Translate

Zoeken in deze blog

woensdag 25 februari 2015

OBM bierbrouwerijen en mouterijen MER,NER, IPPC?

Voor een bierbrouwerij is een 'omgevingsvergunning beperkte milieutoets' (OBM) nodig. Er blijkt sprake van een type B inrichting waarvoor een OBM nodig is.

OBM staat overigens ook voor Ongedierte Bestrijding Maarssen V.O.F.

De Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) is nodig bij bedrijven die onder het Activiteitenbesluit vallen. De OBM geeft aan of een bedrijf wel of niet een milieuvergunning nodig heeft. Op infomil wordt dit helemaal uitgelegd.

Voor bepaalde bedrijfsactiviteiten moet naast een melding onder het Activiteitenbesluit, ook een aanvraag voor een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) worden gedaan.
Het doel van de OBM is dat de overheid vooraf instemt met uw bedrijfsactiviteiten. Een OBM kan nodig zijn als u met uw bedrijf start, of als uw bedrijf wijzigt. Een OBM is enkel een toestemming of een weigering, er worden geen voorschriften aan verbonden. Voor een OBM geldt de reguliere Wabo procedure, dit betekent dat er in beginsel binnen 8 weken een besluit wordt genomen (http://activiteitenbesluitadvies.nl/omgevingsvergunning-beperkte-milieutoets/).

Een OBM kan om diverse redenen nodig zijn:
- MER (milieueffectrapportage)
- Bibob (verklaring omtrent gedrag)
- PM10 (fijnstof)
etc...

Maar wat moet je dan als brouwerij allemaal aanleveren?

Voor een OBM Bierbrouwerij gaat het om de MER (milieueffectrapportage).

Bierbrouwerijen en mouterijen vallen onder: Categorie D37 van de bijlage bij het Besluit milieu-effectrapportage = De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie van een bierbrouwerij (D37.1)of een mouterij (D37.2). (Bor, 2.2a lid 1, onder a) Relatie met Bijlage I Onderdeel B, eerste lid onder b regelt dat een Omgevingsvergunning milieu vereist is indien Wm artikel 7.18 van toepassing is (zie uitzondering: De aanwijzing vervalt indien uit de mer-beoordeling volgt dat een milieueffectrapport opgesteld moet worden, of indien de initiatiefnemer zelf besluit een milieueffectrapport op te stellen (= artikel 7.18 van de Wet milieubeheer van toepassing).)

De OBM is niet vereist indien de activiteit deel uitmaakt van een IPPC-installatie.

Als het bevoegd gezag heeft beslist dat een milieueffectrapport moet worden gemaakt wordt de OBM geweigerd. De brouwerij heeft dan een milieuvergunning nodig.

Uit de formulering volgt dat de OBM nodig is bij wijzigingen of uitbreidingen (in de zin van het Besluit milieueffectrapportage).

Lex silencio is niet van toepassing?
(www.infomil.nl/onderwerpen/integrale/activiteitenbesluit/omgevingsvergunning/obm-categorien/voedingsmiddelen/bierbrouwerijen/)

De Lex Silencio Positivo (LSP) is de van rechtswege verleende vergunning: als een decentrale overheid bij een vergunningaanvraag te laat of niet reageert, dan wordt de vergunning stilzwijgend verleend. Doel van de invoering van de LSP is de regeldruk verminderen en de dienstverlening aan bedrijven en burgers verbeteren (www.europadecentraal.nl/onderwerpen/diensten-richtlijn/vergunningstelsels-en-eisen/lex-silencio-positivo/).

Om de LSP in Nederland te regelen, is via de Dienstenwet paragraaf 4.1.3.3 aan de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegevoegd. Een bestuursorgaan is verplicht om de van rechtswege verleende beschikking binnen twee weken bekend te maken. Hierbij moet worden vermeld dat de beschikking van rechtswege is verleend. Gebeurt dit niet, dan kan de Wet dwangsom worden toegepast (www.europadecentraal.nl/onderwerpen/diensten-richtlijn/vergunningstelsels-en-eisen/lex-silencio-positivo/).

Het betreft de vraag of een MER nodig is en een MER is geen NER. Belsuit MER heeft in de bijlage staan bij D 37:

D 37 van de bijlage bij het Besluit milieu-effectrapportage zegt:
D 37.1 De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie van een bierbrouwerij.
In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een productiecapaciteit van 75 miljoen liter per jaar of meer.
D 37.2 De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie van een mouterij.
In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een productiecapaciteit van 40.000 ton per jaar of meer (http://wetten.overheid.nl/BWBR0006788/Bijlage/geldigheidsdatum_26-12-2013).

Nu brouwen kleine brouwerijen volgens mij niet zo veel...

Wel schieten ze overal uit de grond:

In 2015:
Binderskampweg 29 U31 te Nijmegen: oprichten van de inrichting (kleinschalig brouwen van bier, vermarkten en distribueren van dit bier).

In 2014
Kerkstraat 51, 5411 EA  Zeeland; het veranderen van een gedeelte van de functie van de pastorie en kantoren in een bed & breakfast, restaurant en een educatieve brouwerij met een streekproduktenwinkeltje (ontvangen 11 juni 2014) (www.landerd.nl/over-landerd/bekendmakingen_42075/item/omgevingsvergunning-week-26_65498.html) Dit betreft volgens mij Herberg d'n Brouwer, maar deze is nog niet bekend bij Biernet.

Brouwerij Glassbier Leerdam vraagt een Milieuvergunning Bierbrouwerij Glassbier Leerdam aan voor Het ambachtelijk brouwen van bier, opslag en proeven van bier in Bier Atelier Vijfheerenlanden. Maximale brouwproductie is 3.000 liter bier op jaarbasis. Installatie is een elektrische kookketel van 18 kW en een brouwketel van 30 kW. Brouwketel heeft een bruto inhoud
van 150 liter.
Wat zijn de tijden en dagen, danwel perioden waarop de inrichting of onderdelen daarvan, in bedrijf zijn?
Brouwen, 8 maanden per jaar, alleen als de r is in de maand met een maximum van 3 dagen per maand aanvang 07.00 uur einde 18.00 uur
Welke activiteiten vinden inpandig plaats binnen de inrichting?
Brouwen van ambachtelijk bier, lagering en het afvullen op fles en fust. Het aanbrengen van een etiket op de fles. 3 x per maand wordt er bier gebrouwen. 130 liter bier zal in de fles of fust worden afgevuld na de lagering. Direct na het afvullen worden de etiketjes aangebracht.
Beschrijf kort welke producten uw bedrijf maakt: Bier van hoge gisting
Ze verbruiken 500 kg graan per jaar. Als afvalstof hebben ze per jaar 950 kg bostel (40 kg per brouw) en 12 kg gist (1 kg per brouw).
https://repository.officiele-overheidspublicaties.nl/externebijlagen/exb-2014-13518/1/Bijlage/exb-2014-13518.pdf). Aangezien de productiecapaciteit voor de ambachtelijk bierbrouwerij maximaal 3000 liter is per jaar en daardoor geen verwachting is voor nadelige gevolgen voor het milieu zal hiervoor een vormvrije Mer voldoende zijn.
Deze procedure, met daarbij de benodigde formulieren, zijn voor een brouwerij met een
capaciteit van <75 .000.000="" aan="" brouwerij="" de="" een="" gelijk="" jaar="" liter="" met="" nbsp="" onze="" p="" per="" procedure="" voor="">kleine productie. Wat inhoud dat wij geen enkele of wellicht een zeer geringe milieubelasting
hebben. (0,004%. van de maximale capaciteit) (https://repository.officiele-overheidspublicaties.nl/externebijlagen/exb-2014-13518/1/Bijlage/exb-2014-13518.pdf).


Apeldoornse Bierbrouwerij De Vlijt BV, heeft de sleutel van het Zwitsal Ketelhuis aan de Vlijtseweg in Apeldoorn (www.veluwseschavuyt.nl/nieuws/73-brouwerij-de-vlijt-krijgt-officieel-de-sleutel): Vlijtseweg 116: omgevingsvergunning beperkte milieutoets voor een bierbrouwerij (22 juli 2014) (http://apeldoorn.nl/DATA/TER/docs/nieuws_mededelingen/bekendmakingen/2014/07_juli/bekendmakingen_20140730.pdf)

Bierbrouwerij en museum
Koestraat 20, 5688 AH, Oirschot, voor een (museum) bierbrouwerij met horeca (beperkte milieutoets), verleend op 8 juli 2014 (www.oirschot.nl/actueel/overzicht-bekendmakingen_44705/item/verleende-omgevingsvergunningen-wk-29_69854.html).

Zaagmolenkade 46
Aangevraagde omgevingsverg Zaagmolenkade 46 brouwerij (24-06-14)
Instantie: Gemeente Rotterdam
Uitgegeven: 24 juni 2014
Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Rotterdam maakt bekend dat zij de volgende aanvragen voor omgevingsvergunningen heeft ontvangen (art. 2.1. en 2.2. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) (http://drimble.nl/lokale-overheid/bekendmaking/631600/rotterdam-aangevraagde-omgevingsverg-zaagmolenkade-46-brouwerij-24-06.html)
Zaagmolenkade 117, 3035 KD, omgevingsvergunning beperkte milieutoets tbv bierbrouwerij   

Westerdok 274 1013BH - aanvraag 1142623 - soort: regulier - voor veranderen van de beganegrondverdieping van het gebouw Westerdok 274 met bestemming daarvan tot café/eetcafé en kleinschalige brouwerij.
Westerdok 274 1013BH - aanvraag 1216345 - soort: regulier - voor omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) betreffende het aspect Mer-beoordeling voor het oprichten van de Oedipus Brewpub, een proeflokaal met kleinschalige bierbrouwerij in het gebouwgedeelte Westerdok 274 (www.centrum.amsterdam.nl/actueel/bekendmakingen/index/2014/14-05-2014/).

In 2013:
Brouwerij Oersoep brouwt bijvoorbeeld 1000 liter bier per week, wat neerkomt op 50.000 liter?

De Texelse bierbrouwerij heeft een OBM aangevraagd voor het verplaatsen van een bottelarij en gistruimte ten opzichte van hun milieuvergunning uit 2005. De gemeente toetst de aanvraag aan geur en geluid.

Cornelis Troostplein 21, 1072 JJ: betreft bouw en milieu: voor het bouwen in afwijking van de verleende omgevingsvergunning ( OLO-nummer 781301), waarbij de afwijking bestaat uit het vergroten van de horecavestiging ter hoogte van de begane grond van het gebouw Cornelis Troostplein 21 en het verruimen van het gebruik daarvan met een nevenactiviteit “bierbrouwerij” inclusief een aantal wijzigingen van brandcompartimenten en hoofddraagconstructie, het verrichten van een andere activiteit (kleinschalige bierbrouwerij) binnen horeca IV, vestiging op het adres Cornelis Troostplein 21 (beperkte milieutoets), verzonden d.d. 3 december 2013. OLO-nummer 997105 (Amsterdam Stadsdeel Zuid);

De Tweekoppige phoenix is een museum/horeca bedrijf gesitueerd op de Zaanse Schans. Ze hebben een Ontwerpbesluit omgevingsvergunning - Molenwerf 22E, Uitgeest voor Noord-Hollandse Bierbrouwerij / Distilleerderij De Tweekoppige Phoenix voor het oprichten van een bierbrouwerij en een distilleerderij, gelegen aan de Molenwerf 22E in Uitgeest (www.milieudienst-ijmond.nl/actueel/bekendmakingen/uitgeest/@2174/ontwerpbesluit-2/).

Zeeburgerpad 55, 1019 AC: HZ-WABO-2013-009031, ingediend: 5 juli 2013, verleend: 30 augustus 2013, beperkte milieutoets t.b.v. Brouwerij t IJ (www.oost.amsterdam.nl/actueel/zoeken-bekendmaking/2013/week-29/aanvraag-0/www.oost.amsterdam.nl/actueel/zoeken-bekendmaking/2013/week-37/verleende-(reguliere/).

Speciaalbierbrouwerij Oijen kreeg in november 2011 de toestemming had van B&W om uit te breiden. Vanuit de buurt kwamen meerdere bezwaren op de uitbreidingsplannen. In de zes weken tijd dat de plannen ter inzage bij de gemeente Oss lagen zijn er zes ‘zienswijzen’ ingediend. Vier daarvan zijn door omwonenden of agrariërs ingediend die een perceel hebben dat grenst aan het terrein van de brouwerij en horecagelegenheid. Vervolgens hebben ook de provincie zelf en de eigenaren van de brouwerij een opmerking gemaakt over het bestemmingsplan (http://bier.blog.nl/biernieuws/2012/02/09/uitbreiding-brouwerij-oijen-toch-onzeker).
Bij besluit van 22 november 2012 heeft de raad [van Oss] het bestemmingsplan "Bierbrouwerij - Oijen - 2012" vastgesteld. De raad stelt zich op het standpunt dat de ondergeschiktheid van de horecafunctie gewaarborgd is in de planregels door de hiervoor toegelaten oppervlakte te beperken. De begrotings- en omzetcijfers bevestigen dat de bierbrouwerij de hoofdfunctie is in relatie tot de horecafunctie. Over het aantal parkeerplaatsen stelt de raad zich op het standpunt dat er aansluiting is gezocht bij de parkeer-kencijfers 2008 van het Nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte CROW (hierna: CROW). Er is uitgegaan van een combinatie van de functie café/bar/cafetaria en de functie restaurant.
Ingevolge het bepaalde onder 4.1.2, onder a, wordt onder de functie "bierbrouwerij als hoofdfunctie met ondergeschikte horecafunctie" verstaan:
1. het brouwen van bier;
2. het geven van rondleidingen;
3. het houden van proeverijen;
4. het geven van biercursussen;
5. horeca, al dan niet voor passanten, met een oppervlakte van maximaal 113 m² die onlosmakelijk en als niet-zelfstandig onderdeel verbonden is met de bierbrouwerij.
Niet in geschil is dat de exploitatie van de bierbrouwerij met bijbehorende dagrecreatieve activiteiten, de horeca-activiteiten en de verblijfsrecreatieve activiteiten van invloed zullen zijn op de omgeving. In het akoestisch onderzoek van Ulehake Bouwfysica van 12 juli 2011, dat de raad als uitgangspunt heeft genomen bij zijn beoordeling van het woon- en leefklimaat voor de omgeving, is uitgegaan van streefwaarden die gelden voor een landelijk gebied met een lage geluiddruk. In het akoestisch onderzoek zijn de activiteiten in de inrichting en op het terrein van de inrichting en de indirecte hinder door verkeer van en naar de inrichting op de openbare weg betrokken. In dit onderzoek is ook het terrasgeluid meegenomen. Conclusie van dit akoestisch onderzoek is dat er aan de streefwaarden geldend voor een landelijk gebied met een lage geluiddruk wordt voldaan. [appellant] heeft niet aannemelijk gemaakt dat de uitkomsten van dit onderzoek niet juist zouden zijn en dat hij in onaanvaardbare mate geluidhinder vanwege de inrichting zal ondervinden. Hierbij neemt de Afdeling voorts in aanmerking dat tussen het plangebied en de woning van [appellant] een afstand bestaat van 200 meter. Wat betreft het betoog van [appellant] dat geen onderzoek is gedaan naar alternatieve locaties, overweegt de Afdeling dat het in dit geval gaat om een feitelijk bestaande situatie die past binnen de toeristisch-recreatieve ontwikkelingen langs de Maas. Nu, gelet op het voorgaande, geen grond is gevonden voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening, bestaat geen aanleiding het besluit tot vaststelling van het plan te vernietigen. Het betoog faalt (www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=76269&summary_only=www.bd.nl/regio/regio-oss-en-uden/oss/geen-parkeer-en-horecaproblemen-bij-oijense-brouwerij-1.4064180).

In 2012:
Realiseren van brouwerij Brouwerij De Koperen Kat
Instantie: Gemeente Delft
Uitgegeven: 22 augustus 2012
Adres: Schieweg 15
Type: Omgevingsvergunning
Adres: Aanvraag ontvankelijk
(http://drimble.nl/lokale-overheid/bekendmaking/204935/delft-realiseren-van-brouwerij.html)

vestigen van een micro brouwerij op het adres Hoogedijk 1 Breugemsbrouwerij.
Deze brouwerij komt op de Dam en de doelstelling van de brouwerij is om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een dagbesteding en re-integratie aan te bieden (www.dichtbij.nl/waterland/ondernemersnieuws/artikel/1152614/brouwerij-zoekt-support.aspx). Al ging deze in 2013 weer failliet.

Wat ik vreemd vind is dat er in de stukken die ik lees sprake is van OBM, Activiteitenbesluit en milieuvergunning...Bij hobbybrouwen lees ik dat een brewpub toe kan met enkel een lichte hinderwetvergunning. Al corrigeert Jacques (bekend van de zware blonde van de Brand brouwwedstrijd): Hinderwet is uit de oude doos.
Tegenwoordig heb je voor heel veel bedrijfsmatige activiteiten geen vergunning meer nodig maar moet je als ondernemer voldoen aan de algemene regels van het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling. Eventueel kan de gemeente zogenaamde maatwerkvoorschriften stellen voor bijvoorbeeld het geluid afkomstig uit een horecabedrijf.
Als je een brouwerij begint heb je een zogenaamde omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig. De gemeente moet dan nagaan of de milieugevolgen zodanig zijn dat een milieueffectrapportage opgesteld moet worden. Bij een kleine brouwerij zal dat niet snel het geval zin.
Zie ook http://www.infomil.nl/onderwerpen/integrale/activiteitenbesluit/omgevingsvergunning/obm-categorien/voedingsmiddelen/bierbrouwerijen/ (www.hobbybrouwen.nl/forum/index.php?topic=27130.0).

Rubriek Milieu/natuur/water
Titel Raad van State 17-04-2013
Citeertitel  StAB 2013/68
Uitspraak  ECLI:NL:NL:RVS:BZ7791
Samenvatting Casus Milieuvergunning voor een bierbrouwerij.
Appellant voert aan dat de geluidbelasting van het verkeer onvoldoende is onderzocht nu slechts is uitgegaan van het verkeer van en naar de inrichting. Rechtsvraag Is de geluidbelasting van het verkeer in voldoende mate onderzocht?
Uitspraak Door het college is erkend dat slechts is uitgegaan van de geluidbelasting van het verkeer van en naar de inrichting. Nu niet de binnenshuis optredende geluidbelasting van het totale wegverkeer is berekend, maar slechts die van het verkeer van en naar de inrichting, is niet duidelijk of de geluidbelasting onder de binnengrenswaarde van 35 dB(A) blijft. artikel 8.10 Wm (oud) artikel 8.11 Wm (oud) (www.recht.nl/vakliteratuur/milieurecht/aflevering/21536/stab/2013/3/)

Bij de volgende bijzondere regelingen van §3.3 is een kader toegevoegd over het toepassen van de
bijzondere regeling. Dit gaat over het opstellen van vergunningvoorschriften over geur voor bedrijven met IPPC-installaties en maatwerkvoorschriften over geur voor andere bedrijven:
 - B5 Vleesindustrie
 - B6 Cacaobonen verwerkende industrie
 - B8 Aardappelverwerkende industrie
 - B10 Bierbrouwerijen
(www.sccm.nl/sites/default/files/SCCM_N130801_wijzigingen_wet_en_regelgeving_jan-jun2013.pdf)

Dus gezien voorgaande kan een bierbrouwerij dus Type B zijn, OBM nodig hebben, milieuvergunning, bestemmingsplan en MER en IPPC?

Wat NER (dus niet MER) betreft:
Zeer kleine brouwerijen die minder dan één brouwsel per dagen maken zijn vaak gekoppeld aan een andere activiteit, zoals horeca. De situatie is dan sterk lokaal gebonden en zeer specifiek. Daarom worden hiervoor in dit kader geen algemene regels gegeven. Het onderscheid tussen kleine en grote brouwerijen op basis van een jaarproductie van 200.000 hectoliter is gebaseerd op de accijnswetgeving. De regeling geeft geen eisen voor de afvalwaterzuivering omdat een afvalwaterzuivering die goed is gedimensioneerd en goed wordt bedreven normaal gesproken geen geuroverlast veroorzaakt. Als dat wel het geval is dient het bevoegd gezag in overleg met het bedrijf maatregelen vast te stellen.
Emissies
Er zijn vier relevante bronnen van geuremissie bij het brouwproces. Dit zijn het maischen, het koken van het deelbeslag, het koken van de wort en de diffuse emissies. Diffuse emissies kunnen optreden bij het vergisten, lageren, filtreren en bottelen. Voor het berekenen van de geuremissies zijn de volgende kengetallen vastgesteld.
maischen  20 Mge/ton storting
het koken van het deelbeslag 38
de diffuse bronnen 13
het koken van de wort 530
Kengetallen :

De kengetallen zijn afkomstig uit het geuronderzoek dat de brancheorganisatie heeft laten doen (Bedrijfstakonderzoek geurproblematiek brouwindustrie, Witteveen en Bos, 1995). Deze cijfers zijn bevestigd door de resultaten van recente metingen. De kengetallen en immissiewaarden zijn gebaseerd op het brouwen van pilsener bier. Ze zijn ook toepasbaar op het brouwen van speciaalbier als dit een beperkt aandeel in de totale productie heeft. Als het aandeel speciaalbier meer dan enkele tientallen procenten bedraagt, dan dient het bevoegd gezag na te gaan of het nodig is om afwijkende kengetallen te hanteren voor te bepalen van de geuruitworp. Met name voor het maischen kunnen bij speciaalbier andere waarden nodig zijn. Het kengetal voor de omvang van de diffuse emissies is bepaald op basis van een omslagpercentage van 2,5% op de emissie van het koken van de wort (www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/ner/digitale-ner/3-eisen-en/3-3-bijzondere/b10/).

Wat IPPC betekent:
Een IPPC-installatie is een installatie waarin een of meer van de activiteiten plaatsvinden uit bijlage I van de Europese Richtlijn industriële emissies. Deze bijlage stond eerst in de IPPC-richtlijn.
Richtlijn industriële emissies
De Richtlijn industriële emissies is gericht op preventie en bestrijding van milieuverontreiniging. De richtlijn houdt bepaalde verplichtingen in voor intensieve veehouderijen en grote milieuvervuilende industriële bedrijven. Zij moeten de beste beschikbare technieken (BBT) gebruiken. Hiermee moeten zij hun verontreiniging beperken, zo min mogelijk energie en grondstoffen gebruiken en zo min mogelijk afval produceren. In Nederland is de Richtlijn industriële emissies opgenomen in de Wet milieubeheer, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Waterwet (www.ondernemersplein.nl/regel/ippc/www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/bbt-ippc/ippc-installatie/).

Volgens 6.4 van bijlage 1 van de IPPC-richtlijn: 
Categorie 6.4 b van bijlage I van de Richtlijn industriële emissies heeft betrekking op:
De bewerking en verwerking behalve het uitsluitend verpakken van de volgende grondstoffen, al dan niet eerder bewerkt of onbewerkt, voor de fabricage van levensmiddelen of voeder van:
- uitsluitend dierlijke grondstoffen (andere dan uitsluitend melk) met een productiecapaciteit van meer dan 75 ton per dag eindproducten
- uitsluitend plantaardige grondstoffen met een productiecapaciteit van meer dan 300 ton per dag of 600 ton per dag eindproducten indien de installatie gedurende een periode van niet meer dan 90 dagen opeenvolgende dagen in om het even welk jaar in bedrijf is
- dierlijke en plantaardige grondstoffen, zowel in gecombineerde als in afzonderlijke producten, met een productiecapaciteit in ton per dag van meer dan:
--75 indien A gelijk is aan of hoger dan 10, of
--[ 300-(22,5 x A)] in alle andere gevallen,
--waarin ,,A'' het aandeel dierlijk materiaal is (in gewichtspercentage) van de productiecapaciteit in eindproducten.
De verpakking is niet inbegrepen in het eindgewicht van het product.
De genoemde drempelwaarden geven een indicatie van de potentiële milieubelasting van het productieproces. Omdat het waterverbruik (zoals opgietwater – het water dat bijvoorbeeld aan bonen in glas of blik wordt toegevoegd) direct bijdraagt aan de potentiële milieubelasting van de installatie, telt dit waterverbruik mee bij het bepalen van de productiecapaciteit.
De potentiële milieubelasting van de verpakkingproductie (de fabricage van de glazen potten, de conservenblikken etc.) is niet direct aan de voedingsmiddelenproducent toe te rekenen. Het gewicht van de verpakking telt dan ook niet mee bij bepalen van de productiecapaciteit (www.infomil.nl/onderwerpen/duurzame/bbt-ippc-brefs/dossiers/voedingsmiddellen-0/@84958/bepalen-capaciteit/).

Dus het komt allemaal neer op drempelwaarden:
75 ton per dag of meer = IPPC 
75 miljoen liter per jaar of meer = MER
minder: melding OBM

Maar wat moet je dan aanleveren?

Je schijnt op het OLO (ze zijn bij de overheid wel van de afkortingen?) Maar dat is logisch al je weet dat het betrokken ministerie dat over milieu gaat afgekort wordt tot VROM.

Op https://www.omgevingsloket.nl/ het Omgevingsloket online kunt u:
De vergunning- en meldingplicht checken
Alles in één keer online regelen
De status van aanvragen volgen
Met Omgevingsloket online kunt u één aanvraag opstellen voor een omgevingsvergunning, watervergunning en/of melding. Na indiening wordt de aanvraag indien nodig gesplitst. Hieronder staat per vergunning voor welke werkzaamheden u een aanvraag kunt indienen of melding kunt doen.
Inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen (Milieu)
Oprichting
Revisie
Verandering
Milieuneutraal veranderen (voorheen Melding 8.19 Wm)
Omgevingsvergunning beperkte milieutoets
(www.omgevingsloket.nl/Particulier/particulier/home/wat-is-omgevingsloket?init=true)

Melding AIM
Een melding in het kader van het Activiteitenbesluit doet u nog via de Activiteitenbesluit Internet Module (AIM).
(www.omgevingsloket.nl/Particulier/particulier/home/wat-is-omgevingsloket?init=true)

Bij Omgevingsloket online kunt u inloggen met uw DigiD inlogcode. Dus eerst zo een ding aanvragen en dan daarmee inloggen op het omgevingsloket en dan op de juiste plaatsen een vinkje zetten. Maar wat je moet je dan aanleveren als brouwerij? Volgens mij gaat het om een verhaaltje zoals Bierbrouwerij Glassbier Leerdam of de Speciaalbierbrouwerij Oijen. Zo kan de gemeente kijken of je een milieueffectrapportage moet aanleveren.

De milieueffectrapportage (m.e.r.) is een hulpmiddel bij het nemen van besluiten. Op deze manier krijgt het milieubelang een volwaardige plaats in de besluitvorming. De m.e.r.-procedure is gekoppeld aan de 'moederprocedure'. Dit is de procedure op grond waarvan de besluitvorming plaatsvindt, bijvoorbeeld de bestemmingsplanprocedure, of een omgevingsvergunningsprocedure (www.infomil.nl/onderwerpen/ruimte/mer/).

Milieueffectrapportage (afkorting m.e.r.) behelst het in beeld brengen van de milieugevolgen van een besluit voordat het besluit wordt genomen. De onderzoeksresultaten worden gepubliceerd in het milieueffectrapport (MER). Een MER wordt opgesteld bij activiteiten en projecten die mogelijk belangrijk nadelige gevolgen voor het milieu hebben. Dit kan variëren van een vergunning die aangevraagd wordt voor de bouw van een chemische fabriek tot de aanleg van infrastructuur zoals een hogesnelheidslijn of de uitbreiding van een luchthaven. De overheid die het besluit moet nemen of de vergunning moet verlenen gebruikt het MER bij haar afwegingen.
De opsteller van het milieueffectrapport moet aangeven welk project hij wil gaan ondernemen (voorgenomen activiteit). Belangrijkste onderdeel van het rapport is het hoofdstuk over de alternatieven van de voorgenomen activiteit. Het vergelijken van alternatieven op hun milieugevolgen is eigenlijk de kern van m.e.r. Het rapport moet ook aangeven binnen welk wettelijk kader de voorgenomen activiteit valt (genomen en te nemen besluiten).
In het MER worden de milieugevolgen van de verschillende alternatieven met elkaar vergeleken. Hiervoor wordt eerst de huidige situatie in beeld gebracht (referentiesituatie). Vaak ligt al vast dat de huidige situatie gaat veranderen, omdat over bepaalde zaken al besloten is of activiteiten al in uitvoering zijn. Dit worden "autonome" ontwikkelingen genoemd (want onafhankelijk van de voorgenomen activiteit). Een manier om de alternatieven te vergelijken is met behulp van multicriteria-analyse (http://nl.wikipedia.org/wiki/Milieueffectrapportage).

Dus een verhaaltje over milieueffecten van een bierbrouwerij? Dat kan toch wel worden gemaakt. Eens zien: de keuken wordt vies, de vloer plakkerig, de geur van zoete wort en dan na maïschen een pan met bostel voor in de gft-bak.  En bij het brouwen wordt veel water verbruikt voor het schoonmaken...en bij het maïschen en koken op het fornuis wordt gas verbruikt. Nou met zo'n verhaaltje komen we er wel denk. 

Nu maar weer eens brouwen...