere . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7,7 €/hl l
– – – meer dan 2 l:
2206 00 81 – – – – appelwijn en perenwijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5,76 €/hl l
2206 00 89 – – – – andere .
(
http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32014R1101&qid=1415711617639&from=NL)
Volgens mij is die GN code 2206 helemaal niet voor bier.
Als ik nog even kijk in
de lijst van 2007 lees ik:
Voor de toepassing van post 2202 wordt onder „alcoholvrije dranken” verstaan, dranken met een alcoholvolumegehalte van niet meer
dan 0,5 % vol. Alcoholhoudende dranken worden naar gelang van het geval ingedeeld onder de posten 2203 tot en met 2206 of onder
post 2208.
(
VERORDENING (EG) Nr. 1549/2006 VAN DE COMMISSIE van 17 oktober 2006 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief)
2202 bevat dan dus de alcoholvrije bieren en 2206 zou dus gebruikt kunnen worden voor mousserende bieren? Of worden bedoeld:
gemberbier en kruidenbier, zijnde bruisende dranken gemaakt van suiker en
water, waaraan gember of kruiden zijn toegevoegd en die door toevoeging
van gist aan het gisten zijn gebracht (
G. Danilović 2010/2011, blz. 7).
Het is soms nogal een discussie en een rechter komt er soms bij aan te pas (zie
G. Danilović 2010/2011, blz. 9).
Maltbase arrest: gefiltreerde maltbase is geen drank (HR 19 juni 2009, zaak nr. 44 029, LJN: BC5878.)
Uit de stukken van het geding valt af te leiden dat in de zaak Maltbase belanghebbende de Inspecteur had verzocht haar een bindende tariefinlichting (“BTI”) te verstrekken voor een in dat verzoek als gefiltreerde maltbase aangeduid product met de volgende omschrijving:
“Vergiste drank op basis van o.a. mout, welke na filtratie een heldere
alcoholische niet schuimende vloeistof levert met een minimaal alcoholgehalte
van 14%. De onvergiste basis bestaat hoofdzakelijk uit zetmeel en
suikerhoudende grondstoffen, hop en water. Categoriestam: Het
stamwortgehalte bedraagt meer dan 15,5° Plato is van categorie S. De vergiste
base wordt aangeboden als bulkgoed dat vervoerd wordt in een daartoe
bestemd vervoermiddel.”
In de aanvraag werd verzocht om indeling onder GN-post 2203 00 10 als bier van mout. De Inspecteur verstrekte aan belanghebbende echter een BTI waarin de gefiltreerde maltbase werd ingedeeld onder GN-post 2208 90 99. Belanghebbende maakte bezwaar, maar zonder succes. In beroep kwam deze procedure uiteindelijk terecht bij de Douanekamer van het Gerechtshof Amsterdam. Dit Hof stelde in zijn uitspraak eerst vast dat:
“de gefiltreerde maltbase “een door ultrafiltratie van bier verkregen kleurloze,
niet schuimende drinkbare vloeistof is, die niet naar bier smaakt, en wel naar
alcohol maar niet naar bier ruikt. Het product wordt onder meer gebruikt als
ingrediënt voor mixdranken zoals breezers en shooters. Het product als zodanig
wordt niet als drank verkocht of aangeboden”.
Het Hof oordeelde vervolgens dat de gefiltreerde maltbase niet onder GN-post 22.06 kan worden ingedeeld, nu deze post betrekking heeft op dranken en de gefiltreerde maltbase dient als ingrediënt voor dranken. De enkele omstandigheid dat gefiltreerde maltbase drinkbaar is omdat het niet giftig is, doet daaraan naar 's Hofs oordeel niet af, nu het in de praktijk als zodanig kennelijk niet wordt gedronken, en ook niet als drank wordt verkocht of aangeboden.
Voorts kon gefiltreerde maltbase ook niet worden ingedeeld in GN-post 2203. Het Hof concludeert dat, de inhoud van de verpakking in acht nemend, de gefiltreerde maltbase, op basis van de tekst van tariefpostonderverdeling dient te worden ingedeeld in GN-onderverdeling 2208 90 9924. Het Hof verwijst ook naar de toelichting van de Internationale Douaneraad op post 2207 welke bevestigt dat de gefiltreerde maltbase als ethylalcohol moet worden ingedeeld. Belanghebbende heeft vervolgens tegen de uitspraak van het Hof cassatie ingesteld.
Onder verwijzing naar het Dr. Ritter GmbH - arrest van het HvJ EU oordeelde de Hoge Raad dat onder het begrip “drank” in de GN moeten worden verstaan alle vloeistoffen die geschikt en bestemd zijn voor menselijke consumptie. De gefiltreerde maltbase is dan ook een vloeistof die kan en mag worden gedronken en daardoor een drank in de zin van de GN. Daaraan wordt niet afgedaan door de omstandigheid dat de gefiltreerde maltbase primair wordt aangewend bij de productie van andere
dranken. De HR vervolgde echter met het oordeel dat een drank in de zin van de GN een vloeistof is die geschikt en bestemd is voor menselijke consumptie. Op basis hiervan oordeelde de HR vervolgens dat:
“Niet voor redelijke twijfel vatbaar is echter dat het daarbij dient te gaan om een
vloeistof die bestemd is om in de staat waarin deze verkeert zonder bezwaar
door mensen te worden geconsumeerd en als zodanig met het oog op die
consumptie op de markt wordt gebracht. ...Een product als de gefiltreerde
maltbase voldoet hieraan niet, nu het bestemd is om te dienen als halffabricaat
voor de bereiding van gerede dranken. Op grond hiervan faalt het middel.
...de indeling in de GN van “gefilterde maltbase” (gezuiverd bier). De Hoge Raad heeft in navolging van het Gerechtshof te Amsterdam geconcludeerd dat gezuiverd bier moet worden ingedeeld onder post 22.08 (
G. Danilović 2010/2011, blz. 24).
Of wat te denken van:
“Moet de gecombineerde nomenclatuur in de versie van verordening (EG)
nr 2031/2001 van de Commissie van 6 augustus 2001 (Pb L 279, blz 1) alsook
in de versie van verordening (EG) nr 1832/2002 van de Commissie van 1
augustus 2002 (Pb L 290, blz 1), aldus worden uitgelegd dat een als “malt beer
base” aangeduid product met een alcoholvolumegehalte van ongeveer 14%
vol., dat uit gebrouwen bier is gewonnen, dat is gezuiverd en daarna aan een
ultrafiltratie wordt onderworpen waardoor ingrediënten zoals bittere stoffen en
eiwitten worden uitgedund, onder post 22.08 moet worden ingedeeld?”
‘For the purposes of this Directive, the term “beer” covers any product falling within CN code 2203 or any product containing a mixture of beer with non-alcoholic drinks falling within CN code 2206, in either case with an actual alcoholic strength by volume exceeding 0,5% vol.’
...The CN, established by Regulation No 2658/87, is based on the international Harmonised Commodity Description and Coding System (‘the HS’) drawn up by the Customs Cooperation Council, now the World Customs Organisation (‘the WCO’), adopted by the International Convention concluded in Brussels on 14 June 1983 and approved on behalf of the European Economic Community by Council Decision 87/369/EEC of 7 April 1987 concerning the conclusion of the International Convention on the Harmonised Commodity Description and Coding System and of the Protocol of Amendment thereto (OJ 1987 L 198, p. 1; ‘the HS Convention’). The CN reproduces the headings and subheadings of the HS to six digits, with only the seventh and eighth figures creating further subheadings which are specific to it.
...Under the terms of Article 12 of Regulation No 2658/87, the European Commission is required to adopt each year, by means of a regulation, a complete version of the CN together with the corresponding autonomous and conventional rates of duty of the Common Customs Tariff, as it results from measures adopted by the Council of the European Union or by the Commission.
....
‘Beer is an alcoholic beverage obtained by fermenting a liquor (wort) prepared from malted barley or wheat, water and (usually) hops. … The addition of hops imparts a bitter and aromatic flavour and improves the keeping qualities. …
...
Paderborner Brauerei is a brewery. In 2002 it purchased a total of 99 847.33 litres, and on 6 and 23 June 2003 a total of 74 745.41 litres, of a so-called ‘malt beer base’ from Alko International BV in the Netherlands, which it used to produce a mixed drink marketed under the designation ‘Salitos Ice’.
... According to the information provided by the Finanzgericht (Finance Court) Düsseldorf, the ‘malt beer base’ is produced from brewed beer with an alcoholic strength by volume of approximately 14%, which is clarified and then subjected to ultrafiltration, by which the concentration of ingredients such as bitter substances and proteins is reduced. The ‘malt beer base’ also has an alcoholic strength by volume of 14%. It is a colourless, clear liquid which smells of alcohol and has a slightly bitter taste.
...
In the present case, it is apparent from the HS explanatory notes relating to heading 2203 of the CN that beer must be considered to be an alcoholic beverage. The classification of a product as a ‘beverage’ within the meaning of the CN depends on whether it is a liquid and is intended for human consumption (Case 114/80 Dr Ritter [1981] ECR 895, paragraph 9).
However, according to the information provided by the referring court, the ‘malt beer base’ is not an end product intended for consumption but rather an intermediate product for use in the production of the mixed drink marketed under the designation ‘Salitos Ice’. Therefore, even though the ‘malt beer base’ is a liquid and is suitable for human consumption in the sense that it is drinkable, it is not, as an intermediate product, primarily intended for human consumption. In view of the fact that this product is not sold to consumers as an end product, it should not be considered to be an alcoholic beverage.
...
While it is true that the explanatory notes to the CN relating to heading 2208 exclude from that heading alcoholic beverages obtained from fermentation, it need only be noted, in this case, that this does not concern the ‘malt beer base’, in so far as it is an intermediate product, because, as has been indicated in paragraph 34 of the present judgment, it is not an alcoholic beverage.
....
In any event, the ‘malt beer base’ is not obtained purely and simply by fermentation but is thereafter subjected to ultrafiltration. As a result of this additional treatment, the product in question, which is produced from brewed beer, loses the objective properties and characteristics particular to beer. It does not look like beer and it also does not have the bitter taste specific to beer. According to the information provided by the referring court, the ‘malt beer base’ is a colourless, clear liquid which smells of alcohol and has a slightly bitter taste and an alcoholic strength by volume of 14%, which is used to produce a mixed drink marketed under the designation ‘Salitos Ice’. These objective properties and characteristics do not correspond to those of beer coming under heading 2203 of the CN but do, by contrast, correspond to those of ethyl alcohol under heading 2208 or are, in any event, akin to those properties and characteristics.
...Finally, with regard to the argument of Paderborner Brauerei that the HS explanatory note relating to heading 2208 states that ethyl alcohol has no aroma, whereas the ‘malt beer base’ smells of alcohol and has a slightly bitter taste, it must be observed at the outset that there is a degree of linguistic difference between the French and English versions, both official versions of the HS explanatory notes, in that regard.
However, neither of the two versions of that explanatory note requires that a product be completely devoid of taste or aroma in order for it to be classified as ethyl alcohol. In particular, according to both versions, ethyl alcohol is distinguishable from spirits, liqueurs and all other spirituous beverages coming under heading 2208 of the CN by reason of the presence in those products of distinctive flavouring substances or properties of taste (see, to this effect, Case 185/73 König [1974] ECR 607, paragraph 19).
Consequently, in contrast to those latter products, the taste and aroma of ethyl alcohol are neutral elements as regards the classification of a product under heading 2208 of the CN. The fact that the ‘malt beer base’ smells of alcohol and has a slightly bitter taste does not therefore prevent it from being classified under that heading.
In the light of all of the foregoing, the answer to the question referred is that Regulation No 2658/87 must be interpreted as meaning that a liquid described as a ‘malt beer base’, such as that in issue in the main proceedings, with an alcoholic strength by volume of 14% and obtained from brewed beer which has been clarified and then subjected to ultrafiltration, by which the concentration of ingredients such as bitter substances and proteins has been reduced, must be classified under heading 2208 of the CN.
In deze uitspraak wordt gewezen op een verschil in uitwerking in de Engelse en Franse versie van de verordening.
G. Danilović 2010/2011 (blz. 17) wijst er ook op dat de Engelse, Franse en Duitse taalversies ruimer geredigeerd zijn dan de Nederlandse. Deze laatste lijkt namelijk te beperken tot
producten die gedistilleerde alcohol bevatten. De Engelse, Franse en Duitse taalversies omvatten daarentegen ook producten die ethylalcohol bevatten. Die ethylalcohol kan immers ook op andere wijze dan via distillatie zijn verkregen. Het voorgaande is van belang omdat de verschillende GN-posten een onderscheid beogen te maken tussen producten die allemaal tenminste hetzelfde molecuul
bevatten (ethanol of C2H5OH), waarbij niet te zijn hoe dit is ontstaan (vergisting, destillatie of ultrafiltratie). Met ultrafiltratie kan alcohol worden verkregen die niet van gedistilleerde
alcohol valt te onderscheiden. Dat merkte Paderborner dus ook.
Wat bier betreft, volgt uit het voorgaande dat in ieder geval wanneer bier aan een zodanige bewerking wordt onderworpen dat de geur en de smaak van het door deze bewerking verkregen product niet langer de aan bier eigen karakteristieken hebben, het verkregen product niet als bier kan worden aangemerkt. Hierdoor kan bij de vervaardiging van alcoholvrij bier, door de daarin aanwezige alcohol door middel van ultrafiltratie of omgekeerde osmose aan het “bier” in de zin van GN-post 22.03 te onttrekken, noch het alcoholvrije bier, noch de verkregen ethylalcohol als “bier” in de zin van laatstgenoemde GN-post worden aangemerkt. Omdat in de procedure waarin het Finanzgericht Düsseldorf zijn prejudiciële vraag stelde, volgens deze sprake is van een “kleurloze, heldere, naar alcohol ruikende, licht bitter smakende vloeistof”,45 kan de conclusie worden getrokken dat, de geur en de smaak van de “malt beer base” niet langer de aan bier eigen karakteristieken hebben. Bezien naar maatstaven van Nederlands nationaal recht kan deze “malt beer base” daardoor niet als bier worden aangemerkt. Als gevolg hiervan dient dit product in GN-post 22.08 te worden ingedeeld. Op grond van een en ander zou de door het Finanzgericht Düsseldorf prejudiciële vraag bevestigend moeten worden beantwoord (
G. Danilović 2010/2011).
...het oordeel in de Siebrand procedure [Siebrand: het wezenlijke karakter van een drank nader bezien
, HR 21 maart 2008, zaak nr. 43038, LJN AZ4335] [bevestigt] dat de herkomst van de alcohol in een product bepalend kan zijn voor de indeling. Hierdoor kunnen twee dranken die dezelfde uiterlijke kenmerken hebben en dezelfde organoleptische eigenschappen hebben, voor de toepassing van de GN toch anders moeten worden ingedeeld, indien de alcohol van het een product uit distillatie is verkregen, terwijl die van andere product juist uit fermentatie afkomstig is (
G. Danilović 2010/2011, blz 23).
Het accijnstarief (welke GN-code van toepassing is) is afhankelijk van de alcoholproductiemethode, en het gebruiksdoel. Dat is niet zomaar te zien aan de alcohol zelf.
Bij dit laatste merkt (
G. Danilović 2010/2011, blz 26), verwijzend naar
HvJ EU 10 juli 1986, zaak nr. 222/85, Hela Lampe, Jur. 1986, blz. 2449 op dat: 'de bestemming van een goed geen inherente eigenschap is van dat goed en derhalve geen objectief criterium voor de tariefindeling op het tijdstip van de invoer, daar op dat tijdstip niet kan worden vastgesteld waarvoor het goed daadwerkelijk zal worden gebruikt.'
Het is dus nog niet zo eenvoudig en er is een heel juridische onderbouwing nodig voor de codering van de eindproducten van een brouwerij.
Ook bostel (brouwerijafval) heeft een code: 2303 30 00. Machines en toestellen voor brouwerijen vallen dan onder een GN-code: 8438 40 00. En wat de grondstoffen betreft:
1001 10 00, 1001 90 99 Kwaliteitstarwe
1003 00 10, 1003 00 90 Brouwgerst
1005 10 90, 1005 90 00 Maïs
1210 Hopbellen, vers of gedroogd, ook indien fijngemaakt, gemalen of in pellets; lupuline:
1210 10 00 − hopbellen, niet fijngemaakt en niet gemalen, noch in pellets . . . . . . . . . . 5,8 —
1210 20 − hopbellen, fijngemaakt, gemalen of in pellets; lupuline:
1210 20 10 − − hopbellen, fijngemaakt, gemalen of in pellets, met lupuline verrijkt; lupuline . . 5,8 —
1210 20 90 − − andere ...
1302 13 00 Plantensappen en plantenextracten van hop
(
http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2006:301:0001:0880:NL:PDF)
En aan dat alles hangt uiteindelijk een prijskaartje:
Tarievenoverzicht Accijns en Verbruiksbelasting
Per 1-4-2015
Bier
- mengsels van bier van GN-code 2203 en niet-alcoholhoudende dranken, met een alcoholgehalte van niet meer dan 1,2% vol
€ 7,59 per hl
- andere, met een extractgehalte, uitgedrukt in gewichtspercenten plato van:
- - minder dan 7
€ 7,59 per hl
- - 7 of meer doch minder dan 11:
- - - vervaardigd in een accijnsgoederenplaats waar in het voorgaande kalenderjaar niet meer dan 200.000 hl bier is vervaardigd
€ 26,35 per hl
- - - andere € 28,49 per hl
- - 11 of meer doch minder dan 15:
- - - vervaardigd in een accijnsgoederenplaats waar in het voorgaande kalenderjaar niet meer dan 200.000 hl bier is vervaardigd
€ 35,11 per hl
- - - andere
€ 37,96 per hl
- - 15 of meer:
- - - vervaardigd in een accijnsgoederenplaats waar in het voorgaande kalenderjaar niet meer dan 200.000 hl bier is vervaardigd
€ 43,92 per hl
- - - andere € 47,48 per hl
...
Accijns (aantekeningen)
1) Onder extractgehalte in percenten plato wordt verstaan: het gehalte van in de stamwort opgeloste niet-vluchtige stoffen vermeerderd met het gehalte van na de gisting aan het bier toegevoegde stoffen.
2) Voor de berekening van de accijns dient het volume van bier in geconcentreerde vorm te worden herleid naar het volume van voor gebruik gereed bier.
3) Herkomst van een zodanige accijnsgoederenplaats moet worden aangetoond.
4) Voor de berekening van de accijns wordt het volume van producten die bestaan uit een vloeistof waarin zich bestanddelen in vaste vorm bevinden, gesteld op het volume van het gehele product.
(
http://gebruikstarief.douane.nl/lijsten-overzichten)
Dus resumerend:
Als ik werk gaat van mijn salaris belasting af, vervolgens komt het geld op mijn spaarrekening, waar op het eind van het jaar belasting over moet worden betaald. Als ik vervolgens iets koop met mijn geld betaal ik ook nog eens belasting. Bij een bier van 2,20 is er zo 45 cent aan belasting bij (zie
PINT, 2013,
Biernet). En als ik bovenstaande goed begrijp heeft de brouwer ook nog eens belasting en vergunningkosten betaald voor het mogen brouwen van bier, voor de grondstoffen en uiteindelijk ook voor het eindproduct? Bijzonder aan het hele systeem is dat er ondanks de accijnsverhoging, minder staatsinkomsten zijn (
Biernet, 2014). Wat zal er komend jaar gaan gebeuren? Nog meer belastingen?