De realisatie van een kleine, biologische proefbrouwerij/jeneverstokerij met een bescheiden
proeflokaal. Er wordt gebruik gemaakt van een kleine brouw en distilleer(potstill) installatie. Tevens
is er nog een water demineralisering installatie aanwezig. Deze installaties maken gebruik van
elektriciteit (efficiënt en veilig) en water. Zowel elektriciteit als de wateraansluiting is al in het pand
aanwezig. Naast de brouw/stook installatie zal ook de vergisting van fruit en moutwijnen en de
opslag van ingrediënten en verpakkingsmateriaal binnen dezelfde inrichting plaatsvinden. Afvoer
van restproducten (AGF) zullen bij de bioboerderij op de Kemphaan en bestaande
kinderboerderijen in Almere worden afgezet en daar als veevoer nuttig worden toegepast. De
voorziene omvang van de proefbrouwerij/distilleerderij is kleinschalig te noemen. De
proefbrouwerij/distilleerderij hanteert een maximale brouwcapaciteit van 200 liter per batch en een
distilleercapaciteit (potstill) van 125 liter, wat resulteert in ca. 40 liter eindproduct per batch. Op
jaarbasis zal circa 10.000 liter bier en circa 1.600 liter gedistilleerd worden geproduceerd (www.ofgv.nl/friksbeheer/wp-content/uploads/2014/03/Bijlage-1-Melding-A9R39E3-Markerkant-10-30-te-Almere.pdf).
BioSpirits is de eerste ambachtelijke, 100% biologisch gecertificeerde distilleerderij in Nederland. Door het verwerken van uitsluitend biologisch geteelde en gecertificeerde grondstoffen, veel geduld en ouderwets vakmanschap bereiken wij een smaak en kwaliteit die voor de industriële distilleerderij al lang niet meer haalbaar is (www.biospirits.nl/). Het is een melding Activiteitenbesluit, waarover ik vorig jaar hier al schreef.
Er staat niet veel over bier, dus keek ik hier en hier wat verder maar dat ging weer ergens anders over. Het bedrijf Twilmij slaat biergist op. Heineken Nederland BV, heeft een verpakkingsruimte omgebouwd naar een doseerruimte op de locatie Rietveldenweg 25 te 's-Hertogenbosch. Verpakte gevaarlijke stoffen en CMR-stoffen moeten worden opgeslagen in de doseerhal. In de doseerhal mag zowel de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen plaats vinden als het doseren (toevoegen) van die stoffen aan het bierproductieproces.
In de bierbrouwerij te 's-Hertogenbosch worden steeds meer verschillende biersoorten gebrouwen.
Daarvoor is het nodig om hulpstoffen (flavours) tijdens het productieproces toe te voegen. Deze
flavours geven een bepaald aroma aan het bier. Veel van deze flavours zijn op basisvan ethanol en
vallen daardoor onder de definitie van brandbare vloeistoffen. De laatste jaren zijn op diverse
plekken in het bedrijf doseerpunten ontstaan. Vanwege het brandgevaar is dit een onwenselijke
situatie. Het doseren zal nu vanuit één ruimte plaatsvinden, de zogenaamde doseerhal. In deze
ruimte zullen de te doseren stoffen opgeslagen en aan het proces toegevoegd worden. Een
belangrijke veiligheidsmaatregel in deze ruimte is dat de ruimte gekoeld wordt, zodat het vlampunt
van de in de ruimte aanwezige stoffen nooit wordt bereikt. De koeling wordt verzorgd door de
bestaande ammoniakkoeling, die over voldoende capaciteit beschikt. De ammoniakkoelinstallatie
wordt dus niet uitgebreid. In de ruimte wordt 100 ton aan flavours opgeslagen, waarvan maximaal 45
ton flavours vallend in de ADRklasse3 (vlampunt> 21 oe en < 60 0q3. De aangevraagdeverandering
zal niet leiden tot een productieverhoging". Samengevat behelst de aanvraag niet meer dan het
centraliseren van de bestaande doseeractiviteiten..... In deze productiehal werd tot 2015 bier in de verpakkingsvorm beertender verpakt. Deze lijn is begin 2015 buiten bedrijf gesteld en ontmanteld. De aan- en afvoerbewegingen die plaatsvonden naar de beertenderlijn (aanleveren lege emballage en afvoeren volle verpakkingen) komen nagenoeg overeen met de transportbewegingen voor de doseerhal. Het aantal transportbewegingen zal zeker niet meer worden dan in de vergunde situatie. (Z/004725, 23 juni 2016).
Heineken Nederland BV, Rietveldenweg 25 te ’s-Hertogenbosch heeft op 20 november 2013 de plaatsing van twee suikersilo’s aangevraagd. Door het plaatsen van de twee suikersilo’s (met vloeibare suiker) zal de vergunde productiecapaciteit van 8 miljoen hectoliter bier niet overschreden worden. In de tanks wordt stroperig, vloeibare suiker opgeslagen. We beoordelen dit als een nietbodembedreigende stof. De voorschriften voor de opslag van suiker zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit (C2135826/3602985, 6 juni 2014).
Ook vind ik een vergunningaanvraag van Bierbrouwerij Glassbier Leerdam uit 2014. Deze gaat over het volgende:
De oprichting van een ambachtelijke bierbrouwerij in een bedrijfsverzamelgebouw op de begane
grond aan de Energieweg 17P te Leerdam.
De aard van de inrichting is het brouwen van bier, vergisten, lageren van het bier en daarna
het afvullen in recycle bare wegwerp flessen en/of fusten
De grondstoffen die worden gebruikt zijn; water, mout, hop en gist. De vrijgekomen
bijproducten zijn bostel en een geringe hoeveelheid, gist.
De maximale jaarproductie is ca. 3000 liter en het brouwen zal alleen plaats vinden in de
maanden met een R in de maand dit i.v.m. infectie van het bier door omgevingstemperaturen
boven de 23 graden. Deze maximale brouwcapaciteit is gekoppeld aan de locatie.
De brouwinstallatie bestaat uit een elektrische kookketel van 60 liter en een elektrische
brouwketel van 150 liter. De gisttanks zijn 2x 300 liter en de lagertanks zijn 2x 330 liter.
De mout zal voor het brouwproces worden geschroot in een schrootmolen.
De productie capaciteit is gekoppeld aan het lageren in de koeling met een minimale tijd van 6
weken per biersoort.
Bij het brouwen worden gerst, mout, hop en gist ingezet. Per recept kan er
maximaal 150 liter bier worden vervaardigd. Na 2 weken vergisting en minimaal 6
weken lagering wordt op fles of fust afgevuld. Tijdens het productie proces treden er
verliezen op die per brouwsel afwijken. (wortbereiding, gisting, lagering of koken van
de wort).
Bottelen gebeurt handmatig met behulp van een afvulapparaat. Dit apparaat
bepaalt het afvulniveau. Het afsluiten van de fles met een kroonkurk is handmatig en
het etiketteren met een halfautomaat etiketteer machine.
Na de bierbereiding en filtratie zal er een restproduct zijn die gebruikt kan worden als veevoer. Ook
kan er Bierbostelbrood van gebakken worden. Momenteel brengen wij de bostel, na het brouwproces,
naar een melkboerderij in de omgeving. Opslag, vervoer en overslag van deze co-producten volgens
GMP diervoedersector 2000.
De brouwerij werkt volgens de hygiënecode voor brouwers HACCP code 20-11-2002 versie 1,4.
Wij werken volgens de beheersmaatregelen die moeten worden geverifieerd volgens het
kwaliteitshandboek inkoop grondstoffen en productie e.e.a. volgens de bierverordening 1997.
Eveneens zijn hierbij opgenomen de algemene hygiënemaatregelen behorende tot het bedrijfsbasis
programma (BBP)
Alcohol
Afhankelijk van de biersoort zullen er twee categorieën bier worden gemaakt met een extractgehalte
van de stamwort in graden Plato voor bier categorie I maximaal 15,5 graden Plato en bier categorie S
boven 15,5 graden Plato.
Volgens de vergunning van de douane vergunningsnummer; NL00740005031 zullen alle
geproduceerde flessen en fusten in de AGP ruimte per kwartaal worden uitgeslagen op basis van
voorraadmutaties en financiële administratie. De netto geproduceerde hoeveelheid bier wordt belast
met accijns volgens de categorie graden Plato. Op 15 mei 2014 is er een algemene controle geweest
van de Douane Nijmegen en volgens de inspecteur geeft het onderzoek geen aanleiding tot correcties (https://repository.officiele-overheidspublicaties.nl/externebijlagen/exb-2014-13518/1/Bijlage/exb-2014-13518.pdf).
De onderzoekslocatie is gelegen aan de Rijksweg 17-19 en Rosstraat 4a en 4b te Gulpen en
is kadastraal bekend als gemeente Gulpen, sectie A, nummers 3191, 4572, 4573, 3803 en
3650 (ged). De locatie heeft een oppervlakte van circa 3.000 m2. ... de locatie gelegen aan de Rijksweg 17-19 en Rosstraat 4a en 4b te Gulpen (bekend als Gulpener Bierbrouwerij) ...
De brouwerij is in 1965 vernieuwd door een brouwhuis, een nieuwe azijnfabriek, een
distilleerderij met centraal magazijn (1971) en een wijnhal. In de periode 1978-1979 vond
een reorganisatie plaats waarbij de B.V. Gulpener Azijn- en Mosterdfabriek en de B.V.
Gulpener Bierbrouwerij onafhankelijk van elkaar hun werkzaamheden voortzetten.
De oude bierbrouwerij is onderkelderd. De kelder is gemetseld en heeft een betonvloer. De
verdiepingsvloeren zijn deels van beton en deels van hout. De muren zijn gemetseld en in de
werkplaats staan stalen stelkozijnen in de buitengevels. Op het dak liggen dakpannen en een
gedeelte is plat dak. De fietsenstalling en opslag van horecamateriaal bestaan uit gemetselde
muren en asbestverdachte dakbedekking.
...
Op 16 september 1963 is door de procuaratiehouders der N.V. Gulpener Bierbrouwerij,
Distilleerderij en Azijnfabriek een aanvraag ingediend voor het aanbrengen van twee ventilatoren
(kadastrale aanduiding onbekend). De bouwvergunning is op 19 september 1963 verleend.
Op 8 juli 1964 is door N.V. Gulpener Bierbrouwerij, Distilleerderij en Azijnfabriek een aanvraag
ingediend voor het bouwen van 3 silo’s voor het brouwhuis (sectie A 3172). De bouwvergunning is
op 21 augustus 1964 verleend.
Op 1 april 1965 is door N.V. Gulpener Bierbrouwerij, Distilleerderij en Azijnfabriek een aanvraag
ingediend voor de tweede bouwfase van het brouwhuis (sectie A 3172). De bouwvergunning is op
11 juni 1965 verleend.
Op 12 november 1974 is door Gulpener Bierbrouwerij Gulpen een aanvraag ingediend voor het
bouwen van een (overkapping) lagertankhal (sectie A 3172). De bouwvergunning is op 22 april 1975
verleend.
Door Gulpener Bierbrouwerij B.V. is een aanvraag ingediend voor het vergroten van een
opslagloods / lagertanks (sectie A 3650). Aandachtspunt is de groothoogte van de reeds aanwezige
tanks. De bouwvergunning is op 8 november 1988 verleend.
Op 16 oktober 1989 is door Gulpener Bierbrouwerij B.V. een aanvraag ingediend voor het bouwen
van een brouwhuis (geen kadastrale aanduiding). De bouwvergunning is op 31 oktober 1989
verleend.
Op 23 maart 1993 is door Gulpener azijn & mosterd fabriek een aanvraag ingediend voor het
plaatsen van een minitrafo (sectie B 5118) in verband met de uitbreiding van de mosterdproductie.
De bouwvergunning is op 26 mei 1993 verleend.
Op 12 september 1996 is door Gulpener Bierbrouwerij B.V. een aanvraag ingediend voor het
bouwen van een gistkelder / opslag helder bier (sectie A 3650). De bouwvergunning is op 18
september 1996 verleend.
Op 24 maart 1997 is door Gulpener Bierbrouwerij B.V. een aanvraag ingediend voor het bouwen
van een magazijn (B 5829, B 5118, B 5825, B 4603). De bouwvergunning is op 8 oktober 1997
verleend. ... Bijgevoegd in het dossier zijn een aantal stoffen waarvan gebruik werd gemaakt,
zoals bijvoorbeeld melkzuur, salpeterzuur, zoutzuur, salpeterzuur, natronloog etc. etc.
Op 30 augustus 1974 is door N.V. Gulpener Bierbrouwerij, Distilleerderij en Azijnfabriek een
aanvraag ingediend voor het verbouwen van een kantoorruimte (sectie B 5118). Het aan de
straatzijde gelegen gedeelte van de verbouwing (langs Rijksweg) dient volledig aangepast te worden
aan de bestaande toestand. De bouwvergunning is op 17 september 1974 verleend.
Op 18 februari 1982 is door Gulpener Bierbrouwerij B.V. een aanvraag ingediend voor het bouwen
van een fietsenberging (sectie B 5118). De bouwvergunning is op 27 april 1982 verleend.
Op 27 juni 1958 is door N.V. Gulpener Bierbrouwerij, Distilleerderij en Azijnfabriek een aanvraag
ingediend voor het bouwen van een onthardingsruimte en kleedlokaal (sectie A 2926). De
bouwvergunning is op 4 juli 1958 verleend.
Op 27 december 1973 is door Gulpener Bierbrouwerij B.V. een aanvraag ingediend voor het
verbouwen van de bestaande zuivelfabriek en de nieuwbouw van een wijnhal (sectie C 2813 en C
3095). De bouwvergunning is op 26 februari 1974 verleend.
Op 3 november 1972 is door Gulpener Bierbrouwerij B.V. een aanvraag ingediend voor het
verbouwen van een café tot woonhuis (sectie A 3128). De bouwvergunning is op 21 november 1972
verleend.
Op 16 mei 1972 is door N.V. Gulpener Bierbrouwerij, Distilleerderij en Azijnfabriek een aanvraag
ingediend voor het verbouwen van de gevel van de bedrijfsruimte aan de Rosstraat (sectie A 3172).
...De bouwvergunning is op 20 juni 1972 verleend.
Op 20 augustus 1970 is door Gulpener Bierbrouwerij B.V. een aanvraag ingediend voor het plaatsen
van een opslag/magazijn (sectie A 4577, A4578, A4162, A4602, A5118, A4373). De locatie is
bekend als Aan het Veld. .... De bouwvergunning is op 25 september 1970 verleend.
Op 26 mei 1970 is door Gulpener Bierbrouwerij B.V. een aanvraag ingediend voor het veranderen
van een bergruimte in een toiletruimte (sectie A 3113). De bouwvergunning is op 28 mei 1970
verleend.
Op 24 augustus 2010 is door Gulpener Bierbrouwerij B.V. een melding Activiteitenbesluit verricht
voor de locatie Rijksweg 16, bierbrouwerij met centraal magazijn en kantoren. .... In diverse (rvs) tanks vindt opslag van water plaats en stationaire wateropslag, afvullen flessen en werkplaatswerkzaamheden.
... Tijdens het locatiebezoek is de exacte plek aangegeven: ten zuidwesten van de waterbuffertank ontijzering (nr 162) en waterbuffertank onthard water (163). Op het terrein heeft geen (bodem)onderzoek plaatsgevonden.
Zover als zijn er geen (ondergrondse) tanks (brandstof/septictanks) aanwezig (geweest). Verder zijn
geen bijzonderheden zijn opgemerkt (http://gulpenwittem.gemeentedocumenten.nl/ro_online/NL.IMRO.1729.bpgulpener-/NL.IMRO.1729.bpgulpener-ON01/b_NL.IMRO.1729.bpgulpener-ON01_tb2.pdf).
In maart 2014 heeft Royal HaskoningDHV, in opdracht van MVJ Ontwikkelingen B.V., een bodemonderzoek uitgevoerd op het terrein van de voormalige Stadsbrouwerij “De Ridder” aan de Oeverwal te Maastricht.
...
De onderzoeklocatie betreft de voormalige Stadbrouwerij ‘ De Ridder’ die in 2003 diens bedrijfsactiviteiten ter plaatse heeft beëindigd. Op 17 oktober 2008 zijn de vergunningen voor de Oeverwal 3-9 in gevolge de Wet Milieubeheer definitief ingetrokken.
...
Sinds 1857 bevindt zich al een brouwerij op het onderzoeksterrein, die in 1982 onder de naam bierbrouwerij De Ridder B.V. te boek staat. Het pand bestaat uit vijf verdiepingen; een kelder die is voorzien van betonvloeren, begane grond en een drietal bovenverdiepingen. In het basisdocument is een uitvoerige beschrijving voor de bierproductie en hier mee gemoeide proces- en afvalstoffen opgenomen.
...
Uit het gemeentearchief is destijds gebleken dat een laatste revisie in het kader van de Hinderwetvergunning is afgegeven in 1994. In 1997 is echter nog een kleine revisie verleend in het kader van een uitbreidings- en wijzigingsvergunning.
Als het aan Jan Hoen ligt, komt er toch een brouwersopleiding in de voormalige Ridderbrouwerij. Niet zoals gepland in het hoofdgebouw, want daar is geen plaats omdat er appartementen komen.
Volgens de fractievoorzitter van de Maastrichtse Volkspartij is er wel een plek voor deze opleiding op de hoek van de Oeverwal en de Wyckerheidestraat.
En omdat deze ruimte ook nog steeds tot het voormalige Riddercomplex behoort, ziet Hoen er samen met een horecafunctie en rondleidingen een mooie toeristische trekpleister in (www.rtvmaastricht.nl/nieuws/18458733/brouwerijtraditie-terug-bij-de-ridder).
Als ik verder google op bier vind ik andere documenten:
Voorbeelden van bijvoedermiddelen zijn: producten waarvan de houdbaarheidsdatum is overschreden (bier, chocolade, koekjes, enz.) (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/behandelddossier/30654/stcrt-2012-23576?resultIndex=6&sorttype=1&sortorder=4)
Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een
milieubelastende activiteit te verrichten, geldt voor de milieubelastende activiteit, bedoeld in artikel
3.97, als het gaat om:
c. het brouwen van bier of het mouten,
...
bierbostelpellets S3